De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 november pagina 24

22 november 1924 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

24 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PEEK&CLOPPENBURG DAGBOEK VAN EEN AMSTER DAMMER Professor Casimir, Den Haag. Hooggeleerde Heer, BRIEVEN Gij hebt voor de Vereeniging van AAN Wijsbegeerte een rede gehouden, die GROOTE mij als uit het hart is gegrepen. Gij MANNEN, spraakt van het ethische der geld belegging en dat in een tijdsbestek dat het hebben van geld en dus ook het beleg er van, den mensch min of meer als een misdaad wordt aangerekend. Gij hebt ons, geldbekggers, een ethische riem onder het zorgvolle hart gestoken. Want waarlijk en inderdaad men heeft ons te lang en te krachtig verweten dat het geldbeleggen een egiostische daad is en met ethiek niets heeft uit te staan. Reeds als kind voelde ik het ethische element der belegging, als ik voor een halve stuiver zoethout in het snoepwinkeltje kccht. Want afge scheiden van het genot dat ik mij bezorgde door mijn speekselklieren aan het werk te zetten, was ik mij bewust een ethische handeling te verrichten door met mijn overgelegd kaiptaal de armeweduwvrouw te steunen, die het snoeptafcltje exploi teerde. Op lateren leeftijd heb ik mij meer gespeciali seerd op maatschappijen, die stevige dividenden gaven, getrouw aan het wijsgeerig grondbeginsel, dat hoe hopger het dividend, hoe hooger het ethisch motief. Neem een maatschappij die lage of geen dividenden uitkeert. Zij leidt een wankel bestaan; haar directeuren, indien het ethische menschen zijn, vol van de verantwoordelijkheid van hun positie, zullen zorgvolle dagen en on rustige nachten beleven; het personeel zal als pp een vulkaan werken en kunnen in die omstandig heden de ethische gevoelens zich ontplooien? Om niet te spreken van de arme aandeelhouders, die al hun eetlust en hun ethiek verliezen, telkens als weer een jaarverslag verschijnt dat slechts melding maakt van verliezen. Onder deze omstandigheden zou de ethische mensch een misdadiger worden. En hoe treffend juist was uw opmerking dat er onder de denkers bijna geen armen zijn geweest. Dat de denkers dus vermoedelijk allen behoorden tot de beleggers. Doch hier doemt de vraag op: waren zij denkers omdat zij belegden of belegden zij omdat zij dachten? Er is niets dat het verstand zoo zeer scherpt als het beleggen. Het is als een oorlog. Vandaag een aanvallende beweging en op de Beurs gekocht. Morgen een achterwaartsche concentratie en verkocht en overmorgen een schijnmanoeuvre, om den vijand in de war te brengen, waarin de niet denkende beleggers intippelen. Een belegger, die met oordeel des onderscheids belegt, is van huis uit een denker. Wie bij het beleggen niet denkt, is zoo op de Beurs uitgekleed. Wat op zich zelf niet onethisch is, want wat doet men in de kou? Neem aan den anderen kant een denker. Hij denkt. Gij hoort hem denken. Na een overvloedig maal zit hij in zijn stoel met het avondblad, Beurspagina, voor zich. En hij denkt. Hij denkt ethisch. En al denkend ziet hij het maatschappe lijk bestel voor zich in al zijn raderwerken. En hij voelt hoe hij, als denker, voor de olie te zorgen heeft die deze raderen glad zal doen loopen. En al door denkend, schelt hij zijn effectenmakelaar op en geeft eenige orders. Van denker is hij, al denkend, belegger geworden. Zooals de belegger, al beleggende, denker wordt, vooral als de boel scheef gaat. Uw opmerking dat er onder de denkers bijna geen armen waren, heeft opnieuw de aandacht gevestigd op een der onomstootelijkste maat schappelijke grondzuilen. Want het zal u gegaan zijn als mij: Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die door werken rijk is geworden. Wel werden rijk zij, die dachten en de anderen het werk lieten doen. Vandaar dan ook de volksuitdrukking: werken is voor de dommen". Beter dan tariefwetten en belastingverlaging voor de welvaart van ons volk is het 't denken te bevorderen. Wij hebben lang genoeg gewerkt. Laat ons denken! Met denkersgroet EEN BELEGGER PEDANTE PIETJE'S PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN (13 jaar) (Ongecorrigeerd) (Niew-neederlans) GELUKKIGE IS HET LAND ..." XXVIII. Ze hebbe dr lang over gedeebaatteer tuis. Maar zooas gewoon luk zijn ze 't niet eens geworde. Zellefs is dr niet zoon klijn beetje ruuzie onstaan. 't Ging over de planne om aan de Belastink amptenaare uunieforreme an te trekke. Me jongse zussie begon dr oover omdat seedert n paar daage dr engaasjemen met n klerk van t regiestratie-beroo op de gedempte Egelantiersgrag puubliek is. 't Schijn n nette jonge te zijn. Volges Paa wat agterluk op school en daarom opgeleit voor de belastinge. Maar volges Moes n heele nette jonge met eerlukke bedpelinge en daarom biezonder geschik voor t belastingweeze waarvoor ze alleen maar heele eerlukke liede met fessoenlukke bedoelinge tenopzigte van dr meedemense kenne gebruike. Afijn, daar hèje de poppe an t danse. Eers me ouste zus waarvan dr engaasjemen ommers door onze ouwelui verbrooke is seedert ze saarne (ik bedoel me zus en dr aanstaande) l nagt in t arrestantelookaal van Blariekem hebbe motte oover nagte. Oover de gevollge daarvan schrijf Pietje liever n ander maal as we as heere onder mekaar benne ! Terzaake dus. Me ouste zus zeit dan wat snibbig omdatte dr humeur na die geschiedenis zoo geleeje hét, dat ze nog liever as ouwe vrijster dr graf in wou gaan as met ieman in unieforrem in t oopebaar verschijne. Waarop me jongste broer van de draadloze opmerrek: En pooliesieaagente en brandweermanne, en burreggemeesters en wethouwers, en gemeente-werrekliede en klein-maar-dapper, en gasfitters en tramkondukteurs dan?" Hij wou nog n heele tijt doorgaan. Maar me ouste broer Sjaak (van de Moskou-partij) neem eensklap de verdeedigin op zig van de uunieforrem. Werschijnluk omdat al de beampte van de Soovjetrepuubliek in rooje jasse en gegapte generaalstresse van de vermoorde Saar loope. En toen wier t n egt deebat. Met voor en teegestanders. En niet zoo mak en eendragtug ging t toe. Tot Pietje as zijnde de jongste en beschijjenste zn sent in t zakje dee en voorstelde om de Belasting amptenaare n padvinders uunieforvem te geeve met n rooje pet zonder rand. Want as padvinder valle die heere minder op as ze langs de straat sluipe om de stiekumme oovertreeders te snappe (want die zijn dr, beweert Paa) en zoon pet kun met verschillende opschrifte voorzien. Bevoorbetl: Bclastingplig is burgerzin", of De Staat ijst uw laatste pennink", of Weg met de Waarschuwing, direk de Deurwaarder". De be ampte hoeve dr pet maar in derde slag te verskuive, en t toepasselukke opschrift staat an de voorkant. Maar me jongste zussie die denk dat k dr verneu riede wier kwaad op Pietje. En ze snib naar me: Sn. tj.onges die nog op school gaan moste ze petjes opzette met opschrifte over dr vorderinge en gedrag." Nou hiel Pietje zig dood-kallcm zooas me gewoonte is bij Famielje-twiste. Maar ik snapte wel dr toespeelink op Pietje die eerluk gebieg weer n beroerd Kerst-reppor ziet ankomme op zn handelschool omdat Pietje zwak staat in de handelseekoonoomie. Daarom antwoor Pietje dieplemaatiek: De ineenstorting van het magtige Duise Rijk is naar mijn opvatting alleen maar n gevolg van al die gekleurde petjes waarmee de Duise jeug gedek wier." En toen me jongste zussie: En waarom dan wel me aanstaande met zoon gereeformeerde pet op?" Waarop weer Pietje dig bij de deur: Omdat dr n duidelluk verschil mot bestaan tusse aanstaande koopliede en belasting amptenaare; want Merkuuriejus is wel de god van handel en dieve; maar die is te eerluk voor belasting-amptenaare." De eenigste die lachte was Paa want die zit de laatste daagc hard te zweege om zn inkomste-belasting zonder op vallende oneerlukhijt in tévuile. En de eenigste vraag van z'n bieljet die die nog niet ingevul hét is de vraag betreffende Pietje: Zijn er minderjaarige huisgenoote die oover ijge inkomste beschikke?" Nou, zeg ik teege Paa, "en m n hoonoorariejum dan van de Groene weeges de pedagcogiese pijnzinge van peddante P i E T j E?" Luis Morones, een arbeidersleidcr, en een ander afgevaardigde werden bij een schietpartij in de Mexicaansche Kamer gewond. Er werden ruim 200 schoten gelost". (DagbladbericM). Het schouwspel was weinig verheffend: daar werd op staatkundig gebied de rekening schietend vereffend; en bleek die betoogtrant min treffend" (én treffer per honderd; meer nitt !), we roemen, ons heil thans beseffend: Dat doen ze in Nederland niet !" In Nederland kraakt men geen noten zooals men 't in Mexico ziet: ginds wordt een discussie besloten door 't lossen van tweehonderd schoten: dan zijn de partijen weer quitte ! En 't woord komt den lippen ontvloten: Dat doen ze in Nederland niet !" Het kostte gelukkig geen doode: geen lid, dat het leven er liet; toch vloeide het bloed er, lut roede: men houdt van een korte methode in 't land, dat z'n gaarde zoo wiedt ! En het heeft nauw hcrnsling van mode: Dat doen ze in Nederland nitt !" In het land van de groote vulkanen; in 't land, dat de olie ons biedt, schiet onstuimig het bloed langs zijn banen: wie zal daar tot opschieten manen, waar men niets dan crop-ïchieten" ziet? Ziet Mexico's glorie hier tanen: Dat doen we in Nederland niet !" Men hoort den rcvolverhaan klikken, hetgeen daar dus stemming" bediedt: ze willen niet dagenlang wikken ; zich niet in problemen verstrikken; 'n ftisillade is 't eind van het lied ! Maar ze schijnen te hoog daar te mikken; en dat dce'n ze in Nederland niet ! K u M o RA NOS A i. i s INHOUD: I. Algemeen vormend en vakonderwijs, door Prof. Dr. . W. Kernkamp -?2. Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Bijvanck 3. Internatio nale puzzle, door Brandaris De teruggave van de Duitsche spoorwegen, teekening door Joh. Braakensiek 4. Natuur en volk van de Stille Zuidzee, door Mr. H. G. Koster 5. De gouver neurs der Britsche dominions, door Dr. . van Raalte De toestand in Italië, teekening door Jordaan 6. Astronomische fragmenten, door Acrobates 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse 8. Overwegingen, door Mr. J. Holleman Wecnincks 9. Herman Gorter, door Prof. dr. J. Prinsen 11. Voor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge 12. De Tooneelschool, door H. K. Teune 13. Schilderkunstkroniek, door Plasschaert en Mr. M. F. Hennus 15. Muziek in de hoofdstad, door Constant van Wessem 17. Boekbespreking, door H. Middendorp Tooneelteekeningen, door B. van Vlijmen Wijnkoop in actie, teekening door Wybo Meyer 19. Op den Economischen Uitkijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert Dierstudie, teekening, door H. Verstijnen 20. Ruize-Rijm, door Charivarius Bioscopy, door Jordaan 21. Uit den Gemeente raad, door Barbarossa, met teekeningen door B. van Vlijmen 22. Uit het kladschrift van Jantje. Feuilleton, door Minca Verster?Bosch'Reit/. 23. Charivaria, door Charivarius 24. Dagboek van een Amsterdammer, door Barbarossa Pietje's paedagogische peinzingen Rijm, door Kun'gra Nosalis. Bijvoegsel: De poging tot democratische samen werking, teekening door Joh. Braakensiek. Nederl. Munt Hollands boste W oents 8 f gaar Typ. Amst. Boek. en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl