Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2476
HERMAN HEIJERMANS f
1864?1924.
Tegelijk met de proef van mijn kort woord om
Heyermans op zijn zestigsten verjaardag te hul
digen als epicus, kwam de krant met het bericht
van zijn heengaan. Er is niets tegen, dat ik het
hier maar laat volgen, zooals ik het aanvankelijk
' geschreven heb. Ik verander zelfs den toon van
het heden niet in dien van het verleden; zijn geest
zweeft nog onder ons.
Moest ik nu nog schrijven, ik zou misschien naast
zijn groote gaven als kunstenaar met meer warmte
nog willen doen uitkomen zijn goedheid, zijn liefde,
zijn drang, om, grijpend en beeldend uit het leven,
niet als een preeker boven ons, maar als een vrij
en machtig kunstenaar onder ons te leggen in
de harten van allen zachtheid en mildheid, te
wekken alom die groote, machtige liefde voor
allen. Dit is wel de grondtoon van al wat thans
over hem weerklinkt in de dagbladen: Hij was
een groot kunstenaar; hij was bovendien een goed
en lief mensch, hij had een hart vol liefde voor heel
de menschheid. Zulk een man heeft waarlijk een
rijk en gezegend leven gehad. Zijn nagedachtenis
.moeten wij in stille dankbaarheid eeren.
Kloos schreef een 25 jaar geleden ietwat uit de
hoogte over Heyermans: ,,lk geloof van dien heer,
dat, als hij zich aan zijn diepste Zelf vasthield,
met g"een andere bedoeling dan om een kunstenaar
te wezen, dat is: een harmonisch, zijn waarachtige
Zelf in zijn beste momenten uitsprekend mensch,
dat hij dan in onze povere wereld, zooals die tegen
woordig, in een geroezemoes van overgangen, naar
een onzekere toekomst gaat, een dier schrijvers
van beteekenis zou kunnen worden, zooals er maar
weinigen zijn in ons land". Wat is ervan de hier
gestelde hypothese, wat van de conclusie terecht
gekomen?
Me dunkt over de hypothese moet Heyermans
zelf droevig glimlachen. Zich aan zijn diepste Zelf
vasthouden ! Hoe moet hij, die zoo hoog begaafd
is, er naar gesnakt hebben, zich geheel en volkomen
enkel aan zijn kunst te geven, aan de rustige,
ernstige ontwikkeling van a! zijn krachten en ta
lenten. Edoch, het leven stelt wel andere eischen,
dan zich enkel aan zijn diepste Zelf vast te houden.
Hij heeft moeten zwoegen als journalist, hier en
in Duitschland, als theater-directeur om zich een
behoorlijk bestaan te verwerven. Dat zwoegen
heeft hij moeten doen juist op het terrein van zijn
kunst, in al datgene wat verwant was aan zijn
hoogste begeerte. Is het eigenlijk maar niet beter,
dat de letterkundige zijn kost verdient met
comestibles en tarbot te verkoopen, dan kan hij tenminste
in zijn vrijen tijd zich enkel vasthouden aan dat
eigen Zelf; zijn handwerk schaadt minder aan zijn
kunst.
Heijermans heeft als litterator moeten zwoegen
en dat heeft niet altijd goed gedaan aan zijn werk:
de massa-productie heeft hem wel eens gedwongen
tot het bejagen van een voor hem, met zijn rijke
gave voor het komische, gemakkelijk succes. Dat
hij ondanks dit alles toch de conclusie van Kloos
tot werkelijkheid gemaakt heeft, hij verdient er
thans des te grooter hulde en vereering als kunste
naar door: hij heeft in zijn beste momenten zijn
waarachtige Zelf uitgesproken.
Immers, wanneer we al dat verhalend proza
van zijn dramatisch werk spreek ik thans niet
overzien, van zijn Een Jodenstreek? tot
Droomkoninkje toe, heel zijn reeks van Falklandjes,
dan worden we getroffen door dat meesterschap,
waarmee hij wat hij zag, doorleefde en doorvoelde,
heeft uitgebeeld, door zijn raak teekenend woord,
altijd met den lichten glimp van humor, zijn breede
soliede, natuurlijke compositie, zijn geestige vond
sten voor zijn short stories, een schijnbaar niets,
waaruit hij de dolste komiek schiep of waarvan
hij het diep-tragische wist te doen trillen in ons
gemoed.
De groote kracht, die Heyermans' werk draagt,
is zijn rijke, milde liefde voor het leven en heel de
menschheid, zijn optimisme, waarmee hij het leven
aanvaardde. En uit die liefde werd zijn onver
woestbare humor geboren, humor in alle variaties,
maar meest luid opschatererid en uitbundig, die soms
in dolle groteske komiek overslaat; ik denk daar
b.v. aan Het droompaard. Doch vaak zit in dit
zuiver komische toch nog het diepere, fijnere van
den hoogen humor. De Pang schiet mij hier toe
vallig te binnen, waar heel het eenvoudige burger
gezin zich om een gelote flesch champagne ver
zamelt, zich in vreugdige angst voorbereidt op den
knal van den kurk, die ten slotte ftitloos van de
flesch sukkelt, omdat de kracht uit den misschien
eenmaal kostelijken drank al lang verdwenen is.
Zit zelfs achter het dol komische, waarmede dit
geva' is voorgesteld, niet de tragiek van het leven ?
O in de Falklandjes bezitten wij, naast eenig
Herman Heyermans in 1912, toen hij voor het
eerst als tooneeldirecteur optrad
oppervlakkig maakwerk, zulk een kostelijken
schat van humor en levenstragiek, van scherpe,
rake, geestige teekening in een paar lijnen van
alle vreugde en smart van het leven. Vooral door
zijn Falklandjes als een zeer persoonlijk, apart
verschijnsel in onze litteratuur, zal Heyermans
onder onze beste schrijvers van episch proza blij
ven leven. Er moet uit dezen kostelijken
verhaknschat eens een breed opgevatte bloemlezing"
worden samengesteld.
Zijn groote l.iefde voor het leven en de mensch
heid maakt ook, dat zijn socialisme allerminst
politiek is. Ook daar, waar sommigen klaagden over
hinderlijken tendenz, vooral trouwens in zijn
tooncelwerk, moet men in hem voelen de geweldige
begeerte, den onweerstaanbare!! drang om vreugde
en geluk te geven aan allen. In sterk sprekende
kleuren schildert hij u het leed en de verdrukking,
opdat gij het toch maar zien zondt en diep voelen
en allen menschcn zoudt worden van de nobele
daad om mee te doen opgaan voor heei die schare
van armen en verdrukten het licht en het wanne,
weldadige leven.
Hiyermans heeft een moeilijke, ma.i r een rijkv
en gezegende kunstenaarsloopbaaii achter zich:
daarom willen wij hem danken en huldigen.
S-f^ ('"t-^.lf-S/ff
t^-f. ^^
**-*.~ SÏ-s- SS
Handschrift van Herman Heyermans
Wij laten hier de lijst van Heyermans'
tooneelwerken volgen. De titels spreken voor zichzelf,
en de arbeidskracht van den schrijver moge blijken
uit de simpele opsomming:
Dora Kremer, drama in 4 bedrijven (1893);
G/iefto, burgerlijk treurspel in 3 bedrijven (1899);
Drie Tooneelstukjes: Puntje, Het Antwoord, De
Onbekende, (1899); Het zevende Gebod, burgerlijke
zedencomedie in 4 bedrijven (1900); Op hoop van
zegen, spel van zee in 4 bedr. (1901); Het Pantser,
romantisch soldatenspel, in 3 bedrijven, (1902);
Ora et Labora, spel van het land in 3 bedr. (1903);
De eenacters:. Kamer&chut, Het kind, en Brand
in de jonge Jan, (1903); Tooneelstudies I Buren,
Saltimbank, De Machten, (1904); 11 Schakels,
vroolijk spel van den huiselijken haard in 4 bedr. (1904);
III Bloeimaand, spel van de stad in 3 bedr. (1905);
IV Allerzielen, spel in 3 bedr. (1905); De groote
vlucht, satirieke komedie in 4 bedr., (1908);
Uitkomst, spel van droom en leven in twee
afdeelingen (1909); Vreemde jacht, spel in 3 bedr.,
(1909); Beschuit met muisjes, een
familiegebeurtenis in 3 bedr., (1911); De meid, komedie van haat,
in 2 bedr., (1911); De opgaande zon, een spel
van den middenstand in 4 bedr., (1911); De schoone
slaapster, (1911); Een Mei, dram. schets, (1912);
Nummer tachtig, dram. fantasie, (1912); Gluck
au/, een spel van de mijnen in 4 bedr., (1912);
Ahasverus, dram. episode in n bedrijf (1912);
Robert, Bertram en Co., tooneelspel in 3 bedrijven
(1914); Feest, een gevangenisschcts in een bedrijf
(1917); Eva Bonheur, genoeglijk tooneelspel in 3
bedr., (1919); De wijze Kater, een boosaardig
sprookje in 3 bedr., (1920); Dageraad,
verbeeldingsspel in 4 bedr. (1921); Drie eenacters: Brief in
schemer, De buikspreker, Een Heeren/iuis te koop,
(1922); De vliegende Hollander, spel van de lucht
in 4 bedr. (1924); Van ouds de Morgenster, tooneel
spel in 3 bedr. (1924),
(De jaartallen geven het jaar van verschijnen
in druk aan).
OOKTFRED:JROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets
OUDE SCHILDERIJEN EN
ANTIQUITEITEN
BIJ FRED. MULLER, 2c?28 November
De bevoorrechte positie van den gulden heeft
onze veilinghouders meer dan vroeger de klandisie
van buitenlandschc kunstverzamelaars bezorgd.
Dit is de beteekenis dezer veilingen meer dan eens
K-n goede gekomen. Vreemde collecties/ijn anders
en dikwijls vcel/ijdigcr dan de vaderlandsche. Men
denke aan de renaissance-bronzen en de
vroes.1intcrnatioiiaai karakter minder
minder belangwekkend. Tot
voornamelijk in
vilrine-vonrOk in enkele schilderijen.
u'deeren v. ij te \.einig uitbundige ui
a'; de beide L'roote doeken van
ti de hravotir en vir(uosi(eit ri.'
besteed willen zien. Binnen zekere
niettemin meesterwerken van
In kennis van liet métier, in liet
i'prndiH'eeren van den niterlijken
deed deze Vlaming vnor niemand
onder. Van wat des schilders'is ontbrak hem niets.
Een groen doode vogeltjes werd een klcurfcstiiu.
In 'i algemeen verhief de kwaliteit der geboden
snikken zich niet boven 'r goed middelmatige.
Een royaal geschilderde d'riondecoeter. een van
(ioyen met bewolkte lucht, een mansportret je
van (ion/.ales Coques, een kleinen Ostade, twee
portretten van Maarten van Heemskerk zijn te
noemen. Een jong kunstgeleerde ontdekte dat een
schilderij van Pieter Saenredam, gezicht bij Rome,
op een honderd jaar vroegere teekening van
denzelfden van Heemskerk terug ging. De kwaliteit
van 't heldere maar slappe schilderijtje vermin
derde daardoor niet; wel zijn beteekenis als bewijs
stuk voor een verblijf van Saenredam iu Italië.
Onder de kunstboeken en prenten vondt ge een
oeuvre van Reinier Vinkeles in elf verguld-ledereu
banden. Een te pompeuze vlag dekte de niet
steeds interessante lading; een album met
teekeningen van Prank en de Beijer bood enkele goede
exemplaren in smakelijken en niet altijd benepen
achttiend'eenwschen trant. Weinig voorkomende
gezichten van oticl-adelijke huizen, een mooi
gekleurd profiel van Amsterdam, goede kaarten,
aardige lithogratïn-in-kleur, maakten deze
afdeeling tot een der aantrekkelijkste van de veiling.
H E N N u s
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK