De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 17 januari pagina 16

17 januari 1925 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2484 SCHILDERKUNST-KRONIEK DE JACHT IS GEOPEND Teekening voor ,,de Amsterdammer'' door Gcorge van Raemdonck CHARLEY TOOROP. JAC NIEWEG EN J. RAE DECKER, bij Mak, Rokin. Deze tentoonstelling heeft niet de belangstelling die zij verdient. In het bijzonder Charley Toorop, van wie ik mij geen zoo uitgebreid exposéharer kunst herinner, mocht op een grooter schaar aandachtigen aanspraak maken, dan de enkele ver dwaalde beschouwers van haar werk, in deze groote zaal in staat zijn te formeeren. Toch kreeg ik nooit zoozeer den indruk van het sterke en homo gene harer persoonlijkheid. Een schilder van ouderen snit hoorde ik haar werk onbehagelijk noemen. Daar ligt inderdaad voorshands de sleutel van hare impopulariteit. Al wat zoetvloeiend, schalksch, verfijnd, recht-af behagelijk is ontbreekt aan deze kunst. Charley Toorops kijk op de werke lijkheid is een nuchtere, harde, doordringende, directe; haar uiting onverbloemd, onopgesmukt, onverfraaid. Haar gevoeligheid uit zich in de afwezigheid van alle ons vertrouwde symptomen van gevoel. Zij gaat haast te forsch op haar doel af, negeert van alles wat ons dierbaar was, bekom mert zich om geen der hechte fundamenten onzer waardeering: tonaliteit, atmosfeer, nuanceering. Zij zoekt maar n ding het karakter, het essentieele, dat waar het cp aan komt en brengt dat naar voren met een meedoogenlooze felheid. Haar kunst is een haast pijnlijke ontleding van het karakteristieke en alleen de diepe ernst die haar bezielt en het absoluut eenzijdige van haar artis tieke constellatie behoeden haar voor een afdwalen naar de karikatuur, waarvan het terrein aan het hare paalt. Maar juist dat van zulk een aberratie geen sprake is, dat zij twee imbecillen (collectie Boendemaker) zoo meedoogenloos juist en toch zoo begrijpend zoo onbarmhartig en toch zoo menschelijk, zoo hard en toch zoo ontroerend wist uit te beelden is een bewijs van de onbewuste gaafheid harer artisticiteit. Zij is de tegenvoetster der binnenhuisschilders uit de Haagsche school. De poëzie van den dampenden aardappelschotel die vereenigt en verheelt is de hare niet. Zij execu teert haar levende en levenlooze sujetten zonder toegevendheid en in de onfeilbaarheid waarmee zij juist dat behoudt wat in lijn en in kleur haar gegeven in schoonheid typeert, zit haar verdienste. Twee voorbeelden daarvan telt deze tentoonstel-^ ling boven en te midden van vele: de afbeelding eener wezenlooze vrouw in een deken gehuld en het interieur eener boerenherberg. Vooral het eerste schilderij vertoont een grootheid van con ceptie, een durf in de doorvoering en een eenvoud in de kleur, die het op een geheel ander plan plaatsen dan het meeste wat thans doe r onze schilderessen wordt voortgebracht. Tegenover deze forsche en mannelijke kunst maakt die van Jacob Nieweg een weinig gelukkig figuur. Hij kon het niet slechter getroffen hebben. Al het frissche, gedecideerde, kernachtige in Charley Toorop is als een hoon aan het bloemzoete, het niets passeerende en niets releveerende in het breedsprakig-zorgvuldige van Niewegs werk. Zijn sneeuwlandschappen en houtskoolteekeningen komen er nog het best af. En men zou zeggen dat hij om zijn toewijding en zijn milden en fijnen geest beter verdient. Met den beeldhouwer Raedecker is het anders. Hij zond weinig in. Maar wie het mannetje" in beton uitgevoerd aandachtig beziet zal er schoon heden in ontdekken (de handen, den mond) die hij niet licht vergeet. Een bezienswaardige tentoonstelling. H E N N U S J. H. DF Bois, HAARLEM. JANUARI-TXPOSITIC. Deze kleine tentoonstelling brengt gemengd gezelschap: etsen, oude Indische batiks en moderne fransche bibliophiel uitgaven. Maar wat niet op de aankondigingskaart vermeld staat, welke ons werd toegezonden, ook al zijn het oude bekenden, boeit het meeste van al. want daar is allereerst Toornp's prachtige en sterke Werkstaking" uit zijn opstandigen tijd, geteekend op ordinair geel stroobord met zwart krijt, waarin het rood van het baaien hemd der hoofdfiguur, het wit van den muur en het blauw van zaag, spade en houweel, kleur suggereeren. Ook hier is, zooals Toorop dit in latere werken zoo sterk zou ontwikkelen (het dateert uit 1899) de menschengroep en de bewe ging op den achtergrond zeer belangrijk. Van W. A. van Konijnenburg zien wij de nobele teekening van de Roeier" terug (1917,18), de gespannen mansgestalte die als een mythische figuur zijn ranke boot door de woelende branding voortbeweegt. De teekening in zwart krijt is gerehausseerd met Uit ,,De Amsterdamsche Politie": ,,Opvallend gering is de prestatie van verschillende agenten gedurende dit jaar geweest. Dat ik van sommigen onder hen in het geheel geen of zeer weinig werk onder de oogen kriig, duidt m i. op wanpraestatie. Te zijner tijd zal van de opgemaakte processen-verbaal een overzicht worden gegeven. Bij eventueele heoordeeling en bij het verleenen van faciliteiten zal : in den vervolge^met deze wanpraestatie rekening worden gehouden." blauw en met wit, een uiterst fijne combinatie van kleur, koel en hooghartig. En dan is er ook de merkwaardige aquarel door Tlwrn Prikker in 1912 gemaakt: de Anker trekkers", waarin met houtskool enkele lijnen zijn aangezet, doch alles vervaagt in een wazigen toon. Tegenover zulke werken en zeer persoonlijke uitingen doet al het etswerk van Hans Kolil en Err.il Pottner klein, liefelijk en burgerlijk aan. Van eerstgenoemde is wellicht het beste een por tret van den Paus, geduldig gedaan en geduldig geobserveerd, doch zeer conventioneel aange keken. Er is ook een kleiner profiel-portret, dat evenzeer fotografisch aandoet en alleen maar.... vervelend is. Ook in de kijkjes op schilderachtige hoeken in oude steden, zooals Kohl's leermeester Peter Halm dat beter deed, is de ziel zoek. Emil Pottner is veel levendiger, veel vlotter. Hij gaf heel gevoelige dierstudie's, waarin het fluweelzwart een sterk repoussoir stelt; een volbloed impressionist, maar.... er zijn er zooveel zoo! Een vreugde zijn de boek-illustratie's der fransche uitgaven: houtsneden en etsen door Masereel, Jou, Lebégue, Deslignères, Simeon, Carlègle, Asselin, Maha en Ranft. Vooral de houtsnede met het sprekend contrast van zwart en wit leent zich bij uitstek voor boek-versiering, alleen wordt bij het kiezen van het druklettertype vaak over het hoofd gezien dat tegenover het diep zwart der illustratie de drukspiegel te grijs aandoet, waardoor het evenwicht verbroken wordt. O T T o VAN TUSSENBROEK TOEGEPASTE KUNST NIEUWE AANPLAKBILJETTEN Tusschen een politieke prent en een affiche is een heel groot verschil. Ook is deze laatste geen illustratie, waar zij vooral en vóór alles afstandwerking beoogt. De beide nieuwe ontwerpen van Alb. Hahn Jr. voor den Bond van de in het kleedingbedrijf werkenden zijn te veel prent en te weinig affiche; zij geven te veel kleurtjes en te weinig kleur. Iii simpel zwart en rood op witten ondergrond RESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN C. B. VAN BOHEMEN - DEN HAAG zou sterker indruk en decoratief effect verkregen zijn. Ook is de strijd dunkt mij te ernstig voor de belanghebbenden, dan dat een grapje van een op de scherpe punt eener omgekeerde schaar balanceerenden snijder op zijn plaats is. Beter is het andere ontwerp met de vastberaden vrouwegestalte met roode vaan, schrijdend over doornentakken. Ook is op deze plaat de belettering strenger opgelost. Twee :eer tendentieuze biljetten teekende W alter voor het Ned. Syndicalistisch Vakverbond en voor de Coöperatie Samenwerking". Er is in beide ontwerpen iets dat flink en sterk, recht op het doel afgaat. Het eerstgenoemde, afgedrukt in rood en zwart op witten grond, is veel beter dan dat voor Samenwerking", want de strakke, zwarte letters, drie rijen boven en drie rijen onder aan (en daartusschen als middenvak de initialen van het Vak verbond, waarvan de letter V als een koolspitspunt het bloed-roode vuur doet wegspatten) zijn goed geteekend, in tegenstelling met de onbenullige vormgeving der letters van het Samenwerking"biljet. Hierop is in zwart, blauw-groen en oranje de afbeelding gegeven eener bleeke vrouw, staande, als beschermd door twee stoere kerels, waarvan de een een houweel, de ander een zeis in de hand houdt. Vastberadenheid en overtuiging spreekt uit deze gestalten, maar het is alles wat grof en te haastig gegeven. De biljetten zijn gedrukt bij de Jong en Co te Hilversum. O. v. T. ROOKT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl