De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 15 november pagina 4

15 november 1924 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Nti>2474 De Goudsbloemgracht gedempt! De Ooudsbloemgracht OOKT FRED: J fiOESKE ZANDBLAD - SIGAREN 8 enlO ets AMSTERDAMSCHE BIJZONDER HEDEN XIV DB WlLLEMSTRAAT. De Willemstraat geniet niet meer de reputatie, waarop zij nog tien jaar geleden trotsch was. Tot voor kort kon geen koninklijk bezoek aan Amster damworden gebracht, of een rijtoer door deWiliemstraat en andere volksbuurten maakte er deel van uit. De tocht door de Willemstraat wasén halve eeuw geleden en ook nog daarna een ware zegetocht. Daar was het centrum der ongeveinsde Oranjeliefde van het volk van Amsterdam. Naar oude traditie, die teruggaat tot de dagen der Republiek, was de Jordaan krachtig en hevig Oranjegezind. Bij Oranje zocht het volk steun tegen de regenten, waarvan het den dwang pijnlijk ondervond. Voor Oranje en de vrijheid" was de leuze, waaronder men in 1748 tegen de familieregeering optrok. Aan de regenten was de Jordaan vreemd, maar tusschen de Jordaners en Oranje heerschte een Wederzijdsch vertrouwen, dat in de achttiende eeuw waarlijk niet zonder politieke beteekenis was. Die oude traditie is in ae negen tiende eeuw gebleven; het hoofd van het aloude stamhuis genoot een groote vereering, die bij het jaarlijksche koninklijke bezoek tot treffende, soms zelfs tot hevige uiting kwam. En dan was de Willemstraat het middelpunt van de hulde en van de |f eest vreugde. Oude Amsterdammers herinneren zich nog wel den befaamden Bokkebek, die de leiding van de feesten had en die in zijn dagen als het type van den wat ruwen, maar eerlijken Willemstrater gold. Het schijnt, dat dat oude geslacht is uitge storven. De bevolking, ook van de andere ge deelten der stad, ver plaatst zich tegenwoor dig veel gemakkelijker dan vroeger. Zeer snel ' wisselt de bevolking van een wijk en zelfs van een straat. Menschen, die van ouder tot ouder in dezelfde straat blij: ven wonen en zoo de traditie van de buurt op houden, zijn er nauwe lijks meer. Vandaar dat ook de Willemstraat ! haar karakter van : Oranjewijkenvan feest: wijk door mutatie van bevo Iking geheel heeft veranderd. Dat daarbij ook politieke en maat schappelijke factoren in het spel zijn, is zonder meer duidelijk genoeg. Maar hoe dat zij, de Wil lemstraat van tegenwoordig is niet meer de Willemstraat van oudsher. Zoo heel ver in de geschiedenis van Amsterdam gaat de Willemstraat trouwens niet terug. Den 24 Augustus 1857, een dag, die als de verjaardag van koning Willem. I destijds nog algemeen bekend was, werd de toen juist gedempte Goudsbloem gracht plechtig en feestelijk als Willemstraat herdoopt. Of dat een verbetering Was, blijve in het midden gelaten. Maar wat wel een verbetering was, dat was de demping. Want in weerwil van haar prachtigen naam was de Ooudsbloemgracht alles behalve fraai en aantrekkelijk. Het was eigenlijk nauwelijks een gracht, maar een breede sloot met nog landelijke cevers; kaden had deze gracht niet. Geen wonder waarlijk, dat zij het eerst werd gedempt: hier ging geen stadsschoen verloren, al werd door de demping Amsterdam's eigenaardige schoonheid ook niet verhoogd. Min of meer landelijk was de Goudsbloemgracht altijd geweest. Dat kwam ook uit in den naam, dien de volksmond aan de beide oevers van het smalle grachtje gaf. Men sprak van het Vridooms of Vrijdomspad en van het Fransche pad. Dat waren paden, die reeds bestonden, toen er nog geen Jordaan in Amsterdam was te vinden; ook de sloot, die later de Goudsbloemgracht zou worden, was er reeds, toen in het begin der zeventiende eeuw deze landelijke uithoek door Amsterdam werd geannexeerd. Het Vrijdomspad liep over of naar de grens van den ouden vrijdom, de jurisdictie der stad. Zoo wordt althans de naam veelal ver klaard; men zou daartegen kunnen opmerken, dat eigenlijk alle paden in deze buurt dan wel Vrijdomspad zouden kunnen heeten. Geheel zeker gaan wij bij de verklaring van den naam van het andere pad, het Fransche pad. Maar merkwaardig genoeg heeft men juist hier zeer lang in dwaling verkeerd, omdat men niet terugging tot den oudsten vorm van den naam. Het Fransche pad was bijna tot onzen tijd toe PAST STALEN RAM EN TOE VAN DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT SPECIALITEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN. veel meer bekend dan de Goudsbloemgracht en zelfs dan de Willemstraat: men sprak zelfs van Fransche patters, als men echte Jordaners be doelde. Men bracht den naam in verband met de vestiging van de Walen in deze buurt in de laatste jaren der zestiende eeuw, toen de Waalsche gewesten weer onder Spaansch gezag kwamen en het voor de Protestanten niet geraden was in hun vaderland te blijven. De verklaring ligt voor de hand, maar is toch onjuist.Want de oudste vorm van den naam is niet Fransche pad, maar Ouwe Fransenpadt of OuweFrancepadt. Dat is niet het oude Fransche pad, maar het pad van Ouwe Frans. Wie Ouwe Frans was? Hij heette eigenlijk Frans Dircksz. en was sleper, wagenverhuurder en zelfs nog deftiger, rijtuigverhuurder. Hij behoorde dus niet tot de groote burgerij, die in de regeering zat. Maar hij had toch wel iets met de regeering te doen: hij stalde der stede koets en reed deze ook b.v. naar Den Haag, als de hoeren ter dagvaart togen. En als er wat aan het deftige voertuig te repareeren viel, dan knapte Ouwe Frans dat werkje ook op, zooals uit de stedelijke rekeningen blijkt. Dat was in 1610, juist in den tijd, toen de Jordaan werd aangelegd. Ouwe Frans nu had in de buurt van de tegenwoordige Willemstraat land liggen, dat hij als weide voor zijn paarden zal hebben gebruikt. Dat land werd voor een groot gedeelte door de stad onteigend ten be hoeve van den nieuwen uitleg der stad. Het is te begrijpen, dat men het land, dat leidde naar het land van Ouwe Frans, het Ouwe Fran senpad noemde. En ook is het aannemelijk, dat later het Ouwe Fransen pad het Fransenpad en daarna het Fransche pad werd; immers een Nieuwe Fransenpad was er niet. Maar wei nig zal zeker de oude wagcnaar hebben ge dacht, dat yijn beschei den naam, zij het in verkapten vorm, nog twee eeuwen na zijn dood in den volksmond zou voortleven. H. BRUG M .\ N s De Willemstraat in 1924. De twee huisjes aan den linkerkant (voddenpakhuis)^zijn~de_cenig overgebleven gebouwtjes van de Goudsbloemgracht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl