De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 december pagina 5

20 december 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2480 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND oprichting van de nieuwe Amsterdamse hèschool. Het verzet heeft niet gebaat; de opening van het athenaeum is er alleen door vertraagd tot den 8 Januari 1632; het is de dag, die nog telken jare door de universiteit dankbaar en feestelijk wordt herdacht. Het is hier niet de plaats om de geschiedenis van het athenaeum te beschrijven of zelfs maar te resumeeren. Wij moeten ons alleen een voor stelling maken van de inrichting van de oude Agnietenkapel als athenaeum. Hoe die was, leert ons Commelin: Des in den jare 1632 beslooten en bij de zes en dertig Raden vast ghestelt zijnde een gymnasium ofte doorluchtige schoole op te rechten: zoo wierdt daartoe de kerck van St. Agnieten klooster verkooren; na de veranderinghe des godts-dienst geweest zijnde het packhuys voor de gemachtigden ter Adiniraliteyt, om scheepsghereetschap te bergen; dit opgheruymt heeft men in drijen verdeelt; het onderste tot een packhuys latende, zijn uytgang en opslagh op de westzijde van de Oude Zijdts Achter burgwal hebbende, het tweede verdiepte tot het auditorium of lesplaatse met stoel, banken en andere nootzaackelijckheden, bequaam makende; het derde en bovenste tot de ^biblioteek, boeckerij ofte boeckkamer latende." w Feitelijk beschikte het athenaeum slechts over n enkele verdieping in de oude kapel; want al was de bibliotheek ook voor het onderwijs van groot belang, een wetenschappelijke boekerij in den gewonen zin was de oude stadsbibliotheek toch niet; nauw verband bestond er tusschen athenaeum en boekerij dan ook niet, ten minste niet geregeld. Op die eene verdieping beschikte het athenaeum slechts over een groot en een klein auditorium. Wil men dat feit op de juiste waarde schatten, dan bedenke men vooreerst, dat het getal hoogleeraren oudtijds belangrijk kleiner was dan tegenwoordig. Het athenaeum begon met slechts twee hoogleeraren. Op het einde der zeventiende eeuw was dat getal gegroeid tot acht. Maar toen kwam het groote en ernstige verval. Toen het athenaeum in 1732 zijn eerste eeuwfeest vierde, waren er evenveel hoogleeraren als een eeuw vroeger. Een eeuw later, in 1832, telde de orde der professoren dertien leden. Maar meer hoogleerartn heeft het athenaeum toch zelden gehad. En daarbij m<;et men bedenken, dat het grootste deel der hoogleeraren buiten het athenaeumgebouw college gaf. Natuurlijk werkten de medische hoogleeraren in het gasthuis; de ana tomie had een eigen lokaal. De overige professoren gaven hun colleges veelal thuis. Zo» bleef e Agnietenkapel in hoofdzaak bestemd voor die plechtigheden en bijeenkomsten, waarvoor een grootere zaal noodig was, oraties, promoties, disputaties en dergelijke. Zoo is de toestand meer dan twee eeuwen geble ven. Eerst in 1838 kwam de eerste groote veran dering; de bibliotheek werd toen verplaatst naar de bovenverdieping van het nieuwe paleis van justitie aan de Prinsengracht; het athenaeum werd daardoor aan meer ruimte geholpen. Intusschen kan het niet verwonderen, dat deze verruiminig slechts voor eenige jaren uitkomst kon geven bij de reeds toen stijgende behoeften van onderwijs en wetenschap. Al spoedig werd dan ook aangedrongen op de verplaatsing van het athenaeum naar een meer geschikt gebouw. Dat geschikte gebouw werd gevonden in den ouden garnalendcelen aan het Singel hij het Spui. Daarheen werd het athenaeum in 1864 verplaatst. Daarmede begon voor de oude Agnietenkapel een moeilijke tijd. In 1804 werd er een openbare lagere school voor jongens in gevestigd. In 1889 werd de jongensschool verplaatst; in plaats KERSTMIS IN DE KATHOLIEKE PARTIJ Teekening voor de Amsterdammer' door L. J. Jordaan V'AI.se 11 ! van de jongens kwamen er meisjes in het oude gebouw. Deze meisjesschool is in 1913 opgeheven. Toen werd op aandrang van den academi-chen senaat door den gemeenteraad besloten de eer waardige, maar ernstig vervallen kloosterkapel te rcstaurcercn uu beschikbaar te stellen voor het universitaire onderwijs. Alzoo is geschied. De oude Agnietenkapel vertoont zich thans in verjongden luister, zelfs in fraaier en aantrekkelijker bouw dan zij ooit sedert de zestiende eeuw heeft gekend. H . B R u c; M A N s ROOKT Het Agnietenklooster volgens de houtsnêekaart van_Cornelis Anthonisz NIEUWE BOEKEN JI:AN CAPAKT, Tut-iiiicli-uniini, met l (i platen, benevens drie' brieven uit Luxor van Ma re ei Ie1 Werbrouck. Vertaald en ingeleid door Henri Asselbergs. Amsterdam, van Munster's uitgeversmaat schappij. De vier evangeliën en tl f Openbaring run juluni/iei, met twee en vijftig afbeeldingen naar de houtsneden van Albrecht Diirer. Amsterdam, Schel lens en iltay Nijkerk, O. F. Callenbach. Deze uitstekend verzorgde Uitgave van de vier evangeliën en de openbaring van Johannes is S1-'llustreerd met vijftig reproducties naar afdruk ken van de door Albrecht Diirer gesneden hout blokken. Het zijn teekeningen van 18 x 28 cM.; tekst en platen zijn in zwart gedrukt, terwijl elk hoofdstuk begint met een in rood gedrukten letter. Het boek is gebonden in voornamen zwarten band met gouden opdruk. Thuis in de Wildernis, door WILLIAM J. LONG. Vertaling van Clia Stoffel. Geïllustreerd. Rotter dam, W. L. en J. Brusse's uitgevers-Mij. Kunst en scholastiek, door JACQUES MAINTAIN. Inleiding en vertaling van C. A. Terburg O. P. met 24 platen. Amsterdam, van Munster's uit gevers-Mij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl