De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 27 december pagina 14

27 december 1924 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2481 Buiten den Muur van Jeruzalem 9. f JERUZALEM *) In de karakteristiek ons door Kees Meekel van fle heilige stede Jeruzalem gegeven, het moderne Jeruzalem van de Zionisten en de Amerikaansche touristen, is een beminnelijk en weldenkend geloovig Katholiek aan het woord, die eerbied heeft, in zekeren zin zelfs sympathie, voor andersgeloovigen. Dit maakt zijn onderhoudende be schouwingen van de stad op den Moriah-berg en zijn droomende wandelingen door haar over welfde, bochtige, nauwe en donkere straatjes zoo aantrekkelijk, al denkt dan de lezer over haar verleden en het aangrijpend drama, dat eens bin nen en buiten haar muren heet te zijn voorgeval len, mogelijk anders dan hij. Zijn verteltrant bezit soms een lyrische verheffing, toch is zijn stijl steeds eenvoudig en natuurlijk. Men voelt, dat wat hij hier heeft geschreven, hem uit het innigste van het hart is opgeweld. Men weet, dat de Isla mieten in Christus slechts een profeet Gods zien, schoon zij zijn wonderbaarlijke geboorte niet ontkennen. Volstrekte aanhangers van de Eenheid in het Godsbegrip, verwerpen zij de Drie-eenigheid en beweren, dat wijl God is een geest, er dus geen sprake kan zijn van een zoon van God. De Messias Jezus is Gods gezondene, het Woord, dat hij neerlei in Maria." Het is hier niet de plaats over godsdienstige subtiliteiten te redetwisten, doch men mag ze ggen, dat Christenen het met Islamieten dermate in hoofdzaak eens zijn, dat zij beiden gelooven aan een levenden God, die een geest is, en Jezus vereeren als de louterste vleeschwording van het godsbegrip. Waarom zijn zij dan niet zoo verdraag zaam als deze nieuwe pelgrim naar de heilige stede, Kees Meekel? Omdat, het woord is van Swift: de meeste menschen juist genoeg godsdienst hebben om elkaar te haten, doch niet om elkaar lief te hebben. Kees Meekel, daarentegen, is een dichter, een droomer, een eenvoudige van hart, zooals Jezus lief had, en de intelligentie zijner toe wijding aan Jezus heeft hem iets geschonken van de verheven verdraagzaamheid, welke de kern is De Olijfberg. Op voorgrond: Absalom's Graf van het woord: daaraan zullen de menschen erkennen, dat gijlieden van mij zijt, zoo gij liefde hebt onder elkander." Er straalt een weldadige hartewarmte uit Kees Meekels verhaal van zijn verblijf en omme gangen in de heilige stad, welke toch zooveel onheiligs bezeten heeft en bezit, en wel eens het gekkenhuis van drie godsdiensten" is genoemd. Die warmte wordt soms hitte en er spatten dan vonken uit zijn verhaal. Bijvoorbeeld als hij in het heiligdom der Islamieten, de Omar-Moskee, hoort hoe een van die onvermijdelijke Amerikaan sche lady-touristen, die met een zoogenaamd christendom, gevormd van dollars, zedelijke zelf overschatting en schijnvroomheid alles tot centen herleiden, vraagt wat het gekost heeft aan geld. Neen, misses," zegt onze man dan, neen, hoeveel historie, hoeveel dagen en nachten, hoeveel stuk ken ideaal en hoeveel God-zoeken van jood en christen, moslim en heiden. Dollars? Stenen zweet bloed nachtwaak en gebe den vloek en verzuchting ! En wat voor stenen, wat voor zweet en bloed ! Als u even om u heen kijkt even maar met de noodige aandacht kan u merken dat er geen kwestie is van dollars, maar dat hier alles gebouwd is met stukken en brokken van mooie dingen. Dingen, die komen uit oudere tijden dan het monument wier waarde uw moderne dollar moet peilen !" Hebreeuwse stenen en brokken rood graniet uit Bethlehems groeven, heidense stukken uit een tempel van Jupiter, byzanti.'nsche kolommen, bogen en pijlers.... En getekend zijn de stukken die hier dienst doen ideaal staat er op." Hoe hard de klank ook is van uw dollar, hoe schurend hij het menschenhart ook bewerkt, hoe splijtend zijn bijna almachtigheid, hoe beitelend zijn greep op de zielen hij is niet zoo hard als de alles-overtreffende Nietigheden, die ons uit het wierook-groeiend Oosten zijn gekomen uit dit oosten, de bakermat van de beschaving, met zijn waardelooze dingen: zijn brandende braambossen en wónder-lichtende wolken, zijn idealen en zijn kruis." In de zachte, echt-christelijke, immers hoogmenschelijke stemming, waarin Kees Meekel Jeruzalem herdenkt, tintelt een lichte en begrij pelijke bespotting van het Zionisme, waaraan onze eminente Jacob Israël de Haan ten offer is gevallen. ,,Palestina zoo Joodsch als Enge land Engelsen is." De verklaring van Balfour?! Mensen die er 't fijne van weten beweren, dat het een ei is van de joodse financiers in Fleetstreet te Londen," zegt Kees Meekel glimla chend. Hij kent Palestina, kent de Zionisten in het land: zij die zich komen vestigen in Pa lestina zijn voor een niet gering gedeelte uit Oost-Europa: ontevreden, arm, half-intellektueel, atheïst meestal, maar fanatiek en be zeten van iets biezonders...." Palestina is een hard-bebodemd land.... de naaste buurman van steenachtig Arabië; het is een heilig land, zoals we weten, maar het is woestijn en steen op veel plaatsen, het zal niet meevallen er een landbouwstaat van te maken. Je kan er komen met idealen en met vrome gevoelens, maar om er te wonen en je bestaan te vinden, moet je rekening houden met de dorre weerbarstige werkelikheid. Je kan er naar toe gaan om iets te grondvesten, bij voorbeeld : a jewish national Home, maar daar mee leef je nog niet van de bodem." De arabieren vooral vallen niet mee; die zijn in de waan dat zij bezitters van dit land zijn, goede schutters die af-en-toe wel eens 'n schot doen in de richting van een vreemdeling. Die arabieren zijn, om zo te zeggen, in hun vader land, en laten zich, naar alle waarschijnlijk heid, niet zonder strijd en tegenstand onder de voeten lopen." Het komt er prakties op neer/dat de Zion:sDe Hoekmuur van Jeruzalem ten een staat in een staat vormen. Het internatio nale recht kent geen staat als 'n national home," waarin mensen komen wonen voorzien van 'n paspoort, waarop aan de eene kant Palestinian Provisorial Citizenship" en aan de achterzijde Nationality renounced." Aldus gemoedelijk vertelt Kees Meekel van zijn woon in Jeruzalem, waarheen, zou ik zeggen, hij nog eens moet terug gaan om er de oude stad in het maanlicht te zien en dan te wandelen, droomend te wandelen, in haar gewelven, die zóó wel een tooverpaleis lijken, opgebouwd van zilver, ijs en sneeuw. Hij heeft dit, dunkt mij, niét gedaan: anders zou hij er geestdriftig over hebben geschre ven. Uit boven gegeven korte aanhalingen blijkt zeker niet genoeg hoezeer zijn werk een uit het hart-zelf geschreven boek is, in een stijl die zich niet stoort aan zulke armzaligheden als spel regels, taalregels en syntaxis. Arme Nederlandsche taal, waar moet het met je naar toe? Alles is en allen zijn uit op je vernietiging. Ieder schrijft zooals het goed is in z'n oogen. Ik vraag mij af waartoe het dient, dat onze kinderen nog taal onderwijs in het Hollandsch ontvangen, waar er onder schrijvers een volkomen taal-anarchie heerscht? -In Meekels Jerusalem" verzoent de lezer zich gauw met zijn vrijpostigheden jegens ons eens zoo mooi Nederlandsch, dat allengs dreigt over te gaan in een soort van bargoensch; verzoent men zich met zijn onlogisch tekort aan spelling, omdat hij den lezer, ondanks dit, toch inneemt. Maar hoe kan een taal, hoe kan daarmee een volk zich als natie handhaven, indien ieder die er zich in uitspreekt doet alsof hij aan geen taalwetten gebonden is? Deze ongeoorloofde vrijheden met onze schrijf taal zijn het eenige wat ik op Kees Meekels boek heb aan te merken, maar ik geef toe, dat zijn stijl dit manco vergoedt en doet vergeten. MAURITS WAGEN VOORT *) Jerusalem" door Kees Meekel, uitg. met 24 platen, van Munster's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam. Siloëen de Cedron

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl