De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 november pagina 23

22 november 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

No. 2475 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND 't eerste lachte en even later, gedwee, ok de zuster. Zoo ging 't nog vele dagen. Zij bespiedden elkander's stemming en bemerkten dat van elkaar, 't gaf een onbehagelijk gevoel van spanning die zij elk op haar manier weer trachtte te verbreken, de jongste door argeloos te doen, de oudste door 't vertoon van haar wonderlijke vroolijkheid. Maar voor 't jongste oudje werd 't argeloos-zijn, 'n zware comedie, want uur aan uur begon haar nu angst te vervolgen, angst om 't pak sloopen dat haar -ieder oogenblik kon worden toegezonden. 't Werd een obsessie. Elke schel aan de voordeur deed haar zenuwachtig opschrikken, haar hart van angst beuken, haar handen trillen; in haar benepen, ontroeringloos bestaan was dit onnoozel geheim tot een fataal gebeuren uitgedijd, 't Onder mijnde haar. 's Nachts kon zij niet inslapen door 't al maar kunstgrepen verzinnen om 't noodlottige pak zelf in handen te krijgen, door schoonzuster ongezien. En in de eerste morgenuren lag zij alweer wakker om de eerste te kunnen zijn die in staat was om de vroege ochtendpaketpost te ontvangen Ze werd schuw, ongedurig, overprikkeld; toch sprak zij zich bij buien moed in, trachtte zich flink te voelen: Had zij niet evenveel recht om dingen te koopen waar zij lust in had als de andere? Ze had toch geen rekenschap te geven van haar daden? Ze had sloopen gekocht nu ja Maar wat ging dat een ander aan? Als ze lust had om sloopen te koopen kon niemand haar dat toch beletten? Ze was eigenlijk stapelgek geweest om 't stil te houden ! Ze had gewoon moeten zeggen: Ik heb sloopen gekocht heel mooie ! een koopje hoor. Ze komen met een paar dagen thuis !" Dat had ze moeten zeggen ! Die gedachte liet haar niet meer los; 't maakte haar stil, en vol spijt. Ja, dèt was 't wat ze had moeten zeggen dat zou heel wat waardiger geweest zijn, ook! En, opeens, lichtte de uitkomst! Ze kon 't immers nóg zeggen l Ja, zékón 't nóg zeggen ! Ze stond 'n oogenblik versteld tegenover haar besluit; toen groeide haar moed; vastberaden ging ze naar beneden waar zij in de stille knusheid van de voorkamer, haar schoonzuster wist. En bij 't binnenkomen wou ze 't al meteen wel er uit flappen, zoo moedig voelde ze zich, en zoo uiter mate weldadig leek haar de opluchting naderhand. Zoo iets of je dagenlang kiespijn hebt gehad en op 't punt staat 't ding te laten trekken.... Maar de stilte, de onbewogen, roerlooze, knusse stilte, die als een sfeer van genoegelijke onaantast baarheid rondom schoonzuster hing.... de kamer vulde tot in de uiterste keurige heldere, nette hoeken, die stilte ontwapende haar, verzwakte haar moed tot een heel simpel, pieterig-klein durfje Zwijgend ging ze zitten, greep haar haakwerk, wrong, om tijd te winnen, langzaam de haakpen uit de steken waar-ie dwars in verward stak En toen klonk schuchter haar stem, wat hoog en onzeker van wege de hartkloppingen die al een vol kwartier haar den adem benamen: Heb je wel eens ooit wat van een handelsreiziger gekocht?" 't Was of haar vraag in de stille kamer tastbaar bleef drijven; zoo iets als rookcirkeltjes van een cigaret En ze hield haar hoofd over 't haakgefrutsel gebogen omdat zij liever niet naar schoonzuster wilde kijken terwijl zij 't antwoord verwachtte. 't Bleef stil. Toen kwam 't, langzaam, vaag-spottend, zoetelijk-afwerend: Hoe kom je op dat idee, lieve ! heb je er reden voor om zoo iets te vragen?" N.... n nee.... och,.... zóó maar".... hakkelde 't jongste oudje. En schoonzuster snufte 'n beetje verachtelijk, kuchte, zweeg. En weer had ze dien avond haar opgeschroefde vrooiijkheid, haar onechte lachbuitjes.... De jongste onderging 't als een bijna onhoudbare marteling, een geraffineerde, wreede plagerij O, ze begreep 't nu wel, ze begreep 't maar al te goed: schoonzuster wist iets, hóe dan ook, en, o, was 't niet al te liefdeloos? ze wist iets en daarover maakte ze zich vroolijk.... lachte ze.... en spotte aanhoudend O, ze haatte haar schoonzuster nu ! Van toen af werd de onderlinge verhouding dof-wrokkend vijandig. De jongste, schuw en koel, sprak met schoonzuster niet meer dan hoog noodig was en vermeed haar gezelschap; schoon zuster zelf voerde haar zonderlinge vroolijkheid op tot neuriën en humoristisch bedoelde op merkingen. 's Nachts huilde de jongste zich in slaap. Lag de oudste, met stugge oogen, klaar wakker. En op een ochtend, met de vroege paketpost werd een pak gepresenteerd.... Ze waren allebei tegelijk in 't gangetje, grepen allebei tegelijk naar 't zachte vrij groote pak. Geef mij dat pak" zei fel de jongste, toen schoonzuster de kaart had afgeteekend en de voordeur weer in 't slot viel. Maar de ander keek haar spottend aan en lachte. Jou dat geven? Ik denk er niet aan ! Dacht je soms dat ik bang voor je was? Neen hoor ! Zoover is 't nog niet!" En al gichelend een van haar on echte lachbuitjes ging ze, 't pak stevig tegen zich aan geklemd, de kamer in Een oogenblik bleef de jongste als versuft in 't gangetje achter, toen stoof ook zij naar binnen. Geef hier" riep ze zenuwachtig. Ik ben baas over dat pak en ik zal er mee doen wat ik wil", klonk 't tartend terug. Maar nu, huilerig van overstuurheid gilde 't jongste oudje: Heb je me nu nog niet lang genoeg getreiterd? Ga dan maar voort! Sar maar raak l" Raak sarren? Nee dat mankeert er nog maar aan ! Hoe heb jij je tegenover mij gedragen, van 't oogenblik af dat je er achter kwam, de hemel mag weten hoe ! In je zelf gekeerd, zwijgend als 'n stom verwijt! 'r Was of ik 'n moord had begaan ! Maar ik zette er mij over heen.... zag 't belache lijke van de heele historie in.... hield me groot tegenover jou Want zie je dèt duldde ik niet dat jij me zwijgend bevitte en veroordeelde !.. Was jij maar eens in 't zelfde geval geweest als ik.... Maar jij zat hier veilig.... jij.... jou werd niet 't vuur aan de schenen gelegd !".... Sullig stond daar de jongste, keek al maar naar schoonzuster.... wat bedoelde die toch.... waar had ze 't over !.... En die vuile vraag laatst van je! of ik wel eens wat van een handelsreiziger had gekocht! terwijl je wist, wist dat ik er bij de Meerveldt's zoo ingevlogen was ! O 't was zoo in-geniepig van je !" Maar ik vloog er ook in".... stamelde de jongste, benepen, ik ik kocht sloopen .... ze zitten in dat pak ik kon niet tegen dien man op".... De schoonzuster stond strak verbaasd, haar handen omklemden nog altijd 't pak. Toen scheen zij tot bezinning te komen, nam een mes van de ontbijttafel, sneed kordaat de touwen door. En terwijl de twee oude dames hun oogen niet afwend den van 't pak dat zooveel beroering in hun leven bracht, wikkelde de oudste uit de papieren een pak sloopen los en een pakje D'Oiley's. 't Zijn vier groote en zes kleintjes" zei schoon zuster, ik kón er niet af !.... Truusje was uit en mevrouw Meerveldt was snipverkouden.... Er werd gescheld en toen deed ik open, omdat zij natuurlijk niet in den tocht kon.... Toen was 't die.... vréeselijke man... .'t was 'n heele meneer, ik dacht dat 't visite was hij had 'n gabardine overjas en " , en 'n so-Easy en 'n handkoffer 'n bruine!" vulde 't jongste oudje triomfantelijk aan. Ze begon de vreugde van saam ondervonden leed te genieten. Ja dat was 't," zei even blij-verrast schoon zuster en opeens had-ie zijn koffer open".... En lag de gang vol ! 't Is 'm hoor !" zei de jongste, stralend van genot. Bij de'lunch ligt nu onder de jampot een van de kleine D'Oiley's.... De vier groote krijgt Truusje Meerveldt, als ze trouwt. De sloopen liggen in de linnenkast. Schoonzuster vond ook dat die altijd nog wel eens te pas komen. En dat is een triomf voor de jongste. MINC A VERSTE R?B oscuREirz DE BIJENKORF" WAQENSTRAAT 45?45a DEN HAAG ZALEN voor VERBADERINQEN, EXPOSITIE'S, eto. CENTRUM DER STAD TEL. 14228 GHARIVARIA SJeutfchlanb, eutfcf)lcmb uebet ,,Het gebruik van een auto in de stad is weer Oilfijt geworden." (Hbl.) Er deden zich gevallen voor, waarvan het spoor naar een infectiebron bij een melkleverancierl)eeniueei<." (O. H. C.) Deze mannen hadden gedurende langeren tijd een soortgelijke voeding gehad." (Hbl.) Vriend van der Born hield een begee3tev.en.be rede." (Metaalbew.) ONZE TEEKENAARS Spr. zeide te gelooven, dat de verkiezingen zullen staan in het <? van den strijd tusschen de behoudende en de naar voren strevende democratie." (Hbl.) .,De nieuwe minister zal moeten staan in heter der vier hoofdvragen." (Marchant, Versl.) DE ....E-MODE ,,De kamer moet een frissche zijn." (Strijd tegen de Tub.) ,,De invloed die van hem uitging was een zeer goede." (, Kamp.) Deze tijd is een krankzinnige." (O. H. C.) Rivier Geduldig vloeit langs hooge havenhoofden ten middagtij, de volheid der rivier breed in haar bedding, einder-wijd, waar hier de dijken wijken, die haar vrijheid roofden. Gekolk van golve', een zwarte stoomboot schoof de betonning langs den vaargeul, met gegier van lieren, kolen stortende in een dier zwarte gaten waar de stokers sloofden. En wazig aan den vagen kim der luchten rijst buigende zoo wijd het zilver spant des verren andren oevers ranken rand. Het tij verloopt, de meeiiwenzwermen vluchten in 't matte najaarslicht van zon, die kwijnt, en doezlig over 't bleeke water schijnt. A. J. D. v. O. NATUURLIJK, SELBSTVERSTANDLICII, OF FSELF SPREKEND? Onze allergenadigste heer beschouwt het als fselfsprekend." (N. R. C.) Daarom had Rome, en fselfsprekend de geheele Roomsche menschheid dit zoo gaarne gezien." (B. Dbl.) Fselfsprekend, zooals 't onmogelijk anders kon." (O. H. C.) De zaak is niet zoo eenvoudig en fselfsprekeiui.1' (Hbl.) Omstreeks de twaalfde eeuw werd de doodstraf met den krijgsdienst, tevens het gebruik van vleeschspijzen en nog veel meer verworpen door de Albigenzen." (Nieuwe Eeuw) Dit is de culinaire kant van de kwestie. Voordat de regeering geen speciale middelen heeft gevonden kan er dus niets gedaan worden, verklaarde deze heer o. a." (Hbl.) Wij cursiveeren. Het HM. is dus veiontsciiuldigd. De Asahan heeft de Mataram afgesleept, die oogen schijnlijk beschadigd is." (N. R.C.) Laat de Asahan in 't vervolg w:it beter uit kijken. ONZE ADVF.RTEERENDE 1IUMORISTEN INTRLLIiCTUEELE SAMENWERKING, lleev, 50 'jaar, litterator, bioloog, praktisch kweeker en publi cist, zoekt belangen-gemeenschap of samenwerking met gefortuneerde Dame of Heer, beschaafden stand tot stichting Inrichting voor practisch geslachtelijke voor lichting voor mensch en dier." (H.P.) VAN N FILE S VARIN AS GOUDZEGEL 3O cis. per Pakje. M Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele 60EDE SIGAREN. U

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl