De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 27 december pagina 12

27 december 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12T DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2481 t" fe ... . DRAM ATI/CHE KRONIEK VEREENIGD TOONEEL. ,,St. Joanne," door Bernard Shaw. Naar zijn gewoonte deed Shaw een lijvige voorrede aan de verschijning van zijn werk vooraf gaan, met veel geest, veel wetenswaardigs en veel overbodigs, waaruit wij als het voornaamste ont houden, hetgeen reeds in de onderscheiding: ,,a chronicle play" staat uitgedrukt, dat hij bij deze reconstructie der geschiedkundige gebeurte nissen ? of mogen we toch maar blijven zeggen: der legende?; wat de eeuwen aan jeanne d'Arc deden maakt de knapste archivaris niet op eenmaal ongedaan heeft willen geven getrouw naar de authentieke bronnen, de heldin bevrijd van het romantisch-mystisch aureool, waarin de volks verbeelding, gesteund door de litteratuur, haar altijd gaarne zag. Hij spreekt dan ook van the real Joan." En naast deze commentaren van den schrijver, vormde zich reeds een kleine lit teratuur rondom dit werk, dat sinds de eerste op voering begrijpelijkerwijs vele gemoederen in be weging bracht. In een opstel The two Joans" vergelijkt o.a. John Middleton Murry Shaw's Heilige" met de Jeanne d'Arc" van Anatole France, een boek, door Shaw zelf, naar den aard des Franschen schrijvers: partijdig" genoemd anti-clerical, anti-mystic." (Sic!) Wij moeten ons van al deze bedoelingen, in zichten en gezichtspunten losmaken, religieuse en politieke gevoelens, en ook gevoelens van piëteit, terzijde stellen. In hoever dit werk berust op zuivere gegevens anno 1439?1431, interesseert mij bij dit wonderbaarlijk geval ook niet over matig, gegevens kunnen bovendien voor een tooneelschrijver nooit veel meer dan de aanlei ding" zijn. Bepalen wij ons daarom tot deze ne vraag: heeft Shaw de figuur van Jeanne d'Arc voor ons gevoelen geschaad of gebaat? Heeft hij haar groot" weten te maken op dezen verkorten afstand, stellend een zekere realiteit vóór het vizioen, kwam zij, de eerste martelares voor het protestantisme" ons nader? De nimbus, die om den naam van Jeanne d'Arc hangt, is afgescheiden van mystieke vereering, van clericale overtuiging of romantisch chauvinis me, onmiskenbaar: een dichterlijk aureool. De geheele meer of minder waarschijnlijke complicatie van haar verschijning en optreden, wekt voor La Pucelle" de eerste vrouw met pagehaar tegen den achtergrond van de kathedraal van Reims, nu eenmaal andere gevoelens in ons dan het lotgeval van bijv. Kenau Simons Hasselaar op Haarlem's wallen, al was die misschien even dapper, en heel wat minder hoovaardig. En die gevoelens zijn ten slotte óns heilig omdat het een idealisme raakt (een vermooiing van alle mogelijk heden) dat ons als een kant-en-klaar geschenk van de eeuwen toeviel, een kunstwerk van het leven zelf. De eerste bedrijven van St. Joanne" heb ik in dit verband niet kunnen verwerken. In zijn ijver het ongewoon meisje te verklaren" ontnam Shaw haar meer dan hij haar mee-gaf voor het tooneel, dat, naar zijn eigen erkenning, toch altijd eenige flatteries" behoeft, en plaatste haar in een sfeer de Shaw-sfeer waarin ons naïef idealisme het te koud kreeg, terwijl er weinig bijkwam, dat ons, op meer reëel plan, tragisch voorbereidde. Te anecdotisch, te kinderachtig zijn die eerste vijf tooneelen, waarin Joan's karakter wordt geschetst, haar rotsvast en gemeen zaam Godsvertrouwen zij heeft God in her pocket", zeggen haar rechters haar jeugdige onervarenheid, met als zijde en keerzijde: zelf vertrouwen en zelfoverschatting, met haar gezond verstand (zij beroemt zich overal op haar commonsense"), met haar strategische intuïtie, welke haar naar de hoogere regionen van het genie" verwijst, haar stemmen" en haar wonderen", verklaarbaar uit deze buitengewone verbeeldings kracht en de scheppende fantaisie, eigen aan haar leeftijd. Dat de figuur intusschen, te midden der vaak boeiende gesprekken, in deze tooneelen het noodige relief kreeg, kunnen wij niet zeggen, ter nauwernood stellen wij in dit meisje belang. En wanneer het Shaw dan plotseling gelukt haar tot ons hart te voeren (6e tooneel: De Inquisitie") dan geldt onze ontroering minder de Jeanne d'Arc, door hem in de vorige tafereelen tot leven gewekt, dan wel elk willekeurig menschenkind, dat op deze wijze door haar medemenschen werd, en wordt gericht." In geen enkel stuk van Shaw vinden we mis schien zóó sterk bewezen, dat hij geen tooneel schrijver is, als in dit werk met zijn machtige en brillante gegevens, maar ook heeft nog geen voor mij gelijk dit de waarde voor het tooneel getoond van den krachtigen, rijpen, mannelijken geest. Dit tooneel der kerkelijke gerechtzitting is iets prachtigs van ondefinieerbare menschelijkheid. Wanneer dit, naar Shaw's getuigenis, natuurge trouwe wedergave is.... Hoe angstwekkend ge lijk bleef zich het leven ! Naar den vorm cor rect" was dit proces. Het vonnis niemand er kende het te willen, toch werd het volvoerd. De schuldvraag" blijft. Scherp heeft Shaw ook bij dit geding de scheids lijn getrokken tusschen de lieden met- en de lieden zonder verbeeldingskracht, en daarop heel zijn visie gegrondvest. In broeder Martin", voor wiens verbeelding zich bij den aanblik van den beul de executie alreeds voltrekt, zóó aangrijpend, dat hij Joanne's leven tracht te redden alleen al om aan dien gruwel zijner hersenen perk te stellen, schetste hij de eene soort, in den kapelaan de Stogumber," die, vóór hij wist wat levend ver branden was, het meisje eigenhandig in het vuur had wiKen werpen, en snikkend van de terecht stelling terugkwam toen hij wist \vat liet was, de andere soort. Must thcn a Christ perish in torment ineveryagetosavethosethathavenoimagination?" vraagt Shaw in den Epiloog, bij monde van Peter Cauchon, gewezen bisschop van Beauvais. Deze figuur, die de wandelende leer" vertegen woordigt in zijn gedistingueerdsten vorm, is het meest een omlijnd karakter geworden. De rechters, zooals ze daar zaten in den halven kring om Joanne, zijn zoomin als de gecaricaturiseerde Dauphin" en Dunois, de bastaard, levende menschen, ze hebben nauwelijks een gezicht voor ons. Maar collectief voldoen zij desniet temin, wijl zij het fanatisme belichamen, dat het misgewas is van elk geloof, en het beperkt besef van de draagkracht onzer woorden en daden. Deze Inquisitie" houdt het toonbeeld in van elke vergadering", waar allen langs elkaar praten, aan woorden kleven, zich aan bagatellen klampen, zich verliezen in haarkloverij, waar ieder persoonlijk het beste kan willen, om mede het slechtste te bevorderen, waar besluiten vallen zinneloos, onherroepelijk. Vóór dien kring staat Joanne, van ketterij en toovenarij beticht, wijl zij God liefhad boven de Kerk, in waarheid: omdat zij anders was dan de anderen," omdat haar ver beeldingskracht verder en hooger reikte en zij het hart droeg op de tong. Eéne tegen allen. Huivering wekkend voelen wij hier de machtelooze eenzaam heid van den oorspronkelijken mensch, van het kind, dat nog haar eigen taal spreekt, de wanhoop van net vergeefsch beroep wanneer de tijd gemeten is.... Wij zien het misverstand tot noodlot groeien, tot het martelaarschap van het gezond verstand. Een rationaliste is Shaw's Joanne", en een mensch uit n stuk. Veel van het dichterlijk aureool heeft hij haar ontnomen, maar door haar te plaatsen tegenover dezen jammerlijk-menschelijken kring, heeft hij haar toch in dit groote tooneel gegeven wat haar toekomt in het aureool harer onwankelbare goede-trouw. En dit schooiista in den mensch, wij weten het veilig in het louterend vuur, maar zien het met diepe ontroering hier en overal, naar den brandstapel gesleurd, Over den Epiloog" zullen de meeningen ver schillen. Voor mij is dit naschrift, waarin Shaw, op zuiver fantastisch terrein, geheel zichzelf kon zijn, de relevatie van het geheele werk. Een kostelijke vondst! Karel VII, overwinnaar tegen wil en dank, ontwaakt in den nachten ontvangt de schim van zijn maagdelijke mentor Joanne", die hem komt vragen hoe het sinds dien bewusten Meidag in 1432 op aarde is gegaan? En om zijn bed scharen zich allengs allen, die bij dit tniddeleeuwsch proces niet wisten wat het was, en wat zij deden, de kortzichtigen, welke geen heilige van een heks wisten te onderscheiden. Vergeef het hun".... Ook Joanne is niet haatdragend. En de brandstapel a quclque chose malheur est bon heeft haar, die om haar deugden a! lang vergeten zou zijn, dan toch maar de onsterfelijkheid bezorgd. I bear no malice,my Lord", zegt ze tot den berouwvollcn beul. Doch dan verschijnt te midden der verzoening een heer met hoogen hoed en gezegeld papier, die weer deze Eene" uitver kiest. De Paus heeft haar n.l. ,.heilig" verklaard. En allen trekken weder verschrikt af bij de mogelijkheid (ook de Paus is niet al te positief geweest in zijn uitspraak) dat deze Heilige Johanna wel eens onder de levenden op aarde zou kunnen terug keeren. Een Heilige in den hemel, daar kon men vrede mee hebben, maar zoo'n buiten sporig en eigengerechtigd element in de samen leving. ... O God, that madest this beautiful earth, wh'en will it be ready to receive Thy Saints. How long, o Lord, how long?" De regie staat bij dit, even belangwekkend als hybridisch, tooneelwerk voor een schier onop losbare puzzle. Om tot een zekere eenheid nochtans te komen, zou zij den schrijver, als ik het zoo zeggen mag, onder curateele moeten stellen, en door deze rijkelijke stof een draad trekken, die het essentiëele afbakent en de rest in schaduw laat. De knoop: wat dit meest essentiëele moet zijn: de Shaweske ironie? of toch maar de poëzie van het middeleeuwsch droombeeld? blijft dan nog door te hakken. Zonder gebondenheid: geen sieer; zonder sfeer: geen ontroering. Slechts fragmen tarische veraanschouwelijking en polemiek zonder verheffing. En onze waardeering, die we de op voering ook in dezen vorm verschuldigd zijn, blijft eveneens verdeeld en willekeurig, nu op het eene, dan op het andere plan. Blijkt in den regel een vertooning onder Verkade's leiding uiterlijk beter verzorgd dan innerlijk, ditmaal was van de ensceneering (ontwerp: Wijdeveld) minder werk gemaakt in verhouding althans tot wat deze weelderige, donker-flonkerende poque aan de fantaisie biedt van het samenspel meer. Omlijnd karaktersnel van enkele sterkste spelers domineerde. Loonde dit spel? Het had ook zijn keerzijde, het hield zou op ! Op dergelijk breed opgezet en uitgewerkt karakterspel, hoe verdienstelijk ook op zichzelf. is Shaw's werk niet berekend. Collectief, zooals ik hierboven schreef, belichamen deze figuren een bepaalde visie op het menschdom, hoofd voor hoofd levende menschen kan men van deze sprekers" niet maken; en dat behoeft ook niet, waar ieder slechts een stem vertegenwoordigt in het koor om St.-Joanne". Het, om spel en dictie boeiendst tooneel In Warwick's tent" (Huf, als indrukwekkend vertegenwoordiger der kerkelijke Wet, Verbeek op te laag plan als vertegenwoordiger der wereldlijke macht, Kommer Klein, met forsche overgave, als ver tégenwoordiger der laagste geestelijkheid) bewees hoe licht uitvoerig typeeren, waarvoor wij in ander soort werk allen lof zouden hebben, hier tot overlading leiden kan. En ook de Inquisi teur" van Van Dalsum, hoewel hij den tekst voortreffelijk kleurde en plaatste, naderde door dit marquant spel dichter den vóórlooper der, een eeuw later gestichte Orde der Jezuiten", dan Shaw met betrekking tot Joanne waarschijn lijk heeft bedoeld. Aan Nel Stants was de hoofdrol opgedragen. Wat moeten we ervan zeggen? Met een kaars moet ze in Europa gezocht worden, dj kunste nares, die deze zware rol over de klippen heen draagt, de frissche onbevangenheid van Shaw's heldin tot extase weet op te voeren. Voor het overige kan men elk jong meisje, met een aardig figuurtje en veel vrijmoedigheid, in Jeanne d'Arc's flatteerend travestie laten optreden. Er komt dan, h.'t vcorrecht der jeugd, op den langen avond, in weerwil eener volstrekt onbeheerschte dictie wel eens een klank uit, die door spontaniteit treft, een enkel gebaar, dat de monotonie der uitdruk kingsmiddelen onderbreekt. Nel Stants heeft in haar wezen en stem het trouwhartige en reso lute, dat hier in den aanvang bekoort. Maar om een leger te bezielen is het toch wat weinig, en haar aanspraken op het aureool der martelaren komen ons in het denkbare" tooneel der inqui sitie wel zeer vermetel voor. . . . Men doet een leerlinge met dezen voorbarigen brandstapel waar lijk geen dienst. Wie mij nader tot het werk heeft gebracht was Herman Kloppers, als de Dauphin". Hij had voor de melancholieke persiflage een oplossing gevonden, hij speelde inderdaad Shaw", en wist niettemin de poëzie van het bewust menschelijke er omheen te weven. Wat te oud gegrimeerd en nog niet geheel rolvast, hakte Kloppers voor mij den knoop door: zóó moet het. En vooral om hem was het jammer, dat de Epiloog mislukte, in lijzig tempo fantasie- en geestloos voorbijging. Voor den Epiloog staat de stijl vast. In flitsend tempo moet deze haastige, eeuwen-samentrekkende conclusie het werk op stuwen in de ijlende vaart der menschelijke geschiedenis. Met de verloste Jeanne", slagvaar dig, in het midden, en naast haar Karcl Vil, tot regeeren geroepen, doch bij de algeheele begrips verwarring besloten: om maar weer naar bed te gaan." Dit majesteitelijk ledikant (met een divan en een paar lappen komt men er niet) moet het tooneel beheerschen. Het bed, onze eenige retraite naast het graf, het kroondomein van den droom ! O God, die deze schoone aarde heeft geschapen".... Het koninkrijk van den droom zal uwe heiligen ontvangen. TOP N A E F r O I-DO TABAK. . _ f 0.2 S ^ , &N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl