De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 10 januari pagina 2

10 januari 1925 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2483 ?* BORNEO-AVONTUREN II. Wij hebben Charles Bruce in zijn district geïn stalleerd, zooveel als daar viel te installeeren. Het heette Tempasoek en verkeerde in reinen natuur staat , er was nog alles aan te doen. Maar het had mooie gegevens. Met is een uitgestrekte vlakte aan zee die land inwaarts tot een heuvelreeks oploopt en overgaat in een bergstreek, behcerscht door de indrukwek kende massa van den Kjnibaloe, den hoogsten berg van het eiland Borneo. Uit het laagland steekt een rif op waar Kotta Beloed, het neuvelfort, is gevestigd boven den loop der door de vlakte kronkelende rivier. Daar beneden waren de primitieve stapelplaatsen voor de stukgoederen van de Chineezen, die er hun voordeeligen ruilhandel dreven tegen de producten van de veeteelt en de jungle. Op den langgestrekten top w'as de woonplaats van de politie en van den districts-am'otenaar. Voor hem was daar het uitzicht tegelijkertijd op de Chinecsche Zee en, naar het Oosten toe, op de majesteit van den berg. Tegen zonsondergang, wanneer de namiddagregen de lucht had gezuiverd, openbaarde dit Kinibaloe den schat van zijn schoonheid. De git zwarte steil gebroken en getande bergwand met zijn zilveren strepen van afstortende water vallen weerkaatste dan in een wonderwaas van gedempte tinten de kleurpchakeering van den scheidenden zonnegloed. De rotsklomp was ver heven boven het voetstuk waarop hij troonde en leek een bovenaardsch verblijf voor de machten van het heelal. Een Olympus in grcotscher af meting. Da ambtenaar in Brnce zag in de toekomst een "herstellingsoord aan den voet van den Kinibaloe, .zooals Voor-Indiëze heeft bij de Himalayagroep, .maar wat had hij niet allerwegc te zorgen ! Tot de administratieve bezigheden behoorde in de eerste plaats liet aanleggen van voet- en paardepaden, (om van niets breedcrs te gewagen) door de jungle om de gemeenschap der verschillende deelen van het district te bevorderen. Het land bracht een uitstekend ras van ponies wort, klein van stuk, maar stevig op hun beenen tfi secuur Van gang, den gansenen dag, onder den last van zware menschen. Zij stapten regelmatig voort, instinctief bekend met de oneffenheden van den weg, verborgen onder wild groeiende grassoorten. Gewoonlijk wat loom, werden zij vurig op de hertenjacht, maar dan geraakte ook de geheele bevolking in opwinding. Bruce hield van de tochten in de jungle, waar men op allerlei avonturen had te rekenen bij het traceeren van de smalle paden: men verdwaalt, rnen moet grootc omwegen maken, omdat zich hinderpalen opdoen van verschillenden aard, men moet zijn krachten bewaren in het afmattende klimaat. Hoe leert men dan de inboorlingen waar deeren, want bij een jungle-reis komt het meeste neer op de handigheid van den meegenomen jongen." Die is den geheelcn dag in touw van 's ochtends half vijf, dat hij zijn meester moet wekken, tot na het avondeten. Altoos moet hij dadelijk klaar staan en liefst nog eerder, moet koken, wasschen, het nachtkwartier bereiden evengoed als het ont bijt en de andere maaltijden, moet er op passen dat de koeli's zorgvuldig alle gerei transporteeren en den gansenen toer heeft hij te voet mee te maken, want slechts zelden rijdt hij op den extra voorhanden poney. De meeste ambtenaren waren bekend om hun bedienden, niet omgekeerd. Bruce koos de zijnen onder de gevangenen; in de gevangenis leerde men immers discipline en op tijd werken en reinheid, maar zij moesten gevangen zitten voor zwaardere misdaden, inbraak, buffeldiefstal enz., niet voor kleinere vergrijpen: zulke waren niet te vertrouwen. Die het meest moeite gaven in het land waren de buffels. Ken weg, naüwlijks aangelegd, door hen betreden was op slag verwoest door hun onbehou wen manieren; een nieuw gemaakte vijver, daarop werd direct door hen beslag gelegd als bad kuip, een dam werd verwoest. Eigenaardig was het dat zij van inlanders alles verdroegen, terwijl geen Europeaan hen kon benaderen, Waaraan ligt het ??vroeg Bruce. Aan den reuk dien Europeanen bij zich hebben, was het antwoord. Maar de man die het antwoord gaf, haastte zich er bij te voegen, omdat zijn op merking hem geen compliment leek: de buffel kan niet tegen de zeep en de geuren d L' de vreem den gebruiken; waarop onmiddellijk een fantasti sche proef van Bruce volgde met een doi.rgeurden inlander. DJ oplossing werd echter niet bevestigd. We! bleek telkens in de jnstitieVIe z;>ken over buffdroof die voor Brnce's rechterstoel kwatven hoe nauw de verhouding was tu-schen (ie meesters en hun dieren. Na arie jaren herkende de inlander, op reis met den districts-ambtenaar, d>-n hem ont stolen hi:*'tV! op grooten afstand te midden van een geheele kudde. De plooien in de buffelhuid gelden als deugdelijV herkenningsmiddel, evena's de vingerafdrukken in Westersche streken. Wat houden wij echter ons te lang op hij zulke dierenverhalen, waar wij de menschen van het land willen kennen. Charles Bruce had er e°n levendig gevoel voor dat hem als ambtenaar op een verloren post voor al zijn inspanning ook een ruime dosis uitspanning to kwam. De bevolking liet hij in zijn vermaken deelen. Er werden herten jachten uitgeschreven en zoovelen mogelijk kwamen op hun ponies bijeen. Soms maakte hij zich ongerust of de beste jagers niet in de gevangenis waren wegens butïelroof, maar de beften schenen zich niet met zulke prak tijken op te houden, . of zij waren te slim om zich te laten vangen. Hij kreeg een broederlijk gevoel voor de sportlicfhehhers. Het meest hing de districtambtcnaar aan een oudi'n man, diep in de zestig, die op een hoogte van 3.500 voet in een vallei woonde onder aan den Kinibaloeberg. Het was daar in Kiau, \\aar Kabong in het dorp woonde dat hem als hoofd van de streek erkende, een uitgelezen plek voor den aanleg van een herstellingsoord. Geregeld ging Bruce eens in de maand daarheen tot verfrisv.ching van zijn gestel. Hij bracht dan zijn beddegoed mee en logeerde in een hoek van de veranda, niet zonder er aan gedacht te hebben een flesch van het vocht mee te voeren waarop Kabong bijzonder was gesteld. Het was de moeite waard om 's avonds na afloop van den dag de tong van het hoofd los te maken. Hij behoorde tot de voornaamste barden van Borneo, of beter gezgd, hij was zoo niet de laatste dan toch een van de allerlaatsten die zich moeite gaven om de volksoverleveringen te bewaren, en die de verhalen kenden van de oude goden, die op den Kinibaloe troonden. Hij was blij in Bruce een geestdriftig toehoorder te vinden, want de smaak in de roemrijke verhalen van het voorgeslacht was vervlogen uli de tegen woordige generatie. De oude man wa> nooit uit geput in zijn vertellingen. Bruce probeerde wel, of ze ook op den duur aan overdrijving gingen lijden en liet ze voor zich verhalen, maar zij hadden hun vasten vorm. Vele waren komisch ondeugend en werden rauw weg verteld, zoodat ze niet goed waren weer te geven. Ook overviel den verteller zelf wel zoo'n uitbundige lachbui, dat hij zijn vertelling, zot als een ouderwetsch Fransch labliau, niet kon voltooien; hij stikt er in. O, het waren heerlijke nachten in het Koeligebergte, tusschen de kleine palmolielichtjes en de schimmen van de inheemsche nieuwsgierigen, die elkander in de duisternis kwamen afwisselen om het hunne te genieten van de 1001-nacbt-vertellingen die aan de schaduwen van de duisternis werden verkondigd. Zoo groot was de ingenomenheid van den ouden Kabong met den proselyt in zijn bejaardheid gewonnen, dat hij aan Bruce voorstelde te zamen de cerimonie.. van de bloed-bonds broederschap te vervullen; zij werden daardoor in elkanders ge slacht opgenomen. Bruce was eerst ietwat huiverig daarop in te gaan; was er misschien iets anders verborgen achter den wensch van den ouden man? Hij zelf had toch ook zijn diepere bedoeling bij de aandacht waarmede hij Kabong's vertogen volgde, hij hoopte inlichtingen te verkrijgen die lieni als ambtenaar dienstig konden zijn. Maar neen, liet was zuivere vriendschap van Kabong. Midden in den nacht liet hij zijn volgelingen wekken, zij zouden getuigen zijn. De plechtigheid was niet gecompliceerd. Een prik in den arm riep het bloed te voorschijn dat met het inlandsche bier vermengd of op het palmblad van een cigarette gedruppeld genoten en gerookt werd. Bruce werd op die wijs lid van de Doesoengemeenschap evenals Kabong het werd van het Britschf.' Rijk. Den volgenden morgen werd het feest bekroond door een buffelgevecht tusschen twee stieren om een butfeldame. Maar het was een apathische strijd, de eene buffel had er spoedig genoeg van en verliet de arena, door de natuur gevormd in de nabijheid van Kabong's woning. De dame volgde gedwee, zonder enthousiasme den overwinnaar. Bruce had zich iets hartstochtelijker voorge steld. J;i, de oude Kabong had goed waargenomen, do ridderlijken waren gedegenereerd in de dieren wereld even goed als -mder de Doesoenlwulking ! Toch uavon de stukken en brokken die waren _^^^ Buéfemy Bonbons Overheerlijke pikante ^ smaak overgebleven de noodige variëteit aan het anders eentonige leven. Er waren nog rebellen genoeg in het district, en al was er meestal weinig gevaar verbonden aan de expeditie, er bestond toch altoos de mogelijk heid van een avontuur. De inlander heeft een scherp oog en een scherpe tong voor den bluf van den moed; wee dengeen die onder het tirailleursvuur van zijn grappen den langen weg door de jungle heeft af te leggen. Ook de waarnemingen door den districts-ambtenaar gemaakt over de wijs waarop inboorlingen hem aanzien, zijn dikwijls gezouten. Waarom, vroeg Bruce aan een paar van zijn satellieten op een kleine expeditie, waarom wondt ge mij met alle geweld laten voorgaan bij het overtrekken van de rivier? Er zijn daar veel krokodillen in het water verborgen, was het antwoord, en daarom is het raadzaam een ander te laten voorgaan. Voortaan, was Bruce's bevel, zoodra we aan een rivier komen, steken wij hand aan hand daarover. -? Altoos echter was nog een van de voornaamste opstandelingen niet in Bruce's macht, a! had hij van den beginne af zijn vangst nagejaagd. Bruee probeerde door diplomatie zijn doel te bereiken en liet onderhandelingen aanknoopeii met de cchtgcnoofe. Gunfiug, zoo heette de rebel, wilde wel in onderwerping komen, mits hij een onderhoud had met den regeeringsambtenaar zonder escorte en verdere wapens. Bruce liet zich daartoe vinden en een zeer kalm en lang vredesgesprek had plaats; binnen dertig dagen daarna zou de onderwerping en verzoening geschieden: een steen zou als teeken van de belofteworden geplant in den grond van den Kotta Beloed. Voor de plechtigheid was behalve den steen van twee voet lengte, een buffel noodig met wat rijst en zout, ten behoeve van lut offer. Een aantal getuigen was genood die er vo: r moesten waken dat de heilige handeling naar het gebruikelijke ritueel afliep. Een gat werd in den grond gegraven en in de buurt de buffel vastgebonden. Dan gaf de tot berouw gekom.cn rebel een langgerekter! kreet en ouder het plengen van korrels zout en rijst, riep hij op zün persoon de vervloeking af van zijn beschermgeest, wanneer hij tegen zijn gelofte handelde. Kiuaringan," riep hij aan, in den hemel, Kinaringan op aarde, Kinaringan in het water, moge ik vallen wanneer ik klim in een klapperboom, moge een krokodil mij verslinden, wanneer ik in het water kom, moge mijn kinderen sterven.... en moge ik zelf omkomen als zout wanneer het smelt in water, zoo ik niet nakom de hevelen van het bestuur, enz Daarna volgde de gelofte van de regeering om hem goed te behandelen. De buffel werd dan gedood en het bloed geleid in het gegraven gat, waarin beide partijen den steen bevestigden dien zij met het buffelhloed hadden besmeerd. Ten slofte werden de ledematen van het dier onder de feest genoot en verdeeld, O, het waren zeer gelukkige dagen, zegt Bruce, die eerste tijden van mijn ambt. Later.... W. G. C B ij v A N c K Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER &Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM Bergplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl