De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 3 januari pagina 8

3 januari 1925 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2482 N.Y. PAERELS' Meublleering-MIJ. AMSTERDAM OOMPLETE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel. 44541 DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 3.?per kwartaal of f 10.?per jaar bij vooruitbetaling. REG.BREESTRAAT 35 15% KORTING OP ALLE TRICOTONDERGOEDEREN Vraagt Uw leverancier uitsluitend DELFIA .58 oer tablet C.O. netto 20 perheele. /0.75perha!ve lesch (verpakking inbegrepen). GEDEPONEERD HANDELSMERK VANJCHAICKV MEUBELTRANSPORT Ml BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITEMLANDSCHE TRANSPORTEN OVERBRENGEN v.MEUBILAIR OOK PER AUTO TAPISSIERE BOOTHSTRAAT, UTRECHT. TEL.163 PICHT l TOT TEOOJTHOT VOOR /PECIAIE WOON INLICHTINGEN Mosterd Het feit, dat er dagelijks meer WHITE VRACHTWAGENS EN OMNIBUSSEN op den weg verschijnen, spreekt voor zich zelf. De prijzen zijn concurreer end. ALLEENVERTEQENWOORDIQINO VOOR NEDERLAND; N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Maatschappij ALLEEN: AMSTERDAM, Jacob Obrechtstraat 26, Tel. 22507. UTRECHT, Nachtegaalstraat 55, Tel. 3061. Geen filialen, ook niet in andere plaatsen. NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 - Amsterdam Motor- en Zeiljachten TB KOOP, In diverse grootten en prijzen. Lijst van In commissie itaande vaaitulgen gratti en franci teegezenden. B1NGHAH & LUGT APD. JACHT AGENTUUR Slepersvest 1 Rotterdam Smlsehrill IIENTS BUI Zettend. B9 Cent Ir. In den Boekh. en na postw. bij R1ËNTS BALT, Den Haag, Daguerrestraat 28. DEGELIJKE OPLEIDING, mond. on aohrift. man bovenstaand adrom OVERWEGINGEN V. Gelezen in een feuilleton van de AmsterdamKrant" van 3 Januari 2225 : Het is bekend, dat nog in de 17e eeuw verreweg het grootste deel der bevolking van West-Europa evenmin kon lezen als schrijven. Een Nederlandsen historicus vermeldt een driehonderd jaar later, in een omstreeks 1920 uitgekomen werkje, niet zonder zichtbare ingenomenheid, dat er in zijn tijd nagenoeg geen analphabeten meer onder zijn landgenooten gevonden werden. Hij ziet daarin een aanmerkelijken vooruitgang en is blijkbaar, hoe zonderling het moge schijnen, niet ver ver wijderd van de meening dat zijn tijdperk het toppunt der beschaving vertegenwoordigt. Toch kunnen wij thans wel veilig beweren dat het in de 20ste eeuw met den beschavingstoestand van de Europeesche provincie Nederland (het was, gelijk men weet, toen nog een onafhankelijke staat, evenals alle andere tegenwoordige provin ciën van Europa) treurig gesteld was. Om iets te noemen: het onderwijs scheen goed geregeld. Er waren, mag men de enkele uit dien tijd over gebleven gegevens gelooven (de meeste zijn bij de Groote Schoonmaak vernietigd), lage", middelbare" en hooge" scholen en zoo waren er ook, voor de onderwijzers daaraan verbonden, lage", middelbare" en hooge" diploma's. Dit scheen een waarborg op te leveren voor deugdelijk onderricht; maar n groote misstand deed bijna alle voordeelen van de regeling te niet. De lage" onderwijzers werden zoo slecht betaald, dat menig eenvoudig handwerksman, die bijna niets geleerd had, ruimer kon leven; wat de mid delbaren" betreft, dezen konden, ofschoon ze zich voor hun opleiding tien maal meer kosten en moeite getroost hadden, zich ongeveer dezelfde weelde^veroorloven als een kleinsteedsch sigaren winkelier; bovendien werden hun zooveel lessen opgedragen (men spreekt van 30 per week, maar dit is ongelooflijk) dat ze te kiezen hadden tusschen kans op zenuwziekte of machinaal en levenloos onderwijs. Naar het schijnt, kozen de meesten het laatste. Het gevolg van dit alles was, dat zich voor deze betrekkingen niet altijd de besten aan meldden; en ook van de hooge" onderwijzers namen er sommige spoedig weer ontslag, omdat hun elders beter levensvoorwaarden werd.'n aangeboden. Trouwens, het middelbaar onder wijs werd door slechts n tiende van de kinderen genoten" (dat was in dien tijd de term), zoodat de meeste menschen ongeveer niets kenden dan lezen, schrijven en rekenen; men begrijpt ternau wernood waarin de zoo hoog geroemde vooruit gang bestond ! Maar verdere studie van de groote massa werd, vóór de zegenrijke Schoonmaak, algemeen tegengehouden onder de leuze dat anders niemand meer zou willen werken". Voorts bestond er in dien tijd in Nederland een schoolquaestie" en men heeft moeite een glimlach te onderdrukken als men verneemt waarover die ging. De zaak schijnt in het kort zoo geweest te zijn. Een groot aantal plattelanders en kleine burgers had zich in het hoofd gezet, dat hun godsdienst gevaar liep als aan hun kin deren het 2x2 werd onderwezen zonder dat er eerst was gebeden, een dwaling die tendeele be grijpelijk wordt wanneer men weet, dat vroeger sommige overmoedige onderwijzers wel eens ge meend hadden allen godsdienst door de kennis van 2 x 2 te kunnen en te moeten vervangen. Daar in dien tijd iedereen, dom of geniaal, evenveel over het staatsbestuur te zeggen had, dreven de zeer talrijke voorstanders van 2x2+ gebed" door, dat er op staatskosten even zooveel scholen werden opgericht als er manieren van bidden waren, d.i. een stuk of twaalf in ieder dorp. Tijdgenooten getuigen hoe de diverse onderwijzers elkaar met de sectarische felheid van die dagen verketterden, doch elkaar toegaven dat 2x2 ge lijk was aan 4. Vele verlichte burgers riepen ach en wee over de geldverspilling, maar wat er aan te doen? Te weinigen waren deskundig. De onderwijsspecialiteiten" in den volksraad zelf hadden soms van onderwijs maar heel weinig verstand. Een ervan wordt in een toevallig bewaard gebleven particulieren brief uit die jaren aldus besproken: Deze ongetwijfeld brave man, die intusschen tot voornaamste overtuigingen schijnt te hebben, dat er gén god is (waarom vraagt hij zich niet liever af wat er wel is?) en dat wijndrinken een zonde is tegen den medemensch, heeft onlangs weer, in den volksraad, blijk gegeven heelemaal niet te begrijpen, dat het middelbaar onderwijs een hoogeren beschavingsstandaard vertegen woordigt dan het lager; trouwens, hijzelf heeft 't nog niet eens tot leerling van het eerste gebracht. Het zou hard zijn hem dit te verwijten; maar men zou hem in overweging kunnen geven, te zwijgen over wat hij niet weet". De lezer ziet dat er reeds in dien tijd verstandige menschen waren, die ook zeker wel voorvoelden wat er moest gebeuren om den hoogen trap van beschaving te bereiken waarop wij thans, na de Groote Schoonmaak, in de 23e eeuw zijn komen te staan. Een onzer collega's beweerde onlangs dat het volmaakte op aarde nooit was te verwe zenlijken, en dat er nog heel wat te verbereren is; maar wij schrijven dit aan een ontevreden, antischoonmakistische geestesgesteldheid toe en wij vragen wat er van den maatschappelijke!! arbeid terecht zou komen, als wij, volgens zijn voorstel, den leerplicht tot het 20ste levensjaar invoerden". In 20ste-eeuwsche taal overgebracht door J. HOLLE MAN \V E E K i N c K A HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl