Historisch Archief 1877-1940
No. 2473
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21
RUIZE-RI/MEN
HOE RICHTEN WIJ ONZE WONING ANTIEK IN ?
(Een jong paar vraagt Charivarius raad in dit moeilijke probleem.)
Uw woning, schrijft ge, moet antiek zijn ingericht.
Gij vraagt mijn raad. Welnu, zoo lees dan dit gedicht.
Versiert uw woning ruim met planten en met bloemen,
Geplaatst in dingen ja, te veel om op te noemen,
Want hierin word' uw fantasie door niets geremd,
Als ze maar zeker niet voor bloemen zijn bestemd:
Een plantje in een test, een theestoof dat staat keurig,
Ook in een spuwbak blijven bloemen frisch en fleurig,
Of in een vuillisbak, of, voor 'de symmetrie,
Op 't schoorsteenblad in twee dof-tinnen vases-de-nuit.
Och, artisticiteit is maar een peuleschilletje !
Bijvoorbeeld bij den haard, als bank, je grootje's stilletje,
Waarover je de strook van een kasuifel legt,
Wat rafelig van draad, versleten, oud en echt.
Een nachtkast, goed vermolmd, en met zoo'n schuivend deurtje,
Nog in den ouden vorm, maar zonder 't oude geurtje,
Als tafeltje voor thee, met porcelein belaan,
De trekpot daar, waar eens wat anders placht te staan.
Ook zag 'k dit meubel wel als boekenkast fungeeren,
Daarop een koffiepot, gevuld met pauweveeren.
Twee boerenkisten, boven op mekaar gezet,
Verschaffen u een treflijk artistiek buffet.
Laat ook uw kaarsenkroon, uit lang vervlogen dagen,
In plaats van kaarsen nette Philips-lampjes dragen.
Denkt nimmer over 't dieper doel der dingen na,
De ware artist heeft maling aan de logica;
Hangt dus een aantal boerenklokken in uw kamer,
Slecht loopend, en van slag. Hoe boerscher hoe voornamer.
Je maakt een lijstje uit de beugels van een tasch,
Die eens de glorie van je overgrootmoe was;
Daar kun je dan een mooi, modern portret in zetten:
Zoo'n wicht met page-haar, verslaafd aan sigaretten.
Je staande tafellamp wordt artistiek geschraagd
Door een oud-Delftsche vaas, van boven afgezaagd.
Licht krijg je op de markt een beddepan te pakken,
Een vijzel, een vergiet, wat zwavelstokkenbakken,
Een rek met lepels, en een koop'ren tang, als 't kon;
Dat keukenspul hang j' aan den wand in je salon.
Dan in de hall een slee, 't symbool van onzen landaard,
Een oude koop'ren kan als wandelstokken-standaard.
Ten slotte plaats j' er, als bekroning van je werk,
Met landhuis-stof bekleed, een knielbank uit een kerk.
Ik hoop dat dit relaas uw taak wat zal verlichten,
Als gij u, naar 's lands wijs, antiek wilt in gaan richten.
Zóó schept g' u inderdaad een artistieke sfeer. ?
Als gij u inricht zoo als ik u adviseer,
Dan wordt uw huis in al zijn gangen en vertrekken
Een ideaal verblijf voor twee volslagen gekken.
CHARIVARIUS
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
'V
PEDANTE PIETJE'S
PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN
(13 jaar)
(Ongecorrigeerd)
(Niew-neederlans)
XXVI.
Dorus Rijkers niet opa. Ik wou wel dattie mijn
opaa was. Want zoon oopaa in je femmiellie die
kaapietijn is van n reddellingsboot lijkent Pietje
fijn. We maake nou van de winter op de zolder van
Flippie Saager, die op de handelschool naas me zit
en die ik altijt soeffleer met mondelinge waren
kennis, n soort onzinkbaare reddellingsboot.
Nettuurluk dope we m astie klaar is naar Dorus
Rijkers met de naam van Oopaa". En in de
Stadhouwerskaaj laate we m vaare as teminste de
pelliesie dr geen bezwaare teege in breng. Want de
amsterdamse pelliessie hét de mier an uitvindinge.
Laas hadde we bedag n ijge gemaak soort laggas
te prebeere. We hadde t stiekum op t
labooretorijum verwek uit allemaal flessies en glaasies die dr
van de aamen nüensus stinge. We hebbe ons
gewoon n kriek gelagge zooas we dat chemiese
grokkie klaar maakte. En as de mense maar hallef
zoo gelagge hadde as wij onder t prepaarreere
hadde we n fijn paatent op ons handels-laggas
kenne nccme. Maar op de hoek van t Lijssc plijn
zouwc we onze proef nceme of de voorbijgangers
wel of niet zouwe lagge as we ze n paar droppels van
ons vloeibaar gas op dr jasse zouwe sprenkelle.
Maar n smertis krijg ons in de smieze. En wij beent!
Maar savons staat dr in de krant dat de pellissie
weer n paar Saadiste (wat zijn dat, vraag Pietje?)
op t spoor is die in de drukste straate onschuldige
daames en meissies dr kleere tragte te
verontrijniege met onzeedelukke oogmerreke. Hoe is die?
Is laggas nou ook al onzeedelluk? t Is waaragtug
of je perfesser Einden weer hoort spiese in de
Haagse Dieretuin! Maar ik dwaal af van mn
aaperpoo, zooas onze leeraar in de Franse
handelskorrespondensie altijt zeit assic nog niet begonne
is. Mn aaperpoo was de ouwe Dorus Rijkers en
onze reddelingsboot die we in de gragte gaan laate
vaare. Misschien wor t wel n ondcrzeejer. Dat hang
van de laatere toevallugge omstandigheede af.
Want as onze onzinkbaare boot tog zink maake wc
dr meteen n onderzeejer van. En blijftie drijve,
wat tog ook best moogelluk is, dan laate we t
ding as booverzeejer vaare. Wat we dr mee redde
zulle weete we nog niet. Daar kenne wc strakkies
nog altijt naader over dispuuteere. En wie dr
kaapietein van de Ooppaa" mot worde hebbe we
ook nog niet uitgevogte. t Lollugste zou weeze
as dr l van ons al 15 jaar was. Uw ken wel dat fijne
boek van Juuls Verne van die kaapietein van 15
jaar? Maar Pietje is de ouwse van zn klas en ik ben
pas 13. En om nou 2 jaar te wagte tot ik dan pas
jaarug wor duur ons wat te lang. Dan maar n
kaapietijn van 2 jaar jonger an t roer. Want de
ouwe Dorus Rijkers is tog ook niet zn leeve lang
kaapietein of opaa gewees as je zn
lecvesbeschrijving lees. Wat n kraanige vent is dat anders.
Voor t fons hét Pietje op de handelschool
gekollek'01*1 ="*iffliiil|llil iiiiiiiiiSISyjAAT*
l CORSETÈRE
KEIZERSGRACHT ^AMSTERDAM
1TELEF.>7151(H
-- ATELIER5VODBRER&BATÏEN
IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG HOTELCENTRAL
teer al wou de konsie-ersje t eers verbieje.'Maar
we hebben m fijn verneuriet met n leeg siegarette
doossie waaruit ik % presenteerde maar waarin
Pietje de sente van de andere jonges kollekteerde
zonder rammele. We hebbe in onze klas 17 sente
opgehaal. En die mos ik in opdrag van onze klas
an Prins Henderik sture op t Loo omdattie
preesieden is van t rooje Kruis. Maar dat kostte alleenig
al 10 sente an postzeegels. En toen ze we t in optog
maar allemaal in n envellop in de bus van t
scheepvaarimisenm agter t rijksmnsejum gaan
brenge. Met de hulde an Dorus Rijkers" hadde we
dr op gcschrecve in handelsschoonschrif. Maar
naatncs de klas had ik dr as waarmerrck van de
eghijt mn naam ondcrgeschreevc in groene inkt met
P i i; T j K
PEEK & CLOPPENBURG