Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2481
Buiten den Muur van Jeruzalem
9.
f
JERUZALEM *)
In de karakteristiek ons door Kees Meekel van
fle heilige stede Jeruzalem gegeven, het moderne
Jeruzalem van de Zionisten en de Amerikaansche
touristen, is een beminnelijk en weldenkend
geloovig Katholiek aan het woord, die eerbied heeft,
in zekeren zin zelfs sympathie, voor
andersgeloovigen. Dit maakt zijn onderhoudende be
schouwingen van de stad op den Moriah-berg en
zijn droomende wandelingen door haar over
welfde, bochtige, nauwe en donkere straatjes zoo
aantrekkelijk, al denkt dan de lezer over haar
verleden en het aangrijpend drama, dat eens bin
nen en buiten haar muren heet te zijn voorgeval
len, mogelijk anders dan hij. Zijn verteltrant
bezit soms een lyrische verheffing, toch is zijn stijl
steeds eenvoudig en natuurlijk. Men voelt, dat
wat hij hier heeft geschreven, hem uit het innigste
van het hart is opgeweld. Men weet, dat de Isla
mieten in Christus slechts een profeet Gods zien,
schoon zij zijn wonderbaarlijke geboorte niet
ontkennen. Volstrekte aanhangers van de Eenheid
in het Godsbegrip, verwerpen zij de Drie-eenigheid
en beweren, dat wijl God is een geest, er dus geen
sprake kan zijn van een zoon van God. De Messias
Jezus is Gods gezondene, het Woord, dat hij
neerlei in Maria."
Het is hier niet de plaats over godsdienstige
subtiliteiten te redetwisten, doch men mag ze ggen,
dat Christenen het met Islamieten dermate in
hoofdzaak eens zijn, dat zij beiden gelooven aan
een levenden God, die een geest is, en Jezus
vereeren als de louterste vleeschwording van het
godsbegrip. Waarom zijn zij dan niet zoo verdraag
zaam als deze nieuwe pelgrim naar de heilige
stede, Kees Meekel? Omdat, het woord is van
Swift: de meeste menschen juist genoeg godsdienst
hebben om elkaar te haten, doch niet om elkaar
lief te hebben. Kees Meekel, daarentegen, is een
dichter, een droomer, een eenvoudige van hart,
zooals Jezus lief had, en de intelligentie zijner toe
wijding aan Jezus heeft hem iets geschonken van de
verheven verdraagzaamheid, welke de kern is
De Olijfberg. Op voorgrond: Absalom's Graf
van het woord: daaraan zullen de menschen
erkennen, dat gijlieden van mij zijt, zoo gij liefde
hebt onder elkander."
Er straalt een weldadige hartewarmte uit
Kees Meekels verhaal van zijn verblijf en omme
gangen in de heilige stad, welke toch zooveel
onheiligs bezeten heeft en bezit, en wel eens het
gekkenhuis van drie godsdiensten" is genoemd.
Die warmte wordt soms hitte en er spatten dan
vonken uit zijn verhaal. Bijvoorbeeld als hij in
het heiligdom der Islamieten, de Omar-Moskee,
hoort hoe een van die onvermijdelijke Amerikaan
sche lady-touristen, die met een zoogenaamd
christendom, gevormd van dollars, zedelijke zelf
overschatting en schijnvroomheid alles tot centen
herleiden, vraagt wat het gekost heeft aan geld.
Neen, misses," zegt onze man dan, neen, hoeveel
historie, hoeveel dagen en nachten, hoeveel stuk
ken ideaal en hoeveel God-zoeken van jood en
christen, moslim en heiden. Dollars?
Stenen zweet bloed nachtwaak en gebe
den vloek en verzuchting ! En wat voor stenen,
wat voor zweet en bloed ! Als u even om u heen
kijkt even maar met de noodige aandacht
kan u merken dat er geen kwestie is van dollars,
maar dat hier alles gebouwd is met stukken en
brokken van mooie dingen. Dingen, die komen uit
oudere tijden dan het monument wier waarde uw
moderne dollar moet peilen !"
Hebreeuwse stenen en brokken rood graniet uit
Bethlehems groeven, heidense stukken uit een
tempel van Jupiter, byzanti.'nsche kolommen,
bogen en pijlers.... En getekend zijn de stukken
die hier dienst doen ideaal staat er op."
Hoe hard de klank ook is van uw dollar, hoe
schurend hij het menschenhart ook bewerkt, hoe
splijtend zijn bijna almachtigheid, hoe beitelend
zijn greep op de zielen hij is niet zoo hard
als de alles-overtreffende Nietigheden, die ons
uit het wierook-groeiend Oosten zijn gekomen
uit dit oosten, de bakermat van de beschaving,
met zijn waardelooze dingen: zijn brandende
braambossen en wónder-lichtende wolken, zijn
idealen en zijn kruis."
In de zachte, echt-christelijke, immers
hoogmenschelijke stemming, waarin Kees Meekel
Jeruzalem herdenkt, tintelt een lichte en begrij
pelijke bespotting van het Zionisme, waaraan
onze eminente Jacob Israël de Haan ten offer
is gevallen. ,,Palestina zoo Joodsch als Enge
land Engelsen is." De verklaring van Balfour?!
Mensen die er 't fijne van weten beweren, dat
het een ei is van de joodse financiers in
Fleetstreet te Londen," zegt Kees Meekel glimla
chend. Hij kent Palestina, kent de Zionisten in
het land: zij die zich komen vestigen in Pa
lestina zijn voor een niet gering gedeelte uit
Oost-Europa: ontevreden, arm,
half-intellektueel, atheïst meestal, maar fanatiek en be
zeten van iets biezonders...."
Palestina is een hard-bebodemd land....
de naaste buurman van steenachtig Arabië;
het is een heilig land, zoals we weten, maar het
is woestijn en steen op veel plaatsen, het zal
niet meevallen er een landbouwstaat van te
maken. Je kan er komen met idealen en met
vrome gevoelens, maar om er te wonen en je
bestaan te vinden, moet je rekening houden
met de dorre weerbarstige werkelikheid. Je kan
er naar toe gaan om iets te grondvesten, bij
voorbeeld : a jewish national Home, maar daar
mee leef je nog niet van de bodem." De
arabieren vooral vallen niet mee; die zijn in
de waan dat zij bezitters van dit land zijn,
goede schutters die af-en-toe wel eens 'n schot
doen in de richting van een vreemdeling. Die
arabieren zijn, om zo te zeggen, in hun vader
land, en laten zich, naar alle waarschijnlijk
heid, niet zonder strijd en tegenstand onder
de voeten lopen."
Het komt er prakties op neer/dat de
Zion:sDe Hoekmuur van Jeruzalem
ten een staat in een staat vormen. Het internatio
nale recht kent geen staat als 'n national home,"
waarin mensen komen wonen voorzien van 'n
paspoort, waarop aan de eene kant Palestinian
Provisorial Citizenship" en aan de achterzijde
Nationality renounced."
Aldus gemoedelijk vertelt Kees Meekel van zijn
woon in Jeruzalem, waarheen, zou ik zeggen, hij
nog eens moet terug gaan om er de oude stad
in het maanlicht te zien en dan te wandelen,
droomend te wandelen, in haar gewelven, die zóó
wel een tooverpaleis lijken, opgebouwd van zilver,
ijs en sneeuw. Hij heeft dit, dunkt mij, niét gedaan:
anders zou hij er geestdriftig over hebben geschre
ven. Uit boven gegeven korte aanhalingen blijkt
zeker niet genoeg hoezeer zijn werk een uit het
hart-zelf geschreven boek is, in een stijl die zich
niet stoort aan zulke armzaligheden als spel
regels, taalregels en syntaxis. Arme Nederlandsche
taal, waar moet het met je naar toe? Alles is en
allen zijn uit op je vernietiging. Ieder schrijft
zooals het goed is in z'n oogen. Ik vraag mij af
waartoe het dient, dat onze kinderen nog taal
onderwijs in het Hollandsch ontvangen, waar er
onder schrijvers een volkomen taal-anarchie
heerscht? -In Meekels Jerusalem" verzoent de
lezer zich gauw met zijn vrijpostigheden jegens
ons eens zoo mooi Nederlandsch, dat allengs dreigt
over te gaan in een soort van bargoensch; verzoent
men zich met zijn onlogisch tekort aan spelling,
omdat hij den lezer, ondanks dit, toch inneemt.
Maar hoe kan een taal, hoe kan daarmee een volk
zich als natie handhaven, indien ieder die er zich
in uitspreekt doet alsof hij aan geen taalwetten
gebonden is?
Deze ongeoorloofde vrijheden met onze schrijf
taal zijn het eenige wat ik op Kees Meekels boek
heb aan te merken, maar ik geef toe, dat zijn stijl
dit manco vergoedt en doet vergeten.
MAURITS WAGEN VOORT
*) Jerusalem" door Kees Meekel, uitg. met
24 platen, van Munster's Uitgeversmaatschappij,
Amsterdam.
Siloëen de Cedron