De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 november pagina 1

29 november 1924 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

W. 8476 Pater daar 29 '. 1924 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. K E RN K A MP Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per jaargang f bij vooruitbetaling. Per 10. No. f 0 25 Redactie en Keizersgracht Administratie : j 333, Amsterdam | Advertent Dispos! 'en f 0.75 tiekosten per regel 20 cent HERMAN HEYERMANS f 3 December 1864?-22 November 1924. Met diep leedwezen geven wij kennis van het overlijden van het lid onzer redactie, den heer Herman Heyermans. Reeds enkele maanden, nadat hij in onzen kring was gekomen, openbaarde zich de wreede ziekte, die hem het bijwonen van onze redactieverg,.deringen en weldra allen arbeid voor ons blad belette. Ook bij ons zal de nagedachtenis van Herman Heyermans in hooge eere blijven. REDACTIE EN UITGEVERS VAN DE AMSTERDAMMER Wel nooit werd er in den engeren kring der Nederlandsche kunstenaars tegen een datum opgezien als tegen den aanstaanden 3en Decem ber, den dag, waarop Heyermans zestig jaar zou worden en waarop wij hem, zoo ziek als hij was, nog veel hadden te zeggen. De bange vraag: of hij het halen zou.... had tegenover den ondragelijk lijdenden mensch, wien nog maar de dood uit komst" brengen kon, en den machtigen kunstenaar, aan wien voor ons gevoelen het leven dien dagvan-vergelding nog verschuldigd was, zulke tegenstrijdige kanten.... Want ja, dit was ons in de laatste donkere maanden van rekening en verantwoording waarin het te-kort woog en het beste niet goed genoeg bleek, waarin het misverstand, dat iemands publieke leven eigenlijk voortdurend is, zich op ging lossen en ieder zich moest voorbereiden op het onherstelbare diep bewust geworden: het oeuvre van Herman Heyermans heeft in ons land, bij de populariteit, die het gemakkelijk toeviel, gemist, wat zijn nalatenschap wellicht ten deel zal vallen : den steun eener rechtmatige nationale fierheid. Het gebrek aan nationaal zelfbewustzijn wreekt zich aan de kleinen niet, het wreekt zich aan de grooten. Betrekkelijk, in vergelijk met anderen, kan men niet zeggen dat de schrijver van Op Hoop van Zegen", die met de oude Tooneelvereeniging gelukkige jaren beleefde en ook buiten onze grenzen de voor een Nederlander zoo moeilijk te verwerven roem vond, bij zijn leven niet erkend geworden is, doch naar verhouding van wat hij aan het Nederlandsche volk schonk minstens tien voldragen tooneelwerken, die een nationaal bezit blijven en waarvan de opvoering voor elk geslacht de waarde van het algemeen- en innigdoorleefd menschelijke zal bewijzen, romans, novellen, en een onuitputtelijken schat aan Falklandjes is het te weinig geweest; te verdeeld, te machteloos, te benepen. De plaats, die Hauptmann in Duitschland in neemt, was in Nederland Heyermans' plaats. Alles van dit land bij de zee ligt in zijn werk besloten en naast al wat er in de Nederlandsche letteren, op het Nederlandsen tooneel, dood geboren werd, zal zijn volk" blijven leven, zooals het levend ontsprong aan zijn warm Hollandsch hart. Wij kennen zijn menschen als onze naasten, wij behoe ven maar hun vóórnamen te noemen: Roos en Sachel en Lotte, Pancras, Hein en Kniertje, en Jasper, en Jo en Jantje.... om, ons thuis te weten. In een bepaalde volksklasse, de klasse der misdeelden en verdrukten, maar toch niet daaraan gebonden; deze eenzaamheid van den ouden dag, deze menschenangst voor de elementen, deze vrees voor den concurrent achter den fraaien gevel, dit onuitsprekelijk kinderleed.... als we zijn armen" de lompen uittrekken, dan blijven het immers in diepste wezen nog armen.... Een prachtig, een vlijtig, een vruchtbaar talent, een goed mensch, een Eereburger van Nederland. En nochtans Wij weten het niet of Heyermans van zijn pen" had kunnen leven, indien hij kans had gezien altijd-maar-door te schrijven, onder den hoe langer hoe zwaarderen druk van den jong verworven roem. Wij weten niet wat hem bewogen heeft zich in de hopelooze zorgen van een tooneeldirectoraat te steken, hij, die toch niet een in zijn milieu onbevredigd tooneelspeler was, noch een regisseur van zulke opmerkelijke gaven, dat alles daarvoor wijken moest; wij weten alleen, dat hij, kiezende tusschen de journalistiek en het tooneelbedrijf, dit, wat zijn tooneelwerk oogenschijnlijk zekere waarborgen beloofde, te kwader uur ge kozen heeft, en dat hij meer dan tien jaren, tot schade van de litteratuur, onder dit juk gebukt heeft, zonder dat het Nederlandsche volk heeft begrepen wat hier onverwijld op zijn weg lag: den grooten schrijver te bevrijden uit de slavernij van een broodwinning, zóó hachelijk en sloopend als een tooneelonderneming in dezen tijd. . HERMAN HEIJERMANS Wij hebben daar allen schuld aan, een schuld, die niet meer af te lossen is, althans moreel niet. De datum, waarop elk voor zijn deel dit had mogen erkennen en uitspreken: Vergeef ons, dat wij, in de branding en vertroebeling der seizoenen, uw werk niet sterker hebben gesteund, wij hadden u als tooneelschrijver in dit ongelukkig theaterland niet hoog genoeg kunnen stellen", is van de lijst der jubilea geschrapt en de brieven voor dien dag bestemd, liggen onbestelbaar. Aan den auteur van Schakels" en Uitkomst".... Wat blijft er van alle gradueele verschillen en bezwaren wanneer we deze titels neerschrijven! Al viel er bij de gespannen verwachting soms wat tegen, al waren er ditjes en datjes van mode en strooming, waaraan wij hechtten, theorieën, waar we invlogen, en een woord-van-niets als naturalisme", waar we zijn werk per abuis bij inlijfden. Wat blijft er, op dezen afstand, van Heyermans' tendenzen", van zijn koppigheden en zijn socialisme?. . . . wat anders dan een felle, weeke liefde voor het leven, en een rusteloos medelijden met de menschen. Er is maar n zonde, gebrek aan hart." Aan elke bladzijde ligt deze belijdenis ten grondslag, en wat praten we dan nog van de kleine zonden tegen den goeden smaak", van Heyermans' senti mentaliteit", die uit de spontane ontroering van zijn zachte /.iel zoo licht voortvloeide, van al die luttele grensoverschrijdingen, welke zich op een zeker oogenblik van actie en reactie heftig deden gelden, maar waar zich op den duur zooveel naast stelde, schatten van gemoec'! Heyernr ns h d altijd wat te zeggen, wai te bcp eit n, wat recht te zetten in wat voort ie heipen, en hij zei het onge outen, in liefde en haat, doch zonder wrok, w..nt w.ok kende hij niet. En hij deed dit in een vor^n, het drama, die de aller moeilijkste is, die van den geest de strafste con centratie vergt en niettemin gevuld moet zijn met louter gevoel, een vorm, dien bijna niemand aan kan.... In de bloeiperiode onzer letteren, een vijf-en twintig jaar geleden, toen er telkens wat nieuws verscheen, dat levend en belangrijk was, en het nieuwe stuk van Heyermans" behoorde tot de Kerstgaven, waarnaar met feestelijker spanning dan hier ooit een theatergebeurtenis ten deel viel, werd uitgezien, toen leek het of dit alles feitelijk nog niets was, of het hoogtij aller kunsten door deze sterke talenten slechts werd ingeluid, en er een stoet van gelijk- of meer begaafden zijn beurt af wachtte, om het nog betere, en het ideaal, te bre, gen. Maar nu ze ons n voor n ontvallen, deze kunstenaars uit het eerste gelid, die, zonder zich om de wisselende idealen al te zeer te bekom meren, de hun opgelegde taak van scheppen en bezielen volbrachten, en gaven wat zij te geven hadden uit de volheid van hun warm kunstenaarshart, nu bemerken wij met schrik hoe velen uit dien hoopvollen stoet daarachter spoorloos zijn weggcschimd, hoc dun de gelederen bleven. En dan denken we met meer dan dankbare erkenning, met een besef van dwaling en ongelijk a'lerwegen' aan den kunstenaar, die een week geleden nog een' der onzen was, uitgeteerd en gesloopt op zijn ziek bed, maar met in zijn armen, frisch en gaaf en lief, als ware het zijn eersteling, het Droomkoninkje" zijner jongste, innigste verbeelding. Al zou al je geschrevene tot verdorrend loof behooren - haha, wat deert het ! Je hebt je tijd zoo kostelijk, zoo heerlijk-willend meegeleefd, zoo cliep-hartstochtelijk, zoo met gebalde vuisten, zoo begaan, zoo in-afwachting, zoo met den tee deren lach der genegenheid,'dat je menschelijk tevreden kunt zijn." Aldus schreef het de kunstenaar Heyermans in l ij»!), en aldus heeft hij het onderschreven met zijn bloed zoolang zijn hart sloeg. Tegenover alle martelaarschap staat dat: deze kostelijkheid, deze heerlijkheid, deze diepe, harts tochtelijk wil: het leven lief te hebben, zij het mot gebalde vuisten, het te onderwerpen aan den eeuwigen kunstenaarsdrootn. In afwachting". En met den teederen lach der genegenheid" Trots alles ! Met dien lach om de lippen is Heyermans ge storven. Die lach, het erfdeel van den kunstenaar, is zijn nalatenschap aan het Nederlandsche volk, een geschenk van onschatbare waarde. Het overige blijft aan ons. De schoone gedachte om in de week van zijn geboortedag, welke in een week van rouw verkeerde, op alle tooneelen in Noord- en Zuid-Nederland zijn werken te spelen, heel het tooneel te bevolken met de wereld van zijn geluk, zijn deernis en zijn strijd, wordt th-ns meer dan een hulde, meer dan een wee moedig eerbewijs: ze zal het symbool zijn van wat er in de hoofden en harten zijner schulde naren omgaat. In den schouwburg, op de plaats, die hem lief was bove al, ni'lei de ti on ell-n stenaars, ?ijn naas'e erven, Het feest di r gedachten s'' bere'den, en ? II n, de hooren, ('ie hij te cch1 wees, c"e ne<<er'gen. die hij besche:md', zulli n zich opmaken om te getuig'n. Een stille, grootsche betoog ng, die heenrèikt over hit versche graf. TOP NAEFF

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl