De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 november pagina 21

22 november 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2475 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND RUIZE-RI/MEN ,MAN SPRIGHT DEUTSCH' Ons land is behoorlijk van Duitschers voorzien. In huizen, café's en in straten Daar hooren we of overdrijf ik misschien? Meer Hoogduitsch dan Nederduitsch praten. Oermania's manlijk en vrouwelijk oir, In bosjes naar Holland gezonden, Heeft handig in winkel, hotel en kantoor Zijn werk en zijn broodje gevonden. Het helpt je niet veel, of je sip kijkt of zuur Het nestelt zich overal tusschen; Het vreet om zich heen als het vlammende vuur, En de brand is al niet meer te blusschen. Geen land heeft zoo'n slag als het land vanden Rijn Wat het kwijt wil zijn, over te hevelen; Wees maar blij, dat we nog in de meerderheid zijn, Welkom, vreemdeling!" za' we maar prevelen. Daar zit ie. De taal hier te leeren verstaan Is volmaakt overbodig gebleken; Zijn taal te verloochnen hij denkt er niet aan ! Wij zullen wel Duitsch met hem spreken. Er zijn hier hotels, waar de kellner, de knecht, De portier en de slaapkamer-hitten, Alles Duitsch is, en wie daar in 't Hollandsen wat zegt, Dien laten ze doodbedaard zitten. Bel je vriend op je komt bij den duivel te biecht; Die Stütze der Hausfrau zegt rustig: ,,Ich bin eine Deutsche, verstehe Sie nicht," Dan begint het ietjs-ietsj-geklatsj lustig. Zij rebben gelijk. Onze knapdoenerij Gebruiken zij gretig, met gratie: Wij komen den vreemdling zoo graag in 't gevlij, Ter eer van de Hollandsche natie. Ik dank je. Ik koeter die menschen niet na. Ik voel niet zoo veel voor die fratsen. Wij Hollanders zijn polyglotten, nou ja, Maar we moeten er niet zoo mee . Vier, vijf vreemde talen ! Ze lappen 't 'm maar! Daar staat elke vreemdling verrast van". Ja, Holland heeft menige deugd, dat is waar, Maar fierheid daar heeft hij geen last van. C H A R i v A R i u s DE RELIGIEUZE FILM DE TIEN OEBOOEN Tiischinsky. DE WITTE NON Rembrandt Theater. Mijn verhaal wordt eentonig, zooals de ge schiedenis van eiken strijd tegen sociale, culttireelc of politieke misstanden, van Kato's Carthago Filippica tot en met Multatuli's buffel-verhaal. Ik heb uit den treure betoogd dat: a. De bioscoop 'n ontzaglijken invloed heeft op de volksontwikkeling. b. Dat de film-producten voor 90 % allertreurigst zijn en artistiek, zoowel als moreel deze volks ontwikkeling belemmeren. c. Dat de cinema waarachtige kunst kan geven, maar </. Dat van 'n ernstige, leidinggevende critiek in de pers geen sprake is. Men heeft mij van verschillende kanten gewezen op 't hopelooze van mijn ongelijken strijd tegen 'n machtig film-consortium, de daarvan blijkbaar afhankelijke theater-directies en de hier niet nader te verklaren inertie van de dagbladpers. De cynici zeggen: Kerel, maak je niet dik je bereikt niets en vroeg of laat weten de belang hebbenden je toch 't zwijgen op te leggen !" De sentimenteelen betoogen: Wat zit ie die arme cinema-directies dwars, 't Bedrijf floreert toch al niet zoo en bovendien hebben de menschen geen keus ze moeten nemen wat hun geboden wordt!" Ik kan daartegen niets anders aanvoeren dan 'n eenvoudig: credo ! Ik geloof in den ernst en de belangrijkheid van 't bioscoop-vraagstuk. Ik geloof in de toekomst van de film als kunst uiting. Ik geloof in de saneering van den kranken publieken smaak. Ik geloof in de macht van eerlijke, serieuze critiek. Dat is alles en nou kan men mij verwijten partijdig te zijn wanneer ik 'n paar maal 't zelfde theater aanval men kan mij uitlachen omdat ik moederziel alleen inspartel tegen den verderfelijken springvloed uit 't Verre Westen men kan de schouders ophalen omdat ik toch op den duur m'n mond zal moeten houden.... in vredesnaam, we zullen de resultaten afwachten. En nu ga ik maar weer verder met m'n buffelverhaal. ... Aan de hand van 'n heele serie film-vertoonin gen heb ik trachten aan te toonen, dat de Ameri kaan uit den aard van z'n wezen reeds, als kunste naar 'n absurditeit is. Als zedenmeester is-ie 'n paskwil. Wanneer 't bericht waar is, dat de Amerikaansche film-fabricage kan rekenen op 'n vaste afname van, ik meen 80 pCt. in eigen land, dan beteekent dit, dat de consortia van Hollywood alleen rekening hebben te houden met den smaak van 't Amerikaansche publiek. Europa moet 't dan vanzelf slikken. Practisch komt dit hier op neer, dat 't geestelijk voedsel van 't publiek over de heele wereld in hoogste instantie wordt bepaald door .... de bioscoop-bezoekers der Vereenigde Staten ! Nu kan men den Yankee bewonderen om z'n ondernemingsgeest, om z'n durf, om z'n tempo men zal hem den allerlaatste vinden om in zulke delicate zaken als kunst en moraliteit te beslissen. En toch is de ietwat onzinnige situatie aldus geworden, dat 't meest nuchtere, minst kunst zinnige volk ter wereld op cinema-gebied de lakens uitdeelt. De geestigheid van den Franschman, de logische zin van den Brit, de degelijkheid van den Duitscher, de eenvoud van den Hollander.... alles wordt genivelleerd en onder den voet geloopen door de Amerikaansche eenheids-film, die pasklaar is gemaakt voor de laag-bij-de-grondsche uitspanning van den jachtigen zakenman. Daarom behooren wij ons uit alle macht te verzetten tegen deze pénétration pacifique want nog lacht, goddank, ons publiek om al te zotte Amerikaan sche sentimentaliteit nog is er onder de toe schouwers 'n zekeren wrevel te bespeuren tegen 't oogverdraaiende gemoraliseer van den Yankee. Maar de daverende, oorverdoovende reclame, die op geen geld behoeft te zien zal op den duur haar invloed doen gelden en dan is 't met de kunst zinnige en cultureele toekomst van de cinema gedaan. Men is in 't land van den Dollar trotsch op z'n religie en acht zich blijkbaar gerechtigd, die kostbare gevoelens ook aan anderen op te dringen. Dies verschijnt ons de Yankee als prediker, mora list en godsdienstijveraar en 't moet 'em wel bijster goed bevallen, zoo in een adem de Braafheid en z'n portemonnaie te dienen. Wat ons intusschen door middel van de film bereikt, is 'n stijle, oudmodische Zondagsschool-vroomheid, wanneer-ie de Calvinistische beginselen propageert. De film de Tien Geboden", die ons, verdwaalde schapen van de oude wereld weer op 't rechte pad moet brengen, voert regelrecht terug naar de opvattingen van 1815?waarvan onze onvolprezen Zondagswet nog 't laatste overblijfsel is. Na 'n eenigszins vrije bewerking van den Exodus waarover straks vangt onze godsdienstleeraar z'n preek aan in den vorm van 'n verhaaltje, zoo hinderlijk-tendentieus, zoo kinder achtig en onbenullig als alleen 'n Amerikaansche film durft zijn. 't Lust mij ditmaal eens niet in bijzonderheden te treden men ga 't zien en ik ben er van overtuigd, dat iedereen, die over z'n gezond verstand en 'n minimum goeien smaak beschikt, versteld zal staan bij 't geen de Nieuwe Wereld als 't grootste kunstwerk der Eeuwen" of iets van die kracht, durft exporteeren. En nu 't verguldsel waaronder deze taaie, onverteerbare en vrij schadelijke pil wordt opge diend. Men heeft in de kranten schetterende aan bevelingen kunnen lezen waarin 't machtige kunstwerk" van den regisseur Cecil de Mille werd geprezen. Men heeft de macht" van deze soort kunst zoeken te bewijzen, door in extenso mede te deelen, hoeveel cantine's er in 't kamp van de medespelenden waren ingericht, hoeveel ruiters hun beenen braken bij de repetities en (vooral !) hoeveel dollars 't zaakje heeft gekost. I; 't niet om er mismoedig onder te worden, dat pers-voor lichters, menschen, die toch zoo zoetjes aan als trouwe lezers van de Groene" beter hoorden te weten -- nog steeds aan deze charlatannerie n.v F.VAM DER HEIDE 'sGravelandscheweg HILVERSUM Aparte ST. NICQLAAS en KERSTGESCHENKEN ARTISTIEK GLAS-en AARDEWERK KUSSENS KLEEDJES -: OUD-ENGELSCH KOPERWERK enz. meedoen en kunst trachten aan te toonen met cijfers en getallen ! Want nog eens en nog eens en nog eens: Kunst, mijneheeren, cinematografisch ofte niet, heeft met uw dollars, uw duizend mede spelers en uw echte" kerken niets van doen. Ik heb indertijd bij mijn bespreking van De Nibelungen", op welk inderdaad machtig" meesterwerk 't zelfde kunstje werd toegepast aangetoond, dat de werkelijke verdiensten op geheel ander terrein lagen. Maar ja, 'n dergelijke apprecia tie vereischt toewijding, ernst en 'n zeker artistiek onderscheidingsvermogen terwijl men, volgens de cantine- en gebroken-beenenmethode met 't indrukwekkende woord gigantisch" al 'n heel eind opschiet. Zeker, m'n brave enthousiasten, die zuilen zijn geweldig; zeker, die slavernij van de Joden in Egypte, is griezelig realistisch; zeker, die woestijn is verbluffend echt; zeker, die doortocht door de Roode Zee is (o Glorie der Gloriën !) 'n handige en onbegrijpelijke film-truc.... en toch is er nergens de ontroering van de werkelijke schoonheid, toch is dit geen kunst. De Nibelungen" zoowel als de Tien Geboden" zijn beiden de vruchten van maandenlangen geweldigen arbeid van 'n kolossale voorbereiding van 'n ongelooflijke energie en finantié'ele offervaardigheid en zie, toch werd 't eerste 'n kunstwerk van groote beteekenis en 't laatste (afgescheiden nog van de verschrikkelijk gekleurde ansichten, die 't bevat) 'n rumoerig en schutterig werk, dat nergens de grenzen der nauwgezette reproductie van de oud heid overschrijdt. Grappig, wat? Over de Witte non" kan ik kort zijn. 't Is min der pretentieus en minder slecht, 't Zou vervelend worden opnieuw te betoogen, dat de kwaliteiten van de film niet culmineeren in de Vesuvius-uitbarsting en de groote overstrooming, maar veeleer in enkele ontroerende en waarlijk wijdingsvolle momenten van Lilian Gish. Zij wijkt sterk af van 't gebruikelijke ,,star"-type en toont zich 'n voor treffelijke ingénue die veel van Asta Nielsen heeft geleerd. De overige acteurs spelen hun rol met Amerikaansche nauwgezetheid. Zij beelden wiskunstig precies al de emoties uit, die 't scenario van hen verlangt (waarvoor alle respect!) maar ook niets meer. Zij geven de fotografische illu stratie van het geschreven verhaal: correct maar nooit ontroerend. 't Is overigens merkwaardig, zooveel beter als deze katholieke proselietenmakerij te verduwen valt, dan 't dolecrende gëijver in de Tien Ge boden". Is de Katholieke sfeer moderner en minder terugstootend? Ligt 't misschien hieraan, dat men als niet-Katholiek deze argumenten uit zoo'n heel andere gevoels-wereld, met neutrale belangstelling langs zich heen laat glijden? Of komt 't hierdoor, dat de Katholieke propaganda in dezen vorm zuiver als exempel werkt en niet vervalt in be krompen, eigengereide veroordeeling van anders denkenden? Hoe 't zij men accepteert 't heele geval oneindig makkelijker al zou 'n werkelijk godsdienstig mensch zich kunnen voorstellen, dat religieuze onderwerpen zich meer eigenen voor den Kansel dan voor 't witte doek. Intusschen blijft 't voor ons gevoel vernederend en stuitend, dat 't jonge Amerika, met z'n beden kelijke, onscrupuleuze business"-moraal, /.'n achterlijk godsdienst-provincialisme 't Oude Europa eens even komt stichten. Ook al geschiedt 't op waardiger en artistieker wijze dan jtotnut' e Want dat we van 't chapiter nog niet af zijn staat vast: wat de Amerikaan aanpakt, doet-ie ijverig en grondig.... of 't geldt den export van Fords, corncd-beef of bijbelteksten. Men heeft vaak genoeg en terecht geprotesteerd, tegen den clandestienen invoer van het Prussianisme door de Duitsche film men zij evenzeer voorzichtig met Hollywood-godsdienst. Weg met den ploertigen feldwebel maar ook met den knulligen gelegen-heids-donünee ! J u K D A A N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl