De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 november pagina 11

22 november 1924 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 2475 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 MANNEN OVER VROUWEN (Met teekening voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen) II. GRETA LOBO?BRAAKENSIEK In de negentiende eeuw was het gebruikelijk om aan den vooruitgang te gelooven; in de twin tigste eeuw wordt dit geloof als een bijgeloof beschouwd. Deze uitspraak, welke ik onlangs las in een Engelsch tijdschrift, is een klare formulee ring van een vooral sinds den wereldoorlog zich openbarenden omkeer in het algemeen intellec tueel inzicht. Het lichtvaardige optimisme, dat de menschheid wil zien steeds op weg naar een betere toekomst en gestadig bezig om nieuwe veroveringen te maken op de verre volmaaktheid, verdwijnt meer en meer, en in de plaats daarvan treedt het besef dat bij alle schommeling en schakeering, bij de voortdurende verandering in de uiterlijke gedaante der samenleving de oorspronkelijke essentieele verhoudingen en begrippen, die het leven beheerschen, dezelfde blijven en dat de mensen geen diepere waarheid kan vinden dan de kennis van de krachten, waaraan hij van alle tijden was onderworpen. Wellicht zal de lezer vragen, wat dergelijke overwegingen hebben te maken met de actrice, wier naam en portret boven dit artikel staan. Ik beschouw het echter reeds als een hulde aan haar talent, dat de uitnoodiging der redactie van dit weekblad om iets over de kunst van mevrouw Lobo?Braakensiek te schrijven mij van zelf heeft gevoerd tot bespiegelingen van wijdere strekking dan de karakteristiek eener persoonlijkheid; het verband zal duidelijk worden. Men heeft dezen tijd en niet ten onrechte gekenschetst als .chaotisch, welke ordeloosheid zich dan in de kunst openbaart als een wemeling van richtingen en tendenties, als een haastig zoeken naar nieuwe waarden en vormen, doch het verruimend inzicht, waarover ik hierboven sprak, kan ons leeren, dat aan die pogingen veelal ten grondslag ligt een drang om oude wetten terug te vinden, om in een nieuwe uitdrukkingswijze de essentieele 'levensverhoudingen te verbeelden. Een vernieuwer als Jacques Copeau heeft zelf verklaard, dat hij slechts streeft naar zuivering, en het tooneel wil bevrijden van verkeerde valsche elementen om de goede tradities te herstellen. Een overzicht der tooneelkunst van de laatste jaren in verschillende landen geeft een chaotisch beeld, en de bonte verscheidenheid kan men opvatten als een teeken van intenser leven, van ruimere en diepere belangstelling. Dit laatste geldt evenwel niet of weinig voor ons land, waar alle verdienstelijke pogingen om het tooneel omhoog te heffen door verschillende oorzaken slechts een al te onvolledig of te kortstondig resultaat konden bereiken. Maar al moge de tooneelkunst gedurende een zekere periode een kwijnend bestaan leiden, zij handhaaft zich toch, zij kan niet verdwijnen, en het verschijnsel doet zich daarbij voor, dat meer malen de acteur de tijdelijke reddende macht is, dat hij door zijn persoonlijk reproductief talent de goede traditie, welke de schrijver niet kon vinden, momenteel in eere herstelt, en zelfs uit een dorre stof nog de dramatische ontroering creëert. In dit opzicht heeft Qreta Lobo-Braakensiek de laatste jaren veel voor ons tooneelleven gedaan; sinds de oprichting van het kleine gezelschap Comoedia" was zij, althans voor Amsterdam, de meest op den voorgrond tredende actrice, en de oprichting van Comoedia is een verdienstelijke daad geweest alleen reeds omdat deze actrice daardoor in de gelegenheid is gesteld haar talent rijker te ontplooien. Van Hollandsch gezond gehalte is dit talent worstelend in een krachtig realistisch sentiment; ook daardoor is het ons dierbaar, al brengt dit Hollandsch karakter zekere beperkingen mede. Mevrouw Lobo?Braakensiek is geen actrice voor moderne verfijningen, of voor het klassieke dramatische repertoire, en naast haar staan anderen, die beschikken over zoetere schakeerin gen, over een stillere of meer precieuse plastiek. Maar wat zij in sterke mate bezit is de intuitie van het elementair vrouwelijk gevoel, dat zich dan uit in accenten, die onmiddellijk het hart treffen. Men heeft haar meermalen met mevrouw Mann?Bouwmeester vergeleken, en er is grond voor deze vergelijking, omdat haar talent gelijk bij mevrouw Mann, wordt gedragen en gestuwd door een gezonde expansieve natuur. Haar per soonlijkheid kan aldus in een tooneel-situatie plotseling een spontaan, warm, stroomend leven brengen zoowel tot tragische als tot komische effecten, want deze actrice bezit ook de gelukkige veelzijdigheid, dat haar krachtig instinct niet alleen door het tragische conflict maar ook door de humoristische of komische tegenstelling kan worden bezield en dat zij van menig blijspel of klucht het lachsucces kan verzekeren. Bij de oprichting van Comoedia had zij reeds een lange carrière achter zich. Ik herinner mij van jaren geleden haar zuiver spel in de stukken van mevrouw Simons?Mees (De Veroveraar en Atie's Huwelijk), ik herinner mij een kwieke levendige Polly in een onbeduidend Engelsch blijspel, en wie te Amsterdam heeft al vroeger bij het oude Nederlandsche tooneel niet genoten van haar geestig en zoo menschelijk spel in Shaw's Pygmalion? Met Comoedia begint voor de actrice een reeks belangrijke rollen. De openingsvoorstelling bracht haar op het tooneel als Goldoni's Locandiera; het slimme beweeglijke vrouwtje dat op Hollandschen bodem overgeplant wel iets van haar oor spronkelijke zuidelijke charme verloor, werd toch in haar uitbeelding een levende verschijning. Tot welke directe hevige oniroering haar talent kan reiken, bewees zij overtuigend in het vrij grove Duitsche stuk Vlam, en met de vertolking van de hoofdrol in Paul Qéraldy's Aimer. De figuur van Helene, de vrouw, die een innerlijken strijd voert en worstelt tusschen twee neigingen werd ook later hier gespeeld door mad. Piérat; de Fransche actrice liet ons een andere meer passieve opvatting van de rol zien, welke opvatting wel licht meer overeenstemde met de bedoeling van den auteur, maar het ook altijd volkomen over tuigende schokkende spel van mevr. Lobo werd door haar niet overtroffen. Moge de combinatie van Comoedia en Haghespelers mevrouw Lobo de mogelijkheid openen tot nieuwe creaties; moge de toekomst haar in de gelegenheid stellen ons alles te schenken, wat wij nog van haar verwachten, en dit is zeer veel. H. W. J. M. K E u L s OVER BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN WAT VROUWEN WILLEN WETEN, HOE EEN MEISJE EEN INKTLAP ALS ST. NlCOLAAS-OESCHENK KAN MAKEN. Het Huisgezin van Dr. Forting, door JOH. KIEVIET. Hoe het Lies en Loek verder ging, door Tine BRINKGREVE?WICHERINK Gebr. Kluit man, Alkmaar. De jonge jaren van de Bergmannetjes, door G. VAN NES?UILKENS. Uitg. Maatschappij Elsevier, Amsterdam. Drie frissche boeken, prima in hun soort, Een kinderboek kan men eigenlijk alleen het eerste noemen, en dan nog voor groote kinderen. Een der hoofdfiguren, de vijftienjarige oudste zoon van den dorpsarts, fungeert reeds als zijn vaders handlanger bij een auto-ongeluk in de sneeuw. Het tweede, van Tine Brinkgreve, is een vervolg op haar door H.B.S.-meisjes veelverslonden Lies en Loek. Ook hier speelt nog veel H.B.S.-publiek, en wordt nog heel wat bakvisch-jargon opgedischt. Maar Lies is intusschen toch al negentien jaar geworden en het slot is haar verloving met een vriend van het sport-terrein. Het derde kan men, ofschoon de tite! daartoe aanleiding zou geven, heelemaal niet met het woord kinderboek" afschepen. Zelfs niet met de woorInktlap, doorgestopt met wol door draden van coton perlé, gespannen op een rondte van karton. Op afstanden is aan den buitenrand het karton ingeknipt (A). Heen en teruggaande wordt de WËRKTEEKENING OP DE HELFT VERKLEIND spandraad daar vastgelegd. Op het middelpunt geschiedt dit om een daar opgehecht ringetje. Doorstoppen l op l neer, elke toer verspringend. Cirkelbanden van verschillende kleur.?Kleuren: midden zwart, ~~?licht blauw, x x x groen, . . . roestkleur, : : : licht grijs /// donker paars, 111 lichter paars, D geel, B zwart. Voorden kralenrand vooraf kralen aan rijgen. Na het doorstoppen het karton verwijderen. Den buitenrand omhaken en den inktlap verder afmaken. Toos BAKKER den: lektuur voor de jeugd." Maar wel mag ik het met de anderen samenvatten onder den term Jeugdliteratuur". Om den frisschen geest, dien het ademt. In de Drenthsche dorpspastorie zijn niet minder dan tien kinderen. Als het verhaal begint, zijn de oudsten nog klein en de jongsten nog niet geboren. Maar gaandeweg groeit de heele familie op; en met hen de toon van de vertelling. Eerst bewegen wij ons te midden van echte kindertafereelen. Maar van het hoofdstuk af waarin Amor zijn joyeuse entree" doet, komen wij van lieverlede op een ander gebied; en als op het laatst, de ouders. vertrouwelijk, als gelijken, met hun oudste telgen gaan spreken, dan is het lang geen kinderspel meer. Men zou kunnen zeggen dat het boekje meer over dan vóór het jonge volkje is geschreven. G. C. De boekentafel ligt dit jaar opgestapeld met kinderboeken voor verschillende leeftijden. Er zijn er onder van allerlei soort, voor klein en groot. Enkele zijn oorspronkelijk van inhoud. Zoo ver schenen bij de uitgevers G. B. van Goor Zonen Gouda, een eerste en tweede vijftigtal Sint Nicolaas ? Rijmpjes, door Nicolaas. Dat zijn nu eens boekjes die in heel veel moeilijke gevallen uitkomst zullen brengen. Het papier is aan ne zijde bedrukt, dus, zegt ons de inleiding wenscht men zich door zijn schrift niet te verraden dan knippe men het gewenschte rijmpje uit". Werkelijk zijn de versjes op allerlei toepasselijk, men heeft ze maar voor het kiezen. Doch.... neen, rijm liever zelve, al is het nog zoo onbeholpen, uw geschenk stijgt er door in waarde. Bij denzelfden uitgever verscheen ook Madelienije door E. Menten?Van Essen, voor den leeftijd van 7?10 jaar, doorSijtje Aafjes aardig en vlot geïllustreerd. De plaatjes hebben tegen woordig in de kinderboeken heel wat mede te zeggen.Wij vragen ons af, zijn zij hetjiiet, die den menigmaal zoo slappen, nietszeggenden tekst dra gen? E. M. R. Koop U een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud-Bussem Kerkslraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl