Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2474
PIERRE CHAMPION
FRANC.OISE
Franfoise au Calvaire, Franc.oise in leed is de
titel van Champion's verhaal in 't oorspronkelijk;
maar zoo'n eenvoudige vertelling wint er, dunkt
me bij, wanneer ook de titel den uitersten eenvoud
verkondigt.
Het boekje is een deel van de serie der Cahiers
Verts, een verzameling gevormd naar het model
der Cahiers van Péguy, die aan het boek een
nieuwe waardigheid in het Fransche huishouden
had willen verleenen door zeker karakter van
intimiteit en van geregelde opvolging. Dat de
tegenwoordige leider der publicatie erg trouw is
gebleven aan het origineele idee van zijn voor
ganger zal, geloof ik, niemand beweren; maar dat
hij een gelukkige hand heeft gehad toen hij het
hierboven vermelde werk opnam, daar zal hij zelf
in de eerste plaats het mee eens wezen.
Wij hebben een paar jaren voorbij laten gaan,
zegt hij in de voorrede, zonder iets over den oorlog
te brengen, het werd inderdaad tijd er voor en
toen dit deel ons werd aangeboden, was ergeen
oogenblik aarzeling; ik moest telkens aan Charles
Péguy denken bij het lezen van het manuscript.
Hoe Blij zou hij zijn geweest, wanneer hij dit had
gezien !
Degelijker eer kan men, in de oogen van een
Franschman, moeilijk aan mensch en schrijver
toekennen.
En met een Hollandsch hart zal ik er gul voor
uitkomen dat een beter, degelijker en werkzamer
man ter wereld niet is te vinden dan hij dien ik
meer dan drie jaar geleden de eer had aan mijn
lezers voor te stellen als den maire van Nogent sur
Marne, mijn besten vriend Pierre Champion.
Hij behoort tot die groote bourgeoisie van Frank
rijk die de pit uitmaakt van zijn bevolking. Onaf
hankelijk door zijn levensomstandigheden, te huis
even goed te Parijs als in de provincie, met souve
nirs door den grooten oorlog aan de landschappen
van Frankrijk evenzeer als aan de Oostersche
natuur van Marocco, brandt hij van ijver waar een
werk valt te verrichten voor de eer van zijn land.
Oorspronkelijk door zijn opvoeding als geleerde
beperkt tot archiefstudie, heeft hij den engeren
kring doorbroken en de beste school voor de ont
wikkeling van zijn gedachten en hun uitdrukking
gevonden, in den tijd dat hij Anatole France
bijstond in de uitwerking van zijn levensbeschrij
ving van Jeanne d'Arc. Zijn stijl is soepeler, zijn
voorstelling levendiger geworden; ieder volgend.
deel van het groote monument dat hij opbouwt
voor de beschavingsgeschiedenis van Frankrijk
in de 15e eeuw, toont een vooruitgang, totdat hij
heeft bereikt de groote manier, die geen manier
meer is.
Niet dat hij zich opsluit in een tijdvak. Waar
drijft zijn weetgierigheid hem al niet heen? Hij
kent de letterkundige geschiedenis van de 18e
eeuw en haar kunst is hem familiaar. Spreek hem
over de 19e en hij komt met zijn collecties van
onuitgegeven brieven voor den dag en toont u een
paar deelen van Victor Hugo's notitieboekjes
waarin de dichter zijn invallende gedachten en
rijmen opschreef.... Sinds zijn tocht naar
Marocco stelt hij belang in Oostersche kunst....
Ronsard's gedenkdagen leidden hem tot een
studie van den Renaissance dichter; maar Cham
pion heeft niet bijzonder op met den invloed
door het humanisme op den Franschen geest
geoefend. Een vreemd, kunstmatig element is
toen binnengedrongen in den Franschen tuin, en
is er gaan overheerschen; hij houdt te veel van
den oorspronkelijken, natuurlijken groei om daar
voor zijn 15e eeuw te verloochenen, de eeuw dat de
geest zich van zelf begint los te maken van zijn
banden.
Pierre Champion zoekt het natuurlijke. Dat
gaat hij na met een liefde die aan hartstocht grenst.
Toen de oorlog van 1914 over het land kwam
heeft hij als officier gediend en zijn sectie geleid
en aangevoerd, maar altoos heeft hij begrepen dat
hij een unieke gelegenheid bijwoonde om geschie
denis te observeeren, zooals zij zich natuurlijk
van den grond af opbouwde uit het hart van het
volk. Hij heeft zijn journalen bijgehouden, zijn
brieven verzameld, maar ook zooveel mogelijk
documenten van anderen bijeengebracht tot kennis
van de taal en van de gedachten.
Men moet hem zien te midden van zijn dossiers;
de historicus wordt dan in hem wakker en tien
tallen van kleine curieuse feiten komen hem voor
den geest, waarvan hij de bewijzen voor de hand
heeft.
Zijn groote eenvoudigheid, zijn hartelijke zorg
voor anderen stelden hem in gemeenschap met de
mannen aan zijn commando toevertrouwd; het
werd spoedig een broederlijke band. Hier werd
liefde de grondslag voor kennis.
Uit de herinneringen van den oorlogstijd is zijn
verhaal Franfoise ontstaan, dat eigenlijk louter
een episode van historie is. In den praktischen
oorlog heeft de voor studie opgeleide den oorlog
leeren begrijpen, zooals hij op het eind der Middel
eeuwen in Frankrijk werd gevoerd; in zijn boeken
over Jeanne d'Arc noemt hij het een boerenoorlog.
omdat de kern van het leger die den weerstand
voerde bestond uit boeren. Dat boerenleger heeft
hij ook geobserveerd in den grooten oorlog.
En dit is het mooie van zijn vertelling
Franc.jise, die een historie is, dat ook daar het voort
gaande boerenleven, gedurende den krijg den
inslag uitmaakt van de geschiedenis. Het zijn
geen wapenfeiten welke hij heeft mee te deelen,
het is het standhouden aan de Somme waarvan hij
vertelt, met op den achtergrond het boerenleven
in het Bretonsche dorp der spits van Finistère,
waarvan Franchise de ziel en de genius is.
Ja, hij heeft voor zijn deel, als troep, mannen
van Bretagne gekregen met de steile, gladde,
koppige gezichten waarop niets valt te lezen en
de onverstaanbare radde taal waarin zij elkander
voortdurend rusteloos onderhouden.
Het heeft hem lang geschenen alsof hij die
menschen met hun onverschilligheid voor gevaren
en hun blijkbaar fatalisme nooit zou kunnen
benaderen, totdat hij leerde zien hoe zij
onverwrikbaar hun geboortegrond met zich meedroegen
en daarin hun hemel en het beste van hun gedach
ten hadden. Zij waren gewoon aan het harde een
tonige werk van den landbouw en van het lange
vrachtvervoer, geregeld naar den loop der sei
zoenen, ook in de loopgraven kwam het aan op den
geordenden gang van den nachtelijken arbeid
en de bezigheid van den dag. De fantazie had bij de
Bretons haar plaats in kleeding en spel en ver
siering van wat voor hen heilig was, in den krijg
evengoed als in den vredestijd op het land.
Geheel zich vereenzelvigd met het Bretonsche
leven heeft onze gids zich toch eerst, toen hij
bondsbroederschap had gesloten met zijn ordonnans en
door hem was ingewijd in het familieleven.
,,Dat is iemand die wat te beteekenen heeft,
een ordonnans aan het front. Men is blij wanneer
men, zooals ik, een kalmen man die niet drinkt
altoos om zich heeft, die het goed draagt en die er
voor bestemd is wanneer het ongeluk je overvalt
op zijn schouders van het doodenveld je naar de
tent terug te brengen. Hij slaapt onder het bed
op stroo lederen nacht en al snurkt hij een gat
door de muur en is als iedere Breton 's morgens
bijna niet wakker te krijgen. Men vergeeft Denis
zulke kleine hebbelijkheden omdat hij door zijn
kleine gedrongen gestalte en zijn leeftijd precies
bij mij past en om zijn trouw, eerlijke oogen..
Waren wij van elkander voor eenige dagen af
dan schreef hij mij kleine briefjes die altoos op de
gewone formule uitliepen: ik maak hier een eind,
zonder te eindigen van u te houden" (dat is het
Bretonsch voor het: ik breek af met de pen, maar
niet met het hart).
Denis' gedachten wa-ren altoos bij zijn eenzame
hoeve, te huis, bij zijn vrouw Frangoise en bij hun
drie jonge kinderen. Hij schreef bijna dagelijks
een brief en kreeg ook geregeld berichten van haar.
Champion stuurde haar een fotografie van haar
echtgenoot en stal daardoor haar hart. Voortaan
was hij in het vertrouwen van de correspondentie
over en weer.
Natuurlijk dat Frangoise hem haar beeltenis
en die van de kinderen op een postkaart terug
stuurde, hij kon zich nu een voorstelling maken
van de huismoeder, in haar Zondagskleed en in den
langen zwarten shawl gehuld, met haar strakke
trekken.
Ieder van de manschappen kreeg van die brieven,
er kwamen meestal dezelfde formules in voor,
aan het begin dat alles goed ging en dat men het
zelfde aan het front hoopte, en aan het eind dat
men moest afbreken zonder af te breken.
Daartusschen dan het belangrijkste over de aardappels
en de rogge en het mesten, dikwijls ook groeten
en woorden van de kinderen. >
't Is altoos de tijd die ons te kort komt,"
heet het in de brieven van de vrouw. lederen
dag heb ik na het souper een brief te schrijven en
de kleeren van de kinderen zijn allen stuk zonder
dat ik een oogenblik heb ze te herstellen. Marie
(het dochtertje) vraagt me telkens of de Pruisen
nu nog niet allen dood zijn en ze wil de jongens
van de hoeve sturen om ze met steenen te ver
jagen of af te maken."
De jonge knechtjes in huis verlevendigen het
RINGERS'
KROKAMTE
CHOCOLADE
I5CT5.
gezin door hun grappen; zonder er zich op toe te
leggen vertegenwoordigen zij den ingeschapen
poëtischen zin van het Bretonsche ras. Tegen het
begin van 1916 schrijft een hunner den volgenden
Nieuwjaarswensch aan Denis (een fotographisch
facsimile bewijst de echtheid):
Daar is nu het jaar 1915 voorbij, en met lang
zame passen marcheert nog altoos de oorlog;
de oorlog die eiken dag met zijn grooten zwarten
mantel honderden menschen uit het licht in de
duisternis drijft, de oorlog die met zijn grooten
somberen mantel van rouw en ellende zooveel
woningen heeft omvergeworpen. Ik eindig hier
zonder te kunnen eindigen met u van harte lief te
hebben. Goede kans en goede moed !"
Maar kan men zich de reeks van die brieven
niet voorstellen, of zou men misschien niet eerder
verkiezen hen zelf in het oorspronkelijk te lezen
met Champion's welsprekende commentaar. Hoe
langer de oorlog duurt hoe meer de kleine en
groote miseries zich opstapelen voor het kleine
gezin, zonder dat de huismoeder het wil opgeven:
immers blijft haar Denis toch gespaard totdat
in de voorlaatste krijgsmaand een bom hem treft,
niet eens op het slagveld, en hij omkomt als een
onnut slachtoffer.
Maar Pierre Champion heeft de weduwe niet
vergeten....
W. G. C. B ij v A N c K
*
liniDkljjkiliBbiltrioipoil-Haalschippj
DEGRUYTER&Co.
DEB HAAQ
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
IHETBOEK
VANDEWEEK
Het Recht van den Sterkste
DOOR
CYRIEL BUYSSE
Daalders-Editie deel 72
Prijs, gebonden, met geïll.
omslag van B. v. Vlijmen
f 1.5O
Oltiivi vin VAIHOIKEUA i lAIEIDOIF.A'din