Historisch Archief 1877-1940
2476
DE'AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3
DE NIEUWE KOERS IN ENGELAND
Teckening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
LINCOLN
de meest volmaakte
wagen.
Auto-Centra l e
HAARLEM
'K HEB VAN DIEN SAAIEN TOON GENOEG,
IK STEL DEN DUIVEL WEER IN EERE.
(Ooethe's Faust. Vert. Adema v. Scheltema)
ONZE VLIEGERS
In Engeland bestaat een Orde van Verdienste";
en in Pruisen maar hier moet ik in den verleden
tijd gaan spreken, want de revolutie zal ook
hierin wel verandering hebben gebracht in
Pruisen dan was ex vroeger een ,,Ordre pour Ie
Mérité".
Het verschil tusschen deze en andere ridder
orden in die landen schijnt hierin te bestaan, dat
de beide genoemde verleend worden, of Werden,
aan menschen die ze verdiend hadden; de andere
zullen dan zijn uitgereikt om andere redenen.
Bij ons heeft men het niet noodig gevonden
door den naam van een bepaalde ridderorde te
kennen te geven, dat burgers er alleen mede
worden begiftigd wegens wezenlijke verdiensten.
Vermoedelijk omdat dit bij alle ridderorden het
geval is.
Indien er echter in Nederland een officieel eer
bewijs bestond, waarvan ook de naam, al mocht
dit dan overbodig schijnen, uitdrukte dat het
bestemd was voor hen, die zich bizonder ver
dienstelijk hebben gemaakt, dan zou iedereen
behalve wie, zooals Dr. van Ravesteijn, bezeten
zijn door de gedachte, dat achter alles kapita
lisme" en nationalisme" schuilt het hebben
toegejuicht, als deze vaderlandïche Orde van
Verdienste" op de borst was gespeld van de drie
kranige landgenooten, die den vliegtocht naar
Indiëhebben volbracht.
Van alle drie zonder uitzondering, en zonder
daarbij het onderscheid te maken van een ver
dienstelijkheid van de eerste en de tweede en de
derde soort.
Zooals nu gebeurd is, rut er een werd benoemd
tot officier in de orde van Oranje-Nassau, en de
tweede maar tot ridder, en de derde heelemaal
tot niets benoemd" werd, maar aan hem
opdat er ook onderscheid zij in de termen, waarme
de het eerbewijs wordt toegekend verleend is
de eeremedaille, verbonden .aan de orde van
Oranje-Nassau, in goud."
Het is soms verbijsterend, hoe weinig begrip
de heeren in den Haag" hebben van wat er bij
het volk" wordt gevoeld, en hoe ver zij het hebben
gebracht in de kunst om de gelegenheid voor een
royale daad te verzuimen.
Officieel, volgens de ongeschreven, maar daarom
niet minder bindende voorschriften die voor
iederen maatschappelijke!! stand en rang de soort
van onderschtidingen bepalen, zal het drieerlei
eerbewijs wel in den haak zijn.
Maar als men nu dezen keer eens lak had gehad
aan de paragrafen van het handboek der officieele
etiquette en aan alle drie de vliegers waarvan
elk zijn leven heeft gewaagd, zijn heele leven,
en niet de een 3/s en de ander 3/i en de laatste YS
van zijn leven, en waarvan elk de taak, die hem
was opgedragen, zoo goed mogelijk heeft verricht
dezelfde pluim op den hoed had gezet, zouden
alle behoorlijk voelende Nederlanders in de han
den hebben geklapt.
Zooals zij goekeurend hebben geknikt bij het
lezen van de kleine redevoering, waarmede de
Voorzitter van de Tweede Kamer de vliegers heeft
geëerd.
Mr. Kooien verstaat de kunst om bij zulke
gelegenheden de juiste uitdrukking te geven aan
wat er bij ons volk omgaat. Aan lyrische ontboe
zemingen gaat hij zich niet te buiten ; in de mate
van zijn eerbied of bewondering komt hij nooit
over de schreef, die een Nederlander niet kan
overschrijden zonder zich lichtelijk belachelijk
te maken; zoo heeft hij ook van Van der Hoop en
zijne metgezellen geen Uebermenschen gemaakt.
Maar hij heeft hun precies den lof toegekend,
dien wij allen htm toegebracht wenschten te
zien; hij heeft hun taaien moed, hun uithoudings
vermogen, hun vaderlandsliefde gehuldigd.
En hoe bleef hij, bij de waardeering van de
beteekenis van hun tocht, stipt op de giens van
het teveel en het teweinig, toen hij zei: Nooit
zullen de omstandigheden voor den tocht moei
lijker zijn dan ze thans waren; bij volgende
gelegenheden zal profijt worden getrokken van
de thans opgedane ervaringen; het moeilijkste
werk is verricht en met den besten uitslag be
kroond" !
Om dan te besluiten met de herinnering aan
onze zeevaarders in de zestiende eeuw", die bij
iedereen in deze dagen wordt opgeroepen.
Ook bij ,,de eerste schipvïert naar Indië",
onder leiding van Cornelis de Houtman als
opperkommies voor de handelszaken van Pieter Oirksz.
Keyscr als opperste piloot", ging de tocht uit
van Amsterdam.
Op den lOen Maart 1095 zeilden de vier schepen :
de Mauritius, de Hoilandia, de Amsterdam en
het jacht Duifkeii van de Amsterdamscl'.e ree
naar Tessel; daar moesten zij eenige weken
wachten op gunstigin wind; eerst den 2tn April
konden zij de ankers lichten en zee kiezen.
248 koppen waren er aan boord van de vloot;
niet allemaal brave Heiidrikktn; er waren ook
brooddronken kinderen" bij van
rijke ouders, die op dese verre
reyse gestuurt waren om
getemt te worden of.... uyt
teblijven."
En er bleven er velen uit, ook
van hen, naar wier behouden
terugkomst vurig verlangd werd.
Toen op den 14tn Augustus 1597,
na een afwezigheid dus van twee
jaar en ruim vier maanden,
Houtman's vloot voor het
Tesselsche gat ankerde, keerden
slechts 90 van de 248 terug; ge
durende de reis had men de Am
sterdam in brand moeten steken,
omdat er geen volk genoeg meer
was om vier schepen te bedie
nen. Dat groot verlies van man
schappen was hoofdzakelijk het
gevolg van de scheurbuik, de
door gebrek aan versch voedsel
ontstaande ziekte, die destijds
op lange tochten het scheeps
volk zoozeer teisterde.
Groot gewin werd er met de
eerste schipvaart naar Indië" niet
behaald; de peper en muskaat
noten en foelie, die men mee
bracht, maakten eigenlijk nog
niet de volle lading van n schip uit.
Toch heerschte er groote vreugde bij de thuis
komst.
Want het voornaamste doel was bereikt: voor
het eerst hadden Nederlandsche schepen de reis
naar Indiëvolbracht. En straks werden in de
Hollandïche en Zeeuwsche havensteden de com
pagnieën van verre" opgericht, die den handel op
Indiëbegonnen te drijven, in zoo scherpe concur
rentie, dat zij elkaar, zooals men toen zei, de
schoenen van de voeten en het geld uit den buidel
zeilden" totdat de Vereenigde Oost-Indische
Compagnie het bjdrijf concentreerde.
Ook van den eersten tocht over zee naar Indi
geldt, dat nooit de omstandigheden bezwaarlijker
waren dan toen.
Ook van de op die reis opgedane ervaringen
heeft men bij de volgende profijt getrokken.
Ook door Cornelis de Houtman en Pieter
Dirksz. Keyser was het moeilijkste werk ver
richt.
Daarom luidden de klokken te Amsterdam,
toen de eerste Oostindiëvaarders daar op de
ree kwamen zooals van de week de vlaggen er
werden uitgestoken op het bericht van de landing
der vliegers in Batavia.
K c R x K A M i'
AMSTERDAM
ROTTERDAM
DEN HAAG
GEOPEND IN
MAGAZIJN DEN HAAG
EEN AFDEELING VOOR
DECORATIEF AARDEWERK
EN SIERVOORWERPEN
VAN HOUT EN METAAL