De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 3 januari pagina 3

3 januari 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No, 2482 . DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 DE KEULSCHE POT Teekening voer de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek t» f t "?>* i \ i l DE STEEN KAN ER NOG NIET AF'. DE INTERNATIONALE PUZZLE Jaarswisseling- 1924/1925. In koopmanstrant maken wij bij wisseling van het jaar de balans op. Deze luidt en sluit als volgt: oogenblikkelijke omstandigheden bezwaarlijk, verdere toekomst hoopgevend. Dat wil zeggen: dat het nieuwe jaar aanvangt te midden van een aantal lastige omstandigheden, welke tot complicatie's leiden kunnen. Wanneer het evenwel gelukt deze klippen bij den uitgang van de haven te ontzeilen, opent zich het brcedere vaarwater gunstig. En vanzelf heeft deze algemeenere toestand ook een voordetligen invloed op de kwestie's van het moment, omdat zich minder laat aanzien dat zij tot grootere moeilijk heden voeren kunnen. In Albanië, broeinest van conflicten en blijk baar ietwat ontijdig als op eigen beenen staande staat erkend, - nieuwe burgerkrijg, met tot dusverre onthouding van den kant der groote mogendheden, zelfs van Italië, doch in menging van den Yoi'goslavischen kant, waar nog altijd de zelfstandigheid van Albaniëals een doorn in 't vleesch van Serviëwordt gevoeld. In de Marokkaansche wereld, de terugtrekking van de Spaansche troepen, ontblooting van een belangrijk deel der zone, en derhalve verontrusting van de Fransche en BriUche belangen, waardoor herziening van den status quo in dit stuk van Noord-Afrika aan de orde komt. Voortduring bovendien van de prikkelbaarheid omtrent Tanger, waar de nieuwe conventie nog niet in werking kan treden en vooral Italiëmoeilijkheden schept. Met andere staten, zooals ons land, schijnt daaren tegen een transactie gevonden waardoor van die kanten geen bezwaren meer tegen die doorvoering van de nieuwe administratie zullen bestaan. In Duitschland nervositeit over de ontruiming van de Keulsche zone, waarop men met meer of minder recht aanspraak meent te mogen maken. Bovendien, wat den inwendigen toestand der voornaamste landen zelve betreft: In Frankrijk eene zekere verzwakking van de Herriotregeering, eene regeering nochtans die ontegenzeggelijk sterke waarborgen voor vreed zame verhoudingen oplevert. In Engeland een nog voortdurend zich ori nteeren van de nieuwe Tory re geering, welke in Baldwin en Chamberlain wel gematigde figuren be zit, maar welke tcch volgens haar oorsprong en traditiebijna gthouden is pittiger en gemarkeerder op te treden, dan inde laatstetijcien gewoonte was geworden; eene rcgeering die bovendien veel sterker de beteekenis van het Empire, den wil van de koloniale regceringen, en het af gesloten Britsche economisme wegen laat. Getuige: de hooghartige behandeling der Egyp tische kwestie, de her nieuwing, van de vlootbasispiannen voor Sin gapore, de opschorting van het Geneefsche Protokol. In Italië: broei, toe nemende oppositietegen Mussolini en verzwak king van Mussolini; ge vaar van scherpe, op z'n italiaansch scherpe inwendige conflicten. In Spanje grootere broei,?in diplomatieke taal uitgedrukt: delicate ja penibele positie van de regeering, niet alleen van het directoire maar zelfs van de kroon. In Duitschland: on zekerheid omtrent de rcgeeringskoers. Voeg daaraan toe de voortdurende zwakheid in China; de antithezen in Arabië; en de opflikkering van de bolsje wistische krachten bij en in alles wat de moge lijkheid van wanorde verhoogt; toenemende kans op strijd tusschen reactie en radicalisme, hier en daar, . en wij hebben een niet al te rooskleurig beeld van de bezwaarlijkheden die in de vestibule van 1925 liggen bijeengegaard. Het is niet te zeggen, wat voor verwikkeiingen uit de een of ander van deze omstandighe den verder voortkomen mocht. Toch moet hieraan worden toegevoegd, dat de algemeene toestand van de atmosfeer zich eerder gunstig laat aanzien. In dit opzicht heeft 1924 een ontzaglijke opklaring gebracht waarvan 1925 profiteeren zal. En deze meening blijft, ondanks de speciale punten, die de pessimisten weer het hoofd doen schudden. Ds doorvoering van het Dawesrapport, en het toenemende prestige van den Volkenhond dat in het ontwerp protokol van Genève is gekristal liseerd geworden, hebben een vruchtbare stemming in Europa wakker geroepen. De verhouding tus schen de geallieerden en Duitschland is een van toenemend overleg geworden. De waarschijnlijke richting van de regeeringskoers in Duitschland brengt zijn intreding in den Volkenbond onder de sterker wordende mogelijkheden. Het jongste Duitsche memorandum geeft daar ook van blijk, al oppert het tevens het denkbeeld van een voor Duitschland gereserveerde neutraliteit, die niet tot de mogelijkheden van praktische politiek behoort; zoodat het nog een gissing blijft of Duitsch land door dit denkbeeld wezenlijke toenadering, dan wel sarcastische vertraging beoogt. Ook ae verhouding in de Entente zelve is veel rustiger en welwillender geworden. Mac Donald en Herriot hadden tusschen Engeland en Frankrijk een waarlijk meer cordiale entente weten te scheppen. Austin Chamberlain en Briand hebben deze te Rome, op de vergadering van den Raad van den Volkenbond, nader vastgelegd,en ook met Italiëis de verhouding verlevendigd. President Coolidge hoeft in de Unie geen verkiezingspropaganda meer te maken, en Washing ton ademt nu, zij het met onverbiddelijke trekken om den mond, een geest van meerdere samenwer king. Wat Duitschland betreft, daar had de verkie zingsuitslag de mogelijkheid voor een overwegend nationalistisch bewind nader gebracht. Zóó na, dat men van allerlei kanten, zelfs in andere landen, zooals Frankrijk, zich moeite begon te geven om c an te toonen dat voor de buitcnlandsche politiek de nationalistische partijen weinig gevaar, weinig afwijking van de koers van redelijkheid, opleveren zouden ! Dit had ook wel zoo kunnen zijn, alvast omdat de nationalistische partijen niet over voldoende bekwame elementen beschik ken om een bewuste krasse koersverandering in te zetten. En bovendien worde nimmer vergeten, dat de doeleinden der nationalistische groepen ginds boven al doeleinden van Inwendige, van Pruisische politiek, meer dan van algemeene Rijkspolitiek zijn. De strijd tegen democratie en socialisme wordt TENTOONSTELLING MAGAZIJN AMSTERDAM MODERNE INTERIEURS GEOPEND TOT IO JANUARI vooral gevoerd om, Pruisen daarvoor te bewaren. Op internationaal gebied zou van een intransigente nationalistische politiek dus niet zoozeer sprake behoeven te zijn. Doch dit moge dan al zoo wezen, het is niettemin goed dat 't zekere voor het onzekere genomen worden kan en dat met name de houding van 't Centrum de invloeden van Stresemann's ietwat ijdel en onberekenbaar opportu nisme, zoowel al» die van onbesuisde Hakenkruis" avonturen, naar den achtergrond heeft, gebracht. De geest als van de Maixregeering blijft de beste om buiten Duitschland vertrouwen te verlevendi gen en in Duitschland de nog o zoo veelvuldige reactionaire intriganten tegen te gaan. De naastbijliggendc moeilijkheid steekt nog in de behandeling van het ontwapeningsrapport der geallieerde controle-commissie, een rapport dat nog tot heel wat discussie met de Duitsche regeering aanleiding geven zal. Het is te hopen dat 't verantwoordelijk Duitsch land geneigd zal zijn, de nog voortdurende leemten in de nakoming zijner verplichtingen onder de oogen te zien; en de geallieerden, om die fouten met den maatstaf der redelijkheid te behandelen. Het punt van toenadering schijnt te bestaan in den wensen, zoo spoedig mogelijk tot invoeiing der volkenbondscontröle op de Duitsche bewape ningen te geraken. Want wel blijkt n ding: dat militaire controle op een tegenstrevend en schuilevinkjespelend Duitschland niet mogelijk is, zoodat men ook in dit opzicht zal moeten trachten, als in 't financieelc, met zijn instemming een regeling te treffen. Wat het probleem der bewapeningen, of liever van de beperking der bewapening, in net algemeen betreft, probleem dat voor 't oogenblik aan de verdere ontwikkeling van het P'rotokol van Gcnóve verbonden is, ? dit wordt door de houding van Qroot-Brittannie beheerscht. Van alle kanten ste't men uit de vraag, hoe deze zal zijn. Het is in de laatste maand aan de B;itsche staatslieden duidelijk gemaakt geworden, door stemmen van den meest uiteenloopenden kant en uit de verschillende kabinetten in Europa, zelfs in Zuid-Amerika, ? dat een ontzaglijk veel grootere waarde wordt gehecht aan algeméne verbintenis van arbitrage en onderlinge vredesbewaring. Het is vooral ook Herriot's vtrdienste, daarvan niet af te stappen; en Austin Chamberlain heeft ervaren dat wat men had gehouden voor een niet zeer ernstig te nemen ex tempore var. Lord Parmoor en de zijnen, een beslist en gewichtig plan van een belangrijke kring van Staten en van een zeer verbreide publieke opinie is, waar een groot deel der wereld aan hecht. Klaarblijkelijk is Londen van zins, hiermede ten volle rekening te houden, en in dier voege ook met zijn vioolpartij en zijn, nog weerbarstige, dominions te onderhande len. Het stuurt dus op nadere overweging en moge lijke verandering aan, maar blijkbaar tevens op handhaving. Het blijft er daarbij bovendien op bedacht, met de Vcreenigde Staten, tot eenig accoord over die vraagstukken te komen, en dit is het teere punt. Zonder accoord met de Unie ziet Engeland in het Protokol weinig mogelijkheid; het aanvaardt niet de mogelijkheid cener internationale actie van de Britsche vloot, zoo niet op de een of andere wijze kan vaststaan dat daaruit geen conflict met de Vereenigde Staten te duchten is. De ervaringen in de eerste jaren van den laatsten oorlog opgedaan, wegen daarvoor nog te zwaar. Maar zal de Unie in eenigen vorm tot een uitdrukkelijk of stil zwijgend accoord te krijgen zijn? Teer blijft ook, wij zeiden het reeds, 't door Duitschland ingenomen standpunt van zijne militaire verplichtingen ingeval van toetreding in den Volkenbond. Maar wanneer het spel met deze troef goed en te goeder trouw wordt gespeeld, zou men kunnen zien dat het eerder tot voordeel voor de internationale rust en tot algemeene mati ging der bewapeningen leiden kan. Zoo vermag, met goeden wil en wat vcine, 1925 een sterke strooming tot geruststelling onder ae staten te brengen. BRAND A RIS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl