De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 6 december pagina 23

6 december 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

foo. 2477 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD DAGBOEK VAN EEN AMSTER DAMMER Aan Hunne Excellentièn van Waterstaat en Oorlog Den Haag. Excellentièn, BRIEVEN Gij zijt beiden Oroote Mannen, al AAN kent negenennegentig honderdste van OROOTE het Nederlandsche volk nw namen MANNEN, niet. Doch dit is pure ondankbaarheid. Men kent Colijn en ook Heemskerk. Ruys en van Karnebeek een tikje minder, de Visser'nog weer minder en de rest zoo ongeveer heelemaal niet. Geen gelukkiger minister dan een onbekend minister. Is Colijn bij al zijn bekendheid gelukkig? Gij zijt als de gelukkige volken. Die hebben ook geen geschiedenis. Gij hebt haar niet en maakt haar niet. Neem de kwestie Schiphol. Ik meen dat het vliegveld aan Waterstaat hoort en Oorlog het beheert. Het kan ook omgekeerd zijn. Maar Amsterdam gebruikt het. Amsterdam is een centrum van vliegverkeer. Heeft een voortreffelijk ingericht vliegveld noodig met een snelle verbin ding naar het hart van de stad. Oorlog en Water staat schrijven elkaar nu al sinds een jaar of zes brieven over Schiphol en Amsterdam wacht. Het gaat zoo: Excellentie, Ik had heden op mijn audiëntie een zekeren Jan ter Haar uit Amsterdam. Hij schijnt wethou der of zoo iets te zijn. Een van die Amsterdamsche roode kerels natuurlijk. Hij kwam me iets vragen over een zeker vliegveld, dat ergens in de buurt van Amsterdam moet liggen. Het heet iets van Kofschip of Holsblok. Den juisten naam heb ik niet verstaan, want de vent spreekt nog al vlug en binnensmonds. Hij schijnt er iets mee te maken te hebben. Wat begrijp ik niet. Ik heb hem afgepoeierd door te zeggen dat ik de zaak al sinds eenige maanden in ernstige studie heb genomen en dagelijks met Uwe Excellentie er over confereer en een beslissing zoo spoedig mogelijk tegemoet zie. Toen is hij weggesukkeld. Kan Uwe Excellentie mij met een enkel woord inlichten waarover de vent het eigenlijk had? Met Excellenten handdruk (get.) enz., enz. Een half jaar later komt hierop het volgende antwoord: Excellentie, Ik haast mij uw schrijven van zes maanden geleden de juiste datum schiet mij niette binnen, want het origineel is zoekgeraakt te beantwoorden. Dien Jan ter Haar herinner ik mij ook van een van mijn audiënties. Een keurige kerel. Ik heb hem het adres van zijn kleeremaker gevraagd. Maar dat ben ik ook vergeten. Hij schijnt werkelijk iets op zijn hart te hebben over een vliegveld, dat in de buurt van Amsterdam moet liggen. Waalhaven was het niet, beweerde hij, toen ik dien naam noemde. Ik was blijkbaar in de war met de Coenhaven, beweerde hij. Dat was ook iets in Amsterdam. Als ik me niet vergis, is hij Burgemeester of zoo iets. Maar hij is iets. Dat Weet ik zeker. Van de week heb ik hem hier weer gehad. Met nog een paar burgemeesters. Toen had hij het over een weg ergens bij Naarden, waar hij een brug in wilde hebben. Een hooge brug. Waarom weet ik niet. Toen heb ik hem gezegd dat er bezwaren waren, want dat de genie een lage brug wilde hebben. Als hij een lage had willen hebben, zou de genie zich doodgevochten hebben voor een hooge. Het is maar om tijd te winnen, begrijpt Uwe Excellentie, en een minister wint genoeg, al wint hij niets dan tijd. Dit is geloof ik van Vader Catz. En zoo is hij weer weggesukkeld met die andere burgemeesters en mijn troost: ,,ik wacht op het antwoord van mijn collega". U ziet dat er bij de zaak heelemaal geen haast is. Eerst dienen we te onderzoeken of er wel een brug noodig is en als zij noodig is, of zij hoog of laag of middelsoort, vast of los moet zijn. Als Jan ter Haar weer eens bij Uwe Excellentie komt, vraag hem dan vooral het adres van zijn kapper. Ik vind zijn scheiding reusachtig geslaagd. Met Excellenten handdruk (get.) enz. enz. Excellentièn, ik vind dit een model van zaken afdoen en hoop dat het volgend geslacht het nog zal beleven dat Schiphol een lage, losse brug krijgt en op de forten van Naarden een vliegveld wordt aangelegd. Met niet minder Excellenten groet, JAN S c H i i' B K v r, PEDANTE PIETJE'S PAEDNOGISCHE PEIKZINGEN (13 jaar) tOngccottigecrd) ( Nicw-mcdcrlans) XXX De pedantegogie leert ons dat t ongezond is de verbeeldinskrag van kinders te prikkele. Sprookieszijn verkeerd en spooke deuge niet. Reuze en dwerrege bestaan niet meer. Draake en mon sters hebbe afge daan. En prinse en prinsesse zijn dr ook haas niet meer door al die reevoolusies. Maar in zoon en kel geval veroor loofde pedaagoogie nog weldris dat dr op de ver beeldinskrag van t jeugdig gemoed wor gespekuuleer. Dat is in de speekuulaastijd. En daarom ge loof Pietje dat dr geen enkele speekuulaasbakker bestaat die meteen n goeje peedaagoog kan zijn. Want as de peedaagooge Sin terklaas afschaf te moste ze met een ook alle vrij ers en vrijsters afschafte. En al dat lekkere snoepgoed. En de surprieses en de kedootjes op 5 december. Zou je onze winkel- en middenstand op dr agsterste beene zien staan! En daarom durreft wethouwer Mierandaadrniet an. En zou die geloof ik met zn kolleegaa Wiebout nogliever n paar ekstraa vliegende sinter- en speekulaaswinkels oprigte. En voor mijn part zette ze dan zoon snoepkraampie vlak voor onze handelschool. Al spreek t ommers vanzelfs dat leer linge op de handelschool te geeemansiepeert benne om nog an zooies kinderagtigs te gelove as de heilighijt'van Sint. Met t Egaristiese Congres hét Pietje voor t eers van zn leeve n egte bischop gezien. Maar dat viel me al daadluk teege toen ik zag dat dr n aparte kattolieke pooliesiepost voor de deur van de vroome meneer Dreesman wier geplaas. En toen mevrouw Dreesman tot paleisdaame wier bevorder van de paus snapte Pietje wel dat alle sinterklaas-baarde maar angeplak en alle zwarte naamgenoote van Pietje met n kurk zoo moors gemaakt zijn. Boovedien kom je teegewoordig veel te veel gehuurde en verhuurde Sinte op straat teege. Gisteremiddag hét Pietje dr nog zien opbrenge omdattie waggelde op zn beene. Die kwam zeeker uit t droogggelegde Aameeriekaa. En Paa hét dr ook schuld an. Want die laat nou altijd zn Sinterklaas-unieforrem slingere. Paa mos ditjaar voor Sint speele voor de kindere van de leede van de Vrijhijtsbond en van de Aktievistevereenging. Ze strooide oranje snoepgoed. En ieder kind dat t wie-neerlansbloed of t wilhellemus zong kreeg n kedootje. Die geen naasieonaale liedjes kende kreege met de gart. Dat is de beste manier om dr de vaaderlanse liefde in te kastijje. Maar as Pietje nou dat Sinter klaas-pak in Paa zn kaamer ziet legge trek ik t vlug oover me kleere an. En wagt tot ze allemaal benee an taafel zitte. Zoo kom ik binne. En ik steek me kleine toespraak tot me faamielje af. Meneer en Mevrou en daames en heere ! Vreede zij in uw midde en laat uw soep maar koud worde tot ik uitgesprookc ben. Geschenke breng ik niet UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE PARK-HOTEL BOTTEBDAM voor u mede. Want dattis volgens onze tnooderne begrippe niet pedaagoogies meer. En voor de gart zal de Goeje Sint jullie voor ditmaal spaare. Al verdien ellek van jullie wel n gezonde afstraf fing, t Eenigste wat Sinterklaas van jullie verwag is dat jullie de jongste van dit vreedzaame gezin zal gedenke. As ik goed zie met me ouwe ooge ontbreek Pietje in de famielje-dis. t Arreme schaap mot zeeker schoolblijve omdatte ze m op school teveel handelsgeleerdhijt toe stoppe. Beloon gijliede nou s zoon vlijtige leerling. En maak dat as Sint zn hicle hét gelig ellek van jullie n aardig kedootje of surpriessetje voor Pietje bedenk en m dat vanavon assie na bed gaat op zn nagkassie vin !" Daarmee was Pietje zn spies uit. Ik maakte me heilige buigink en vertrok weederom naar Spanje. Maar t bleek wel gehollepe te hebbe. Want savons lag me nagkassie vol met aardige presentjes waarvoor Pietje zn neus niet hét opgetrokke. Zoodat ik maar wil zegge dat al ben je al 13 jaar je tog verstandig doe met de schijn an te neeme asof je nog n onschuldig en goedgelovig kind ben die an Sinterklaas geloof en zn heiligheid. Want zooasse de fransman zeit: Pedagogie bien ordonnee kommanse par soi maime." Geteeken niet zwarte maar groene: PIETJE J. 9. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl