De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 november pagina 3

8 november 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Noi 2473 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND LUDENDORFF IN BEIEREN VERLOOCHEND Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek DE SALON-TYROLER (Vrij naar Dejregger) SPREEKZAAL NEDERLAND EN SURINAME Naar aanleiding van het artikel van den oud gouverneur van Suriname, veroorloof ik mij het volgende op te merken. Het Nederlandsche kapitaal zal eerst dan vrij willig naar Suriname gaan, als de kolonie een getal ondernemingen en bedrijven kan aanwijzen, wier dividenden aantoonen, dat ook dit koloniaal gebied in aanmerking komt voor een goede geld belegging. Het moge dan waar zijn, dat de regeering niet rechtstreeks voor afdoende hulp kan zorgen, wat zij wel kan en m.i. ook moet doen is, te zorgen dat bovenbedoelde ondernemingen tot stand komen. Door het oprichten van gouvernementsonder nemingen? Bij voorkeur niet. Het gouvernement is niet het aangewezen lichaam om de exploitatie van plantages op zich te nemen, al ware het alleen maar om de weinige continuïteit der hoofdambte naren, onder wie dergelijke bedrijven ressorteeren. De regeering late het exploiteeren dus over aan particulieren, maar zij stelle zich, onder bepaalde voorwaarden, garant voor kapitaal en intrest. Dit systeem is niets nieuws; worden b.v. kapitaal en rente der Nederlandsche Spoorwegobligaties niet reeds door den Staat gegarandeerd? Als tegenprestatie zou men kunnen eischen dat de op deze wijze tot stand gekomen ondernemingen den kleinen landbouw op de plantage zooveel mogelijk zullen bevorderen, door, aan de daarvoor in aanmerking komende arbeiders, perceelen ter beplanting af te staan en hen met raad en daad behulpzaam te zijn. Voor het gouvernement heeft dit het voordeel, dat meer arbeiders moeten worden aangevoerd dan er voor het plantagebedrijf alleen noodig zouden zijn, dus een grootere toeneming der bevolking en daarbij een grootere uitvoer van rijst, maïs en dergelijke gewassen; de onderneming zal er op den duur van profiteeren, omdat zij na verloop van tijd een op de plantage gevestigde bevolking verkrijgt, waaruit zij hare arbeiders naar behoefte zal kunnen betrekken. Het is hier niet de plaats om met uitvoerige berekeningen te gaan bewijzen, dat de uitvoering van dit denkbeeld weinig gevaar van verlies voor den Staat zal meebrengen, dat zoowel Nederland als Suriname er niet anders dan voordeel van zul len ondervinden en dat de oprichters dezer onder nemingen de exploitatie ervan gaarne, zonder eenige garantie van staatswege, zullen voort zetten, zoodra de rentabiliteit ervan eenmaal bewezen is. W. A R N T z (Vanwege de redactie bekort). De heer Arntz heeft groot gelijk: de angsivalligheid ten opzichte van Suriname moet overwonnen worden. Daartoe kan de Regeering ongetwijfeld medewerken, op meer dan n manier. In geen geval door zelve ondernemingen te drijven, maar door anderen aan te moedigen en te steunen. De heer Arntz noemt een vorm van steun en degenen, die daartegen bedenking hebben, moeten maar eens kijken naar de toenemende subsidie-millioenen, die ik herhaal het hoewel onmisbaar, toch Suriname geen stap verder brengen. Aan het denk beeld om de kolonisatie op de plantages te bevorde ren zit, in den vorm waarin de heer Arntz het aan beveelt, meer vast dan oppervlakkig toeschijnt. Maar de gedachte heeft veel goeds en is reeds in toepassing gebracht op eenige plantages, o.a. op Rust en Werk en op Zorgvliet. STAAL HOTEL HOLLAND Ons land bezit voor menigen globetrotter, menigen groottoerist een bijzondere aantrekkelijkheid. De Amerikaan, en de Engelschman wellicht soms ook, Iaat zijn groote koffers in Brussel of zendt ze door naar Zwitserland en Tirol, een kort uitstap je, een paar dagen rondtrekken and Holland is done. Het zal wellicht niet zoo heel moeilijk zijn hem tot een langer verblijf te nopen, als men in ons land maar bij de bevordering van het vreemde lingenverkeer dit voor oogen houdt: waar hij zich bevinden moge, moet 't Hollandsch, echt Hollandsch zijn. Daarom bevelen wij dien naam, Hotel Holland, aan voor het groote nieuwe hotel, dat gebouwd zal worden op het plein, waarvan men kan zeggen, dat er het hart van Holland klopt. Over de waarde van het plan-Van der Mey uit een oogpunt van bouwkunst, willen wij ons niet uitlaten; hierover mogen bevoegde beoordeelaars hun stem laten hooren. Alleen zouden wij den raad willen geven aan de straatzijde van den beganen grond winkels te bouwen. Dit zal voordeelig zijn voor de inkomsten der bedrijfsrekening en een aardig gezicht geven onder de vér uitgebouwde terrassen van de eerste verdieping, de bei-étage. De gasten in restaurants, café, bars, lounges enz. zullen op het levendige verkeer van het plein een veel aardiger kijk hebben en er rustiger zitten, dan indien deze belangrijke deelen van een hotel gelijkvloers liggen met het plaveisel der straat. De uitteraard weinig diepe winkels laten een groote ruimte in het midden over voor de hal met de portiersloge, de ontvangst, de bureaux voor de administratie, algemeene inlichtingen, post, telegraaf, telefoon, spoor, boot-, en tramdienst (reis inlichtingen en kaar tjesverkoop) ver koop van verschiliende artikelen. Ook zullen er de apotheek en de drogist, de bar bier en de kapper, manicure en pedicure een plaatsje vinden, Kortom, daar zal alles tezamen ge bracht kunnen wor den wat de groottoe rist van den tegenwoordigen tijd in zijn hotel wenscht te hebben en waaraan de Amerikaan ge woon is. Dat er verbinding is tusschen deze hal en de aan de straat gelegen winkels is beiderzijds een groot voordeel zoowel voor de huurders der winkels als voor het bezoek aan het res taurant, het caféen de bars. Deze groote hotel hal moet als het ware een overgang vor men tusschen de straat en het loge ment; in vele hotels is de hoteldeur nog te veel de afsluiting tusschen straat en het hotel, inplaats van de poort, waar door men het pu bliek naar binnen lokt. Een echt Hollandsche Bols-of Wijnand Fockink-proeflokaaltje als in de Pijlsteeg zal het nationaal karakter verhoogen. Op de eerste verdieping zullen naast de reeds genoemde belangrijke deelen van het hotelbedrijf verschillende kleine zalen, in oud- en nieuw Hollandschen stijl betimmerd, moeten komen om te dansen en voor diners, feestelijke bijeenkomsten, vergaderingen enz., en daarenboven eenige ge zellige zaaltjes met een ouderwetsche schouw, waarin bij eenigszins kil weer (Hollandsch klimaat) een groot houtvuur; banken erbij, veel gemakkelijke stoelen en alles wat kan bijdragen tot behagelijkheid en dat een huiselijken indruk maakt. Onze Hollandsche hotels, behoudens enkele gelukkige uitzonderingen munten niet uit in gezelligheid en huiselijkheid, de hotels in de landen waar de Engelsche taal gesproken wordt geven in dit opzicht veel meer, hetgeen aanlokt tot langer verblijf en geregeld terugkomen in hetzelfde hotel. De geheele inrichting en betimmering moet zijn Hollandsch, zoodat de vreemdeling onmiddellijk aangetrokken wordt door het eigen karakter, dat dit hotel doet verschillen van die, welke hij in andere landen bezocht. Op dit gebied beschikt ons land over kunstenaars, voor wie het een vreugde moet zijn om mede te werken aan dit doel. Wij en ook de vreemdelingen kennen die kunst van de Nederlandsche Mailbooten en weten ze ten volle te waardeeren. Zoo'n Holland-hotel moet zijn Rembrandtzaal hebben en vertrekken die naar andere bekende schilders genoemd worden, zijn Nederl. Indische zaal, zijn Hollandsche Molenkamer, zijn Vollendamsche kamer, zijn Zeeuwsche kamer en wat dies meer zij. Bediend zou men er moeten worden indien het bezoek zoo groot is, dat dit zou loonen, door meisjes of kellners in de oude kleederdrachten van de verschillende landstreken van Holland. Wanneer men slechts bedenkt, dat Holland door toeristen bezocht wordt in hoofdzaak om zijn karakteristieke bezienswaardigheden, die men nergens elders in de wereld vindt, die specifiek Hollandsch zijn, dan zal men ons gereedelijk toe stemmen, dat ook een nieuw groot hotel waarvan men hoopt, dat er vele vreemdelingen zullen komen en veelvuldig zullen komen, ook moet hebben een specifiek Hollandsch karakter, opdat het worde een nieuwe bezienswaardigheid van ons land. W. J. L U G A R D de meest volmaakte wagen. AUTO-CENTRALE - HAARLEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl