Historisch Archief 1877-1940
No. 2476
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
GINA LOMBROSA
DE ZIEL VAN DE VROUW
door GINA LOMBROSO
Dit boek is uitstekend materiaal tot
zelfopvoeding. Telkens opent het een fijn door-kijkje
op de ziel. Dit boek is onbruikbaar als levens
leiddraad wat 't zoo graag zou willen zijn
om zijn naïviteiten, zijn voor-ingenomenheid, zijn
vergissingen.
O. L. had het liefste in de medicijnen gestu
deerd. Maar daar in Italiënog geen vrouw zich
aan die studie had gewijd, ging ze in de letteren
studeeren. Jaren later daar intusschen de hou
ding van velen zich gewijzigd had bekwaamde
ze zich ook nog voor arts."
Deze karakteristiek geeft een inzicht in de
schrijfster, waardoor veel uit haar betoog verklaard
kan worden: pioniersbloed stroomt niet door haar
aderen ! Op pioniersvizie zal ze toonen geen kijk
te hebben.
Jonge f meisjes in wier hart 't verlangen
wacht om een kind in de armen te sluiten....
men noemt u bedrogen slachtoffers." Dit boek zal
u verdedigen. Er is een streven om de vrouw te
vermannelijken. 't Gaat niet aan te ontkennen,
dat de vrouw niet gelijk is aan den man."
Ziedaar de grondtoon ! En nu begrijpen we al
wel, dat de melodie verouderd moet zijn, voor
Holland althans, waar gén feministe die
gevaarlijke menschensoort 't in haar hoofd zou
krijgen de schrijfster tegen te spreken. Waar
schijnlijk wandelt in Italiëde vrouwenbeweging
en de vrouwen-niet-beweging, een generatie
achter de onze aan.... maar ook daar lijkt't
beeld n zijdig belicht. Borg voor mijn stelling
moge staan de ziels-ontleding, die G. L. geeft van
vrouw en man.
Van dévrouw en den man. Op dez; klip lijdt
't boek schipbreuk. Hoewel een zeer enkel maal
de schrijfster invoegt: dat man en vrouw eigen
schappen van elkaar kunnen overnemen"
blijft de geheele ontleding gebaseerd op de
oersexe". Noch in man, noch in vrouw, zijn de
eindelooze differentiëerings-mogelijkheden blootgelegd,
de psychische, de sociale aanpassingen inge
vlochten, de evenwichts-toestanden der krachten
en eigenschappen, die elkaar harmonisch dragen,
opgemerkt en in 't geding gebracht.
Dévrouw is altruïstisch. Zij is niet in staat
om onafhankelijk van de haar omringende
menschen te genieten, te scheppen, te verwoesten. Zij
lijdt ontzettend, indien anderen haar niet erkente
lijk zijn. Déman is egoïstisch. Hij is onver
schillig ten opzichte van 't bestaan van andere
wezens, die in zijn nabijheid leven. Hij is in staat
te leven zonder lief te hebben."
Een vrouw, die niemand heeft voor wie ze
kan zorgen: geen gezin, geen broers, geen neven,
geen ongelukkigen, zelfs geen plant. . . . wordt
verbitterd en gaat achteruit."
Lijkt me niet onmogelijk ! 'k Zou dezelfde wijs
heid durven toepassen op een man !
De vrouw is een klimplant, die sterft wanneer
ze geen stam vindt om op te steunen. Ze mist
ruggegraat, daarom heeft ze den man
noodig; een kracht, die haar begeerten
concentreert en leidt. Alleen de man
nelijke vrouw voelt deze behoefte niet.
In tegenstelling met de vrouwen, die
vrouw gebleven zijn."
'Dit is niet de eenige sneer" die de
moderne vrouw, d.i. 't feminisme te
pakken krijgt, en die het verstandig
zal doen rustig in ontvangst te nemen.
Hebben trouwens ook déman en d
vrouw in deze schildering geen reden tot
beklag? En hoe zal zich deze visie op
beiden samentrekken bij 't huwelijk?
Maar eerst nog een axioma: Dévrouw
denkt en handelt buiten rede len ver
stand; de man buiten gevoel.'Bij de
hoofdstukken Opvoedingen Onderwijs"
zullen van uit deze vaststaande zeker
heid zelfs de omtrekken voor een systeem
worden aangegeven.
Nauwelijks echter hebben we deze
n-cellige waarheid binnen onze geest
vermogens verwerkt, of 't tooneel draait:
in de liefde is 't precies andersom. Hier
is dévrouw logisch, redelijk, verstandig;
de man onredelijk, enz. We zouden zoo
zeggen: wat helpt hém verstand, wat
schaadt haar onverstand, wanneer ze
in de liefde die van alle de hoogste
is van rollen gaan verwisselen?
Déman maakt onderscheid tusschen
liefde en achting. Het is voor hem
moeilijker verliefd te worden op een
vrouw, die hij acht en bewondert; hij
eindigt vaak met de vrouw die hij geacht
heeft en geliefd, te verachten, alleen
omdat hij haar liefhad.. Men ziet
dikwijls dat de man, die een vrouw heeft,
welke hij liefheeft, troost zoekt tegen
de onderworpenheid waartoe de achting hem
dwingt, bij een andere vrouw, die hij niet acht,
en die hij dus kan liefhebben zooals hij dat wil!"
Lieve hemel ! Als hier de vertaler niet eenigszins
in de war is geraakt, wat moet 't dan dévrouw
gaan schemeren bij zoo'n kaleidoskoop !
Daarom wordt déman dévrouw zoo spoedig
moe, wanneer ze ziek of arm wordt; wanneer ze
hem noodig heeft. Daarom hebben zijn eeden zoo
weinig waarde. Daarom bemint hij de vrouw die
hij niet heeft, meer dan die hij heeft. Daarom kan
hij zijn genegenheid uitstrekken over zoovele per
sonen (lees: vrouwen) tegelijkertijd. De liefde
neemt slechts gedurende eenige jaren, en daarin
slechts eenige oogenblikken per dag, zijn leven in
beslag."
Is dat het beeld, dat past op den man
echtgenoot vader? Laten we voor Itali
hopen dat 't ook voor daar lichtelijk verbogen"
moge zijn !
Conclusie natuurlijk: déman is ontrouw; d
vrouw moet vergeven. Dévrouw is jaloersch op
haar man, haar zoon, op alle voorwerpen, die hun
bewondering wekken. De ouders moeten voor
hun dochters den echtgenoot kiezen; zij zien scher
per dan die jeugdige bloem. De maatschappij
heeft er belang bij dat de vrouw een zedelijk
leven leidt. Wie anders zou daarvoor kunnen
zorgen dan de echtgenoot, de vader, de broeder?
(Vooral niet de vrouw zelf!) Men kan den man
niet dwingen lief te hebben, maar hij kan zich
gewennen gewoonten aan te nemen die de vrouw
althans de illusie geven bemind te worden, ook al
is dit niet 't geval. De positie van de vrouw is
tragisch.
Me dunkt, aldus belicht, zal wel geen vrouw dat
tegen spreken !
Maar 't moderne denken zondigt vrij wat ellen
diger. Dat zegt: .,oog om oog". De man is verra
derlijk, de vrouw zij 't ook. De man wenscht liefde
zonder huwelijk; ook hierin kan de vrouw zich
vinden. O, gij, feministen, die de vrouw verpl'cht
van de zorgen van 't moederschap afstand te
doen !"
Lijken deze ontboezemingen, voor de ernstige
vrouwen-beweging van Noord- en West-Europa
om bij ons wereldeeel te blijven niet eerder
op het beeld in een lachspiegel, dan op de waar
genomen werkelijkheid?
En toch voelt zich de schrijfster als de moeder
lijke vriendin, die een kind ziet loopen op een
dwaalweg, en 't nu vol zorg terughaalt. Al zijn in
haar oogen wij vrouwen dat kind. . . . haar liefde
voor ons is echt en welt uit pure bron. Daarom
komen uit haar pen ook de vele fijne vondsten
binnen den omtrek van de m.i. foutive buiten
lijnen - - zijn haar definities van intuï'ie, spon
taniteit, activiteit waarlijk verhelderend; toont
zij deugden en gebreken van uitstralende
eigerschappen, die iedere vrouw daarna in zich zelf
herkennen kan. Alleen maar, ze voelt te weinig
't onderling verband, 't natuurlijk tegenwicht, het
aanpassingsvermogen, den socialen drang. Ze ziet
n man n vrouw n gemeenschap:én staat te
afgescheiden van elkaar, te simplistisch vooral.
Ondanks vele voorbeelden uit het leven, te veel
van af de schrijftafel; ondanks 't feit dat ze geen
wetenschappelijk boek" wil schrijven, te een
zijdig wetenschappelijk; ondanks de gebreken die
ze in de vrouw doorziet, waar het haar eigen anti
pathieën betreft.... te vrouwelijk emotioneel !
En ondanks dat alles.... houd ik van dit boek!
Beste bewijs waarschijnlijk: dat ik óók een vrouw
ben ! Laten de vrouwen het lezen. Door aanneming
n tegenspraak zullen ze rijker worden.
W. VAN ITALIËVAN EMBDEN
OVER BOEKEN EN TIJD
SCHRIFTEN
Babv's boel:, geïll. door Rie Cramer. Uitg.
W. de'Haan, Utrecht, is bedoeld voor jonge moe
ders. Fijn en gevoelig is het van opzet, teer ge
dacht zijn de vier illustraties. Ze beelden den klei
nen wereldburger uit, door engelen bewaakt bij
de geboorte, in de wieg, in de box en op 't groene
grasveld als in de zomer-zon tusschen twee engel
tjes de eerste pogingen om te loopen worden ge
waagd. Het reine, mooi verzorgde boek met zijn
roomkleurige, blanco gehouden bladzijden, licht
omlijst, zijn tabellen voor groei, gewicht en wat
daar meer in baby's ontwikkeling voorkomt, is
een gedenkboek dat als geschenk waarde heeft.
Dezelfde uitgever deed ook verschijnen Het
nieuw vertelselboek, verzameld door N. van
Hichtum, teekeningen van Rie Cramer. In dit boek
zijn gebundeld de losse vertelsels, die gaandeweg
in aparte uitgaven reeds het licht zagen. Welk
een schat voor kinderen om dit sprookjesboek te
bezitten met zijn prettig neergeschreven fantas
tische verhalen, met zijn aantal gekleurde platen en
teekeningen, waarvan het bezichtigen voor ouderen
niet het minst bij het voorlezen een wederkeerend
genot zal zijn.
Asschepoester. Geïll. door Arthur Rackham.
Tekst van Willy Pétillon. Uitg. Van Holkema &
Warendorf, Amsterdam. Een fraai boek voor jonge
meisjes. Ze kunnen genieten van de zoo geestige
zwarties van den bekenden Engelschen teekenaar.
Want" met de fijn uitgevoerde hoofdplaat, het
beeld van Asschepoester, zijn het de silhouetten,
hier en daar verlevendigd door enkele matte
kleurtinten, die| aan dit boek relief geven en waarop
het accent is gezet. Willy Pétillon vertelt het
asschepoestersprookje boeiend na.
Rarekiek, door Peerke den Belg. Uitg. Boek en
Periodiek, Den Haag. Een boekje voor de heele
kleintjes met tweeregelige versjes bij
penteekeningen, blijkbaar bedoeld van de kinderen zelf,
waarvan wij dus alleen de goede bedoeling kun
nen waardeeren.
Kliiditige streken en avonturen van Huns en Piet,
1ste bundel. Plaatjes en versjes door G. Th.
Rotman. Uitg. D. Bolle, Rotterdam. Een boekje met
versjes en teekeningen, waarin kleine kinderen
echt schik zullen hebben.
Wondere ver halen van vader Uggelebug. \, II.
Tekst en il!, van Tjeerd Bottema. Uitg. C. A. J. van
Dishoeck, Bussum. Dit beloven goede boeken te
worden, waarin iets meer zit dan in de zoovele
nietszeggende kinderlectuur. die ons tegenwoordig
in handen komt. De serie is paedagogisch en oor
deelkundig opgezet, bijv. door grooter druk van
Deel 11 dat bestemd is voor kinderen van 7?'J jaar.
De boeken hebben haar ontstaan te danken aan het
leven van den ouden vader Uggelebug, die den
kleinen schoolschavuiten, als zij rondom hem zaten
bij het brandend vuur zulke wondere verhalen
wist te doen dat ze den kleinen klompenklepperties
bijbleven, lang nadat de oude man ciood was.
Tjeerd Bottema die mede de fantastische vertelsels
aanhoorde, gaat ze navertellen en met zijn bekende
krachtige, juist typeerende teekenstift geeft hij er
tal van platen bij. De twee verschenen deeltjes
1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrik"
voor den leeftijd van O--13 jaar, en 11. ,,Nob,
Gnob en Gnobberdebob" voor kleine kinderen
doet zien waar het heen gaat. Dat olifantjes-verhaal
in Dl. II. zal pakken, met die plaatjes van gees
E. M. R.
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK van
OUD BUSSEM
kost 30 cent per dag.
:-: Kerkstraat 187. - Tel. 49344. :-: