De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 december pagina 17

20 december 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2480 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 CHARLIE CHAPLIN Union". Er is in deze rubriek nog al eens getoeterd tegen wat men zoo ,,de publieke smaak" pleegt te noemen. En inderdaad valt er weinig goeds van te zeggen: zij is ordinair en wuft, met 'n ellendige neiging naar 't geen beneden en 'n koppigen afkeer van wat boven haar niveau ligt. En toch doet zich 't merk waardige feit voor, dat diezelfde publieke smaak" op den duur 't goeie weet uit te pikken en vast te houden, 't Publiek, dat met 'n ergerlijke onver schilligheid rijp en groen slikt, schijnt, als bij 'n goed functionneerende stofwisseling, alle onbruik bare elementen weer kwijt te raken slechts 't voedsel blijft. Zoo alleen is 't te verklaren, dat uit den verbijsterenden stroom krachtmenschen, Adonissen, acrobaten en dameskrant-afgoden tenslotte 'n Jannings zich staande hield. En aan ? datzelfde stofwisselings-proces" dankt Charlie Chaplin z'n onverwoestbare populariteit. 't Is niet makkelijk na te-gaan, wat 't bijzondere in Chaplin is. Met de nieuwere richting in de film kunst heeft-ie niets van doen integendeel, hij staat met beide beenen (en wat voor beenen !) in den geheid-ouwerwetschen filmrommel. Om 't scenario bekommert-ie zich bitter weinig, aan logica en causaal verband heeft-ie de gladste maling, terwijl stijl, atmosfeer en tonaliteit leege klanken voor 'em zijn. En toch gaat er van dit rafe mannetje met z'n hang-broek en z'n ski voeten 'n aantrekkingskracht uit, die boeit 't onzinnigste scenario, de flauwste smijt- en valklucht ten spijt. Men heeft dit trachten te verklaren, door alles terug te brengen tot 'n zuivere intellect-kwestie. Hij zou n.l. de rnan zijn die, met 'n scherpen kijk op de psychologie der massa steeds aan z'n pu bliek denkt" en nuchter en koel-berekenend,die si tuaties creëert ,waarom 't publiek wiskunstig zeker moet lachen, 't Is droevig, dat men zich van 'n belangwekkend verschijnsef als de Chaplin-figuur met dergelijke typisch-armoedige bioscoopredacteurs-anecdpten afmaakt. Want zoo ooit, dan is hier 't bewijs geleverd, dat 'n oer-talent zich baanbreekt door alle grove, kunstelooze omhulsels heen. Immers uiterlijk onderscheidt zich de ChaplinComedy in niets van alle andere Amerikaansche smijters". De opzet is even zinneloos, de grappen zijn even flauw, de verzorging is even slordig en armoedig. En toch is dit heele leger smijt-en valkomieken met 'n vaartje de vergetelheid ingebuiteld, terwijl Charlie's verschijning op 't witte doek nog altijd 'n gebeurtenis is. Er moet dus wel 'n sterke kern van genialiteit aanwezig zijn, die dit leege gedoe belangwekkend maakt en leven inblaast. Ach ja misschien is 't Wel waar, dat Chaplin bij 't berekenen" van z'n effecten steeds aan 't publiek denkt" wat doet 't er tenslotte toe? De man rnoet immers nog geboren worden, die vijftien jaar lang 't publiek weet te boeien met z'n.... berekeningen ! Nee hier is wel degelijk sprake van 'n ras-artiest, niet alleen begaafd met 'n vis-comica van veel voor namer gehalte dan de oppervlakkige toeschouwer de.ikt maar tevens met 'n prachtig elementair speeltalent. 't Spreekt, tusschen haakjes, vanzelf, dat deze analyse alleen van toepassing is op de oudere Chaplin-films 't in z'n soort vol maakte meesterwerk The Kid" staat op 'n ander en meer modern plan. 't Leek me de moeite waard,-aan de hand van de lappendeken Twaalf ambachten dertien onge lukken" deze oudere en toch eigenlijk meest karakteristieke Chaplin nader te beschouwen. Laat ik rechtvaardigheidshalve aanstonds zeggen, dat de film-zelf (zoo ze dien naam al verdient) 'n schande is voor ieder fatsoenlijk repertoire, 't Is 'n sterk staaltje van de zakelijke onbeschaamdheid der Union"-directie, die zonder blikken of blozen en met 'n ratelende reclame, werken presenteert, die niets anders zijn dan wat aaneengelijmd filmafval, 't Lijkt me billijk, tegenover andere bios copen, die voor duur geld nieuwe films brengen (met al de risico van dien) dit uitdrukkelijk te constateeren. En nu de film-zelf. We hebben hier te doen met de samenstelling van deelen uit 'n paar kleine n-acters Charlie, de gevangene," Charlie op rolschaatsen," de grootere Charlie in den lommerd" en 't uitste kende Easy Street." Deze fragmenten zijn van zeer verschillend ge halte en (romen Chaplin in z'n kracht en eigen aardige zwakheden. Zooals ik zei, kent hij in deze periode (behalve in Easy Street", dat reeds bouw en systeem vertoont) nog alleen maar 't meest elementaire begrip Komische film". De intrige doet er verdraaid weinig toe als er maar in gevallen, geslagen en gedraafd kan worden. Maar hoe komt dan ook alles op 't talent en 't vernuft van den speler aan. Hier geen schitterend milieu geen geestige verwikkeling zelfs geen behoorlijke tegenspelers. Hier geen acrobatiek, die 't publiek al lachende doet ijzen of technische film-wonderen, die 't van verbazing doen star-oogen. Integendeel buiten 't spel is alles primitief, simpel, slordig bij 't armoedige af. Charlie met 'n ladder, Charlie met 'n plumeau, Charlie met n baby in z'n armen, moeten 't hem doen. Maar zie'em dan ook bezig met die hyper-eenvoudige requisieten 'n kwar tier of langer ! Wat 'n geniale intuïtie, wat 'n zekerheid geen oogenblik van aarzeling, geen moment van leegte ! Alles is van 'n allerhoogste verrukkelijke dwaasheid al deze zotternij, die ik eer kinderlijk, dan kinderachtig zou willen noemen, wordt subliem door 'n blik van Charlie's verwonderde droomoogen door 'n glimlach van Charlie's mond, die 'n wereld van weemoed kan openbaren. Wanneer je zoo in de eerste acte, dit wonderlijke gedrochtje met groteske haast ziet weg-bcenen vraag je jezelf onwillekeurig af, waarom onder al de would-be kreupelen uit Charlie's tijd juist dit loopje juist deze tic" populair moest worden. De oplossing doet zich na de eerste tafereelen van zelf voor: Charlie heeft de goddelijke onbevangen heid van den grooten komiek. Zie 'm bezig met 't transport van drenkelingen, zoo vol ijver, zooverdiept, dat-ie vergeet hoe-ie in z'n zwembroek rond loopt. Zie die heerlijke schutte rige gewichtigheid, als-ie moet bordenwasschen of glazen zeemen of weet ik wat voor onzin doet. Die naïeve concentratie op dergelijke idiote handelingen heeft iets overweldigend lachwekkends en iets zieligs tegelijk zij verklaart ons de kern van Chaplin's talent: den humor ! Prachtig van kunnen is 't scèiteje, waarin 'em een wekker ter beleening wordt aangeboden. Met grandioze ernst neetnt-ie hamer en nijptang en begint 't ding uit mekaar te rammen, bekijkt en beruikt de onderdeden, ja ausctilteert ze zelfs om tenslotte de treurige overblijfselen, in den hoed van den verbijsterden klant te gooien en 'em de heele ruïne terug te geven met 'n hautain mede lijdend lachje: Niks voor ons !" Ik vraag ieder, die dit korte tafereeltje van volmaakte en meester lijke gelaatsplastiek heeft gezien, of dit kunst is, ja of neen ! Wie dit alleen vermag, stijgt reeds verre boven clownerie uit. In de voortreffelijke (latere) film Easy streef" die indertijd op de Kino-tentoonstelling debuteer de, ontplooit Chaplin reeds 'n eigenschap, die weinigen achter 'em zoeken maar die z'n figuur zoo bijzonder belangwekkend maakt ik bedoel: z'n tragiek. Ja, inderdaad, z'n tragiek ! Hoe onge looflijk 't klinken moge, de wonderlijke rhapsodie van malle fratsen en dwaze grollen, die Chaplin heet staat au fond in mineur." In welken vorm, onder welke omstandigheden ook alles is terug te brengen tot den physiek-en maatschappelijk-misdeelde, die zich met kleine, miezerige listigheidjes verweert tegen alles wat bruut en sterk en machtig is. Zie den aanhef van Easy Street" waar Charlie de paria is, die onder de houten trap van 't zendingshuis heeft gelogeerd. Dit schrijnend-troostelooze ontwaken dit kouwelijk-ellendige schur ken en dit triest-verbijsterd rondkijken in 'n wereld, die slechts ijzige onverschilligheid en grauwe misère biedt.... 't zijn slechts even zoovele vluchtige momenten (hoe kent deze Meister" den gulden regel der beschrankung !") die als met bliksemflitsen 't groote dramatische talent belich ten, dat aan al deze kluchten ten grondslag ligt en z'n volmaking vindt in The Kid". Maar in The Kid", die ongeëvenaarde mengeling van dwaasheid en tragiek is wel 't hoogste in dit genre bereikt en men behoeft zich alleen maar Charlie te herinneren met 't handje van 't zieke kind in de zijne en zich den blik van stomme, radelooze smart te binnen te brengen waarmee-d-ie n, twee secon den naar de lens kijkt, om te beseffen welkeen bijzonder kunstenaar in dit mallotig-scharrelende flimkomiekje schuilt. Sinds Charlie's bloeitijd is er heel wat veranderd. De film, wier innerlijke waarde slechts langzaam moge stijgen, is uiterlijk en technisch 'n heel eind verder. Op Charlie's schouders is Harold Lloyd komen te staan - fijner, geraffineerder met 'n uitmuntende verzorging van scenario en regie waarbij Charlie's milieu 'n pover figuur slaat. Hoe komt 't dan, dat Chaplin ondanks dat alles niet verouderd is in /.'n beste werk - en nooit veroude ren zal? Omdat zijn creaties ondanks kinderachtige intrige, ondanks grove effecten, ondanks armoedige tnilieu's, dat geniale oer-talent bezitten, 't welk ook Shakespeare's Clowns eigen is: in zooverre fs Chaplin klassiek d.w.z. van alle tijden. Soms is dit oer-talent duidelijk aan te wijzen, soms openbaart 't zich moeilijk en zeldzaam, maar 't is er altijd ! En zo» zullen de Max Linder's de Monty-Banks' de Half-Watts en wat er meer op 't oogenblik populair is, lang vergeten zijn als de kleine Oost-Londenaar nog in onverzwakte populariteit, op 't witte doek rondwaggelt. En hiermede moet ik afscheid nemen van Cha plin na 'n poging tot analyse, die uitteraard vluchtig en onvolledig moest blijven, 't Leek me echter de moeite waard deze merkwaardige figuur. die door Moïssiden grootsten filmkunstenaar wordt genoemd eens aan een ernstige beschouwing te onderwerpen. Tot m'n spijt kan ik u niet meedeelen met welke vrouw of-ie nou weer getrouwd is en hoeveel-ie aan belasting betaalt. Maar dat vindt u in iedere Bioscoop-rubriek, die zichzelf respec teert. J o R DAAN Correspondentie. W. Sies Nwnann Clüeagu (Illinois U.S.A.) Wel, wel zelfs in 't hol van den Leeuw vind ik medestrijders? Dank voor uw schrijven. Heb uitknipsels en citaten met belangstelling doorge lezen. M'n collegiale groeten ! Au«. vld Ven te Vu«!it. 't Door u bedoelde werk is mij onbekend en ik wil 't niet lezen ook, al is '1 zeker toevallig, dat de daarin ontwikkelde theo rieën de mijne zoo volkomen dekken. Maar 't lezen van film-boekjes en tijdschriften en revue's en krantjes laat ik liever aan anderen over. Ik heb diepen eerbied voor al die zaakkundige" belezen heid, maar 'n onbevangen, persoonlijke kijk op de dingen is ook wat waard weet u? Overigens dank voor warme sympathie. M. ter Braak te Eibergen. Dank voor uw reso luut brigade-aanbod. Ik waardeer de goeie bedoe ling ten zeerste, maar voor 'n ouwe heer als ik, is 't te militant. Bovendien zou 't maar reclame maken en dat is noch uw, noch mijn bedoeling. Persoonlijk kennismaken? Gaarne bij gelegen heid ! i Aan ;eer velen. Dank voor adhaesie ! Geduld wekelijksche rubriek komt te zijner tijd ! In volgend No. verdere correspondentie. HET LAND VAN REMBRANI) De uitgevers H. D. Tjeenk Willink en Zoon, te Haarlem, hebben van Busken Huet's Land van Reiubrand - niet een nieuwen druk laten verschij nen, maar de twee deelen van den vijfden druk, dien van 1920, in n stevigen stempelband samen gebracht. Het is nu al ongeveer veertig jaar geleden, dat Het land van Rembrand uitkwam, en het boek heeft nog niets van zijn frischheid verloren. Het blijft mrg altijd het boek over de beschavings geschiedenis van onze zeventiende eeuw; niemand heeft,na Huet, met zoovee! meesterschap, met zoo veel geest, de geschiedenis van ons volk in al haar verschijningsvormen beschreven. Ook in zijne nieuwe gedaante moge het tal van koopers vinden. Elk ontwikkeld mensch, wiens belangstelling ook naar onze geestelijke voor ouders uitgaat, behoort het te hebben gelezen. En het mag zeker niet ontbreken in de boekenkast van al wie in Nederlandsche letteren, geschiedenis of kunstgeschiedenis sttideeren of reeds leeraar of leerares in deze vakken zijn. Zij kunnen uit Ht-t Land van Rembrand nog altijd het best leeren, wat geschiedenis eigenlijk omvat, en zich daardoor hoeden voor een onderwijs, waarbij hetzij de poli tieke, hetzij de economische geschiedenis meer krijgt dan haar toekomt. De opmerking, die, bij een aankondiging van den vijfden druk in dit weekblad, werd gemaakt over de verwisseling der onderschriften bij de afbeelding van Rembratul's Staalmeesters en Thomas de Keyser's Burgemeesters van Amster dam is den uitgevers niet ontgaan. Zij hebben er in een verbeterblaadje de aandacht op gevestigd. K K K N K A M l' CADILLAC V. 63 Ieder, die het heeft gebracht tot een CADILLAC V 63, behoeft het op auto mobielgebied niet verder te zoeken. K. LANDEWEER - UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl