De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 13 december pagina 19

13 december 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Dfi AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 DE PERUVIAN CORPORATION IN 1923/24 FLINKE VERBETERING VAN I'OSITIE. De Engelsche van 1890 dagteekenende Peruvian Corporation, die door het bezit van spoorweg ondernemingen, stoombootdienst, guano-ontginningen enz. een vooraanstaande plaats in Peru inneemt, heeft hare financiëele positie in het afgeloopen op 30 Juni 1924 geëindigd bedrijfsjaar krachtig kunnen verbeteren. Vooreerst valt een scherpe verbetering in de spoorwegontvangsten op te merken. Terwijl deze voor de Peruaansche Central Railway in 1922/23 nauwelijks £ 200.000 hadden bedragen, waren deze in het afgeloopen jaar gestegen tot ruim £273.000; die der Peruaansche Southern Railway stegen van £ 126.000 tot £ 140.000, die der GuaquiLa Paz Railway van £ 1715 tot £ 9820, der Trujillo Railway van £ 27.000 tot circa £ 41.700. In totaal vermeerderden de nettoontvangsten van alle spoorweg- en stoomboot diensten van £ 363.000 tot £ 370.000 De Central Railway heeft dus wel het leeuwen deel aan de verbetering gehad, hetgeen een gevolg is van de belangrijke toename van het goederen vervoer op deze lijn. Voor de overige spoorweglijnen was het speciaal het passagiersverkeer, dat tot hoogere ontvangstcijfers leidde. Maar behalve deze toeneming van ontvangsten uit het vervoer, valt ook een vermeerdering op te merken van de ontvangsten uit den guano-uitvoer, die van £ 100.840 tot £ 121.333 stegen. Vervol gens betaalde ook de Peruaansche regeering de door haar verschuldigde annuïteit van £ 80.000. Het vorige jaar werd door het gouvernement een ruim £ 33.000 hooger bedrag betaald aan de Peru vian Corporation, hetgeen te verklaren valt uit een achterstand in de betaling van vroeger ver schuldigde bedragen. l en opzicïue van ue guaiin-Qu.'.estio tu-^chen de Peruaansche regeering en de Peruvian Corporation valt te vermelden, dat einde 1919 tusschen beide een voorloopige overeenkomst is tot stand gekomen, waarbij de Engelsche maatschappij hare rechten op een hoeveelheid van 762.872 ton guano (restant van de 2.000.000 ton, die haar in 1890 bij de op richting der maatschappij waren toegewezen) prijs gaf tegen een bedrag in geld van £ 3.051.488, dat in jaarlijksche termijnen van £ 80.000 aan haar zou worden betaald. Deze overeenkomst is echter niet door het Congres goedgekeurd, zoodat de maatschappij in 1920/21 weder met den export van guano is begonnen. Verder heeft de regeering echter nog een annuïteit aan de Corporation te betalen, hetgeen sedert December 1914 echter niet regelmatig heeft plaats gevonden. Op 30 Juni 1916 was aldus £ 110.000 achterstallig. Deze achterstand werd in 1916/17 betaald, doch daarna trad weder een nieuwe achterstand in de betalingen in. In 1917/18 werd de annuïteit ontvangen bene vens £ 30.000 op rekening vanden achterstand. In 1918/19 en 1919/20 werd behalve de annuïteiten van drie jaren £ 15.000 en £ 35.000 ontvangen op rekening van den achterstand. In 1920/21 vond daarna weder een vergrooting van den achter stand plaats, maar daarna is deze geregeld inge haald, zoodat de regeering thans niets meer behalve de gewone annuïteit verschuldigd is. Na aftrek van onkosten en van 6 pCt. rente op de uitstaande debentures beliep de netto-winst van de Corporation in het afgeloopen jaar ca. £ 347.800 tegen £ 261.760 in 1922/23. Brengt men hiervan in mindering de bedragen, gereserveerd voor verze kering Van stoomschepen en voor aflossing van debentures, benevens de afschrijving, welke moest plaats vinden op de exploitatie van petroleumhoudende terreinen, dan resteert een winstsaldo van £ 253.000 tegen het vorige jaar £ 193.000. Met inbegrip van het nog onverdeelde winstsaldo bleef aldus ;£ 223,800 ter beschikking over, waaruit een dividend vanSpCt. op de preferente aandeelen kon worden betaald, waarna een saldo van £ 116.700 op nieuw rekening kon worden overgebracht, na voldoening van de verschuldigde belastingen. Het dividend van 3 pCt. op de preferente aandee len is het hoogste, dat de Peruvian Corporation DIERSTUDIE: JONGE RONS-UIL Teekening voor de Amsterdammer door H. Verstijnen MR. A. UIT DE .ROBINSON-AFFAIRE"! tot dusverre in hare geschiedenis tot uitkeering heeft gebracht. Het vorige jaar werd 2 pCt. uitge keerd, hetgeen trouwens ook reeds een hoog dividend moest worden genoemd, daar een derge lijke uitkeering nog slechts eenige keeren had plaats gehad. Tot dusverre was een dividend van 2JpCt. op de preferente aandeelen het hoogste geweest, dat de maatschappij tot nog toe had uitgekeerd. Hierboven was reeds met een enkel woord sprake van de olieexploraties der Peruvian Corporation. De desbetreffende boringen, die in het Zuiden des lands plaats vonden, hebben wegens de abnor male bodemgesteldheid niet tot gunstige resul taten geleid, waarom de werkzaamheden dan ook gestaakt moesten worden. Alle daarvoor uitge geven bedragen ten beloope van £ 36.540 zijn ge heel uit de winst over het afgeloopen bedrijfsjaar afgeschreven. De 6 pCt. debentures moesten feitelijk op l April 1926 worden afgelost. Hiervan staan nog £ 4239.950 uit en daar de kaspositie der vennootschap niet toelaat tot aflossing over te gaan, wordt voorge steld deze binnen 20 jaar te doen geschieden, door jaarlijksche uitloting tot den koers van 105 pCt Daar de aflossing anders a pari zou hebben plaats gevonden, is de 5 pCt. extra, die thans worden ge boden, zeker een redelijke vergoeding voor het gevraagde uitstel der aflossing. De ontvangsten ontwikkelen zich ook in het nieuwe boekjaar weder alleszins bevredigend, zoo dat alle kans bestaat, dat ook over dit jaar weder een dividend als over het vorige boekjaar tot uit keering zal kunnen worden gebracht. P A u u SABEL GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General: JAGER BERLINBS, Haarlem Leekenspiegel VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden D. v. C. te A. De heer Lehmann heejt indertijd aan hel Ned. Roode Kruis een trein cadeau gedaan. Waar is deze trein; is deze te bezichtigen of is het waar dat deze trein is verdwenen? De door U bedoelde trein is op 23 Augustus 1016 door het Nationaal Comitétot aanbieding van ambulancetreiiien" aan de Regeering overgedragen. De heer R. A. L. Lehmann was penningmeester van het uitvoerend Comité; Dr. S. Sturkop, arts te Amsterdam, Willemsparkweg 25, trad op als secretaris daarvan. De trein is dus niet door den heer Lehmann aan het Nederlandsche Roode Kruis cadeau gedaan; deze Vereeniging stond dan ook geheel buiten deze aangelegenheid. Wellicht dat de heer Sturkop u over dezen trein, die na de demobilisatie gede monteerd is, nadere inlichtingen kan verschaffen. VAN NELLESVARINA* GOUDZEGEL 5O ris. per Po k j e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl