Historisch Archief 1877-1940
ff»?? ?
HAZEN-MIJMERIJ
(Charlvarius heeft elk jaar een hazendlneetje, waarbij hij een Rijm levert, dat verband
houdt met den hoofdschotel. Dezen keer droeg hij er het volgende vaers voor. Misschien
kan Iemand het dezer dagen voor een dergelijke gelegenheid gebruiken. Men zie ook
Ruize-Rijmen", blz. 207.)
Zoo zitten wij weer samen aan den hazendisch,
Den geest door goeden dronk noch hazengeitr verduisterd,
En gij verwacht van mij weer. als van ouds, naar 'k gis,
Een hazenmijmerij. Welnu dan, broeders, luistert.
Men kan de hazen vergelijken met den mensch.
Al wandlen wij, en springen zij, op andre wegen,
Wij hebben veel gemeen, als: den driednbb'len wensch:
Vrij leven, lekker knabb'len, en veel liefde plegen.
Wat voelt de haas zich iedren dag verjongd, versterkt!
Hij dankt er hartelijk voor het leven door te kniezen,
Besef dan ook, o mensch, hoe wonderwel het werkt
Van tijd tot tijd met moed het hazenpad te kiezen !
Dat doen we nu. Tenminste nummer n en twee.
Wat nummer drie betreft, zal ik mijn mond maar hou'en:
Er zitten ook getrouwde liên aan dit diner,
En die vertellen morgen alles aan d'r vrouwen.
Er is niet veel waarin de haas van ons verschilt,
We moeten op ons mensch-zijn niet te hevig roemen:
De haas wordt na zijn dood wij levende gevild,
Ik heb in dit verband 't woord fiscus slechts te noemen.
Dit is een onderscheid ik geef het gaarne toe,
Maar niet belangrijk, naar mijn onbescheiden oordeel,
En wat j' er dan ook over denken mag, en hoe,
Het is in elk geval dan toch den haas in 't voordeel.
En, denk ik aan een derglijk onderscheid als dit,
Dan kom ik als vanzelf op iets nog veel geringers,
Als: abnormale leden-Iengte, want die zit
Bij 't haas in d' ooren bij veel menschen in de vingers.
Het mannetje wordt rommelaar genoemd. Dat staat
In Koenen, en het komt van rammelen of Aay.en,
Welnu, ga naar het Parlement, of naar den Raad ?
Daar vin' je 'n overvloed van mannelijke hazen.
En wenden wij den blik naar 't teedere geslacht,
Al is de overgang natuurlijk iets verfijnder,
De sprong van haas op mensch is gauw genoeg volbracht,
Ziehier: van haas tot dakhaas, dakhaas kat.... we zijn d'r!
De haas is bang wij ook, loopt hard dat wij weer niet,
De haas wordt aangeschoten straks wordt 't ons verweten....
En dit tot slot van mijn wijsgeerig hazenlied:
Na 't sterven wordt het haasje ge-, en wij vergeten.
CHARIVARIUS
GHARIVARIA
Het borstbeeld, in wit marmer, stelt mr. Loder
voor, bekleed met toga en bef, de allerbeste van zijn
rechterambt." (Hbl.)
Natuurlijk. Zijn Zondagsche.
DE MEERLOOZEN
Moeten wij daarmede zonder meer meegaan?"
{(Versl. Hbl.)
Gij kunt u zonder meer nimmer aan uw verplich
tingen onttrekken." (O. H. C.)
Het verschijnsel wordt reeds nietj.langer als christe
lijk zonder meer gekenschetst." (Ing. Hbl.)
Naturalisme zonder meer." (Gr.)
AANEENLIJMSELS
De Indië-vliegers. De conducteur, menschenwijs,
knikt." (Hbt.)
De romantisch-classicus." (Zutph. Ct.)
De tin-meevaller." (N. R. Ct.)
DE FNAFFERS EN DE FNUITERS
,,De sexueele zedelijkheid in evolutie fnaf den primi
tieven mensch." (N. C.)
Fnaf de voorzijde van de fabriek." (Min. v. Just.)
Ze werd fnuit de hoogte door Jeanne behandeld."
(Astra)
Het boek is fnult een warm gemoed geschreven."
(Ps. en Neur. BI.)
MEEM AAKSELS
,,Hij heeft de verschrikkingen van den oorlog mee
gemaakt." (N. R. Ct.)
Wij maken een hangen tijd mee." (Astra)
Wij hebben het voorrecht gehad den heer v. Nispen
ais Kamerlid mee te maken." (Vad.)
Zoo'n spannenden wedstrijd als wij gisteren avond
meemaakten, hebben wij nog nooit gezien." (Hbl.)
Journalisten zijn van die bevoorrechte stervelingen,
die een groot deel van het werk en het spel van allerlei
categorieën van menschen meemaken, zonder er zelf
aan mee te moeten doen." (H. D.)
VROEGRIJPE KINDERTJES
Bep Spanjaard, Bep van der Meulen, Bep Cense,
Mies van der Burg, Wim de Groot." (Verloofd)
Fie M. Alandt, Miep Huygens, Oer Hasper." (Onder
trouwd)
Mies G. Salm." (Getrouwd)
ONZE ADVERTEERENDE HUMORISTEN
Die aan huis wat^te slachten heeft, wordt door mij
vakkundig, tegen billijken prijs en volgens landswetten
geslacht en ingelicht." (Adv. Eïndh. Dbl.)
Te koop lichemeaux." (Adv. Held. Ct.)
Wegens onpasselijke handeling van J. Smit een
meisje gevraagd ^voor hulp in de huishouding, liefst
van chr. beginselen." (Adv. Bolsw. Ct.)
CORRESPONDENTIE
G. te A. Hebt u al opgemerkt hoe snel het aanta"
werelden toeneemt? De Tel. had het dezer dagen over
een bekend figuur in de hondendresseurs-wereld." N//
de zaak in dit stadium gekomen is, kan zij naar mijne
meening uw aandacht waardig worden gekeurd."
Antw. Ja. Men sture mij knipsel?.
PEDANTE PIETJE'S
PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN
(13 jaar)
(Ongecorrigeerd)
(Niew-neederlans)
XXXII.
Lekker kersvekansie. En omdatte me rappor op
slot van reekkenink tognog meeviel mag ik uit
losjeeren. Dr was niet veel keus. In de
teegeswoordige tijje sterreve de femiellie-leede uit die
dr opgestel zijn om een bloedverwant met de kers
vekansie te losjeeren te krijge. Volleges de
ooverleevering teminste as je je ouwers mag gelove was
datte anders. Met n zuur gezig schreeve me oom
en tante uit Dehaag: nou laat Pietje dan maar
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25b" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
de kersvekansie bij ons komme doorbrengc maar
astie kutire hét zette we m zoo weer op de trein
naar Amsterdam terug." Wat die hagenaars zig
wel verbeelde. Assof wij geboore Amsterdammers
onze neuze niet optrekke voor die kouwe hêgse
drnkkie. Maar ik mot zegge dat t n aardugge stad
lijkt seeder ik dr seeder gister ben angekomme.
Tante kwam me van de trein haale want Moes
had blijkbaar geschrecve dat dr n oogie op me
gehouwe mos worde. Daarom zee tante ook mei n
stem zoo zoet as n lollic: ,,Pietje mos tante maar n
hand geeve want t is hier in Dehaag nogal druk op
straat." Waarop Pietje netjes antwoordde: Lieve
tante, we praatte in Amsterdam haas oover niks
anders dan de Haagse drukte, maar nou Pietje
t zellef anschouwt valt de kouw me noggal mee."
We zijn toen eers door wat nauwe straate as de
Kalleverstraat naar t Binnenhof getrem. Tante
zee dat hier de Istc en de 2dc Kaamer zetelde en
of ik daar op school allis van had gehoor? ,,Nce,
zeit Pietje, bij ons op school hoore we alleenig
maar van de beste kamer." Tante keek sip want
me broer Sjaak had me al gezeit dat die Haagse
tante niet teege n vies grappie ken. Mot je dan r. e t
Pietje hebbe. Toen tante me dan ook wijs op n
klein eilandje dat die hagenaars noottaabcene n
vijverberg noeme zie ik daar n oojevaar staan. He
tante, zee k, geloove de hagenaars daar nog an ?
Dan benne we in Amsterdam veel meer
ge-eemansiepeer." Maar tante kreeg n kleur as n boei. Want
ze hét tot nog toe geen kindertjes gehad al is ze
al n jaar of zestig. Daarop zijn we door de gevange
nepoort gewandeld die ze vlak bij t stanbeel van
Jan de Wit hebbe opgerig as padvinderstehuis
voor de haagsche jonges van Jan de Wit. Dr is
daar net n niewe verkeersweg zonder smcerus
gemaak voor trems en autobusse. Want die hèje
in Dehaag nog veel meer as bij ons in Amsterdam.
Daar staat nog n ander standbeel van zwart
bordpepier bij met n generaal die telkes zn steek
afneem voor iedereen die de poort onderdoor gaat
of dr omheen rijdt. Daarom houdtie zn steek maar
agter mekaar in zj hand. En dan liet tante me de
lange en de korte poote zien. Nou, zee Pietje,
die Haagse dames op straat laate meer van dr
beene zien dan bij ons, maar in Amsterdam zouwu
we dr tog geen poote teege durreve zegge." Toen
kreeg tante weer n kleur want ze draag
vlceskleurige kousen omdat ze n egte Haagse daame is.
Van Oom vertel ik n vollegende keer. Die hét
beloof me de kooningin en jtilieaantje te laate
zien. Maar die kenne we uit Amsterdam net zoo
goed. As t teminste dezelfde gekroonde hoofde
benne. En dan zaldie me ook de noordzee laate
zien en t vreedespalijs en de hertekamp. Maar
Pietje hét zn Oom gevraag of die 1ste of 2de
Kaamer geen zittinge hadde? Toen las Oom de
krant die t vaaderlant biet dat de indiese begn
oting wier behandel en of Pietje daarin belang
stelde? Waarop Pietje as antwoord teege zn Haag
se Oom: 'n Amsterdamse jonge stelt ooveral
belang in en boovedien tree Pietje geduurende
de Kersvekansie op as spesijaal koolooniejaa!
korresponden in Dehaag van de ..groene."
P i i: r | i;
De plaggenhut
Door boom noch struik, noch heuvelrug beschui,
ligt tusschen ruwe, woeste heidebrokken,
van dennestam en zoden opgetrokken.
de plaggenhut.
Bedekt met mos is 't kromgetrokken dak.
Begroeid zijn ook de kille aarden wanden.
Diep zakt ze weg en dreigt /e (e verzanden
gelijk een wrak.
Een vlakte, eind'loos groot; zoover men ziel
geen huis of schuur, geen spitsje van een toren.
De lage stulp, ze gaat er in verloren,
verzinkt in 't niet.
De weg, die naar bewoonde oorden voert?
Een simpel karrespoor, reeds lang vergeten;
't Is met de hut, slechts wein'gen die het weten,
als saamgesnoerd.
Wat ligt er over deze streek gespreid,
waarvoor de machtigsten zich moeten bukken ?
Wat, altijd door, den mensen het zwaarst' zal
drukken,
de Eenzaamheid.
B E ]< N A R D B f) r; i. i; N