Historisch Archief 1877-1940
No. 2479
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
MODERN KINDERSPEELGOED
Wij weten 't wel, het kind speelt, beleeft, dat
een stoel een paard is, een stoof een wagen, een
oud vod een poppenkind, dat met evenveel liefde
en zorg gekoesterd wordt, als ware het de mooiste
pop van de wereld. Het kind met zijn fantasie,
schept wel uit allerlei dingen z'n speelgoed. Het
heeft dus, zouden we zeggen, het speelgoed door
de groote menschen, voor hem expresselijk ge
maakt, niet noodig. Theoretisch kan dit juist
zijn, maar de praktijk bewijst, dat we steeds weer
op zoek gaan naar 'n stuk speelgoed.
Is 't misschien omdat 'n kind opgevoed in een
stad, op-een bovenhuis, een tage, wel weer iets
anders verlangt dan altijd dezelfde dingen om zich
heen, waar het dag in dag uit mee speelt? Het
vraagt nieuwe, frissche indrukken voor zijn fan
tasie. En 't is wonderlijk, wat dan 'n enkel stuk
speelgoed, een paard of 'n pop, die het uit- en aan
kleeden kan, weer motieven geeft voor een nieuw
spel. Vooral het stadskind, schijnt meer behoefte
aan speelgoed te hebben dan het buitenkind.
Het vrije uitloopen in de natuur, met altijd weer
iets anders, de kiezelsteenen in de tuin, het schui
felen in de afgevallen blaren, het vroolijke, het
droevige licht tusschen de boomen, zijn kostbaar
heden die 't stadskind moet missen.
We hebben dus speelgoed 't meest noodig voor
stadskinderen en nu is 't een treurig feit dat we
nog maar zelden dingen vinden in de volgepropte
speelgoedwinkels, die werkelijk voldoen. Het is
meestal prullerig van maaksel en als het stevig,
solide is, dan dikwijls zonder eenige
schoonheidszin.
En waarom zou het speelgoed ook niet, evenals
het prentenboek aan aesthetische eischen moeten
voldoen? Veel zien we dit nog niet, het geldt hier
ook alweer: alleen een kunstenaar die 't kind kent
kan speelgoed ontwerpen.
Daarom is het nieuwe speelgoed van Arnold
Viegelman voor de Zoo-Werkstatten G. M. B. H.
te München een verheugenis.
In een der zalen van Pulchri-Studio waren zijn
beesten opgesteld. Ze zijn echt", het paard, de
ezel, de tijger, enz. Ze loopen, ze sluipen, ieder naar
z'n eigen aard. De tijger kan z'n muil opensperren,
gevaarlijk, alsof we hem in 't oerwoud tegenkomen
en 't paard fier en edel, staat zooals we het kennen
in de weide vóór het hek. Alles aan deze beesten
kan bewegen, in allerlei standen kan men ze neer
zetten. Ze zijn stevig, van hout gemaakt, niet
geverfd maar gebeitst. De kinderen kunnen er mee
sollen zonder te hooren: pas op, anders breekt het".
Dit is nu eens mooi, goed werk, het kind zal
er mee spelen en z'n fantasie maakt er zeker
wel meer van dan wij groote menschen er in zien.
Misschien zijn er enkele dingen waar we bezwaar
tegen hebben. Zooals we onze tegenwoordige
jeugd ook geen soldaatjes meer wenschen te
geven, geldt ditzelfde voor den toreador te paard,
met z'n donker Spaansch gezicht, die koelbloedig
den stier tegemoet rijdt, die razend, woest met
gebogen hoofd op hem toekomt, 'n Stierengevecht
is toch voor onze begrippen een téwreed spel.
Een kraai van Viegelman is 'n spottende, gees
tige vogel, hij doet denken aan de kraai van
Busch. Dit gebeeldhouwde vogeltje, zouden we
met plezier in onze kamer en ook wel op school
zetten. Ik meen, dat verscheidene van deze beesten
in de eerste klasse voor de kleintjes gebruikt
kunnen worden. Bij 't vertellen van 't een of ander
verhaal, zou men ze als levendige illustraties
kunnen toonen.
Hagenbeck in de kinderkamer" heeft de im
porteur de beesten van Viegelman genoemd.
De titel schijnt me niet gelukkig: dit zijn geen
gedresseerde beesten en als zoodanig ook niet
bedoeld. Ze zijn zoo gegeven, als ze in de natuur
leven en daarom zoo geschikt voor het kind.
Men verzuime niet dit moderne speelg°ed *e
gaan zien.
E. T I E R I E?H O G E R Z E ' L
OPHELIA, DE LATE,
Speelgoed dieren-ontwerp
Arnold Viegelman
Zoo broos en frèle is de roos, nu het iets gevroren
heeft, men zal er niet aanraken, neen, niet be
roeren zal men de zachte chamois getinte, waar
even een rose gloed komt doorgeschenen; de geur
alleen zal men met gesloten oogen tot zich nemen,
zij is zoo bescheiden, maar van een ongekende
frischheid, dat het tot een verwondering wordt
in het late jaar.
Het doet er ja niets toe of de achtergrond ver
dorde stengels van uitgebloeide zomerweelde
bergt en of alles in het tuintje de herinnering
heeft, het doet er immers niets toe, het is een
bijzondere dag, vandaag, omdat de wereld in
beslotenheid van vochtige nevel is en zooveel
inniger dan anders en in groote rust.
Je wilt dus nu wel bloeien als het roodborstje
er is en de bladeren van de grootbloemige jasmijn
als zoovele geschenken zijn, omdat er weinige zijn
overgebleven van hen, waar men de heele zomer
geen acht op sloeg omdat er te veel al waren,
nu zijn zij zacht groen en dan weer donker en gelig
wat en laten vrij de takken, dat men ziet, hoe die
zich vormden.
Ophelia, je wilt wel troost geven en zeggen dat
er schoonheid is, als wij het zouden kunnen ver
geten, en er op wijzen, dat er zooiets ongestoords
ook kan bestaan in onze ziel en bloeien te midden
van den winter en dat dan geen kranke, maar
een waarlijk levende bloem het is, die in ootmoed
opengaat.
Jou rozenstruik, in kostbaren, maar in stillen
glans nu bloeiende, hoe hebben wij verwijtend
toch gedacht, waarom je ons geen bloemen bracht
en zie, wij zullen het nu wel laten, wel laten een
ander jaar het ongeduldige wachten, omdat wij
dan weten wat een vreugde je geeft, als al de andere
ons hebben verlaten. T i N E C o o L
Speelgoed dieren-ontwerp
Arnold Viegelman
DEFTIG ALCAZAR
Nu is het midden November en bloeit er nog een
roos, phelia, in het tuintje; hoe goed is toch de
naam gekozen, zien wij haar mi niet gaan, de slanke
gestalte, de teere liedjes zingende over de bloemen,
terwijl ze afwezig is van het omringende en krank
van geest, de Ophelia van Hamlet?
In het ochtendblad van de N. Rott. Ct. van 18
Nov. j.l. was onder de sportrubriek onder den
titel Wat niet mag" een berichtje te vinden,dat
vermoedelijk uitvoeringen van gymnastiekclubs
van R.K- vrouwen en meisjes verboden /ouden
worden. Eerst schijnt men gemeend te hebben
dat het Doorluchtig Episcopaat dat slechts ais
maatregel voor de zuidelijke provinciën bedoelde,
duch verwacht wordt een bepaling v.ior liet geheele
land. Wie in het buitenland dergelijke opvoeringen
zag, wie nog kort geleden bij de wereldconferentie
van padvindsters, (waarbij ook een niet onbelangrijk
aantal uit de Roomrche lauden, die den dag
trouw begonnen met het bijwonen van de mis,)
de meisjes in de openlucht haar lichaamsoefe
ningen zag verrichten op de dag'eii dat het publiek
was toegelaten, zonder dat erergeiiseeiiouvertogen
woord viel, kan moeilijk anders dan van oordeel
zijn dat een overdreven preutschhcid, een opvat
ting als zou het dan toeli van God gegeven lichaam
niet anders dan een bron van zonde wezen, hier
den doorslag geeft.
f In die zelfde courant vonden we een vrij
uitvoerig verslag van iets dat ons dien ochtend
was opgevallen, roen we door de Zeestraat fiet
sten. Palace of Beauty" stond daar op een
aanplakbord. Palace of Beauty? Een titel die je in een
matrozenwijk van een havenstad even zou doen
rillen. Maar hier, in een deftige wijk van de Resi
dentie? Institut de beauté, och ja dat zijn we
ergens op de Laan van Meerdervoort ook al rijk,
bedacht ik. En de bijtende opmerking van Arnold
Bennett in een van z'n essays uit How to make
the best of life" schoot me weer te binnen: wat
doet de vrouw uit de leegloopende milieus al niet,
wat verdoet ze niet aan tijd en geld en
modedwaasheden om te bereiken dat wie haar op straat
voorbijloopt n, zegge n seconde in den waan
komt dat ze een tiental jaren jonger is, dan met de
werkelijkheid overeenkomt ! Al weer zoo'n
oplapinstituut," flitste het door me heen.
f Totdat ik in den trein m'n krant openvouwde
en daar heel netjes, niet onder de ingezonden
mededeelingen" of in de advertentierubriek, maar
in den gewonen tekst, datzelfde weer terugvond
Palace of Beauty."
Zes vrouwen zitten daar den heelen dag te
kijk, in fraaie gewaden, in een artistieke entou
rage en onder een zoetkweelend strijkje."
Maar m'n hemel, wie heeft er nu nooit eens in
een tableau vivant meegedaan? Zou het je ook
stuiten als het mannen waren? Op het atelier van
de academie laten toch ook modellen den geheelen
dag naar zich kijken? En de modeshows dan, dat
is nog veel erger !"
Zie daar een bloemlezing van de antwoorden,
die ik kreeg toen ik m'n verontwaardiging uitte.
Volkomen juist al die tegenwerpingen, oogenschijn
lijk. Het moreele gevaar voor de mannequins is
ontzettend en de verantwoording van ieder, die
gaat kijken,daarmede onafwijsbaar groot, uit welk
motief dit ook moge geschieden. Maar het is een
kwestie van enkele uren, de meisjes komen en gaan
en het doel is de toiletten. Als het schildersmodel
op hare wijze de kost verdient volstrekt niet
altijd door haar schoonheid in den zin als in het
bewuste paleis is nagestreefd, ook een rimpelig oud
vrouwtje, ook een vuil uitdragertje kan aan de
schoonheidseischen van de kunst volkomen vol
doen moge hun eigen doel zijn de verdienste,
het doelvan het instituut model" is het onderwijs,
het vooruithelpen van jongelui met artistieken
aanleg, het dienen dus van de kunst. Ware dit
de bedoeling van den ontwerper van het Palace
of Beauty, dan had hij niet enkel vrouwen, niet
enkel mooie vrouwen gekozen. Dan had hij ook
een Hille-Bobbe van Frans Hals, een Titus van
Rernbrandt, of 'n mannenportat van Velasquez
kunnen geven.
Indien hij althans mannen had kunnen vin
den die zich wilden verhuren om den ganschen
dag aangegaapt te worden ! Kunst" etiquetteen
men zelfs in de Residentie niet op die wijze:
Palace of Beauty !" En waar of ook, hetzij dan op
liefdadigheidsfeesten of bij bruiloften of
herdenkingsfuiven tableaux vivants werden of worden
opgevoerd, zelfs als denken we even aan het
begin van Eline Vere daar een flinke dosis
ijdelheidsbevrediging bij te pas komt, het is geen
broodwinning ! Niet dag in dag uit, een paar
weken lang, moeten een zestal vrouwen (o toppunt
van kunstzin" is nummer zes madame 1025''
gedoopt !) te kijk zitten voor ieder, die er zich aan
vergapen en opwinden wil.
Voor geld ! Ach," opperde een vriendelijke
grijze dame tegen me, waarschijnlijk verdienen
ze het deze dagen gemakkelijker dan anders.'"
Waarmede ze een harder oordeel en veroordeeling
uitsprak, dan ik zelfs gewaagd zou hebben. Het
schijnt dat in Wembley, waarvandaan dit
geïmporteerd is, het bezoek (volgens de N. Rott.
Ct.) van jonge- en ook oudelui zeer druk is ge
weest. Begrepen de Haagsche fretiletjes, die daar
samen met de jonge-en oudelui stonden te kijken
- want het is een deftig gebouw waar deze demon
straties plaats vonden waar het om ging?
\V. W 1.1 .N A E \ D i S F R A N C K E M
D Y S E K I N C K
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
Wenscht U Boter
met Rijksmerk?
OUD-BUSSEM"
bezorgt U die dagelijks tegen marktprijs.
Kerkstraat 187. Tel. 49344.