Historisch Archief 1877-1940
No. 2476
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l
l
l
l
l
ROMANTISCHE GESCHIEDENIS"
is een serie ontspanningslectuur voor intellectueelen. Als eersten eisch stellen wij aan de deelen uit deze serie,
dat zij boeiend zijn van den eersten regel tot den laatsten. De inhoud bestaat uit een stuk geschiedenis, een
levensbeschrijving, gedenkschriften, die den lezer verplaatsen in een belangwekkend milieu en hem een kijk
geven op een interressant tijdvak.
E. KALSHOVEN-BIERMANS
KASPAR MAUSER
Pr. ing. f 2.40, in stempelt), f 3.15
In 1828 vond men op de markt te
Neurenberg een jongen van ongeveer
16 jaar, die in ontwikkeling niet ver
der was dan een tweejarig kind en van
wien later bleek, dat hij zijn gansche
leven gevangen gehouden was. F.en
professor en een criminalist trokken
zich het lot van ,,Kaspar Mauser"
aan en deze ontwikkelde zich tot een
vriendelijk en goed mensen. In 1833
kwam hij op een raadselachtige wijze
om het leven.
Waar reeds spoedig vermoed werd,
dat de vondeling van vorstelijken
bloede was, trok zijn verschijning
zeer de aandacht, en nog heden ten
dage duurt de belangstelling onver
minderd voon.
FRANZ FUNCK?BRENTANO
HET
HALSSNOER-PROCES
Vertaald door P. M. W1NK.
Pr. ing. f 3.?, in stempelb. f 3.75
Het Halssnoer-proces is een der
meest geruchtmakende processen der
wereld geweest en het heeft een
diepgaanden invloed uitgeoefend op de
verdere lotgevallen van Frankrijk.
Een kardinaal werd beschuldigd van
oplichterij; een Koningin (Marie
Antoinette) betrokken in het mis
drijf van valschheid in geschrifte.
Het Halssnoer-proces was naar het
woord van Mirabeau het voorspel
van de Revolutie.
MARIA BOTCHKAREVA
YASHKA
Vert. d. N. J. C. SCHERMERHORN
Pr. ing. f 3.?, in stempelb. f 3.75
Een boek van en over Maria
Botchkareva, genaamd Yashka, waardoor
wij een diepen blik slaan in de
Russische volksziel. Wij leven met
haar mee onder de bannelingen in
Siberiëen volgen haar lotgevallen
in het leger, eerst als soldaat, daarna
als commandante van het
VrouwenBataljon van den Dood. Wij wonen
de verwording bij van het leger tot een
troep wilden onder den invloed van
het Kerensky-, later van het
Sowjetbewind. Wij zien het bolsjewisme
in de practijk in al zijn afschuwe
lijkheid.
DEZE BOEIENDE GESCHIEDKUNOIBE WERKEN ZIJN ALOM BIJ DEN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR.
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ EN BOEKHANDEL v/h P. M. WINK - ZALT-BOMMEL
a^H UaWbl
? NV.
MEL l
TEOO/lïBBttK
VfPABEKT
FOTO/EN
EEüROOTINd VOOR
WOON INRICHTINGEN
INSTITUUT OVERTOOM
Amsterdam Rotterdam
Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40
Typen -Steno- Talen ? Boekhouden
BOUWT IN HET
OOSTERPARR
TE
BILTHOVEN
IILICITIIGEN IERSTREKT DE DIRECTIE
TEL. INT. :?No. 653»
NIEUWE BOEKEN
Gottlob, dass ich singen und preisen kann.
De eerste brave man" die geprezen moet
worden is Hopman Koning van de Vereeniging
de Nederlandsche Padvinders" te Arnhem. Hij
hee.t ons verblijd met het tweede deel van het
Padvindersboek, dat nu afzonderlijk is verschenen
onder den titel: Buitenleven, een leiddraad voor
Holiandsche jongens, die van de Natuur houden,
niet bang zijn voor regen en wind en niet graag
binnen zitten." (Uitgave Centraal Magazijn
N.P.V. Amsterdam).
Hopman Koning zelf noemt zijn boek: een
eigenaardig werk, een mengelmoes van allerlei
wetenswaardigheden waarmee, naar ik meen, de
jeugd bekend moet zijn, wil ze niet van het
buitenleven genieten, zooals een koe of een nest biggen
ervan geniet". Iets verder roept hij de clementie
m van de paedagogen, wanneer soms niet alles
volgens de regels is gedoceerd."
Nu, ik heb wel paedagogen gekend, die bij het
doorbladeren van dat boekje wanhopig zouden
zijn geworden. Maar ik ken gelukkig ook een
bende dertienjarige jongens en meisje^, die op dit
Buitenleven zullen aanvallen als een beer op de
honing. Die dertienjarigen, dat zijn je ware. Ze
willen van alles weten en alles ondernemen. Geef
hun maar de gelegenheid, dan zijn ze intens bezig
van het traag ontwaken af tot het onwillig naar
bed gaan toe. Je behoeft ze maar een beetje op
streek te helpen en ruimte te verschaffen, ruimte
van plaats en ruimte van tijd. Natuurlijk zullen
ze veel vergeten of onafgedaan laten, maar dat
doet er niet toe, er blijft altijd nog genoeg over en
de levensimpuls is niet verzwakt. Hopman Koning
zelf is stellig ook zoo'n jongen geweest.
Hij begint zijn boek over 't buitenleven maar
liefst direct over het ontstaan van de aardkorst
in het algemeen en van Nederland in 't bijzonder
en vertelt meteen van allerlei gesteenten en voor
wereldlijke planten en dieren, alles opgehelderd
met aardige teekeningen. Aan het eind van het
hoofdstuk krijgt de naar kennis dorstende
dertienof meerjarige dan nog een lijst van boeken, waar
mee hij verder kan komen: Escher, Van der Sleen,
Mulder, v. d. Lijn, Heimans en Holwerda. Ik weet
bij ervaring hoe fel die jongens zijn op keien,
kristallen en fossielen. De meisjes trouwens ook;
de meisjes van II B vonden op onze laatste school
reis op de veluwe de mooiste vuursteenen, mesjes
en krabbertjes in een van de tooverachtig mooie
zandverstuivingen. Maar een jongen uit de vierde
vond de mooiste speerpunt.
Zoo gaat het verder het heele boek door: Woeste
gronden, ontginningen, behoud van natuurschoon,
boschbouw, boomsoorten, leeftijd en afmetingen
van boomen, gebruik van het hout, inslaan van
den bliksem,hoe de jongens zich in een bosch moeten
gedragen, boschbrand, de boerderij, hoe de jongens
met de boeren moeten omgaan (o, Knigge!),
landbouw, vee, zuivelbereiding, hoefbeslag, plan
tenziekten, onkruiden en dan ten slotte de dieren
wereld van duinen, bosch en heide. Het boek
telt 417 bladzijden en 539 illustraties. Gelukkig
geeft Hopman Koning eens veel aandacht aan
onze zoogdieren en de jongens zullen zijn goede
afbeeldingen van de voetsporen van velerlei
wlid gedierte zeer bewonderen. Spoorzoeken is
toch zoo aardig; op onze voorjaarswandeling ont
dekten wij al spoorzoekend een groote dans- en
vergaderplaats van hermelijntjes.
Voor een zoo compendieus en encyclopaedisch
werk is dit boek niet alleen bijzonderonderhoudend,
maar ook verrassend nieuwen accuraat. Natuurlijk
zijn sommige illustraties, vooral die naar opge
zette vogels, wel eens minder mooi uitgevallen,
maar dat hindert niet erg en is licht te verhelpen.
Trouwens zeer uitvoerige plaatjes zouden in dit
boek niet op hun plaats zijn. Jammer vind ik
het, dat Hopman Koning zich beperkt heeft tot de
zandgronden; mij dunkt"het strand en het polder
land, de Zuidcrzeedijken, de rivierdijken, de water
wereld zijn ook veel waard om voor de jeugd
bewerkt te worden.
!k hoop dat dit boek in veler handen komt, van
padvinders en van anderen, van oud en jong en wil
besluiten met nog een citaat uit het voorbericht:
Onze tegenwoordige jongens (en meisjes. T.)
zullen later, direct of indirect, hun taak bij het
besturen van hun vaderland te vervullen krijgen
en Moeder Natuar zal dankbaar zijn, wanneer ze
in de toekomst met consideratie mag worden
behandeld. De steden breiden zich uit. Om allerlei
werkelijke en vermeende maatschappelijke be
langen worden hei en bosschen ingekrompen,
worden moerassen drooggelegd. Telkens ontvalt
ons een stuk Natuur en maar al te vaak had dit
niet gehoefd, als de groote en kleine gezaghebbers
maar enrstig anders hadden gewild. En ze zouden
anders gewild hebben, als ze maar liefde en eerbied
voor de Natuur geleerd hadden."
Van R. J. de Stoppelaar verscheen weer een
nieuwe bundel van natuurschetsen uit het meren
gebied van Friesland: Door Zon en Wind. Het is
een keurig boekje, op mooi papier gedrukt en in
aardig perkamenten omslag met blauw en goud.
Het is geïllustreerd door Annie Roes; het eerste
prentje, Maaike's huis, geeft echt dit stuk van
Friesland te aanschouwen in al zijn laaglandsche
waterigheid. We leven weer eens het heele jaar
door in de tooverwereld van Kruiswater en
Folkertsloot van het ontluiken der sneeuwklokjes in
Februari tot het tintelen der sterren in den
Herfstnacht en het wemelt er natuurlijk weer van kieviten
en kemphaantjes. Het is wel goed, dat de Stoppe
laar zoo de belangstelling voor Friesland weet
gaande te houden. En er mocht ook wel eens een
profeet opstaan voor het Oosten van de provincie,
voor het wonderlijk mooie land van Appelscha
en Oosterwolde, Lippenhuizen, Olterterp en Ure
terp, want ook daar, even goed als in het land der
plassen en meren, zouden de komende jaren wel
eens nog nimmer voldoende gewaardeerd
natuurschoon voor goed noodeloos kunnen vernietigen.
Ik hoop, dat ik daar niet op terug behoef te komen.
Van de Uitgeversmaatschappij Kosmos te
Amsterdam ontvingen wij uit de verzameling
Weten en Kunnen twee alleraardigste boekjes,
goedkoope dingetjes van drie kwartjes. Het eene
is van G. Duursma en geeft een zeer bruikbaar
antwoord op de vraag: Wat moet ik dagelijks in
mijn bloementuin doen? Het andere handelt over
Planten in de vrije natuur en is bewerkt door
R. M. v. d. Hart. Ongetwijfeld zullen deze aange
name boekjes hun weg wel vinden.
En nu ten slotte iets heel anders: An
Introduction to the sludy of recent corals, by Sidney. J.
Hickson, professor of Zoölogy in the tmiversity
of Manchester. Manchester, at the L'niversity
Press; London, New York etc. Longmans, Green £?
Co. 1924.
Dat ziet er heel formidabel uit, maar. o, wat is
dat een aardig boek. Deze professor is er weer een,
die uitmuntend de kunst verstaat van zijn geleerd
heid voor elk beschaafd en eenigszins ontwikkeld
mensch genoegelijk en verstaanbaar te maken.
Al in de voorrede brengt hij u met een enkel woord
onder de bekoring van de koraalriffen van Celebes,
waar hij gewerkt heeft. En in het eerste hoofd
stuk komen wij heelemaal op ons gemak, want daar
heeft hij het over de beteekenis van herkomst van
de woorden koraal en poliep en hoe moeilijk het
uit te maken is, wat eigenlijk een individu moet
heeten. Eer je 't weet ben je dan werkelijk ingeleid
tot de studie der koralen en je haalt een paar
stukken koraal uit je kast, die je vroeger eens
gekocht of gekregen hebt en waarvan je altijd nog
eens wou opzoeken, wat of ze eigenlijk waren. En
nu met dit aardige boek en zijn onovertreffelijk
mooie illustraties vindt je dat in een oogenblik.
Meteen kom je te weten, dat er ook werkelijk echte
koralen groeien aan de westkusten van Engeland
en Ierland en hoe die er uit zien. De geleerde
schrijver neemt de beteekenis van koraal" nogal
ruim en rekent er ook de kalkwieren bij, die trou
wens zoo'n ruim aandeel hebben in den opbouw
van koraalriffen en waarvan de groote beteekenis
indertijd door onze Siboga-expeditie is aangetoond.
Zeer interessant is het hoofdstuk over de koraal
riffen, al was het alleen reeds om de sympathieke
en loyale houding tegenover Darwin's hypothese.
In het laatste hoofdstuk keeren we weer terug tot
het maatschappelijk leven, wanneer professor
Hickson ons vertelt van den handel en het ver
zamelen van bloedkoraal, van aloud bijgeloof
omtrent zijn wonderkracht en daarbij komt dan
ook nog te pas de Accarbaar stam van
Rhumphius, de zwarte koraal, waaruit sinds onheugelijke
tijden de zwarte armbanden worden vervaardigd,
die den drager behoeden tegen alle onheil en in het
bijzonder tegen rheumathiek. Hoogstwaarschijn
lijk hebt ge in uw omgeving wel iemand, die er
een draagt.
Wij mogen den populariseerenden professor wel
zeer dankbaar zijn voor dit mooie boek.
JAC. P. T H ij s s E
Levensverzekering Maatschappij
MA A K I, E Tl"
AV 11 * o u * p l c i it ff
DB VOORDEELIGSTE TARIEVEN