Historisch Archief 1877-1940
No. 2480
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS'
Maublleering-MI].
AMSTERDAM
OOMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tal. 44541
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Leldschestraat 22 - Amsterdam
REG.BREESTRAAT 35
157.
KORTING
OP ALLE
TRICOTONDERGOEDEREN
Spoors
Mosterd
Vraagt Uw leverancier uitsluitend
Delftsche Slaolie
EXTRA
i/1.20 perheele. /0.75per halve
Irlesch (verpakking inbegrepen).
N
Delftsch Plmtenvet
DELFIA
?0.58 per tablet van
% K-G. netto.
LET OP HET
GEDEPONEERD HANDELSMERK
Het feit, dat er dagelijks meer
WHITE
VRACHTWAGENS EN OMNIBUSSEN
op den weg verschijnen, spreekt voor zich zelf.
De prijzen zijn concurreerend.
ALLEENVERTEQENWOORDIOINQ VOOR NEDERLAND:
N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Maatschappfl
ALLEEN: AMSTERDAM, Jacob Obrechtstraat 26, Tel. 22507,
UTRECHT, Nachtegaalstraat 55, Tel. 3061.
Geen filialen, ook niet in andere plaatsen.
IN 'T HART VAN 'T LAND
Als, een groote dertig jaar geleden, Heimans en ik
eens een dag wilden hebben van groot en bijzonder
genot, dan gingen we naar het hooge veen" in de
naaste buurt van Amsterdam, dat is het Soester
veen. We namen dan den trein tot Hilversum,
kuierden langs den zandweg naar de Lage Vuursche,
snuffelden onderweg eventjes om het Groote
Waschmeer (sedert bedorven) en dwaalden dan
door de bosschen van de Lage Vuursc hè, altijd maar
min of meer op goed .
geluk af naar het Zuid- $
oosten, tot we den
straatweg bereikten
van Maartensdijk naar
Soestdijk en dan had
den we gauw ons
veen te pakken, dat
aan zijn westkant be
grensd is door een
mooie rij van hooge
beuken. Naar het Oos
ten zie jeden
Soestereng omhoog gaan en
dan naar links het
historische Lazarus
bergje. Het veen zelf
lag in die dagen een
zaam en verlaten, met
hier en daar wat
turfhoopen en naar den
Soester kant enkele
lage stulpjes met
witgekalkte muren en
rieten daken.
We vonden kleine
wegjes, die het veen
in leidden en die lie
pen wel eens blind te
gen een grootenput vol
donker veenwater, en
daar ging je dan langs,
om weer uit te komen
tegen een sloot je, waar
je met vreezen en be
ven over sprong, want
je kon nooit weten of
die lage overkant wel
stevig genoeg was.
Dan rustten we weer
eens uit bij een geurig f
groepje van elzen niet
varens en kamper
foelie of in een nog
geuriger berkenboschje of bij een paar oude
kreupeldennen of aan de zonzij van een
turfhoop, waar hagedissen en hazelwormen zich
koesterden en groote kleurige zweefvliegen
,,luidkeels" zaten te zingen, zonder dat je kon zien,
hoe dat eigenlijk toeging. Een raar gezicht, zoo'n
groote vlieg met wespenkleuren, roerloos zittende
op een brok turf en schriller fluitend dan de be
roemde cicade. Je vindt hem bij ons eigenlijk alleen
in de hooge venen, hij heet Sericomyia borealis.
Die bijnaam vertelt u meteen, dat deze venen een
toevluchtsoord zijn voor de planten en dieren, die,
zooals het heet naar het Noorden worden ver
drongen.
Het Soesterveen was dan ook echt voor ons een
planten- en dierentuin van grooten rijkdom, een
opeenstapeling van allerlei, dat je in de gewone
bosschen, op de gewone heiden te vergeefs zoudt
zoeken en dat alles in een overvloed en weelderig
heid, die ons deden denken aan tropische
groeikracht. Het veenmos vormde er hooge kussens of
drong in deslooten door en maakte daar een groene
brij van, waaruit dan weer opeengeperste bundel
tjes even omhoog staken, juist hoog genoeg, om
de bruine, glimmende bolle, sporendoosjes boven
het water uit te krijgen. Een andere sloot was vrij
van veenmos, maar lag vol met lange slierten van
het kleine Blaasjeskruid, dat aardige gele,
leeuwenbekachtige bloempjes op ranke steelt jes een vinger
hoog boven het water hief en in het water zelf met
heele trossen van vangblaasjes de kleine
schaaldiertjes of jonge vischjes belaagde. Ook op het
land ontbraken de vlecschetende planten niet:
rondbladige zonnedauw, middelste zonnedauw en
de smalbladige zonnedauw, deze laatste alweer
een echte" plant voor het hoogveen. Sommige
plekken zagen rood van al de klierhaartjes van die
zonnedauwen. En een nog mooier rood was dat van
de veenbes, het sierlijk plantje dat over de
veenmoskussens kruipt en in den voorzomer vol zit met
mooie vierpuntige rose bloempjes van de
kleurkwaliteit van cyclamen. En dan de struiken van
Andromeda met nog mooiere hangende bleekrose
klokjesbloemen en blauwgroene stijve, half
omgerolde blaadjes. Orchideeën waren er natuurlijk
bij de vleet, zoowel de mooie, zoo gewone en toch
zoo moeilijk te ontwarren handekenskruiden als
de zeer, zeer zeldzame Malaxis paludosa, een klein
bleekgroen plantje, dat maar weinig bekoring van
schoonheid geeft, maar indrukwekkend is voor
verstand en verbeelding, een waardig metgezel
van Sericomyia borealis. Ja, je moet er wel voor
opgevoed worden, of, wat nog beter is, jezelf ertoe
opvoeden om al die dingen naar waarde te
schatten en te begrijpen dat in zoo'n stukje hoog
veen eerbiedwaardige wereldgebeurtenissen plaats
hebben, groei van nieuwen grond, bloei en onder
gang van plantensoorten en dierensoorten, juist
zooals dat millioetien jaren geleden op grooter
schaal gebeurde, toen de steenkoolbeddingen
,,gegroeid" zijn. Hoe leerzaam en hoe schoon, dat
dit kleine veentje ons inzicht kan geven in een
belangrijk deel van de wordingsgeschiedenis onzer
aarde. Hoe geriefeliik ligt het daar, gemakkelijk te
bereiken vi.i.r Amsterdammers, t/echtenaren,
Amersfoorters.
Als wij er in later jaren kwamen, ontdekten wij
wel eens, dat er ten stukje was ontwaterd en ont
gonnen, maar buitengewoon snel ging dat toch
niet en Heimans heeft tot zijn dood toe nog volop
genoegen gehad van het Soesterveen. In de laatste
tien jaar echter is er druk aan de randen geknab
beld en als we niet oppassen, dan raken wij ook
dit juweeltje kwijt, in het hartje van het land.
Er is ook reeds beweerd, dat het Soesterveen
nu al te klein is, om behouden te kunnen blijven,
met al zijn mooie planten. Daar is gelukkig niets
van waar. Deze veentjes hebben een merkwaardige
zelfstandigheid en levenskracht en zoolang ze
hun water houden, bewaren ze ook al hun planten
en dieren, al zijn ze niet grooter dan enkele
hektaren. Ik ken een veentje in de buurt van
AmsterSERICOMYIA
dam, dat is nu wel geen hoogveen, doch overgangs
veen, wat haast op hetzelfde neerkomt en daar
hebben nu, naar ik uit eigen aanschouwing weet,
de mooie planten het al zevenenveertig jaar
opperbest uitgehouden, dus natuurlijk al veel langer,
want toen ik het leerde kennen, was het reeds
wondermooi. Zelfs in den drogen zomer van 1922,
toen de meeste vijvers van de buitenplaatsen in
de buurt droog lagen, vertoonde het Soesterveen
nog een verrukkelijke bloemenpracht, waarvan
we des te meer konden genieten nu het door de
droogte gemakkelijker begaanbaar was. Al de
bovengenoemde planten waren nog present,
zelfs de begeerlijke Malaxis. Het zag er op sommige
plaatsen blauw van de groote klokjesgentianen,
die zoo graag met hun voeten in de nattigheid en
met hun kop in de felle zon staan. Troepjes van
Pirola stonden gerijd tusschen de geurige gagel en
het wollegras van het hoogveen deed er zijn plui
men wapperen. Sericomyia zong weer het hoogste
lied; hij had den moed nog niet verloren.
Ik ook niet. Het moet wel mogelijk zijn, om dit
mooie rijke veentje te behouden, liefst tegelijk met
de Lange Duinen, als aanvullend contrast. Doordat
het een kornveentje is, bestaat er weinig gevaar
voor ontwatering. Alleen zouden we ervoor moeten
zorgen, dat er van het omliggend hooger land geen
rioolwater of mestwater op neersijpelt. De hooge
venen kunnen leven van dauw, nevel, regen en
misschien een beetje stof. In West Europa zijn de
menschen druk bezig, om deze mooie
levenseenhcden te vernietigen en hun vernieuwing te
verhinderen en dat is wel jammer, want juist in
ons klimaat zijn de hooge venen op hun mooist.
Er bestaat dus alle reden voor het stichten van een
natuurmonument Soesterveen Lange Duinen,
vooral ter wille van velen uit de paar nülliuen
menschen, die huizen binnen een kring van dertig
kilometers radius rondom die zingende zweefvlieg
J A c. F. T n ij s s i;
i. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAB-DEN HAAO
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND