Historisch Archief 1877-1940
No. 2479
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
HEIJERMANS-AVONDEN :
hoop van zegen".
,,Schakels" en Op
Een blinde kringloop is het Hoeveel ge
wonnen waarden worden achteloos verworpen, om
ze .na eenige jaren, nadat de nieuwe koers bleek tot
niet zoo heel veel meer voldoeningen te leiden, in
nederige verwondering weer op te rapen. Hoeveel
vaag idealisme, maar ook hoeveel dom vooroordeel
stoot de tijd uit. De kunstenaars sterven intusschen
De dienaars gaan voorbij, zegt Teirlinck, de dienst
blijft ongeschonden"....
Ware Heijermans niet gestorven, ook dan zou
binnenkort zijn tijd opnieuw gekomen zijn ge
bleken. Het hart eischt zijn rechten. Niet uit piëteit
alleen vullen zich thans de schouwburgen tot den
nok, maar omdat een ieder belangstellen bleef in
het Werk, dat een brok van ons leven inhoudt,
omdat ieder op dit oogenblik hunkert naar iets
substantieels op het tooneel, naar verstandhouding
en levenswarmte. Aan den vóóravond der reactie,
die niet uitblijven kan, klinkt de trouwhartige
stem van Herman Heijermans bijna als een nieuw
geluid". En als een oase in het opgeschroefd seizoen
is de stilte van gemeenzame aandacht in de schouw
burgen, waar thans de poëzie en de romantiek van
het eenvoudige, rijke menschenleven met het volle
hart worden gediend en verstaan.
Twee tooneelgezelschappen, de K.V. Het
Nederlandsch Tooneel" en het
Rotterdamsch-Hofstadtooneel", hebben hun beste krachten ingespannen
om de meesterwerken Schakels" en Op hoop
van Zegen" Uitkomst" ontbreekt helaas te
brengen in een nieuw licht. Een licht, dat niets
van de in ieders dankbare herinnering pal staande
oorspronkelijke opvoeringen in schaduw wil stellen,
slechts de ontdekkingsreis, die het genieten van
een kunstwerk altijd weer is, leidt langs wellicht
nieuwe verschieten, nieuwe aspecten. Tooneelkunst
is een herscheppende, maar ook een zelf-scheppende
kunst, bij elke Wedergeboorte Wordt dit bevestigd.
Uit de bezonken, verbreede en verdiepte visie op
het geheimvol leven, dat tusschen de woorden ver
scholen ligt, bloeit als aan de takken van den boom,
de bloesem van jonger ontvankelijkheid. Veel in
Heijermans' werk had afstand" noodig, het
floers Wellicht dat er thans overheen gleed, en de
rauwe plekken bedekte. Met de actueele beteekenis
verging ook de behoefte een en ander te onder
strepen, het wezen van den schrijver treedt onbe
lemmerd naar voren. Boven alles treft: zijn harts
tochtelijk bewogen bewustzijn voor al wat
menschelijk is, voor al wat leeft.
Zijn we daarvoor met de jaren niet zelf meer ont
vankelijk geworden? Zeldzaam, zeldzaam, hoe
jelui allemaal klaagt", zegt Pancras Duif met
Indra's Dochter. De universeele werken zijn elkander
in de kern zoo na verwant, dat wij het eene peilen
aan het andere. En misschien ook staan wij voor
den diepen zin van Heijermans' ondiepzinnig werk
in deze dagen wat wijder open. Toen Hein Duif
bij de première van Schakels" zei: Vroeger heb
ik 't nooit geloofd, dat iemand lolletjes verkoopt
as z'n kop in de strop van de galg steekt, je leert
eiken dag...." werd het een oogenblik doodstil
in de zaal.
Schakels" is wel Heijermans'machtigste Werk,
en als zoodanig ook terstond erkend. Hoe prachtig
is het gebouwd ! Monumentaal", is tegenwoordig
het woord. En dat, niettegenstaande de epische
breedte, den overvloed van kenschetsende détails,
waarvan men er ten slofte toch weinig of geen
zou kunnen missen, zóó fijn verwerkt als ze zijn
door de vier bedrijven heen, zoo vol dramatisch
leven. Wat, los daarheen geworpen, slechts het
gesprek scheen te kruiden, blijkt verderop een
aanwijzing van beteekenis te zijn geweest. En juist
deze onopzettelijke, nochtans zoo kunstvol door
weven ondergrond is het, waarin wij met onze ziel
en zinnen onafgebroken blijven geboeid. Natura
lisme" en schilderende détails". Jawel ! Maar het
geheim van den smid om bij het vak te blijven
komt er dan nog bij.
Wat mij bij vroegere vertooningen van Scha
kels" dikwijls onjuist toescheen was de maat
schappelijke stand niet te verwarren niet dun
innerlijken staat van dit opgekomen geslacht
Duif. De kinderen van den groot-industrieel hebben
een opvoeding genoten, Fransen geleerd. De moei
lijkheid om onder dit vernis het jammerlijk tekort
aan de meest elementaire innerlijke beschaving te
doen blijken, werd veelal gevonden in uiterlijk
ruw-doen, in een ordinairen toonval, als van lieden
uit de heffe des volks. Weerzinwekkend werd dien
tengevolge soms dit wreed, maar onpartijdig- en
groot-gezien beeld van familieleven, waarin ligt
opgetast wat zich in de maatschappij verdeelt
over tallooze gezinnen, in alle standen. Boven dezen
vader, boven deze kinderen, boven het geval uit,
rijst de vloek der inhaligheid, de strijd der ge
slachten, het misverstand van bloedverwantschap
en naastenliefde. Elk geprononceerd accent be
perkt derhalve het levensgevoel waaruit dit werk
geboren werd, ontneemt het zijn legendarische
grootheid.
Het was te verwachten, dat de voorstelling
onder Royaards' leiding in de eerste plaats naar
een vergelijk zou trachten, naar een atmosfeer
waarin dit rijke-burgermansleven tot zijn recht
kon komen, zonder dat de vuile wasch al te breed
behoefde te worden uitgehangen en zekere woor
den, die het succes van dit immers ook vroolijk"
geheeten spel van den huiselijken haard altijd heb
ben bevorderd, boven dreven. Op n na (tante
Oerritje) die het ook in haar kleeding voor deze
voorstelling te veel in het caricaturale zocht, waren
dit thans de menschen-in-hun-stand, zonder dat
hun manieren den geest van het werk neerhaalden.
Een sterke, van natuurlijk leven tintelende op
voering. Heijermans viel het leven, dat hij liefhad,
nooit af. Hoeveel tegenwicht aan goedheid, aan zon,
legde hij in de rechtschapen figuren der beide Dui
ven", Pancras en Hein! En ook deze vertooning
schiep dien zachtenlichtkrans boven hetbarbaarsch
krakeel, gaf dit bedroevend menschengedoe on
bevooroordeeld : den vader, die in harden arbeid
zichzelf vormde, zijn eigen wereld werd, en de
tusschen twee werelden geboren kinderen; den
innerlijken adel hier, de botheid daar. Zij gaf: de
verlatenheid, het levensbedrog, dat denkrachtigen
man met zijn gezond, ongesiepen verstand en hon
gerend kinderhart, op middelbaren leeftijd zóó,
omsingelend, overvalt, dat hij bang" wordt in
zijn eigen huis. Wij zagen den strop van wrok en
vertwijfeling waaruit Pancras Duif zijn grauwen
kop wel trekken moet om er niet in te stikken,
en wat hem dan toch nog overblijft.... In het
laatste, troostelooze bedrijf komt Elsje, het klein
kind, en geeft Grootva drie zoenen". En niet om
niet zendt hij een boodschap naar zijn ouden mak
ker Oerrit.. Duik. Dit alles werd ons getoond alsof
we er bij waren. Een prachtig-menschelijke, men
zou haast schrijven, menschlievende uitbeelding gaf
Royaards van Pancras Duif. Den vollen rijkdom
van deze groote karakterrol, en hoe gevoelig gescha
keerd ! In stijgende bitterheid, maar met een glans
van milden humor er overheen tot het uiterste, tot
de smart hem de keel dichtknijpt. Gedoken in zijn
leunstoel bekeek hij toen zijn kinderen die den
psychiater op hem af hebben gestuurd als
waren het hem totaal vreemde wezens geworden,
en zijn mond leek het walgelijk woord te proeven
vóór hij het eindelijk, geluidloos, wegspuwde:
Gek!"
Detooneelen met Hein Duif (voortreffelijk, ruim,
luchtig en daarbij steeds indrukwekkend,was ook
die zeeman van Saalborn), het zoo kiese h gehouden
tooneel in II, het aanzoek aan de jonge huishoud
ster (Sophie de Vries), en dit aangrijpend slot,
behooren tot de mooiste tooneelkunst die men zien
kan, waar ook, de Russen van het
MoskouerKünstlertheater, die ons geleerd hebben wat het
realisme", het liefdevol verbeelde levensechte
en waarachtige, aan mystiek" inhoudt, niet uit
gezonderd. Onder de overige spelers, wie allen
in knap samenspel lof toekomt, muntten nog
uit: Tourniaire als Dirk, de onbehouwen schoon
zoon, en Parser, als Gerrit Duik. De rol van Toon,
den student, zie ik, hoe knap van Pra;ig haar
ook speelde, liever door e?n jonger acteur bezet.
De vrouwen, Marie Meunier en Ada van Duyl,
waren goed in haar gematigdheid. Wanneer het
lange stuk voldoende is ingespeeld, zal deze
reprise het succes van De Violiers"?terecht,
want Schakels" is een werk van veel hooger
gehalte overvleugelen.
Op hoop van Zegen.
Een mooie, frissche vertooning is ook de jonge
Op hoop van Zegen", onder van der Lugt's ge
wetensvolle leiding geworden. Wat een waagstuk
scheen, bleek een eervolle vervulling, een ,ondanks
den rouw, schier feestelijke voldoening. Was er,
behoudens enkele Wijzigingen in de mise-en-scène,
voor ons gevoel ook ten opzichte van dit
spel-vande zee niet iets veranderd? Het werk, dat, evenals
Schakels" en Uitkomst", eenmaal klassiek zal
heeten, en waarin de felle aantijging bezonk, bleek
in deze opvoering minder sensationeel. Niet be
paaldelijk tegen den reeder Bos" keerde zich dit
leed, ternauwernood tegen de maatschappij, daar
achter lag, als de verradelijke zee zelf, het noodlot,
dat ook het meest zeewaardig schip bedreigt, dat
niemand op zijn toevallige pluk vrijwaart. Sterk
trof in dit verband de
saamhuorighiid-in-aanvaarding, de hartelijkheid onder elkaar, de vrome
wil ten beste van lief, in eerbied vror de elementen
opgegroeid visschersvolk. Een dichterlijke
fantaisie scheen hit alreeds, op dat,in de oorlogsjaren
aan zoovclen geopenbaard, verschrikkelijk thema:
QQKTFRED:.IPOESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets
de machtelooze angst voor den afwezigen geliefde
in doodsgevaar.
Veel van die sfeer bracht mevrouw Tartaud
(Knier) op het tooneel. Het was de gespannen
vraag van den avond: hoe zij die, met mevrouw
de Boer-van Rijk vergoeide rol eraf"zou brengen?
Zooals men op de eerste bladzijde van een boek al
het kunstwerk onderscheidt, zoo weten we ge
woonlijk al aan het opkomen" van een
tooneelkunstenaar of de rol een vervulling zal worden.
Toen Knier" in het portaaltje haar klompen uit
trok, was ze het.Een andere dan haar voorgangster.
Een geslagen vrouwefiguur, overeenkomstig den
tekst, die de onderworpenheid der weduwe op den
voorgrond stelt. Als moeder" minder autoritair,
daardoor wellicht minder fel treffend in de climax,
die de vitaliteit der oudere Kniertje, het gansche
taaie, broze wijfje, brak. Doch met haar afgesjouwd
lichaam, haar onheilspellend stil gezicht en innige
goedheid, daarom niet minder: een levend mensen.
Waar het eene beeld zich volledig voor het andere
stelde, zou alleen nauwlettende bestudeering van
beide figuren naast elkaar, tot vergelijking kunnen
leiden.
Dadelijk na haar en Jules Verstraete (een broe
dende, felle Geert") moet Kitty Kluppell geroemd
als Jo, de rol waarvoor ik, deels om de ontroerende
herinnering aan mevrouw van der Horst, deels
omdat die Jo-figuur, meer feitelijk dan Kniertje,
in het midden der handeling staat, het bangst was.
Een triomf voor de jongere actrice, het greep van
haar niet minder aan,en zij vulde het tooneel. Het
was me nooit zoo opgevallen, dat kleine fragment,
waar Jo, de struische visschersbruid en het tengere
Marietje (Jo Telten?Steenbergen) elkaar haar
geheimpje bekennen Een klein poëem, ook
zooals zij het deden, met ingehouden pret en innig
heid.
In deze evenwichtige vertooning waren de
meeste rollen met zorg en talent bezet. De minst
geslaagde rol van Clementine", de dochter van
den reeder een drama op zichzelf! vond in
Lily Bouwmeester een wel lieve, maar te nietige
vertolkster om de figuur te redden.... Jacques
Snoek, een goede leerling van de tooneelschool,
speelde met nog onbeheerschte overgave overtui
gend den jongen Barend". Jaap van der Poll was
Kobus", Theo Frenkel Daantje". Het vies ver
haaltje van Daantje's ongelukje in bed, hoe had
het op dezen afstand ook alle aanstootelijkheid
verloren; wat bleef was kenschetsend ook
hier de weemoed van menschenleven, van den
afhankelijken ouderdom, die daar in het streng oud
mannenhuis, de angsten van het kind opnieuw door
lijdt. En de trieste belachelijkheid daarvan....
Twee schoone Nederlandsche avonden, belangrijk
om het werk, belangrijk om het spel. Een ont
roerend In memoriam".
TOP N A E i- p
Op den toren
Rondom den ^hoogsten omloop van den hoogen
toren
breidt ruimte, mateloos, haar ijle verten uit,
de zuivre zon doorschittert 't zilverstuivend Zuid.
de velden, wijdgestrekt, gaan grauw in 't flauw
verloren.
Laag uit de diepe stad stijgt nauw te hooren
van 't marktplein opgewaaid een warrelend geluid,
ginds toetert er een boot, een speelgoedtreintje fluit,
al oudbekende klank krijgt nieuwen zacht bekoren*
Ver in het vlakke grasland baadt het bonte vee,
de donkre dorpen ruste' alom in helle weiden,
der duinen gelen zoom garneert de grauwe zee
waarboven klare hemel blauwe glansen spant.
Der aarde heerlijkheid bloeit uit aan alle zijden
en overvloed van kleuren golft op 't zomerland.
A. I. D. v. O.
VERÏINKT.VERLOODT, VERKOPERT
LOONSCHOOPEERAFDEELING