De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 3 januari pagina 21

3 januari 1925 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2482 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 RUIZE-RIfMEN ONTROERING, KABAAL EN GEGRIJNS Een gebruik, lieve lezer, waaraan ik mij nimmer zal kunnen gewennen, Is dat g'applaudiseer en gebuig, dat in alle theaters geschiedt; Immers, hoe je de zaak ook beschouwt, wel geen stervling zal kunnen ontkennen: Als je blij bent, lawaai te gaan maken, dat is Kannibaalsch. Waar of niet? Aan het eind van het tweede bedrijf gaat de held af. Hij gaat zich verdrinken. Het gordijn sluit zich langzaam, 't Publiek is ontroerd en gevoelt zich beklemd.... Maar daar plotseling hoor je 't lawaai van het klappen en trappen weerklinken; Het levende lijk komt terug, en blijkt zeldzaam behaaglijk gestemd. Het buigt allerminzaatnst en glimlacht, verrukt van die helsche bombarie, En, gesteld dat het iets moest beweren, dan zou 't zeker dit zoowat zijn: Och, je had 't je niet aan moeten trekken, mijn schrijnende smart was maar larie ! Nou, adjuus, hoor! Ik ga me verklecden; misschien haal ik net nog den trein". Of bijvoorbeeld het tragisch geval van de vrouw, die haar man gaat verlaten. Wee ! Vaarwel !" snikt zij uit, en verdwijnt; daar begint het alweer, het kabaal Hup ! Ze is weer terug, en haar man (daar viel blijkbaar nog wel mee te praten) Leidt haar op naar het front, bij den pink, en daar staan ze weer heel amicaal. En dan al dat gehaal o het houdt maar niet op, vaak ontelbare malen, Dat is ook soms zoo'n boerenbedrog, en gewoonlijk beduidt het niet veel; Is er n ouwe juf die wat naklapt vooruit ! dan maar dalijk weer halen ! En dan klapt het publiek maar weer mee, want ze staan er nou voor op 't tooneel!" Ja, wie zijn hier de schuldigen? heb ik al dikwijls zoo zitten te peinzen, De spelers, verlangen die dat, of wel, is het de wil van 't publiek? Allebei misschien wel, maar in ieder geval: het geklap en het grijnzen Dat zal altijd wel b'ijven bestaan, daar het dwaas is en onartistiek. CHARIVARIUS CHARIVARIA ZELFZUCHT De cursisten worden geanimeerd tot eenige zelfwerk zaamheid. Deze zelfschatting is het eenig te volgen beginsel." (Prng. Volksuniv. Haarl.) Wij stellen de trommels ter beschikking tegen den zelfkostenden prijs." (Frosp. v. Gemert) Een krachtige impuls tot zelfbezinning ging voor de gemeente van die actie uit." (Bouwer) Mr. Boon behaalde een zelfoverwinning." (N. R. C.) Een zelf-geruststellende overtuiging." (Quer.) Dit is een zelf-overwinning." (Hbl.) Twee zelfwerkende schilders." (Adv. Hbl.) BERICHTEN DIE NADERE BEVESTIGING BEHOEVEN Ooethe's Fasso is een werk dat iedereen heeft gelezen." __________ (N. R. C.). ONS GEHEUGENSTREEPJE Zij willen met alle macht trachten de heerschende malaise te boven te willen komen." (U. D.) Wie zou zich nog door overwegingen van zelfrespect laten weerhouden om het illustre voorbeeld niet na te volgen?" (Hbl.). UlT DE HOOGESCHOOL DER JOURNALISTIEK Het vee stond ruim een meter hoog in het water.' (N. R. C.) ' Terwijl de tram doorreed werd hij door anderen me* een bloedende hoofdwonde opgenomen." (L. D.) Mevrouw H. deed bij de politie aangifte, dat zij op sluwe wijze de dupe is geworden van een oplichter." " (BI. U/M.) De betalingskwestie van Duitschland aan zijn schuldeischers krijgt steeds meer voeten in de aard." (O. H. C.) Twee huizen staan in het water; men vreest voor hun behoud." (Hbl.). TANTE BETJE LEEFT NOG Als oliereservoir doet het kruk-as-carter dienst en is de dop gelukkig buiten de ijzerconstrtictie gehouden. Een damesmodel wordt ook geleverd en is ook dit type met twee versnellingen aan de markt. Qeen wonder dat deze fabriek haar eigen modellen heeft en troffen wij dan ook de Blackburn-zending aan. Het zwaartepunt is zeer laag en bestaat dus met dezen motor bijna geen slipgevaar, enz. enz. enz." (Kampioen) Een zoodanig beding wordt voorondersteld geschreven te zijn en zullen alzoo de verordeningen van het voorgaande artikel worden in acht genomen." (B. W., 1671). KLEINE BETREFFERS Dat is van belang voor hen, die in de betreffende geldsoorten iets te vorderen hebben." (T. il. N. Mij. v. H. en N.) Zij hebben ons nopens de betreffende vraag zeer waar devolle opmerkingen verstrekt. In het betreffende vraagstuk is weinig overeenstemming bereikt." (Ec. St. Ber.) De behandeling van deze kwestie berust bij het be treffende bestuur." (Tel.) AANPASSELIJKHEDEN Het aanpassen van de instinkten bij den staat van verwording." (N. R. C.) Soms aangepast aan het systeem, soms aan het oogenblik." (Tel.) Opvoeden is aanpassen, en opzettelijk aanpassen is afhankelijk van de omgeving waarbij aangepast moet worden, zegt hij. We kunnen het daarmede volkomen eens zijn, indien hij dit zinnetje zoo wil wijzigen dat hij zegt: Opvoeden is zooveel mogelijk aanpassen." ( Volksschool) (Char. is met deze wijziging nog niet tevreden). irr HACHL VAN AALT) E DEL ZUINIGE KEUKEN M Aaltje ! Ja, mevrouw ! Aal, waar is rnijn friseertang? Hij lag gisteren in uw pantoffel, mevrouw. Nu vraag ik u ! Half een en net uit haar bed. En de friseertang in de pantoffel. Slippers noemt ze ze, maar ik zeg op zijn Hollandsch pantoffel. Wat een bestaan. Om half tien wakker en dan schellen om haar chocola en direct een sigaret op bed. Hoe heb je d'r plezier in ! En dan een boek. As ik meneer was.... maar meneer is net zoo. Anders dagen geweest, die Kerstdagen. Twee diners. En alles zelf gekookt. In mijn keuken geen rommel van buiten de deur. Aal zet je beste beentje voor, had mevrouw gezegd. Nu, mijn beste beentje heeft zeventien uur voor het fornuis gestaan. Daar klaag ik niet over. Daarvoor ben je mensen en keukenmeid. Maar als bij mevrouw zaliger een diner geweest was, nooit minder dan een vijfentwintig gulden verval. Kom daar nu eens om. Hceren met pelsen en dames met bontmantels die je doodkalm vergeten de hand te drukken bij het weggaan. Aal, had mevrouw den eersten dag gezegd, je moet tafel dienen met witte handschoenen aan. Wij krijgen hoog bezoek. Koken en bedienen.... ik zeg er niets van. Maar ik weet hoe het hoort. Bij mevrouw zaliger.. Aal ! Ja, mevrouw. Ik zie mijn pantoffil ook nergens. Kijk u eens in de mand van Tottie. Tottie is het mormel. Ik hou anders van beesten, maar van dat beest niet. Die slaapt bij mevrouw aan het voeteneind. Als ik meneer was.... nou.... Wij hadden den Eersten Kerstdag een mooi menu. Degelijk en suifisant. En gegeten hebben ze ! Ik zou bijna wat anders zeggen. Om half zeven kwam de eerste auto. En zoo kwamen ze achter mekaar. Tien heeren. En mevrouw de eenige dame. Ik vind dat dat geen pas geeft. Maar meneer schijnt het niet te kunnen schelen. Gevoeld heeft ze het toch, geloof ik, want ik heb haar nog nooit zoo stemmig gekleed gezien. Alles tot de hals toe gesloten en van haar beenen zag je alleen de enkels. En geen sigaretje heeft ze aan het dessert aangeraakt. Maar ze heeft haar scha ingehaald, toen de heeren weg waren. Ik geloof, dat ze er twee tegelijk aanstak. We begonnen met een glaasje sherry in de serre. Ik dacht eerst dat het heeren van de Beurs waren, omdat ze het alsmaar over de gulden en het geld hadden, maar toen ik voor de derde maal rond ging met de zoute krakelingen, was ik er achter wie het waren. Ik begon ze van de plaatjes uit de krant te herkennen en die eene met zijn grijze krullebol keek me zoo door zijn lorgnet aan. net als meneer Pierre wel eens kijken kon als hij erg vroolijk was. En mevrouw had voortdurend apartjes met hem en dan lachte ze maar. Het is niet om kwaad te spreken, maar ik denk er het mijne van. Ik heb mijn ooren goed de kost gege ven. Het was bij het tweede glaasje. "....een verrassing", hoorde ik hem zeggen. Een aangename?" vroeg mevrouw en je had eens moeten zien hoe ze hem toelachte. Mevrouw zaliger wist wat gasten ontvangen was, maar ik heb haar nog nooit zoo tegen een heer zien lachen, zelfs niet tegen meneer zaliger, al was daar niet veel aan, vanwege zijn jicht. Meneer Pierre zei altijd Aaltje ! Ja, mevrouw ! Als die meneer van gisterenmiddag komt, direct boven laten. Ja, mevrouw. Die meneer van gistermiddag.... Drie maal in zes dagen. Toen ik gistermiddag de thee binnenbracht, stond hij aan het andere eind van het salon. Dat is geen zuivere koffie. Als er niets is, sta je niet zoover van elkaar af als er iemand binnen komt. Mevrouw zaliger heeft eens de deur opengedraaid, net toen meneer Pierre erg dicht bij me stond, maar daarom was er nog niets tusschen ons. Ze hebben Aaltje niets wijs te maken. Ik ken mijn menschen. En drie maal in zes dagen. Als ik meneer was.... maar meneer is meneer. Er is verschil in aangenaatnheid", zei hij me,t zijn grijze krullebol en hij boog mij te dicht over mevrouw heen. Als ik eerlijk mijn meening mag zeggen, mevrouwtje, vond ik die japon zonder rug of die rug zonder japon...." Meer kon ik niet verstaan van wat hij zei, want er werd net hard gelachen om een aardigheid. Maar uw beginsel dan?" hoorde ik mevrouw tegen den krullebol zeggen. O, zei hij, die beginnen altijd bij een ander. Vandaar het woord beginsel". En toen lachten ze allebei. En die kleine met zijn gouden bril had meneer te pakken en het bij zijn vijfde krakeling over den compleeten mensch. Ik wou dat hij dat eens aan mevrouw gezegd had, maar wat ik zoofgek vond dat ze alle elf maar bleven zitten net alsof ze op hun stoelen waren vastgeplakt. Het zijn mijn zaken niet, maar ik zou toch wel eens willen weten wat meneer met ze uitstaande heeft, want net toen het bij het diner, wat meneer Pierre altijd een lollige" boel noemde, zou worden, zei mevrouw tegen me: Aaltje als ik je noodig heb zal ik je wel schellen." Best mevrouw," zei ik. Maar ik had genoeg gezien, want ze hoeft mij niet wijs te maken dat het toevai was dat haar voet zoo dicht bij de schoen van den grijzen krullekop was. Aal heeft haar oogen niet in haar zak. Ik heb ze bij het weggaan allemaal opgewacht en wat was het toen ik alles bij elkaar telde? Nog geen negen gulden van elf groote kereis. De man dus zoowat drie kwartjes. Ik heb het nietïvoor me gehouden, want ik ben gehuurd met verval en wat zei meneer: Aal, als iemand het voorbeeld van zuinigheid moet geven dan zijn het deze heeren. De volgende weck krijg ik een paar gesjochte artisten te eten. Dan zul je geen klagen hebben." Zoo spreken ze tegenwoordig van hun gasten. Als mevrouw zaliger.. .. Aal ! Ik laat haar nou maar eens schreeuwen. ALIDA ZEVENBOOM P.S. Meneer Pierre heb ik een briefje geschreven om hem te bedanken voor zijn Nachtboek. Ik heb nog niets van hem gehoord. Zoo zijn de mannen. DEN HAAG LUNCHROOM DE BIJENKORF" WAGENSTRAAT 45-45a DAGSCHOTELS Fl 1. , DINERS Fl 2.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl