Historisch Archief 1877-1940
No. 2473
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nieuwe Engelse Boeken
OVER HOMERUS
The Homer of Aristotle. By D. S.
MARGOLIOUTH. Blackwell, 1923. 10/6.
Er is heel veel over Homerus geschreven, en
't laat zich aanzien, dat dit vooreerst wel zo zal
blijven. Men schreef over hem in de bloeitijd van
Attica, waarvan hij verder afstond dan Vader
Vondel van ons. Hij werd bekritizeerd door de
Alexandrijnse grammatici in de tijd van de
Ptolemaeën. Hij werd vereerd door de Romeinen, en
nagestreefd door Vergilius. Hij werd allegories
verklaard" door de Nieuw-Platoniese wijsgeren
van de latere Keizertijd. Hij werd verafgood door
de mannen der Renaissance En niemand
twijfelde of Homerus was de echte naam van 'n
werkelik bestaan hebbende dichterfiguur. Wél
beschouwde men die naam soms als
oorspronkelijkSemities. Wél geloofde men doorgaans dat Troje
'n schitterende fiktie was. Wél betoogde in 1704
de Nederlander Croese, dat Homerus al z'n materi
aal ontfutseld had aan Mozes, en dat Ilion
niets anders was dan Jericho. Wél ging eindelik
de Schotse rechter Henry Home, Lord Rames, in
z'n Elements of Criticism (1761?1765) de vergode
vader en dichtervorst in arren moede betuttelen
De grote Engelse Graecus, Bentley, was 'm
daarin voorgegaan. Volgens hem was Homerus
'n soortement troubadour geweest, 'n reizend
speelman, die blij was als een of andere Helleense
kasteelheer 'm onthaalde op 'n ferme slok en 'n
hartig brok, en bijna even blij wanneer z'n wel
doener wel zo goedgunstig wou zijn naar al z'n
leugens en verzinsels te luisteren. De Ilias was
meer in 't biezonder bestemd voor de heren, de
Odyssea waarin 't huishoudelike zo'n gewichtige
rol speelt voor de dames En 't was voor
'n schrijver van 't laatst der negentiende eeuw,
aan Samuel Butler van Erewhon en The Way of
all Flesh, weggelegd de theorie op te stellen, dat de
Odyssea onmogelik anders kan zijn geschreven dan
door 'n vrouw, en nog wel door 'n onderwijzeres.
Maar om terug te keren tot de tijd van Lord
Kames, in 't algemeen was die voor Homerus'
dichterroem niet biezonder gunstig. Hij was te
straklijnig, te zeer op de man af, om aan die senti
mentele periode ten volle te kunnen behagen. Het
letterlievend" publiek vond toen z'n gading bij de
nevelige, doezelige en hol-pathetiese produkten
die de Schotse bedrieger Macpherson onder het
etiket van Ossian aan de man bracht. Die eentonige
rapsodieën waren je kunst, dat
goedkoop-zwaarmoedige, zogenaamd Keltiese" gedaas je poëzie.
De oude Samuel Johnson mocht in gerechte toorn
ontsteken vrij algemeen stelde men Ossian
boven de schepper van Hektor en Andromache,
van Nausikaa en van Odysseus. En de zich
geleidelik ontwikkelende theorieën die ontkenden
dat Homerus twee kunstwerken had samen
gesteld; die de bouw ervan toeschreven aan
een of meer onbekende redakteuren in de tijd van
Pisistratus; die ten slotte het gehele bestaan van de
dichter in twijfel trokken en er iets van maakten
in de trant van Mrs. Harris" in Martin
Chuzzlewit, die theorieën vonden gerede oren.
Natuurlik waren er bestrijders. En zelfs de befaamde Wolf
hield ten slotte.nog 'n slag om de arm. Maar in 't
algemeen gesproken was 't hek van den dam. Tot
droefenis van allerlei brave zielen, Ooethe inkluis.
De strijd duurt tot op heden. De Romantici,
zij die geloven aan volkszielen, en aan spontaan
uit die volkszielen opluikende volkspoëzieën,
nadat natuurlik gezegde volkszielen door volks
lijden ter dege zijn geploegd, en door velerlei
volkswederwaardigheden intensief zijn bemest,
zij geloven o zo graag aan 'n anonieme epiek. Maar
hun verdienste is dat zij niet twijfelden aan Troje.
En Schliemann's beroemde opgravingen hebben hen
op dat punt volkomen in 't gelijk gesteld. Er is
werkelik 'n Ilion geweest. Er was inderdaad 'n
kern van traditie, waar zich de fluïde Homeriese
verbeelding omheen kristallizeerde. Hierin ten
minste hadden de vroegere Homerus-vereerders,
die alles, alles lieten komen uit de grote Homeriese
duim, ongelijk.
Maar verder? Geeft Homerus ons inderdaad
sagen, ontleend aan wat voor Grieken als Pericles
de grijze oudheid der Hellenen was? Of zijn,
omgekeerd, de verhalen over Odysseus en Achilleus
die nog in de mond van het Griekse volk voort
leven, zoniet geheel en al dan toch in hoofdzaak
ontleend aan de twee van ouds bewonderde,
ja als godspraak vereerde, epen?
Professor Margoliouth, van de Universiteit van
Oxford, betoogt, dat dit laatste inderdaad het
geval is. Dat noch historie noch traditie iets weten
van de helden van Troje. Dat deze helden fikties
waren, bewust geschapen en gegroepeerd door het
genie van Homerus, die niet alleen heeft bestaan,
maar in 'n maatschappij leefde, welke niet
noemenswaard primitiever was dan die van onze
Middeleeuwen of Renaissance. Dat Homerus kon
schrijven, en werkelik schreef, in Jonies Grieks,
en kryptografies z'n naam verborg in de aanhef
van z'n dichtwerk. Dat deze kryptografie voort
vloeide uit angst voor letterdieverij, en door alle
Griekse treurspelschrijvers om soortgelijke redenen
insgelijks werd beoefend. En hij verdedigt met
klem en kracht de fundamentele eenheid als
kunstwerk, zowel van de Ilias als van de Odyssea.
Thai some of the machinery in both poems is derived
from stories wherewith the Poet had somehow become
acquainted, is exceedingly likely. But such
contributions do not interfere with the unity of the work,
since they entered into its structure; they vaere
absorbed into its system before it took shape and
entered the world.
Bij het beschouwen van de Ilias als eenheid
zoekt Prof. Margoliouth het centrale punt in de
dood van de Stadsbehouder", d.i. van Hektor,
en de daardoor nodig geworden klaagzangen der
vrouwen. Het feit dat Hektor sneeft houdt van
zelf het bestaan in van 'n vijand die hem in
kracht en macht overtreft. Dat is Achilleus. Die
triomfeert, geweldig boven 'n aanzienlik aantal
zeer-geweldigen, waar de anderen, z'n
krijgsmakkers, falen. En hoe grootser nu die anderen
worden afgeschilderd, des te grootser wordt
Achilleus niet alleen, maar ook Hektor.
Deze laatste woont in z'n vaderstad; hij is
dus wettig gehuwd met z'n Andromache, de edele
moeder van z'n zoontje. Maar dit geluk kan aan de
generaals van 'n aanvallend leger niet beschoren
zijn. Hun vrouwen zitten natuurlik veilig en wel
thuis. Achilleus verheugt zich in Briseïs, dank zij
de van ouds vermaarde puthaak. Maar om zijn
onmisbaarheid in 't licht te stellen moet ie 'n tijd
lang werkeloos zijn. Wat weerhoudt 'm van krijgs-.
bedrijven? Balorigheid, omdat Agamemnon Briseïs
opeist. Achilleus moet het meisje afstaan, dus
kan hij niet de hoofdaanvoerder zijn. De persoon
van Agamemnon wordt ook alweer geschapen ten
behoeve en ter wille van de situatie.
Enzovoort. Als altijd herhaalt de geschiedenis
zich weer. Aristoteles had óók 'n paar bedenkingen
tegen de konstruktie van de Ilias. Margoliouth
betoogt, dat zelfs die paar bedenkingen groten
deels ongegrond zijn. Homerus wist ter dege wat
ie deed en waarom ie het deed. En de lezer, die
aangezien er immers van ouds grote bouwmeesters
en andere kunstenaars hebben bestaan, niet
inziet waarom er geen even grote dichtervorsten
zouden kunnen wezen, verlangt niets liever dan
het met de geleerde schrijver eens te zijn.
Beauty, Trutli, and Htimour. By HENRY
CHARLES DUI-TIN. Blackwell, 1924. 4/0
Dit is 'n verzameling Essays door de bekwame
criticus, aan wie wij twee goede monografieën
over Hardy en Shaw hebben te danken, en zoals
het betaamt in zo'n bundel is er evenveel ver
scheidenheid in als in 'n bundel goeie lyriek. Het
komt mij echter voor dat tenzij er biezondere
faktoren in 't spel zijn zowel essayist als dichter
schrijven voor kleine lezerskringen. In Nederland
staat littéraire smaak stellig niet op 'n lager peil
dan in Engeland. Maar even stellig ook niet hoger.
En 't algemene peil is zeer zeker eerder laag dan
hoog. M.i. moest er op school meer worden gedaan
om kritiese geest aan te kweken. En onder
kritiese geest versta men het vermogen om, krachtens
eigen overwogen oordeel, te waarderen. Men kan de
jeugd wel op gezag doen geloven dat dit of dat
mooi" is. Maar diezelfde jeugd zal het aangepre
zen moois stilletjes op de boekenplank laten staan,
en zich de tijd korten met Nick Carter. Met grote
mensen is 't al net zo. Ze zullen 'n weekblad inzien
om op de hoogte" te blijven, zullen gaarne aan
nemen dat een of ander boek goede, zelfs uitste
kende kwaliteiten heeft, en naar datzelfde
boek niet talen. En zich vermaken, als lieve wicht
jes, met // Winter C omes.
Persoonlik laat ik voor 'n losse
mijmerij-metde-pen als Cats in 't hierboven vermelde boek,
gaarne 'n half dozijn van de talrijke romans waar
mede ik af en toe bestormd word, ongelezen.
Persoonlik ben ik van mening, dat er te veel
gelezen wordt; dat ieder daar niet tegen kan;
dat het bij menig boekenvreter uitdraait op ver
val en verkwijning zowel van z'n verbeelding als
van z'n gezond verstand.
W i L L E M VAN DOORN
Verkoudheid
is in vele gevallen het begin
van een ernstige ziekte. Voor
kom een verkoudheid en schaf
U onmiddellijk een Bacon
T o g a l - tabletten aan. Gij
vrijwaart U dan van de on
gemakken veroorzaakt -door
on* vochtig en koud klimaat
3o
is een ideaal mid
del bij Rheumfttiek.
Influenza en Jicht.
l
Ook als gij lijdende zijl aan Hoofd- en
zenuwpijn is de genezing en onschade
lijkheid van T o g a l gegarandeerd.
Bij alle Apoth. en Drog. ? f 0.80 en J 2.-.
NIEUWE UITGAVEN OP HET
GEBIED DER FOTOGRAFIE
Het maken van foto's is in de laatste jaren tot
een kunstzinnige sport geworden, mede dank zij
den vooruitgang van de techniek. Vijftien tot
twintig jaren geleden trok de amateur-fotograaf
met een toestel van ongemakkelijke afmetingen
het veld in, verzwaard door een aantal negatieven
van 18?24 cM., omdat een plaat van kleiner
afmeting niet de gewenschte reproductie gaf.
Verbetering kwam er toen de rol- en platte-filmen
in gebruik kwamen en de toestellen werden
geperfectionneerd. Met de verbetering kwam ook lang
zamerhand de verkleining van het t estel. Thans
worden goede beelden verkregen met handige
camera's in de maten 6?9 cM. en 4^?6 cM. De
hiermede gemaakte foto's kunnen in den regel en,
met weinig kosten en moeite, door den amateur
worden vergroot tot een uitstekende afbeelding.
Hierdoor is de fotografie zeer populair geworden.
Het maken van een goede foto vereischt studie
en brengt eenige moeilijkheden met zich mede.
Gelukkig bezitten wij een uitgebreide
nederlandsche fotolitteratuur, waarvan de lezing voor den
amateur-fotograaf echter geen onverdeeld genot is;
het bezwaar is, dat op dit terrein teveel technische
uitdrukkingen worden gebruikt en de te verrichten
handelingen op omslachtige wijze worden beschre
ven. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen
stelde Adriaan Boer, een op het gebied der
fotografie bekend en kundig man, een prak
tisch boekje samen: De fotografie vereenvoudigd"
(uitgave N.V. Focus, Bloemendaal). Op heldere
en eenvoudige wijze vertelt hij van toestel en plaat,
en gaat de geheele totstandkoming van het beeld
na. De tekst wordt aangevuld en toegelicht door
vele fraaie foto's. Wie dit boekje heeft doorgewerkt.
beheerscht de beginselen der fotografie en is daar
door in staat een goede foto te maken. Van veel
nut zijn de verschillende tabellen.
Over het werken met kleine camera's (met ge
bruik van film of glasplaat in de afmetingen
4J?6 en 6?<J cM.) geven twee nieuwe uitgaven:
Goede opnamen mei kleine filmcamera's', duur
W. H. InzERDA (uitgave Mij. v. G. enü. L.) en de
Kleine Camera", door K. H. IDE.MA (uitgave
N.V. Focus) alle mogelijke inlichtingen. Beide
boekjes, die ook hoofdstukken bevatten over
vergrooten en het maken van lantaarnplaatjes, zijn
verlucht met tal van illustraties. Zij vormen geen
handleiding voor den ecrstbeginnenden ; de lezer
wordt geacht met de beginselen op de hoogte te zijn.
Tot de nieuwe aanwinsten voor de bibliotheek
van den fotograaf behoort ook een door de N.V.
Focus uitgegeven nederlandsche bewerking van
K. REN 'EN PATSCII, De techniek der ontwikkeling".
Deze uitvoerige behandeling van een belangrijk
onderdeel der fotografie is zeer technisch; zij ij
niet geschikt voor den amateur.
D.
VANNELLESVARINA*
GOUDZEGEL
5O ets. perPakje.
M
Een aangename Bezuiniging
een HALF ONS vervangt
vele BOEDE SNAREN
II