De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 november pagina 21

8 november 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2473 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 RUIZE-RI/MEN HOE RICHTEN WIJ ONZE WONING ANTIEK IN ? (Een jong paar vraagt Charivarius raad in dit moeilijke probleem.) Uw woning, schrijft ge, moet antiek zijn ingericht. Gij vraagt mijn raad. Welnu, zoo lees dan dit gedicht. Versiert uw woning ruim met planten en met bloemen, Geplaatst in dingen ja, te veel om op te noemen, Want hierin word' uw fantasie door niets geremd, Als ze maar zeker niet voor bloemen zijn bestemd: Een plantje in een test, een theestoof dat staat keurig, Ook in een spuwbak blijven bloemen frisch en fleurig, Of in een vuillisbak, of, voor 'de symmetrie, Op 't schoorsteenblad in twee dof-tinnen vases-de-nuit. Och, artisticiteit is maar een peuleschilletje ! Bijvoorbeeld bij den haard, als bank, je grootje's stilletje, Waarover je de strook van een kasuifel legt, Wat rafelig van draad, versleten, oud en echt. Een nachtkast, goed vermolmd, en met zoo'n schuivend deurtje, Nog in den ouden vorm, maar zonder 't oude geurtje, Als tafeltje voor thee, met porcelein belaan, De trekpot daar, waar eens wat anders placht te staan. Ook zag 'k dit meubel wel als boekenkast fungeeren, Daarop een koffiepot, gevuld met pauweveeren. Twee boerenkisten, boven op mekaar gezet, Verschaffen u een treflijk artistiek buffet. Laat ook uw kaarsenkroon, uit lang vervlogen dagen, In plaats van kaarsen nette Philips-lampjes dragen. Denkt nimmer over 't dieper doel der dingen na, De ware artist heeft maling aan de logica; Hangt dus een aantal boerenklokken in uw kamer, Slecht loopend, en van slag. Hoe boerscher hoe voornamer. Je maakt een lijstje uit de beugels van een tasch, Die eens de glorie van je overgrootmoe was; Daar kun je dan een mooi, modern portret in zetten: Zoo'n wicht met page-haar, verslaafd aan sigaretten. Je staande tafellamp wordt artistiek geschraagd Door een oud-Delftsche vaas, van boven afgezaagd. Licht krijg je op de markt een beddepan te pakken, Een vijzel, een vergiet, wat zwavelstokkenbakken, Een rek met lepels, en een koop'ren tang, als 't kon; Dat keukenspul hang j' aan den wand in je salon. Dan in de hall een slee, 't symbool van onzen landaard, Een oude koop'ren kan als wandelstokken-standaard. Ten slotte plaats j' er, als bekroning van je werk, Met landhuis-stof bekleed, een knielbank uit een kerk. Ik hoop dat dit relaas uw taak wat zal verlichten, Als gij u, naar 's lands wijs, antiek wilt in gaan richten. Zóó schept g' u inderdaad een artistieke sfeer. ? Als gij u inricht zoo als ik u adviseer, Dan wordt uw huis in al zijn gangen en vertrekken Een ideaal verblijf voor twee volslagen gekken. CHARIVARIUS UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE 'V PEDANTE PIETJE'S PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN (13 jaar) (Ongecorrigeerd) (Niew-neederlans) XXVI. Dorus Rijkers niet opa. Ik wou wel dattie mijn opaa was. Want zoon oopaa in je femmiellie die kaapietijn is van n reddellingsboot lijkent Pietje fijn. We maake nou van de winter op de zolder van Flippie Saager, die op de handelschool naas me zit en die ik altijt soeffleer met mondelinge waren kennis, n soort onzinkbaare reddellingsboot. Nettuurluk dope we m astie klaar is naar Dorus Rijkers met de naam van Oopaa". En in de Stadhouwerskaaj laate we m vaare as teminste de pelliesie dr geen bezwaare teege in breng. Want de amsterdamse pelliessie hét de mier an uitvindinge. Laas hadde we bedag n ijge gemaak soort laggas te prebeere. We hadde t stiekum op t labooretorijum verwek uit allemaal flessies en glaasies die dr van de aamen nüensus stinge. We hebbe ons gewoon n kriek gelagge zooas we dat chemiese grokkie klaar maakte. En as de mense maar hallef zoo gelagge hadde as wij onder t prepaarreere hadde we n fijn paatent op ons handels-laggas kenne nccme. Maar op de hoek van t Lijssc plijn zouwc we onze proef nceme of de voorbijgangers wel of niet zouwe lagge as we ze n paar droppels van ons vloeibaar gas op dr jasse zouwe sprenkelle. Maar n smertis krijg ons in de smieze. En wij beent! Maar savons staat dr in de krant dat de pellissie weer n paar Saadiste (wat zijn dat, vraag Pietje?) op t spoor is die in de drukste straate onschuldige daames en meissies dr kleere tragte te verontrijniege met onzeedelukke oogmerreke. Hoe is die? Is laggas nou ook al onzeedelluk? t Is waaragtug of je perfesser Einden weer hoort spiese in de Haagse Dieretuin! Maar ik dwaal af van mn aaperpoo, zooas onze leeraar in de Franse handelskorrespondensie altijt zeit assic nog niet begonne is. Mn aaperpoo was de ouwe Dorus Rijkers en onze reddelingsboot die we in de gragte gaan laate vaare. Misschien wor t wel n ondcrzeejer. Dat hang van de laatere toevallugge omstandigheede af. Want as onze onzinkbaare boot tog zink maake wc dr meteen n onderzeejer van. En blijftie drijve, wat tog ook best moogelluk is, dan laate we t ding as booverzeejer vaare. Wat we dr mee redde zulle weete we nog niet. Daar kenne wc strakkies nog altijt naader over dispuuteere. En wie dr kaapietein van de Ooppaa" mot worde hebbe we ook nog niet uitgevogte. t Lollugste zou weeze as dr l van ons al 15 jaar was. Uw ken wel dat fijne boek van Juuls Verne van die kaapietein van 15 jaar? Maar Pietje is de ouwse van zn klas en ik ben pas 13. En om nou 2 jaar te wagte tot ik dan pas jaarug wor duur ons wat te lang. Dan maar n kaapietijn van 2 jaar jonger an t roer. Want de ouwe Dorus Rijkers is tog ook niet zn leeve lang kaapietein of opaa gewees as je zn lecvesbeschrijving lees. Wat n kraanige vent is dat anders. Voor t fons hét Pietje op de handelschool gekollek'01*1 ="*iffliiil|llil iiiiiiiiiSISyjAAT* l CORSETÈRE KEIZERSGRACHT ^AMSTERDAM 1TELEF.>7151(H -- ATELIER5VODBRER&BATÏEN IN DENHAAG ELKEN VRIJDAG HOTELCENTRAL teer al wou de konsie-ersje t eers verbieje.'Maar we hebben m fijn verneuriet met n leeg siegarette doossie waaruit ik % presenteerde maar waarin Pietje de sente van de andere jonges kollekteerde zonder rammele. We hebbe in onze klas 17 sente opgehaal. En die mos ik in opdrag van onze klas an Prins Henderik sture op t Loo omdattie preesieden is van t rooje Kruis. Maar dat kostte alleenig al 10 sente an postzeegels. En toen ze we t in optog maar allemaal in n envellop in de bus van t scheepvaarimisenm agter t rijksmnsejum gaan brenge. Met de hulde an Dorus Rijkers" hadde we dr op gcschrecve in handelsschoonschrif. Maar naatncs de klas had ik dr as waarmerrck van de eghijt mn naam ondcrgeschreevc in groene inkt met P i i; T j K PEEK & CLOPPENBURG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl