Historisch Archief 1877-1940
No. 2482
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nieuwe Fransche Boeken
JEAN GIRAUDOUX, Juliette au pays des
hommes. Paris, Emile-Paul, 1924, fr. 75.
Jean Giraudoux, de zeer origineele, begrijpt
de menschen. Hij begrijpt ook groepen van
menschen. Hij kent hun verleden en hun woonplaatsen
op aarde. Hij begrijpt zijn tijd.
Hij houdt ook wel een beetje van dat alles,
maar vluchtig. Hoofdzakelijk ziet hij het als
koddig. Hij vindt dat er heel veel geschiedt op
werktuigelijke wijs, ook in de menschenwereld.
Liefst kijkt hij maar toe, zonder streven naar
nuttig-zijn voor den medemensen.
Dat geeft, geloof ik, de bestanddeelen aan van
zijn innerlijk; nu zijn methode en stijl. Hij
qualificeert haast nooit iets door bij een substantief
eenig adjectief te plaatsen; hij geeft de voorkeur
aan een vergelijking. Bij voorbeeld: om een stil
quartier" van Parijs aan te duiden, noemt hij
het niet abandonné, ctésert, vide, provincial,
champétre of wat ook, zooals de gemiddelde schrijver
zou doen; neen, hij zegt dat men in dat quartier
tot zijn genoegen ontdekt les sources tranquilles
de ces lignes d'autobus qu'on ne voit g
neralement que bruyantes et gorgées par leürs affluents".
Deze aanduiding heeft meer dan n deugd: ze
is nieuw; ze is verrassend; ze is geestig; ze is
poëtisch doordat ze doet denken aan een beekje
in een bosch; ze is doeltreffend. Een ander voor
beeld is dit: een groot man is niet grand, supérieur,
profond neen, hij heeft répondu
personnellement au créateur".
Voor het maken van vergelijkingen schijnt
Giraudoux dus wel allereerst aangelegd. Zijn
gedachten-associaties zijn sneller en talrijker dan
die van bijna ieder ander.
Verder is hij, mede daardoor, geneigd en in
staat om opsommingen van heterogene dingen in
n oogenblik te bedenken en in een paar minuten
op te schrijven.
Ook komt hij door het doortrekken van normale
gedachte-lijnen tot onverwachte uitspraken, op
merkingen, gevolgtrekkingen. Men heeft, nietwaar,
al lang opgemerkt dat op zeker moment in haar
geschiedenis de klassieke beeldende kunst meer
gevoel gaat uitdrukken. Welnu, Giraudoux, bij
het beschrijven van een zonderlingen kunstkenner,
trekt deze gedachte-lijn door en schrijft dat be
doelde criticus precies wist wanneer Juno gevoelig
is geworden voor kriebelen, Jupiter aan zichzelf
begon te twijfelen, Mercurius door heimwee werd
bevangen. Dit is geestig; soms echter wordt het
procédéwat flauw: D'une timiditételle que
lorsqu'il avait demandéun numero au téléphone,
on ne Ie voyait plus, il s'enfuyait de honte, il
devenait plusieurs heures invisible". Behalve
gezocht, is dit ook imitatie: van La Bruyère.
Tenslotte heeft hij de eigenaardigheid een
ongewoon aantal superlatieven te gebruiken:
C'était la jeune fille qui avait perdu Ie moins
de mouchoirs en sa vie". Dit wekt een schijn van
uiterste nauwkeurigheid; hebt u al die verloren
zakdoeken geteld?" is men geneigd hem te vragen.
Deze trek van zijn stijl is de minst interessante;
het is bijna een hebbelijkheid. Toch werkt hij
soms komisch.
Ziehier het gevolg van dat alles in het onder
havige geval: Juliette au pays des hommes is een
geestig boek, boeiend, bevreemdend, een beetje
kil. De personen leven niet volkomen. Het is
aldoor op de grens van gevoeligheid en voorname
koelheid. Het is vooral een essay over het moderne
meisje, en een reeks van kleinere essays, alles
in verhaalvorm: over Parijs op l Mei (bijzonder
goed), over zonderlinge beroepen (?controleur
pour Ie Harper's Magazine de toutes les histoires
d'animaux"), over manieën (postzegelverzamelen),
over het bevreemdende van buitenlandsche talen
(erg aardig, p. 62), over schijngroote schrijvers,
over Parijs (mooie meditatie, 176). En n ding
is dan wel bijzonder goed: de trotsche (hoofdstuk
III). Daar ziet men hoe de trots gelukkig kan
maken; de volkomen trotsche immers heeft de
gebiedende behoefte op ieder moment van zijn
leven geheel tevreden over zichzelf te zijn.
Dat is hetgeen ik, na zorgvuldige overweging,
heb meenen te vinden in zijn innerlijk, zijn
werkwijs, zijn stijl, zijn nieuwste boek. Het spreekt
niet alles vanzelf. Hij intrigeert. Maar ik geloof
dat 't dat is. En ik beveel dit curieuze, fonkelende
werkje aan met een graad van warmte waarvoor
Giraudoux zelf geen waafdeering zou durven
bekennen. Hij is niet ongevoelig, maar hij vindt
onverstoorbaarheid iets bij uitstek deftigs.
THIERRY SANDRE, Le chèvrefeuilte, N.R.F.
1924, 7 f r.
De zooeven door de Académie Goncourt be
kroonde schrijver Thierry Sandre is een zeer
AAN ONZE LEZERS
Tot ons genoegen kunnen wij berichten, dat in den jaargang 1925 naast de reeds be
staande rubrieken, (waarvan wij de sinds korten tijd begonnen artikelenreeksen:
Amsterdamsche bijzonderheden, Telefoongesprekken, Mannen over Vrouwen, Bioscopy, Het
Nachtboek van Aaltje de zuinige Keukenmeid, den vervolgroman van den jongen
schrijver Herman de Man, en de dierstudies en kalenderbladen van H. Verstijnen noemen),
zullen verschijnen: Raadsoverzichten van Oom Louis, met
teekeningen door B. van V l ij m e n, een serie Karakteristieken van verschil
lende beroepen, als De Advocaat", De Dokter", De
Tooneelspe1 e r", geschreven door competente vakgenooten. In dien jaargang zullen eenige
series caricaturen van schrijvers, schilders, tooneelspelers, advocaten, hoogleeraren e.a.,
geteekend door verschillende teekenaars worden geplaatst.
Ter gelegenheid van de verschijning van het 2500ste nummer van De Groene Amster
dammer" in Mei 1925 zal een herdenkingsnummer worden uitgegeven, dat door de
bijdragen van vooraanstaande landgenooten en de wijze van uitvoering een welkom
geschenk zal zijn.
DE GROENE AMSTERDAMMER",
Weekblad voor Nederland.
sympathiek man. Eerst 34 jaar oud, heeft hij reeds
eenige deelen vers en proza uitgegeven, die
hij zelf had vervaardigd, en vertalingen van
Grieksche, Latijnsche, Arabische boeken, welker
eerste ontstaan aan anderen was te danken.
Bij die anderen ontmoeten wij, aangenaam ge
troffen, onzen landgenoot Janus Secundus,
wiens Basia onder den titel Le livre des Baiscrs
op den vertalersnaam van Sandre blijken te
staan. In Sandre moet men voorts prijzen, dat
hij zijn Grieksch en Arabisch geheel zelfstandig
en in materieel niet zeer gunstige omstandigheden
leerde; dat hij in den oorlog zich ten zeerste heeft
onderscheiden; dat hij thans de veelomvattende
functie van secretaris eener vereeniging van oud
strijders-letterkundigen belangeloos waarneemt;
dat hij een vierdeelige Bloemlezing bijeenbracht
en uitgaf (bij Malfère) uit nagelaten werken van
gesneuvelde schrijvers; dat hij op al wie hem ont
moet den indruk schijnt te maken van te zijn een
bescheiden, ijverig, gedistingeerd mensch en
auteur.
Niemand heeft hem blijkbaar iets te verwijten.
Zonder zich naar voren te dringen oefent hij, naar
eigen zeggen, zijn beroep" als schrijver uit, in
de hoop, ongetwijfeld, er zichzelf en ook zijn mede
burgers genoegen mee te doen. En dat laatste doet
hij. Hij schrijft een zeer correct Fransch, harmo
nieus en helder. Hij weet best dat een man die
in den beginne van zijn vrouw houdt later wel
eens genoeg van haar kan krijgen; dat er vrouwen
zijn die in de liefde soms wat overvragen; dat dit
lastig kan worden en bijdragen tot de vermoeid
heid van den man, vooral als deze behoort tot
hen die de jacht zelf prefereeren boven de vangst;
dat de opgraving van lijken een pijnlijk tafereel
vormt; dat doodgewaande soldaten, na jaren
teruggekeerd, meer kans hebben dan ze soms ver
moeden om hun weduwen hertrouwd weer te
vinden. Hij weet dit alles, en hij verstaat de kunst
het te vertellen, te beschrijven, er een roman van
te brouwen. Men vindt het verhaal van den eerst
vermoeiden, later toch nog liefhebbenden echt
genoot over het overvragen van zijn vrouw wel
wat lang en zou er ook eens iets van willen zien
en h oo ren. Maar tenslotte begrijpt men die
uitvoerigheid heel goed. Wat zou het geweest zijn
als men van Maurice had vernomen: ik hield van
haar, daarna kreeg ik er genoeg van? Dat had te
banaal geschenen; dat moest worden toegelicht.
En men slaat het boek toe, zeggend: ziezoo, dat
is weer eens een eenvoudig, op psychologisch
inzicht berustend, aangenaam geschreven boekje.
Ja, ja, maar is dat een reden voor de Académie
Goncourt om het te bekronen? Was er niets
beters onder de tientallen boeken die in Frankrijk
weer iedere week verschijnen? Bekroont men
iemand met een letterkunde-prijs om zijn burger
deugd, om zijn vlijt, om een mate van begrip en
gevoel die het deel is van iederen geletterden
Franschman? De Académie Goncourt heeft vroeger
soms voortreffelijke boeken uitverkoren; daar
om las ik het werk van haar nieuwen gunsteling
onmiddellijk, in de hoop den lezers dezer kroniek
iets goeds te kunnen aanraden; niet tot mijn ge
noegen besprak ik het tenslotte zonder een zweem
van geestdrift, zonder ook maar iets meer te ge
voelen dan de bedaarde erkenning Waarmee men
een verdienstelijk ambtenaar ten grave zou leiden.
Verklaar ik daarom tot slot, dat men ditmaal de
aanschaffing van den prix Goncourt" m. i.
achterwege kan laten, dan geloof ik, ondanks het
negatieve van dit inzicht, niettemin aan het doel
van deze kronieken niet ontrouw te zijn geworden.
ONTVANGEN BOEKEN:
Van Crès:
L. PIÉRARD, La vie tragique de Vincent van Gogh. Onder
houdend en boeiend; enkele nieuwe bijzonderheden. Het
werk van Van Gogh dat natuurlijk meer onze aandacht
verdient dan zijn leven zal niettemin wellicht door
levensbeschrijvingen als deze beter begrepen worden.
De schrijver kent Nederland door zijn verblijf ten onzent
tijdens den oorlog.
Verder:
O. BONVALOT, Maren Polo.
HENRY BECQUE, Oeuvres completen, théatre, 4 dln. Met
vreugde begroet ik deze uitgaaf der verzamelde werken
van den bekwamen naturalistischen" tooneelschrijver
(1837?1899), die zoo moeilijk te vinden waren.
Van de N. R. F.:
J. KESSEI. en O. SUAREZ, Le onze ma:.
J. KESSEL en G. SUAREZ, Au camp ties raincns. In
teressante geschreven portretten van hedendaagsche
Fransche politici. Het laatste deeltje geestig geïllustreerd
door H. P. Gassier.
MARCEL PROUST, Les plaisirs et les jours. Over Proust
is in deze rubriek niet geschreven. Hij is te belangrijk
om in een feuilleton te worden behandeld. Ik veroorloof
mij te verwijzen naar De Gids van l Mei 1924.
LÉON BOPP, Jean Darien.
MEREDITH, L'égoïste. (Vertaling).
M. AHLAND, Etienne.
Van Rieder:
F.'BERENCE, Le parricitie.
J. JOLINON, La téte brülée.
M. CONSTANTIN?WEVER, Manitoba.
e n u w p ij n
Rheumatiek
Verkoudheid
Slapeloosheid
behoeven U niet langer te kwellen;
koop direct het juiste geneesmiddel
de Togal-tabletten. Zy hel pen ook U
Bij alle Apoth. en Drog a ( 0.80 en f 2
-tabletten
Jmp.A.J.AMEYE.A'dam.