De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 15 november pagina 8

15 november 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2474 i JC DOOR E. KALSHOVEN-BIERMANS Prijs ing. f 2.40; in stempelt), f 3.15 In 1828 vond men op de markt te Neurenberg een jongen van on geveer 16 jaar, die in ontwikkeling niet verder was. dan een tweejarig kind en van wien later bleek, dat hij zijn gansche leven gevangen gehouden was. Een professor en een criminalist trokken zich het lot van Kaspar Hauser" aan en deze ontwikkelde zich tot een vriendelijk en goed mensch. In 1833 kwam hij om het leven, nadat reeds vroeger een aanslag op zijn leven mislukt was. Wie was deze vondeling? Het geval Kaspar Hauser" heeft jarenlang de gemoederen in beroe ring gebracht, te meer, daar er hardnekkige geruchten liepen ,welke op een vorstelijke afkomst van Hauser schenen te duiden. Velen hoorden deze geschiedenis, weinig kennen haar geheel. Uit de omvangrijke litteratuur over den,,Neurenberger vondeling" is thans een zeer boeiend stuk geschiedenis gereconstrueerd. (W'Alom bij den boekhandel voor"radig. N.V. Uitg.-Müen Boekhandel v/h P. M. WINK, Zalt Bommel DE 25 MODELKAMER/ VAN TEOO/THJBttK ZUN /1EEI/TEEFZKMTIGEN DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 3 per kwartaal of f 10 p. j. bij vooruitbetaling. m *H IRRDQ KOSMOS POPULAIR 6dj nnuv KISTJES VAri25sruitt _ fy/Sj&tfstr * 1.50 c/. , 2.5O n°2 Tentoonstelling Kuostnijverlieiit] ,.ARTI ET INDUSTRIAE"^ 12 t. e. m. 19 Nov. JAVASTRAAT 26 J'sGRAVENHAAGSCHEL ^MEUBELFABRIEK^ 1'sGRAVENHAGE Wij exposaeren een Eiken Eetkamer Ontwerp: ANT. KRES. Clichés Van Leer AMSTERDAM BIJKOMSTIGHEDEN (HORS CONCOURS). Ik begon er aan te wanhopen of the Bride of The Week", zooals het in de Engelsche geïllustreerde bladen heet, haar pen wel n oogenblik zou neer leggen tusschen de laatste blanke- en de eerste bruine bijkomstigheid". Want zóó is ze, Annie Salomons, trouw tot in het geluk, en als de wisselwachter en de nachtwaker op haar post. Maar nu schijnt zij, die honderdvijf tig maal in dezen hoek mocht zeggen wat ze op haar hart had, toch van plan in de naaste weken een en ander voor zich enfin seuls" te willen bewaren, en het spreekt wel vanzelf dat wij de gelegenheid waarnemen voor een bijkomstigheid" onzerzijds, voor een enkel bewijs onzer erkentelijkheid, een gelukwensch, en een woord van spijt over het geval, dat voor ons gevoelen met den naam bijkom stigheid" wel wat te licht wordt aangeslagen. Want al is de mail gewillig en het afstand-nemen voor mensch en kunstenaar, zegt men, nuttig, wij, die achterblijven, zullen de kans Annie Salomons pp het litterair hazenpad, aan een afge legen stationnetje of in een jubel-zaal, te ont moeten, noode missen, en den gedrukten Zaterdagschen brief, die ons een kleine levensbehoefte, voor het minst een lieve gewoonte werd, bedreigt op den grooten Oceaan toch altijd eenig gevaar. Doch daar mogen wij dan nu het voorrecht tegenover stellen, datgene wat ons nu eens op het hart brandt uit te kunnen spreken op den door haar gewijden grond, ten overstaan der tien duizenden" lezers van de Groene, van wier instem ming wij ons bij voorbaat verzekerd weten. Van de vrouwen en de jongelingen in de eerste plaats, doch ook van de mannen, welke bij de vijfentwin tigste bijkomstigheid nog durfden spreken van die juffrouw, die het altijd maar over haar eigen heeft", bij de vijftigste beschaamd zwegen, en bij de honderdste berouwvol bekenden: de Amster dammer altijd daar te beginnen. Ligt in dezen levensgang harer ontoeschietelijkste lezers voor Annie Salomons niet al wat toonend is? Een schoorvoetende, maar oprechte hulde aan de persoonlijkheid", waarop het bij allen gemeenschapszin nog altijd aankomt, een bescheiden erkenning van de kunst, die welt uit de allerindividueelste" ervaring van de individueele ziel? Over haar-eigen" begon op deze plaats elke week een lieve, beschaafde vrouw, die veel had nagedacht en veel had meegevoeld, die open stond, van nature en ambtshalve, voor alle vreugden, alle nooden, en er dan warm voor liep, zóó innig, dat het ons elke week, en honderdvijftig maal achtereen, bedriegelijk echt" voor kwam. Over haar-eigen, dat in de tweede kolom al over óns-eigen werd, en in de derde over ons-allen. En ieder op ons beurt, en op onze wijze, en naar gelang wij in de omstandigheid" verkeerden, voelden wij dan de verademing, dat er blijkbaar nog iemand was, welke in deze week juist dat zóó overkwam, die het als wij had beleefd en doorleden, en het voor ons verwerkte om ons den troost der gemeenzaamheid" te brengen in zijn huiselijksten, maar daarom niet minder verheven vorm. Want Annie Salomons, die met gedichten debuteerde, is' altijd, ook toen zij zich een onafhankelijke vrouw" waande, een Dich teres gebleven, en elke alledaagsche bijkomstigheid droeg van dien adel het onmiskenbaar stem pel. Wie wist als zij het dienstbodenvraagstuk te behandelen in het licht der poëzie, zoodat we niet meer twijfelden wanneer Mkia bij de gebroken soepterrine schreiend terneer zat, of haar tranen waren de onze waard? Gelijk een vrouwelijke Speenhoff bezong zij in deze rubriek den badman, de groentenvrouw, den tramconduc teur, de oplichtster, allen, die tot het noodzake lijk kwaad van den dag moeten worden gerekend, terwijl zij ons toch ook niet voor hun louter plezier voor de voeten loopen. Honderdvijftig maal.... tot ook wij deze figuren en figuranten zagen met dichteroogen, in het onverbrekelijke verband onzer arme, ont roerende mensciielijkheid. Gelooft ge, lezer, dat iemand behalve Couperus, haar dat zoo vele Zaterdagen aan n stuk zou hebben nagedaan, om uit al die doodgewone dingen, platgetreden in het dagelijksch gewoel, uit al die schamele vreugden en niemendallige verdrietelijkheden, uit den chaos, en den poel onzer ongerechtigheid, altijd weer het beste te puren? Een bloem voor het knoopsgat van den cynicus, een vergulde pil voor de zieke, een bijbeltekst voor den vrome, een drupre! lavendel voor wie van haar herinnering leeft, eengeur van benzine, die den dorpsbewoner middenin de groote stad verplaatst, een luchtballon vooreen kinderhart. Greift nur hinein".... neen, niet tot allen kan dit woord gesproken zijn, doch aan Annie Salomons bleek de opdracht welbesteed. Want nooit heeft zij in de vele levens, toevertrouwd, anders gegrepen dan met beschroomde hand en teedere vingers, nooit heeft zij het leven en zichzelve interessant" pogen te maken ten koste van waarheid en goedheid, nooit heeft haar glimlach in deze jaren een naïeve ziel in haar eigenwaarde gekwetst. Uit een ruim en redelijk oordeel over het voorbijgaande en bijkomstige, dat zij niet anders wilde beschouwen dan in zijn weemoedige en lachwekkende vluchtigheid, moet deze fijne takt geboren zijn. Een kieschheid van gevoel, die weet, dat het er op den duur veel minder op aankomt wat we schrijven, dan wat we niet schrijven, minder op wat we openbaren, dan op wat we nog net verzwijgen, minder op wat we een ander kunnen geven, dan op wat weeën ander besparen. Daarom, stel ik mij vcor, moet deze, door haar gecreëerde" rubriek zoo moeilijk vol te droomen zijn, omdat zij, steunend op een onbegrensd idealisme, het pijnlijkst contact zoekt tusschen mensch en mensch: een gesprek onder vier oogen, en nochtans openbaar. En daarom, geloof ik ook, zijn we haar zachtheid misschien nog erkentelijke dan haar litteraire gaven, nu de tijden hard zijn, en de beschaving wankeler met den dag. Annie Salomons zal dan nu binnen enkele dagen tot veler geruststelling stijgen tot mevrouw". Zij zal in het vervolg wellicht wat minder vertellen van de Volksuniversiteit, de Nederlandsche Sp.>orwegen en de Mina's in de keuken, wat meer van de bruinvisschen, de Saïdja's en de Indische conversatie. Doch verder strekkend zal de ver andering, hopen wij, niet zijn. Want het zou een groot verlies voor de Amsterdammer" betet1kenen, en geen mannelijk lezer zou meer weten waar het eerst op aan te vallen, in geval zij het van daarginds eens niet meer zou hebben over haar eigen". Over de persoonlijkheid, welke ons om haar eigen, en daarom allén, lief werd, en die ons zal boeien in eiken levensstaat. TOP N A c i i: J. S. MEUWSEN, Hotl. A'DAB-R'DAH-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl