Historisch Archief 1877-1940
24
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PEEK&CLOPPENBURG
DAGBOEK VAN EEN AMSTER
DAMMER
Professor Casimir,
Den Haag.
Hooggeleerde Heer,
BRIEVEN Gij hebt voor de Vereeniging van
AAN Wijsbegeerte een rede gehouden, die
GROOTE mij als uit het hart is gegrepen. Gij
MANNEN, spraakt van het ethische der geld
belegging en dat in een tijdsbestek dat
het hebben van geld en dus ook het beleg er van,
den mensch min of meer als een misdaad wordt
aangerekend. Gij hebt ons, geldbekggers, een
ethische riem onder het zorgvolle hart gestoken.
Want waarlijk en inderdaad men heeft ons te
lang en te krachtig verweten dat het geldbeleggen
een egiostische daad is en met ethiek niets heeft
uit te staan.
Reeds als kind voelde ik het ethische element
der belegging, als ik voor een halve stuiver
zoethout in het snoepwinkeltje kccht. Want afge
scheiden van het genot dat ik mij bezorgde door
mijn speekselklieren aan het werk te zetten, was
ik mij bewust een ethische handeling te verrichten
door met mijn overgelegd kaiptaal de
armeweduwvrouw te steunen, die het snoeptafcltje exploi
teerde.
Op lateren leeftijd heb ik mij meer gespeciali
seerd op maatschappijen, die stevige dividenden
gaven, getrouw aan het wijsgeerig grondbeginsel,
dat hoe hopger het dividend, hoe hooger het
ethisch motief. Neem een maatschappij die lage
of geen dividenden uitkeert. Zij leidt een wankel
bestaan; haar directeuren, indien het ethische
menschen zijn, vol van de verantwoordelijkheid
van hun positie, zullen zorgvolle dagen en on
rustige nachten beleven; het personeel zal als pp
een vulkaan werken en kunnen in die omstandig
heden de ethische gevoelens zich ontplooien? Om
niet te spreken van de arme aandeelhouders, die
al hun eetlust en hun ethiek verliezen, telkens als
weer een jaarverslag verschijnt dat slechts melding
maakt van verliezen. Onder deze omstandigheden
zou de ethische mensch een misdadiger worden.
En hoe treffend juist was uw opmerking dat
er onder de denkers bijna geen armen zijn geweest.
Dat de denkers dus vermoedelijk allen behoorden
tot de beleggers. Doch hier doemt de vraag op:
waren zij denkers omdat zij belegden of belegden
zij omdat zij dachten?
Er is niets dat het verstand zoo zeer scherpt als
het beleggen. Het is als een oorlog. Vandaag een
aanvallende beweging en op de Beurs gekocht.
Morgen een achterwaartsche concentratie en
verkocht en overmorgen een schijnmanoeuvre, om
den vijand in de war te brengen, waarin de niet
denkende beleggers intippelen. Een belegger, die
met oordeel des onderscheids belegt, is van huis uit
een denker. Wie bij het beleggen niet denkt, is
zoo op de Beurs uitgekleed. Wat op zich zelf niet
onethisch is, want wat doet men in de kou?
Neem aan den anderen kant een denker. Hij
denkt. Gij hoort hem denken. Na een overvloedig
maal zit hij in zijn stoel met het avondblad,
Beurspagina, voor zich. En hij denkt. Hij denkt
ethisch. En al denkend ziet hij het maatschappe
lijk bestel voor zich in al zijn raderwerken. En hij
voelt hoe hij, als denker, voor de olie te zorgen
heeft die deze raderen glad zal doen loopen.
En al door denkend, schelt hij zijn
effectenmakelaar op en geeft eenige orders. Van denker
is hij, al denkend, belegger geworden. Zooals de
belegger, al beleggende, denker wordt, vooral als
de boel scheef gaat.
Uw opmerking dat er onder de denkers bijna
geen armen waren, heeft opnieuw de aandacht
gevestigd op een der onomstootelijkste maat
schappelijke grondzuilen. Want het zal u gegaan
zijn als mij: Ik heb nog nooit iemand ontmoet,
die door werken rijk is geworden. Wel werden rijk
zij, die dachten en de anderen het werk lieten doen.
Vandaar dan ook de volksuitdrukking: werken
is voor de dommen".
Beter dan tariefwetten en belastingverlaging
voor de welvaart van ons volk is het 't denken te
bevorderen. Wij hebben lang genoeg gewerkt.
Laat ons denken!
Met denkersgroet
EEN BELEGGER
PEDANTE PIETJE'S
PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN
(13 jaar)
(Ongecorrigeerd) (Niew-neederlans)
GELUKKIGE IS HET LAND ..."
XXVIII.
Ze hebbe dr lang over gedeebaatteer tuis.
Maar zooas gewoon luk zijn ze 't niet eens geworde.
Zellefs is dr niet zoon klijn beetje ruuzie onstaan.
't Ging over de planne om aan de Belastink
amptenaare uunieforreme an te trekke. Me jongse
zussie begon dr oover omdat seedert n paar
daage dr engaasjemen met n klerk van t
regiestratie-beroo op de gedempte Egelantiersgrag
puubliek is. 't Schijn n nette jonge te zijn. Volges
Paa wat agterluk op school en daarom opgeleit
voor de belastinge. Maar volges Moes n heele
nette jonge met eerlukke bedpelinge en daarom
biezonder geschik voor t belastingweeze waarvoor
ze alleen maar heele eerlukke liede met
fessoenlukke bedoelinge tenopzigte van dr meedemense
kenne gebruike. Afijn, daar hèje de poppe an
t danse. Eers me ouste zus waarvan dr engaasjemen
ommers door onze ouwelui verbrooke is seedert
ze saarne (ik bedoel me zus en dr aanstaande)
l nagt in t arrestantelookaal van Blariekem hebbe
motte oover nagte. Oover de gevollge daarvan
schrijf Pietje liever n ander maal as we as heere
onder mekaar benne ! Terzaake dus. Me ouste
zus zeit dan wat snibbig omdatte dr humeur na
die geschiedenis zoo geleeje hét, dat ze nog liever
as ouwe vrijster dr graf in wou gaan as met
ieman in unieforrem in t oopebaar verschijne.
Waarop me jongste broer van de draadloze
opmerrek: En pooliesieaagente en
brandweermanne, en burreggemeesters en wethouwers,
en gemeente-werrekliede en klein-maar-dapper, en
gasfitters en tramkondukteurs dan?" Hij wou
nog n heele tijt doorgaan. Maar me ouste broer
Sjaak (van de Moskou-partij) neem eensklap de
verdeedigin op zig van de uunieforrem.
Werschijnluk omdat al de beampte van de
Soovjetrepuubliek in rooje jasse en gegapte
generaalstresse van de vermoorde Saar loope. En toen
wier t n egt deebat. Met voor en teegestanders.
En niet zoo mak en eendragtug ging t toe. Tot
Pietje as zijnde de jongste en beschijjenste zn
sent in t zakje dee en voorstelde om de Belasting
amptenaare n padvinders uunieforvem te geeve
met n rooje pet zonder rand. Want as padvinder
valle die heere minder op as ze langs de straat
sluipe om de stiekumme oovertreeders te snappe
(want die zijn dr, beweert Paa) en zoon pet kun
met verschillende opschrifte voorzien. Bevoorbetl:
Bclastingplig is burgerzin", of De Staat
ijst uw laatste pennink", of Weg met de
Waarschuwing, direk de Deurwaarder". De be
ampte hoeve dr pet maar in derde slag te verskuive,
en t toepasselukke opschrift staat an de voorkant.
Maar me jongste zussie die denk dat k dr verneu
riede wier kwaad op Pietje. En ze snib naar me:
Sn. tj.onges die nog op school gaan moste ze
petjes opzette met opschrifte over dr vorderinge
en gedrag." Nou hiel Pietje zig dood-kallcm
zooas me gewoonte is bij Famielje-twiste. Maar ik
snapte wel dr toespeelink op Pietje die eerluk
gebieg weer n beroerd Kerst-reppor ziet ankomme
op zn handelschool omdat Pietje zwak staat in
de handelseekoonoomie. Daarom antwoor Pietje
dieplemaatiek: De ineenstorting van het magtige
Duise Rijk is naar mijn opvatting alleen maar
n gevolg van al die gekleurde petjes waarmee de
Duise jeug gedek wier." En toen me jongste
zussie: En waarom dan wel me aanstaande met
zoon gereeformeerde pet op?" Waarop weer Pietje
dig bij de deur: Omdat dr n duidelluk verschil
mot bestaan tusse aanstaande koopliede en
belasting amptenaare; want Merkuuriejus is wel
de god van handel en dieve; maar die is te eerluk
voor belasting-amptenaare." De eenigste die
lachte was Paa want die zit de laatste daagc hard
te zweege om zn inkomste-belasting zonder op
vallende oneerlukhijt in tévuile. En de eenigste
vraag van z'n bieljet die die nog niet ingevul hét
is de vraag betreffende Pietje: Zijn er
minderjaarige huisgenoote die oover ijge inkomste
beschikke?" Nou, zeg ik teege Paa, "en m n
hoonoorariejum dan van de Groene weeges de
pedagcogiese pijnzinge van peddante
P i E T j E?"
Luis Morones, een arbeidersleidcr,
en een ander afgevaardigde werden
bij een schietpartij in de
Mexicaansche Kamer gewond. Er werden
ruim 200 schoten gelost".
(DagbladbericM).
Het schouwspel was weinig verheffend:
daar werd op staatkundig gebied
de rekening schietend vereffend;
en bleek die betoogtrant min treffend"
(én treffer per honderd; meer nitt !),
we roemen, ons heil thans beseffend:
Dat doen ze in Nederland niet !"
In Nederland kraakt men geen noten
zooals men 't in Mexico ziet:
ginds wordt een discussie besloten
door 't lossen van tweehonderd schoten:
dan zijn de partijen weer quitte !
En 't woord komt den lippen ontvloten:
Dat doen ze in Nederland niet !"
Het kostte gelukkig geen doode:
geen lid, dat het leven er liet;
toch vloeide het bloed er, lut roede:
men houdt van een korte methode
in 't land, dat z'n gaarde zoo wiedt !
En het heeft nauw hcrnsling van mode:
Dat doen ze in Nederland nitt !"
In het land van de groote vulkanen;
in 't land, dat de olie ons biedt,
schiet onstuimig het bloed langs zijn banen:
wie zal daar tot opschieten manen,
waar men niets dan crop-ïchieten" ziet?
Ziet Mexico's glorie hier tanen:
Dat doen we in Nederland niet !"
Men hoort den rcvolverhaan klikken,
hetgeen daar dus stemming" bediedt:
ze willen niet dagenlang wikken ;
zich niet in problemen verstrikken;
'n ftisillade is 't eind van het lied !
Maar ze schijnen te hoog daar te mikken;
en dat dce'n ze in Nederland niet !
K u M o RA NOS A i. i s
INHOUD: I. Algemeen vormend en vakonderwijs,
door Prof. Dr. . W. Kernkamp -?2.
Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Bijvanck 3. Internatio
nale puzzle, door Brandaris De teruggave van
de Duitsche spoorwegen, teekening door Joh.
Braakensiek 4. Natuur en volk van de Stille
Zuidzee, door Mr. H. G. Koster 5. De gouver
neurs der Britsche dominions, door Dr. . van
Raalte De toestand in Italië, teekening door
Jordaan 6. Astronomische fragmenten, door
Acrobates 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P.
Thijsse 8. Overwegingen, door Mr. J. Holleman
Wecnincks 9. Herman Gorter, door Prof. dr.
J. Prinsen 11. Voor Vrouwen, red. Elis. M.
Rogge 12. De Tooneelschool, door H. K.
Teune 13. Schilderkunstkroniek, door
Plasschaert en Mr. M. F. Hennus 15. Muziek in de
hoofdstad, door Constant van Wessem 17.
Boekbespreking, door H. Middendorp
Tooneelteekeningen, door B. van Vlijmen Wijnkoop
in actie, teekening door Wybo Meyer 19. Op
den Economischen Uitkijk, door Jhr. Mr. H.
Smissaert Dierstudie, teekening, door H.
Verstijnen 20. Ruize-Rijm, door Charivarius
Bioscopy, door Jordaan 21. Uit den Gemeente
raad, door Barbarossa, met teekeningen door B.
van Vlijmen 22. Uit het kladschrift van Jantje.
Feuilleton, door Minca Verster?Bosch'Reit/.
23. Charivaria, door Charivarius 24. Dagboek
van een Amsterdammer, door Barbarossa
Pietje's paedagogische peinzingen Rijm, door
Kun'gra Nosalis.
Bijvoegsel: De poging tot democratische samen
werking, teekening door Joh. Braakensiek.
Nederl. Munt
Hollands boste W oents 8 f gaar
Typ. Amst. Boek. en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.