De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 december pagina 6

20 december 1924 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AM5TEKDAMMÏ1K, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Nol 2480 VAN . Z. .. AALT3É"f-* UKNI6E KEUKENMEID. Aaltje ! Ja^ mevrouw! Zoo gaat het den godganschelijken dag. Dan is het om lucifers en dan om sigaretten. Sigaretten ! Mijn mevrouw zaliger had zoo iets moeten beleven. En dan is het om een boek dat ze kwijt is en dan weer is het een jarretel, die zoek is. Ik zeg maar, een huishouding zonder orde en netheid en zonder kinderen is niets gedaan. Wij hadden negen kinde ren en allemaal zijn ze netjes terecht gekomen. Niet ik had ze, ik bedoel mijn mevrouw zaliger. De oudste jonge meneer is directeur van de Bank op de Heerengracht en de oudste jongejuffrouw is getrouwd niet een aanstaand minister, hebben ze me verteld, en als ik ze tegenkom en ze loopen, want ze hebben allemaal auto's, dan houden ze me staande en vragen altijd steevast hoe het me gaat en wat moet ik dan zeggen? Dat het me niet naar de vleeze gaat? Dat kan ik voor de lieve kinde ren niet over mijn gemoed verkrijgen. Pierre, de derde zoon, was altijd dol met me en als ik dertig jaar geleden niet zoo'n verstandige meid geweest was, zou ik me waarachtig wat in mijn hoofd heb ben kunnen gehaald hebben. Nu is hij getrouwd ?met een dochter van den directeur van die groote booten op Indië, die op het Museumplein woont en ze zeggen dat hij een paar miliioen te wachten heeft als de oude mevrouw de oogen sluit. En nu zal u vragen waarom ik niet bij een van die negen in betrekking ben. Omdat ik met al die aangetrouwde dames en heeren niet goed kon opschieten. Dat is de foef. Maar als ik alles vooruit geweten had! Aaltje ! Ja mevrouw ! Heb je mijn knoopenhaakje ook gezien? Ja, mevrouw, ik denk onder de spiegelkast. Nu vraag ik je ! Het is mijn gewoonte niet uit mijn dienst te kletsen. Dat past voor een ondergeschikte niet. Maar je gemoed schiet soms wel eens even vol. Ik zal geen kwaad van ze spreken maar ze zijn zoo onrustig. Ik heb het al eens tegen mevrouw gezegd: u moest een hok met kinderen hebben. Toen lachte ze. Kinderen hinderen, zei ze. Hoe kan ik 's middags in Trianon zitten als ik een aan de borst, een op mijn schoot en een aan mijn rokken heb hangen? En hoe kan ik 's avonds dansen als mijn twee kleintjes de kinkhoest hebben? U zou veel gelukkiger zijn, mevrouw, zei ik. Maar zouden de kinderen gelukkiger zijn? vroeg zij. De arme schapen, dacht ik, misschien heeft ze wel gelijk. Aaal i Ja, mevrouw ! Ik zie mijn poederdoos niet ! Misschien in het nachtkastje, mevrouw. Daar heb ik hem gisteren gezien. En meneer? Een best mensen. Altijd beleefd. Maar hij heeft r.iets in te brengen. Zij heeft de centen meegebracht. En dan zijn ze allebei artistiekerig. De hemel zal-je bewaren. Als ze niet zingt, speelt ze piano of ze zet die misthoorn zoo noem ik dat ding op Amerika, zegt ze en ze begint te dansen. Als je het maar gelooven wil. Aaltje'! Ja, mevrouw ! Aal, om zeven uur diner vanavond. We bren gen een paar gasten mee. Ja, mevrouw ! O, die gasten ! Elke dag een of andere snurker. Soms drie of vijf tegelijk en dikwijls met van die rare modellen. Mevrouw zaliger zou d'r in d'r graf omdraaien als ze wist dat Aal zulke dames bedienen moest. Ik zal van hun fatsoen niets zeg gen. Daar kun je tegenwoordig niet van op aan' Want die er het fatsoenlijkst uitzien, zijn dikwijls de ergste. Maar ze zijn zoo vrij met de heeren en altijd dat rooken en de beenen over mekaar met die korte rokken en dan de poesjes die ze meedrinken. Ik heb nognooit sterke drank of spiritua liën over mijn lippen gehad behalve n keer, toen ik met meneer Pierre alleen thuis was en die me wijn liet drinken, en dan natuurlijk ambtshalve, zobals mijn zwager zegt, als ik een rumpudding proeven mnet, maar ik zeg je dat de dames tegen woordig tegen de heeren opdrinken. Wat meneer eigenlijk doet, weet ik niet precies. Ik geloof dat hij in de politiek is en ook aan de Beurs schijnt hij zaken te doen. Dat kan niet samengaan, zei mijn meneer zaliger. Of de Beurs en dan verdien je geld als je op je zaken past, Of de politiek en dan raak je in de misère, ook al pas je op je zaken. Maar allebei bestaat niet. En dan schijnt mevrouw boeken te schrijven. Er slingeren er een paar in de voor-suite en ik heb ze eens in gekeken, maarer niets van begrepen. Ik geef ieder graag het zijne en ik ben niet zoo ouderwetsch of ik weet wat er in de wereld te koop is, maar dat een getrouwde vrouw die in de Waldeck-Pyrmontlaan woont, zulke gemeene boeken schrijft, dat vind ik meer dan erg. En zoo jong neg. En dan al die rare schilderijen er» beeldjes die overal h?ngen of staan. Ik vind het zondig al die bloote menschen, want ze wekken maar slechte gedachten op. Meneer vroeg van de week of ik niet een paar van die nakende kerels in de keuken wilde hebben. En mevrouw lachte en zei dat het me mooie gedachten zou geven bij het koken, maar ik denk dat de boel zou aanbranden als ik naar die beeldjes keek en ik zeg dat ik niet voor niets achtenvijftig jaar ben geworden en jong meisje ben gebleven. Daar ben ik trotsch op, al moet ik zeggen dat toen dertig jaar geleden meneer Pierre.... Een mensch is geen aardappel, ook al ben je ondergeschikte. Ik verwacht vanmiddag gasten. Ik ben benieuwd wat dat nu weer voor snurkers zijn. ALIDA ZEVEN B OOM P.S. Meneer Pierre, die ik van de week tegen kwam, heb ik verteld dat ik mijn levenservaringen ging te boek stellen en dat ik ze 's nachts op mijn kamertje schrijf, als er tenminste in huis niet ge danst wordt.,.Weetje hoe je ze dan noemen moet?" vroeg hij. Noem ze: ,,Het nachtboek van Aaltje de zuinige Keukenmeid". Hij lachte en drukte me een rijksdaalder in de hand. Zoo is hij. Maar ik weet niet of de redactie het wel goed zal vinden. A A L OPEN BRIEF AAN DEN HEER JOHAN DE MEESTER Hooggeachte Heer en Collega, Men behoeft niet de theorie der twee vader landen" aan te hangen, om te erkennen, dat elk beschaafd volk en elk beschaafd inensch in IK t fransch vernuft een zijner geestelijke bevrachters heeft gevonden, gelijk in het duitsche denken, den Engelschen levensvorm, de lraliaan;che schoon heid. En men behoeft niet blind te zijn voor de eigen schappen, die andere diplomatieke vertegenwoor digers aan den dag leggen, om te erkennen, dat de aftredende Fransche gezant de lieer Charles Benoist op geniale wijze de fransche belangen hier te lande heeft gediend en door zijn inncniendheid zich hier talrijke vrienden heeft verworven. Maar de fijntjes glimlachende fraiiïchnian gij houdt het mij ten goede, geachte collega , moet toch, bij het aanhooren van uwe rede namens het genootschap Nederland?Frankrijk te Rotter dam, wel even gedacht hebben: jongen, jongen. die Hollanders blijven toch altijd des demfboches". Want die rede, de waardeering v.-or haar bioemrijken stijl verbiedt niet, dit op te nierken, heeft uitgemunt door een zoo eerbiedige onder danigheid als tot dusver alleen aan de .,.\iler Hoc hst Gnadigen" door hun bevende bescherme lingen Werd betoond. Gij kunt haast geen woorden vinden, om de diepe gelukzaligheid te uiten over het feit, dat de gezant, voordat iiij zich ais particu lier voor goed in ons land vestigt, een .gezellig kopje thee komt drinken tusschen wat gemoedelijke Rotterdammers, en ge zijt bijna beducht, dat Zijne Excellentie zich al te zeer heeft vermoeid op zijn gezellige reisjes ter verkenning van zijn diploma tiek ress-'irt, waaraan de heer Benoist clie een vlot lever en belangstellend tijdgenoot is, toch ook wel zijn genoegen zal hebben gehad. Nu staat het u vrij, geachte collega, een Fransch diplomaat naar Duitschcn trant te- begroeten, al zijn wij Hollanders gewoon zulke begroetingen wat kalmer te houden en doet het eeiiigszins pijnlijk aan, een kunstenaar van uwe beteekenis, een van de Koningen des levens", zooals van Uevsscl de kunstenaars noemde, den rug te zien buigen v<«oeen diplomaat, zooals een plattelandsburgemce-ter dat pleegt te doen. Maar wat u niet vrij staat, en waartegen het nationaal geweten in opstand komt, is, dat ge, in uwe Rotterdamsche rede uw eigen land, welks taal de bouwstof is voor uwe eigen, voortreffelijke wer ken, hebt miskend en gekleineerd. Dat ge uw eigen land belachelijk hebt gemaakt door bij deze gelegen OOKTfRED:J ROESKE ZANDBLAD - SIGAREN 8 en10 ets heid te herinneren aan een weinig-hoofschen voor vader uit de zeventiende eeuw, die de kracht kende der kleine, machtige republiek welke hij vertegen woordigde, door uit het mooie boek van Asselin, juist die fragmenten te citeeren, die ons verachte lijk voorstellen, in plaats van die vele andere passa ges, waarin hij komt tot de erkenning der groote waarden van het moderne Holland.. .., dat alles zal de heer Benoist indien hij, en wij twijfelen daar niet aan, een rasecht Franschman is, niet weinig genoegen hebben opgemerkt. Want een Fransch man is nimmer hoffelijk ten koste van zijn eigen land. En aan het slot uwer rede roept ge uit: Twee deviezen zijn het program van Nederland?Frank rijk: Leve de Fransche letteren, leve het Fran se hèvernuft !" Ook ik hoop op den gestadigen bloei der Fransche cultuur, maar: Nederland Frankrijk houdt eene betrekking van wedcrkeerigheid in zich gevat. Goddank ! zijn wij nog geen geestelijk wingewest van Frankrijk, evenmin als Wij het ooit van Duitschland willen zijn. Ik grond mijn oordeel over de gelijkwaardigheid onzer eigene cultuur met die der Franeclien, op lang durige gedachtenwisseling met vooraanstaande Fransche literatoren. Frankrijk heeft een even groot, zoo niet grooter belang, zich te verrijken door onze cultuur als wij het hebben bij eene ver rijking door de Fransche, en het lijkt een weinig gracieuze waardeering van 's Heeren Benoist's arbeid onder ons, die wederkeerigheid uit te schake len. Het gevoelen van vele goede Hollanders, die door uw slaafsche rede gekwetst zijn en van vele goede Franschen, die weerzin hebben tegen de ver loochening door een volk van zijn eigen nationali teit, deed mij naar de pen grijpen. En, was ik heftig, wil mij geachte collega gelooven, dat de scherpte van mijn aanval bepaald werd door mijne waardeering voor uwe fchrijverspersoonlijkluid, die niet in overeenstemming is met dit slecht hovelingengebaar. Met gevoelens van hoogachting en van eene waardeering, die incidenten overbrugt, ben ik L'w jongere collega, F. H. R i T T i: R Jr. 75 ets. par */» Eng. pond. RECLAME Eetkamer-Ameublement NEDERLANDSCH FABRIKAAT Buffet, Taf el met 2 uitschuif bladen, 4 Stoelen, 2 Fauteuils COMPLEET f295.-. SPIEE's MeflMleerinrictóini Haarlemmerstraat 78 TELEFOON 4-6-4-2-7 ? AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl