Historisch Archief 1877-1940
Nö. 2475
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
MANNEN OVER VROUWEN
(Met teekening voor de Amsterdammer"
door B. van Vlijmen)
II. GRETA LOBO?BRAAKENSIEK
In de negentiende eeuw was het gebruikelijk
om aan den vooruitgang te gelooven; in de twin
tigste eeuw wordt dit geloof als een bijgeloof
beschouwd. Deze uitspraak, welke ik onlangs las
in een Engelsch tijdschrift, is een klare formulee
ring van een vooral sinds den wereldoorlog zich
openbarenden omkeer in het algemeen intellec
tueel inzicht.
Het lichtvaardige optimisme, dat de menschheid
wil zien steeds op weg naar een betere toekomst
en gestadig bezig om nieuwe veroveringen te
maken op de verre volmaaktheid, verdwijnt meer
en meer, en in de plaats daarvan treedt het besef
dat bij alle schommeling en schakeering, bij de
voortdurende verandering in de uiterlijke gedaante
der samenleving de oorspronkelijke essentieele
verhoudingen en begrippen, die het leven
beheerschen, dezelfde blijven en dat de mensen geen
diepere waarheid kan vinden dan de kennis van
de krachten, waaraan hij van alle tijden was
onderworpen.
Wellicht zal de lezer vragen, wat dergelijke
overwegingen hebben te maken met de actrice,
wier naam en portret boven dit artikel staan.
Ik beschouw het echter reeds als een hulde aan
haar talent, dat de uitnoodiging der redactie
van dit weekblad om iets over de kunst van
mevrouw Lobo?Braakensiek te schrijven mij
van zelf heeft gevoerd tot bespiegelingen van
wijdere strekking dan de karakteristiek eener
persoonlijkheid; het verband zal duidelijk worden.
Men heeft dezen tijd en niet ten onrechte
gekenschetst als .chaotisch, welke ordeloosheid
zich dan in de kunst openbaart als een wemeling
van richtingen en tendenties, als een haastig
zoeken naar nieuwe waarden en vormen, doch het
verruimend inzicht, waarover ik hierboven sprak,
kan ons leeren, dat aan die pogingen veelal ten
grondslag ligt een drang om oude wetten terug
te vinden, om in een nieuwe uitdrukkingswijze de
essentieele 'levensverhoudingen te verbeelden.
Een vernieuwer als Jacques Copeau heeft zelf
verklaard, dat hij slechts streeft naar zuivering,
en het tooneel wil bevrijden van verkeerde valsche
elementen om de goede tradities te herstellen.
Een overzicht der tooneelkunst van de laatste
jaren in verschillende landen geeft een chaotisch
beeld, en de bonte verscheidenheid kan men
opvatten als een teeken van intenser leven, van
ruimere en diepere belangstelling. Dit laatste
geldt evenwel niet of weinig voor ons land, waar
alle verdienstelijke pogingen om het tooneel
omhoog te heffen door verschillende oorzaken
slechts een al te onvolledig of te kortstondig
resultaat konden bereiken.
Maar al moge de tooneelkunst gedurende een
zekere periode een kwijnend bestaan leiden, zij
handhaaft zich toch, zij kan niet verdwijnen, en
het verschijnsel doet zich daarbij voor, dat meer
malen de acteur de tijdelijke reddende macht is,
dat hij door zijn persoonlijk reproductief talent
de goede traditie, welke de schrijver niet kon
vinden, momenteel in eere herstelt, en zelfs uit een
dorre stof nog de dramatische ontroering creëert.
In dit opzicht heeft Qreta Lobo-Braakensiek
de laatste jaren veel voor ons tooneelleven gedaan;
sinds de oprichting van het kleine gezelschap
Comoedia" was zij, althans voor Amsterdam,
de meest op den voorgrond tredende actrice, en
de oprichting van Comoedia is een verdienstelijke
daad geweest alleen reeds omdat deze actrice
daardoor in de gelegenheid is gesteld haar talent
rijker te ontplooien.
Van Hollandsch gezond gehalte is dit talent
worstelend in een krachtig realistisch sentiment;
ook daardoor is het ons dierbaar, al brengt dit
Hollandsch karakter zekere beperkingen mede.
Mevrouw Lobo?Braakensiek is geen actrice
voor moderne verfijningen, of voor het klassieke
dramatische repertoire, en naast haar staan
anderen, die beschikken over zoetere schakeerin
gen, over een stillere of meer precieuse plastiek.
Maar wat zij in sterke mate bezit is de intuitie
van het elementair vrouwelijk gevoel, dat zich
dan uit in accenten, die onmiddellijk het hart
treffen. Men heeft haar meermalen met mevrouw
Mann?Bouwmeester vergeleken, en er is grond
voor deze vergelijking, omdat haar talent gelijk
bij mevrouw Mann, wordt gedragen en gestuwd
door een gezonde expansieve natuur. Haar per
soonlijkheid kan aldus in een tooneel-situatie
plotseling een spontaan, warm, stroomend leven
brengen zoowel tot tragische als tot komische
effecten, want deze actrice bezit ook de gelukkige
veelzijdigheid, dat haar krachtig instinct niet
alleen door het tragische conflict maar ook
door de humoristische of komische tegenstelling
kan worden bezield en dat zij van menig blijspel
of klucht het lachsucces kan verzekeren.
Bij de oprichting van Comoedia had zij reeds
een lange carrière achter zich. Ik herinner mij
van jaren geleden haar zuiver spel in de stukken
van mevrouw Simons?Mees (De Veroveraar en
Atie's Huwelijk), ik herinner mij een kwieke
levendige Polly in een onbeduidend Engelsch
blijspel, en wie te Amsterdam heeft al vroeger
bij het oude Nederlandsche tooneel niet genoten
van haar geestig en zoo menschelijk spel in
Shaw's Pygmalion?
Met Comoedia begint voor de actrice een reeks
belangrijke rollen. De openingsvoorstelling bracht
haar op het tooneel als Goldoni's Locandiera;
het slimme beweeglijke vrouwtje dat op
Hollandschen bodem overgeplant wel iets van haar oor
spronkelijke zuidelijke charme verloor, werd
toch in haar uitbeelding een levende verschijning.
Tot welke directe hevige oniroering haar talent
kan reiken, bewees zij overtuigend in het vrij
grove Duitsche stuk Vlam, en met de vertolking
van de hoofdrol in Paul Qéraldy's Aimer. De figuur
van Helene, de vrouw, die een innerlijken strijd
voert en worstelt tusschen twee neigingen werd
ook later hier gespeeld door mad. Piérat; de
Fransche actrice liet ons een andere meer passieve
opvatting van de rol zien, welke opvatting wel
licht meer overeenstemde met de bedoeling van
den auteur, maar het ook altijd volkomen over
tuigende schokkende spel van mevr. Lobo werd
door haar niet overtroffen.
Moge de combinatie van Comoedia en
Haghespelers mevrouw Lobo de mogelijkheid openen
tot nieuwe creaties; moge de toekomst haar in de
gelegenheid stellen ons alles te schenken, wat wij
nog van haar verwachten, en dit is zeer veel.
H. W. J. M. K E u L s
OVER BOEKEN EN TIJD
SCHRIFTEN
WAT VROUWEN WILLEN WETEN,
HOE EEN MEISJE EEN INKTLAP ALS ST.
NlCOLAAS-OESCHENK KAN MAKEN.
Het Huisgezin van Dr. Forting, door JOH.
KIEVIET.
Hoe het Lies en Loek verder ging, door Tine
BRINKGREVE?WICHERINK Gebr. Kluit
man, Alkmaar.
De jonge jaren van de Bergmannetjes, door G.
VAN NES?UILKENS. Uitg. Maatschappij
Elsevier, Amsterdam.
Drie frissche boeken, prima in hun soort, Een
kinderboek kan men eigenlijk alleen het eerste
noemen, en dan nog voor groote kinderen. Een der
hoofdfiguren, de vijftienjarige oudste zoon van den
dorpsarts, fungeert reeds als zijn vaders handlanger
bij een auto-ongeluk in de sneeuw.
Het tweede, van Tine Brinkgreve, is een vervolg
op haar door H.B.S.-meisjes veelverslonden Lies
en Loek. Ook hier speelt nog veel H.B.S.-publiek,
en wordt nog heel wat bakvisch-jargon opgedischt.
Maar Lies is intusschen toch al negentien jaar
geworden en het slot is haar verloving met een
vriend van het sport-terrein.
Het derde kan men, ofschoon de tite! daartoe
aanleiding zou geven, heelemaal niet met het woord
kinderboek" afschepen. Zelfs niet met de
woorInktlap, doorgestopt met wol door draden van
coton perlé, gespannen op een rondte van karton.
Op afstanden is aan den buitenrand het karton
ingeknipt (A). Heen en teruggaande wordt de
WËRKTEEKENING OP DE HELFT VERKLEIND
spandraad daar vastgelegd. Op het middelpunt
geschiedt dit om een daar opgehecht ringetje.
Doorstoppen l op l neer, elke toer verspringend.
Cirkelbanden van verschillende kleur.?Kleuren:
midden zwart, ~~?licht blauw, x x x groen,
. . . roestkleur, : : : licht grijs /// donker paars,
111 lichter paars, D geel, B zwart. Voorden
kralenrand vooraf kralen aan rijgen. Na het
doorstoppen het karton verwijderen. Den buitenrand
omhaken en den inktlap verder afmaken.
Toos BAKKER
den: lektuur voor de jeugd." Maar wel mag ik het
met de anderen samenvatten onder den term
Jeugdliteratuur". Om den frisschen geest, dien het
ademt. In de Drenthsche dorpspastorie zijn niet
minder dan tien kinderen. Als het verhaal begint,
zijn de oudsten nog klein en de jongsten nog niet
geboren. Maar gaandeweg groeit de heele familie
op; en met hen de toon van de vertelling. Eerst
bewegen wij ons te midden van echte
kindertafereelen. Maar van het hoofdstuk af waarin Amor
zijn joyeuse entree" doet, komen wij van lieverlede
op een ander gebied; en als op het laatst, de ouders.
vertrouwelijk, als gelijken, met hun oudste telgen
gaan spreken, dan is het lang geen kinderspel
meer. Men zou kunnen zeggen dat het boekje meer
over dan vóór het jonge volkje is geschreven.
G. C.
De boekentafel ligt dit jaar opgestapeld met
kinderboeken voor verschillende leeftijden. Er
zijn er onder van allerlei soort, voor klein en groot.
Enkele zijn oorspronkelijk van inhoud. Zoo ver
schenen bij de uitgevers G. B. van Goor Zonen
Gouda, een eerste en tweede vijftigtal Sint Nicolaas ?
Rijmpjes, door Nicolaas. Dat zijn nu eens boekjes
die in heel veel moeilijke gevallen uitkomst zullen
brengen. Het papier is aan ne zijde bedrukt, dus,
zegt ons de inleiding wenscht men zich door zijn
schrift niet te verraden dan knippe men het
gewenschte rijmpje uit". Werkelijk zijn de versjes
op allerlei toepasselijk, men heeft ze maar voor
het kiezen. Doch.... neen, rijm liever zelve, al is
het nog zoo onbeholpen, uw geschenk stijgt er door
in waarde.
Bij denzelfden uitgever verscheen ook
Madelienije door E. Menten?Van Essen, voor den
leeftijd van 7?10 jaar, doorSijtje Aafjes aardig en
vlot geïllustreerd. De plaatjes hebben tegen
woordig in de kinderboeken heel wat mede te
zeggen.Wij vragen ons af, zijn zij hetjiiet, die den
menigmaal zoo slappen, nietszeggenden tekst dra
gen?
E. M. R.
Koop U een gouden ring
zonder merk?
Waarom dan wel boter
zonder Rijksmerk?
Hofstede Oud-Bussem
Kerkslraat 187. Tel. 49344.