De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 3 januari pagina 15

3 januari 1925 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2482 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 YUKI-SAN. Modern Meisjesleven in Japan door Ellen Forest. W. L. & J. Brusse's Uitg. Mij. Rotterdam. Dit frisch geschreven verhaal van een school meisje wordt als van Brusse & Co. niet anders te verwachten was in een uiterlijk welverzorgd boek, als een boeiende roman den lezers aange boden. De hoofdfiguur, een jonge Japansche vriendin, wordt, evenals haar broeder, er geluk kig in geteekend, en het zeldzame geval dat een Europeesch meisje een Japansche school bezoekt, schonk een buitengewoon gunstige gelegenheid om het inwendige karakter van dat Oostersche volk, waarvan wij door een diepe kloof blijven gescheiden, nauwkeurig na te gaan. Des te meer is het te betreuren, dat de scherpe waarneemster de eerste voorwaarde mist om een vreemd volk te leeren kennen en begrijpen, dat is liefde en sympathie. Oaby griezelt van de Japansche menschen, de aanraking van een Japanner maakt haar woedend (p. 107), elk con tact met de handen van haar vriendin roept weerzin in haar op (p. 113); zij haat die arro gante, verwaande, brutale en grove kerels (p. 203) en zij voelt zich steeds alleen tusschen al die vreemden, waarvan niemand haar iets was (p. 131). Zij is wrevelig omdat haar schoolvriendin YukiSan zoo gesloten is tegenover de vreemdelingen, die men op school in tegenstelling met wat de schrijfster meent, slechts uiterst zelden nog smadelijk ketöjin" (harige vreemdeling) zal hooren noemen. Zij begrijpt niets van het fijne gevoel, dat elk Japanner er toe noopt om door 't verzwijgen van eigen smart en leed anderen verdriet te besparen en schrijnende onrust in eigen boezem te versmoren. Noch, dat vooral de vrouwen een afkeer ervan hebben om over zich zelf te praten, wat door Europeesche meisjes maar al te veel geschiedt. Van het diepe begrip in het Oosten van het verstaan zonder woorden", spreekt zij wel, doch komt niet tot de toepassing daarvan, waardoor men anders bij Japansche vrouwen wel degelijk de verborgen smarten vreugde aan allerlei kleinigheden kan ontdekken. Steeds is het uiterst moeilijk het menschelijk karakter te omschrijven en dan vooral van vrouwen en boven allen van een Japansche vrouw. Daarnaar wordt door de bekwame schrijfster dan ook niet gestreefd, doch zij beperkt zich tot een onderdeel, zij het een voornaam deel, het huwelijk der Japanners. Yuki-San wordt volgens Japansche gewoonte door haar ouders gedwongen den man te huwen, dien zij niet bemint, wat ook in Europa wel eens voorkomt. Een tusschenpersoon, de nakodo", be disselt alles en haar zelve wordt elke vrije keuze ontnomen. Dat is het natuurlijk gevolg van de ondergeschikte positie der vrouw tegenover den man, van de leer der gehoorzaamheid en onder werping haar van kindsaf ingeprent en in het boek van den wijsgeer Kaibara Ekken reeds in de XVI Ie eeuw in zijn Onna Daigaku (de Qroote Wet voor Vrouwen), zoo scherp omschreven. Een uit vloeisel van het Boeddhisme, dat even goed als sommige Kerkvaders, de vrouw deed beschouwen als een schepping der zonde". De man, dien Yuki-San bemint, mag zij niet huwen en daarom wil zij haar leven ten offer brengen, om de oogen van velen voor dit mis bruik te openen en de vrijheid voor andere meisjes te veroveren; met haar minnaar springt zij in den diepen afgrond, door den prachtigen waterval van Kegon bij Nikko uitgeschuurd. Door een toeval wordt echter haar leven gered en treedt zij ten slotte toch in het huwelijk met den vroeger ver smaden vrijer. Nu komt Shinju" of Jöski, d. i. zelfmoord van een verliefd paar in Japan veelvuldig en reeds sedert vele eeuwen voor, doch dan met het doel om in een andere Wereld, in het Lotus-Paleis, samen vereenigd te leven, nu dit hun op aarde werd ontzegd. Zelfmoord wordt trouwens in Japan toegepast om de in onze oogen onbedui dendste redenen; elk Japanner schat zijn eigen leven even gering als dat van een ander 1). En de traditie zal ook in dit geval wel meer invloed op Yuki-San hebben uitgeoefend dan haar revoluti onair gevoel. Traditie was het eveneens, die de zoo uitnemend geschetste figuur van haar broeder Ichiro deed besluiten het Europeesche meisje, dat hij in Parijs had leeren kennen en beminnen, niet te huwen, door zijn vrees iets te verliezen van zijn eigenheid en af te drijven van zijn zoo hoog gevenereerd nationaal type. Fel woedde in zijn boezem de strijd tusschen den hang naar het nieuwe en zijn atavisme, de vrees een bastaard-ras te kweeken, doch het oude zege vierde. Hoe gaarne hadden wij deze schrijfster, in Japan wonende, niet wat verder zien grijpen en behalve dit vrij leege meisjesleven er naar zien streven om de Japansche vrouw te schet sen, voor wier teeder en diep gevoel zij niet blind is gebleven. Haar echt vrou welijk karakter, de trouw, lieftalligheid en toewijding van dit meest volmaakte type van onbaatzuchtig heid en geduldig lijden,"2) de vrouw, die gelukkig is, wanneer zij gelukkig maakt 3) en die volgens Lafcadio Hearn, een der meest lief tallige producten is der schepping", waren dan be ter in het volle daglicht getreden. Ook de drang naar vrij heid en gelijkheid, die steeds meer vrouwen aldaar bezielt, waartoe het uitne mende onderwijs voor meisjes, de grootere rol die zij in het economisch leven gaan spelen, veel bijdragen ; de strijd waarbij de Onna ataraski (de Nieuwe Vrou wen) goed georganiseerd steeds krachtiger optre den en de eeuwenoude traditie steeds meer plaats moet maken voor moderne ideeën, was dan beter tot zijn recht gekomen. Mocht Ellen Forest aan deze taak haar groote krachten willen wijden, dan zou ook blijken, dat de ontwaking van het Oosten reeds bezig is de boeien der vrouwen te verbreken en dat de toekomst der Japansche vrouw schooner en gelukkiger zal wezen dan haar verleden was ! H. VAN K o L. Teekening voor de Amsterdammer" door George van Racmdor.ck WELK NIEUW PAK ZAL DE COALITIE KRIJGEN? 1) Men leze daarover: de Zelfmoord in Japan en de Japansche Vrouw, in H. van Kol, Oud en Nieuw Japan. Brusse en Co., Rotterdam. 2) Longlord. Japan of the Japanese, p. 93. 3) Barones d' Antthon, Ma vie au Japon. L. J. M. FEBER. De strijd om de stilte. Met 16 platen. Amsterdam z.j. Van Munster's uitgeversmij. Toen ik indertijd het prozawerk van den heer Feber In de schaduw der waringins" in De Amsterdammer aankondigde, heb ik er, bij veel waardeering, op gewezen, dat er bladzijden in dat boek zijn, waarin de intellectueel zich als het ware plaatst vóór den schoonheidsgevoeligen mensch. De auteur is sedert voortgegaan, een reeks van prozawerken in het licht te geven, en in het boek, dat nu voor mij ligt, De strijd om de stilte", blijkt de intellectueel het te hebben gewonnen. Het is een onsympathieke overwinning. Onsym pathiek, omdat de heer Feber, blijkens den stijl van zijn werk zoowel als blijkens een aantal sterk-geprovoceerde ontroeringsverschijnselen, allerminst voor niets dan een intellectueel wil dóórgaan. Herhaaldelijk valt het in deze reisbe schrijvingen op, hoe de auteur er zich toe gezet heeft, om nu eens iets treffends, iets opvallends, iets dichterlij ks" te zeggen. Zoo bij hetgeen hij mijmert aan het graf van den Franschen onbeken den soldaat, waar de schrijver een breedsprakige verhandeling begint over de vraag, wie daar eigen lijk wel onder den Are de Triomphe begraven kan liggen.. Sprekend over de eenzame vuurtorenwachters aan de kusten van de Roode Zee, valt den auteur een vergelijking in met de Hollandsche dichters van het individualisme: ,,Een kwart eeuw geleden zette de gemiddelde vaderlandsche poëet een ge zicht, alsof hij aan de grenzen van het heelal, aan de boorden van het eeuwig-Niet bestond door niets dan eigen kracht. Wanneer de mijmeringen van den wereldtoerenden bewusteling, die natuurlijk het individualisme naar het behooren door zich heen heeft laten trekken, uitgaan naar de seinende torenwachters in het hol heelal der tropennachten, dan zal hij glimlachen om der gemiddelde poëten per soonlijkheid. Opgesloten in zoo een eenzaamheid, samen met hun aangebeden ik in zijn strakke zelfstandigheid, zouden ze n voor n stapelgek E. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Korte Jansstraat 25"' - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES TELEFOON 125 worden, razend van zóó individueel te moeten voortbestaan. Het ware een barbaarsche proef maar bijna heel onze ik-poëzie, door velen voor de glorie onzer vaderlandsche letteren gehouden, zou onder die vuurproef blijken niets dan rherotiek te zijn." (blz. 14?15). De heer Feber weet drommelsch goed, dat er andere eenzaamheden zijn, dan die van zand en zee. Zijn vergelijking slaat als Dirk op koek. Als men den schrijver zelf op een stoeltje in de Sahara zette, zou hij ook wel geen kans zien, om zijn elegante volzinnen aaneen te rijgen. Der gemid delde poëten persoonlijkheid" zoowel als de per soonlijkheid van den heer Feber is een andere dan de persoonlijkheid van de torenwachters aan de Roode Zee. De schrijver geeft zich bijzonder veel moeite, het door hem waargenomene te zien met het oog van den modernen bewusteling" (dit afschuwelijke woord ligt hem voor in den mond), hetzij hij zich al of niet daarmee vereenzelvigt. De heer Feber moest dat niet doen. Blijkens tal van uitlatingen in zijn werk men kan het ook opmerken in het bovenaangehaalde heeft het wezen van het moderne leven hem nooit aangeraakt. Het zou heel onbillijk zijn hem hier een verwijt van te maken. Maar men moet niet willen schijnen wat men niet is. En de heer Feber is eigenlijk een verdienstelijk Middeleeuwer, die niet heelemaal over den muur van de Renaissance kan heenkijken, al gaat hij ook op de toppen van zijn letterkundige teenen staan. MIDDENDORP VAN NELLESVARINAS GOUDZEGEL 3O ris. por Pakje. l Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN II

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl