De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 27 december pagina 19

27 december 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2481 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 SCHAAKPROBLEEM 2 van Dr. E. PALK03KA te Praag. (Narodni Polftika, 1924;. DIERSTUDIE: AUSTRALISCHE IJSVOGEL OOK WEL GENAAMD LACHENDE HANS Teekenïng voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen Wit: Kf8, Da5, Tc6 en d6. Zwart: Khl, Dg2, pio.i f7. Wit g eft mat m drie zetten. Oplossing in het eerstvolgend nummer. Oplossing Probleem No. I. 1. L c3?b2 Co" spondentieadres Dr. A. Q. OUand, A. R. Falckstraat 5, Utrecht. DAMPROBLEEM 2 J. LUTEIJN, GROEDE Zwart 11 schijven l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 DE'OPTIMIST OP OUDFJAARSAVOND Wit 12 tchijven Stand zwart: 2, 7, 13, 15, 17, 18, 21/23, 28, 35. Wit: 20,26,31,32,34,37,39,41/43,46,49. Correspondentieadres: K. C. de J^nge, Van Woustraat 112n, Am terdam. Oplossing vorig probleem, 28-23, 47-42,36-31, 49:29, 35:2; i.wart alles gedwongen. BRIDGEPROBLEEM 2 (puzzle) VI. A: H. 8; L.: H. b; V? Dwangpositie voor V. Gooit V Ra. weg. dan wordt R2, gooit hij Scli. 6 weg, dan wordt Sch. 4 van B vrij. H.b. is de derde trek en Sch. 10 plus Sch. (5 (of R2) is de vierde en de vijfde. Als A in III in plaats van Kl.a. H3, 7 of 8 speelt, dan wordt H9 in de achterband gemaakt en krijgt L nog drie trekken uit H.b. Sch. 10. en kl.9. speelt A in III H. 10, dan moet L niet den boer op leggen. Alles, waarmee A daarna komt, is voor L goed. B. M. TELEFOONGESPREKKEN B. Kl. R. H. Sch. 10. h. 8. 9. 4. 7. 3. 6. 2. Kl: R: H: Sch: 8. v. 8. 7. b. 6. 5. 10. 9. 8. 5, Kl: A. R: H: Sch: a. 10. 10. h. .7. 9. b 5. 3.2. Verbindt u me dan maar met dien meneer, die aan het stippelen is. Hallo ! Met den stippelaar? Heelemaal geen flauwe aardigheid. Mac ik ook weten of de lijn al vol gestippeld is? Maar hoe doet u dat dan ? Telt u uw knoopen ? Of gaat het met kruis of munt? Zoo. Neemt u de stukken mee naar huis? Zoo iets ais Molière. Die deed het zijn keu kenmeid. Maar ik spreek toch met Buitenlandsche Zaken ? Natuurlijk den Minister. Wie anders? Neen, dat was geen staatsman. Het was meer een tooneelkladser. En als uw vrouw, zoo tusschen het vaten wasschen en het naar bed brengen van de kinderen.... Kl. v. 4. 3. 2. R. a. h. H. a. v. b. 9. Sch. Hangt dat van het onderwerp af? Het gaat over het Protocol van Oenève. Wat? Niet met den Minister? Ik wensch u geluk met zoo'n vrouw. De meeste hebben geen flauw benul van diplomatie, behalve dan als het over Liefde gaat. En de secre taris-generaal? B is aan slag. L en B moeten van de resteerende 10 nog 8 slagen maken. KI. is troef. OPLOSSING BRIDGEPROBLEEM I I. B: KI. 6. A neemt de aas Miei. Doet hij het wel, dan is het spel al dadelijk voor L gewonnen. L neemt de vrouw. II: L: Sch. h. (de heer om later een dwangpositie voor V tft knnnpn kriitrpti\ Ook niet met den secretaris-generaal? Wat zegt u? Met den klerk voor alle dagen? Behandelt die zulke zaken? Prettig voor u en Mevrouw. Ja, dat doen in Amsterdam ook veel wethouders. Als die niet slikken, maken de ambtenaren wel dat ze zich verslikken. En de Minister? in V te kunnen krijgen). Stel A speelt KI. a. en als IV kleine kl. na, dan gooit B. in IV H. 9. bij (zie 5e slag). V. moet natuurlijk in III en IV R.b. en R.v. weggooien. L, komt in IV met Kl. 9 aan slag en heeft dan al 2 trekken. 5e slag: L: H. 4; V: R. h; B: H. 2; A moet nemen. Want anders maken L. en B. de rest. Had B. echter in IV de H 9 niet weggegooid, maar de 2, dan had A de 9 in de 5e slag niet behoeven te nemen. Im mers met de 9 was B. aan slag geweest en dan had V. altijd nog 2 trekken gemaakt. Maar is het dan juist wat Mr. Dresselhuys in de Kamer gezegd heett? Leest u dan ook al geen kranten? Ik wil het u wel even voorlezen: Is het juist dat buiten het volk om, ia alle heimelijkheid, een of andere departementsambtenaar de lijn uitstippelt op welke wijze Nederland zich zal hebben te gedragen tegenover vraagstukken, die ter sprake komen op de ontwapeningsconferenties"? Een heele mond vol? Dus. als die in raadselen spreekt, als er geen touw aan vast te knoopen is, als het volk nog altijd niet weet of het Protocol geteekend zal worden of niet, dan zit hem dat in het stippelen van u en Mevrouw....? Lastig als zoo'n rapport net komt als ze bezig is de jongste een schoone luier aan te doen. Intusschen mijn eerbiedige complementen. Als er eens een voordeelig gezantschapspostje te ver geven is, dank dan eens aan me. En verder prettig gestippel ! CEL 2

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl