Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2473
KUISCHHEID EN GEZONDHEID
i
f'
De psychanalyse behoort ongetwijfeld tot de
gewichtigste uitkomsten van de moderne weten
schap. Haar revolutionnaire strekking is nog niet te
overzien, maar zooveel is zeker, dat er geen levens
gebied bestaat, waarop zij niet een keerpunt
beteekent. Het is niet teveel gezegd, wanneer men
den naam Freud in verband met de ontwikkelings
geschiedenis der menschheid op n lijn stelt met
dien van Galileï.
Begrijpelijk is derhalve de groote en algemeene
belangstelling voor deze nieuwe wetenschap. Voor
al wijl het hier een aangelegenheid betreft van on
middellijk persoonlijk en praktisch belang en geen
zuiver academisch vraagstuk. Of de zon om de
aarde draait dan wel de aarde om de zon, blijft
voor uw levensgeluk en voor de gesteldheid van uw
lichaam en ziel een vrij onverschillige zaak. Maar
in het hart raakt u het gerucht, als zou een ont
dekking zi'jn gedaan, die als bij tooverslag uw zwak
te, verbijstering en tobberijen omzet in kracht en
doorzicht en durf.
Nu is echter de psychanalyse een vrij ingewikkeld
stelsel, dat, wil het begrepen en toegepast worden,
een groote mate van algemeene ontwikkeling,
kritischen zin, verbeeldingsvermogen en parate
kennis eischt. Het heeft, als alle nieuwe stelsels,
reeds weer zijn schakeeringen en scholen, en wie
zich in de omvangrijke lectuur omtrent dit onder
werp verdiept, ziet zich spoedig geplaatst voor de
keus tusschen tegenstrijdige meeningen. Het is
verre van allemanszaak.
Ook de sterkste voorstander van de democrati
seering der wetenschap zal derhalve het gevaar
beseffen, dat de popularisatie van dit systeem mee
brengt. Liefhebberen in psychanalyse kan
noodlottiger zijn dan liefhebberen in electrotechniek.
Staat op de oppervlakkige waanwijsheid van den
monteur-spelenden schooljongen de doodstraf door
kortsluiting, de psychanalytische dilettant zet zijn
ziel op het spel en riskeert daarmee ellenden, erger
dan de dood.
Het ware hierom te wenschen dat de psychana
lytische lectuur louter vervat was in zware
boekdeelen als de standaardwerken van Freud of het
uitnemend handboek van Pfister. Dan zouden de
ernst en het vermogen van den liefhebber voldoen
de op proef gesteld worden om ongelukken te voor
komen.
Helaas is er echter geen wetenschap, waarin het
vlugschrift en de monografie zoozeer in zwang zijn
als de psychanalyse. Dergelijke korte en uiteraard
kennis van de grondslagen veronderstellende
geschriftjes hebben uitsluitend waarde, en zijn in dat
geval zelfs bijzonder op prijs te stellen, wanneer
de schrijver een streng wetenschappelijk, nuchter
en zakelijk man is, die niet alleen zijn stof volko
men beheerscht, maar ook de gave heeft eenvoudig
en stelselmatig haar karakter te doen beseffen en
haar beteekenis uiteen te zetten. Over 't algemeen
voldoen de voor 't meerendeel voortreffelijk ge
stelde boekjes van de grootmeesters en hun volge
lingen aan de hier gestelde eisenen.
Wanneer ik meen op n uitzondering de aan
dacht te moeten vestigen, ben ik mij bewust, dat
ik hiermee kans loop een goed deel mijner lezers
tegen mij in 't harnas te jagen. Want Stekel is,
dank zij de opvallend spoedige en algemeene ver
spreiding van zijn ook in het Hollandsch vertaalde
geschriften, de lievelingsschrijver van het publiek
geworden. En met zoo iemand moet men voorzich
tig zijn.
Psychanalyse is een soort godsdienst gelijk het
socialisme of de theosophie. Ook psychanalyse heeft
haar profeten. Zeg in sommige kringen geen kwaad
van Wijnkoop of Annie Besant. Zeg ook geen
kwaad van Stekel. Ze zijn sacrosanct.
Ik wil niet ontkennen, dat ik de werkjes van
Stekel met genoegen gelezen heb. Zelfs zou ik een
huichelaar zijn, zoo ik loochende, dat zij mij
leerzame oogenblikken hebben geschonken. Er
staat veel in, dat mijn warme instemming heeft.
Er spreekt een geest uit, kloek, krachtig, harts
tochtelijk in zijn drang naar waarheid. Hier is
adeldom van de beste soort. Maar met dit al wil
ik Stekel niet als onschendbaar beschouwd zien.
Het is juist de eigenaardige bekoring van het
dithyrambische, die de boekjes van Stekel aan
trekkelijk maakt. In Wat op den bodem der ziel
ligt . ." noemt Stekel zich den onderzoekenden
dichter en den dichterlijken onderzoeker. Maar
duidelijk doet hij uitkomen, aan welke van de twee
hij voor zich den voorrang toekent. En deed hij
het zelf niet, zijn lezers zullen het voor hem doen.
Deze man van wetenschap laat zich gaan op de
inspiratie van zijn dichterlijkheid. Hij tokkelt de
lier en windt zich op in vurige rhetoriek. Hier
klinkt een volstrekt andere toon dan het in be
zadigdheid overtuigende woord van een Freud,
Jung of Maeder.
Stekel is de propagandist, de profeet van de
?nieuwe leer. Hij is de popularisator, die volgelingen
maakt. De volksheld, de man van de meeting met
de reuzen-ovaties en de donderende applausen.
Moest de psychanalyse in de Tweede Kamer ver
tegenwoordigd worden, Stekel zou de
stembuscandidaat bij uitnemendheid zijn. Een populair
spreker dient eenige dichterlijke vrijheid te ge
nieten; men mag hem niet op een woord vangen.
In het vuur zijner rede is hem overdrijving ge
oorloofd, die bij den theoreticus een onvergeeflijke
fout zou wezen.
Wil men de psychanalyse met de Hervorming
vergelijken, dan is, ten overstaan van de Calvijn's
en Luther's van het systeem, deze wilde Weener
een Wederdooper, een razende Jantje van Leiden.
Nu zou nogmaals, want ook ten opzichte van
deze stof hebben schakeeringen haar waarde, dit
alles geen kwaad kunnen, ware het niet, dat het
groote publiek terwille van Stekel mannen als
Freud, Jung en Maeder vergat. De vereenzelviging
van de psychanalyse met Stekel doet de nieuwe
leer kwaad, en waartegen men als erkentelijk leer
ling der groote hervormers dient op te komen, is,
dat op hun naam zou worden gesteld hetgeen deze
dithyrambische
popularisatorverkondigt.Depsychanalyse heeft reeds voldoende het pleit gewonnen
om alsnog in discrediet te kunnen worden gebracht,
maar bedenkelijk is het, zoo in haar naam het jonge
geslacht, dat de toekomst in handen heeft, op den
weg der reactie zou worden gedreven. Tot geen prijs
mag deze verlossende en weldadige wetenschap tot
voorwendsel dienen aan onverstand en lichtzinnig
heid.
Inzonderheid dreigt dit gevaar bij zijn boekje
Kuischheid en Gezondheid" 1). Nu dit geschrift
zich in- zoo groote populariteit blijkt te mogen
verheugen, is het niet overdreven, hier te spreken
van een maatschappelijk gevaar. Juist het gezag,
het autos epha" de wetenschap zelf zegt het
dat het lezend publiek aan den profeet van het
nieuwe toekent; juist de ontstentenis van allen
kritischen zin tegenover het apostolisch woord,
stempelt in verband met den inhoud dit boekje
tot gevaarlijke lectuur.
Ontstellend kenmerk van dit geschrift is, dat het
onder het mom van het allermodernste een
ouderwetsche en reactionnaire sexueele moraal propa
geert. -Ontstellend reeds is de ouderwetsche en
onwetenschappelijke bewijsvoering. De schrijver
beweert, en hierin heeft hij volkomen gelijk, dat
geslachtelijke onthouding van duurzamen aard
noodlottig werkt op het lichaams- en zielsleven en
dat ascese in 't algemeen geen deugd maar een
ondeugd is. Maar de wijze waarop hij zijn betoog
met gegevens staaft, doet ons denken aan ver
geelde geschriften, die wij curiositeitshalve nog wel
eens tot wederzijdsch vermaak uit de kast halen.
Een paar bladzijden vult hij met voorbeelden
van sterk sexueel levende menschen, die een hoogen
ouderdom hebben bereikt. Dit doet mij, om als
wetenschappelijk bewijs te kunnen gelden, teveel
denken aan de legendarische oude dronkaards,
waarmee in mijn groentijd welbespraakte
potatoren hun standje aanbevalen. Maar wie zou zulk
een ongecontroleerd en niet statistisch getoetst
materiaal verwachten in een
modern-wetenschappelijk pleidooi !
Strafbaar van oppervlakkigheid is ook de ont
boezeming als zou alle streven naar wereldver
betering, inzonderheid de drankbestrijding, het
vegetarisme, de strijd tegen de geslachtsziekten
niets zijn dan uiting van den geweldigen
masochistischen trek, die door de wereld gaat" en als zouden
zij, die in een groote volksvergadering" spreken
over de idealen van de menschheid" slechts de
flagellanten van den tegenwoordigen tijd zijn. Dit
klinkt meer als kroeg- dan als kathedertaai.
Inmiddels kan men het met den schrijver eens
wezen, dat de huidige maatschappij door haar
sexueele conflicten te gronde gaat. Maar is het nu
werkelijk in overeenstemming met de uitkomsten
der psychanalyse, de oplossing van deze conflicten
ruwweg te zoeken in de prostitutie? Het is juist
de psychanalyse geweest, die op het psychisch
karakter van de sexualiteit zoo den nadruk heeft
gelegd, en die met onwederlegbare bewijzen ge
staafd heeft, dat de erotiek een zaak is evenzeer
van de ziel als van het lichaam.
Ook vaart de schrijver uit tegen de kinderbe
perking. En alweer heeft hij volkomen gelijk, wan
neer hij opmerkt, dat door de verschillende
practijken ter verhoeding van den kinderzegen de angst
neurose sterk bevorderd" wordt. Maar is ook hier
het onbeperkt uitleven" de oplossing? Bestaat
er voor dezen propagandist niet zooiets als een
maatschappelijk vraagstuk? Hij rept er niet over.
Waarlijk, dit pleit is toch al te simplistisch !
Het ergste komt het ouderwetsche en reaction
naire van zijn beschouwing uit in zijn opvatting
omtrent de vrouw. Zoowel in als buiten het huwe
lijk moet zich de man uitleven. Maar de vrouw,
komt niet in aanmerking voor een bespreking in
dit eenzijdig manhaftig betoog.
Het is met tegenzin, dat ik de bezwaren tegen dit
boekje zoo uitmeet. Want er staan toch ook veel
gezonde en frissche opmerkingen in en aan andere
publicaties van dezen schrijver dank ik met velen
mijner tijdgenooten veel goeds en schoons. Moeten
wij dit geschriftje, wie weet onder welke om
standigheden geschreven beschouwen als een
slip of the pen? Stekel komt mij met zijn dichter
lijkheid voor als iemand, die de juist door de psych
analyse zoo scherp gebrandmerkte subjectiviteit
geenszins heeft overwonnen.
Toch mogen onze jongeren niet onder een beroep
op de moderne wetenschap zijn slachtoffer worden.
Er kan juist door modern wetenschappelijke men
schen zoo anders over dit onderwerp worden ge
schreven. Het is een gelukkig toeval, dat mij in
staat stelt hier te herinneren aan een hoogvcreerd
man, wiens triest overlijden kortgeleden zijn om
geving heeft geschokt. Dr. J. Rutgers beleed ook
moderne opvattingen over de liefde; stelde ook
het nadeel van geslachtelijke onthouding in het
licht, waarschuwde ook tegen ascese als een zieke
lijk verschijnsel, maar wie zijn geschriftje ,, Is de
prostitutie een noodzakelijk kwaad?" leest, komt
in een geheel andere sfeer.
Hier een hooge, nobele eerbied voor den mensc'i
in den man, maar even eer in de vrouw; hier een
erkenning van het teedere, het poëtische, het gees
telijke in de erotiek en de opmerking, dat ge
slachtsverkeer, waaraan dit alles ontbreekt, slechts
is een parodie op de liefde; hier de eisch: mér liefde
en minder bestialiteit.
Laat, wie Stekel leest, ook dit als tegengif lezen.
Want, Stekel zelf zegt het, onbewust in tegen
spraak met zijn boek: ,,ln het menschelijk leven
bestaan geen oppervlakkige problemen. Eerst het
inzicht, dat iedere zaak verscheidene kanten heeft,
dat men alles meer-dimensionaal bekijken moet,
kan de onderzoeker voor verderfelijke eenzijdig
heid behoeden. Zoo moet het probleem van de
kuischheid en de gezondheid noch van den eenen
noch van den anderen kant alleen bekeken worden."
Haarlem.
H. G. C A N N E G I E T E R
1) Kuischheid en Gezondheid, een psychanaly
tische beschouwing door dr. WILHELM STEKEL,
zenuwarts te Weenen. Voor Nederland bewerkt
door H. A. E. van Dishoeck, arts. (Leidsche Uit
geversmaatschappij, Leiden z. j.).
Het Recht van den Sterkste
DOOR
CYRIEL BÜVSSE
Daalders-Editie deel 72
Prijs, gebonden, met geïll.
omslag van B. v. Vlijmen
f 1.50
UltgmvinVAIHOLKEMAiWAIENDOIlU'dim