De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 17 januari pagina 2

17 januari 1925 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2484 BOEVEN EN SCHAVUITEN IN AMERIKA Wie die zijn best heeft gedaan onder de ruige schors der jaren nog iets van den oorspronkelijke!! jongen in zich te redden, schaamt zich wel te erkennen dat het avontuurlijke van roovergeschiedenissen en hun strijd met de gestelde macnten, laat het een detective zijn of de politie in hoogst eigen persoon, zijn aantrekkelijkheid bijna onverzwakt voor hem heeft behouden, al is zijn geloof ook door scepticisme overwoekerd? Verbeeld u, uit Amerika komt u ter hand een dik boek: Keys to Crookdom met de afbeelding op den titelband van een bos dievensleutels, zult ge u niet gaan verkneuteren in het denkbeeld voor de duistere overgangsdagen van oud tot nieuween lectuur te hebben gevonden, die op haar manier weer jong maakt ! De schrijver, eorge Henderson, stelt zich voor, door het bijeenbrengen van zijn ervaringen en zijn onderzoek, den weg te hebben geopend tot de intiemere kennis van de onderwereld, jaar in jaar uit door hem op zijn journalisten-tochten bereisd. Men zal er de gevaarlijke klassen der maatschappij levend voor zich zien in de uitoefe ning hunner praktijken, opkomend uit den grond waarin zij zijn gesproten met hun eigenaardigheid en hun hiërarchie, en men zal daardoor een inzicht kunnen verkrijgen in de wijs waarop het gevaar bestreden kan worden . . Want dit is het zedelijk doel van dit boek, het sluit zich aan bij de pogingen tot hervorming van het geheele strafstelsel, waaraan ook de Vereenigde Staten hun bijdrage willen leveren. Maar ik moet beginnen mij te verzetten tegen de bewering, als zou de studie van de afzonderlijke afdeelingen der boevenwereld in haar bedrijf en wanbedrijf eerst van onzen tijd dateeren. Moge lijk op het Westelijk halfrond ! Ik durf me daarover zonder nader onderzoek niet uitlaten, maar op ons Oostelijk deel van den aardbol dagteekent de beschrijving der verse ruilend _' so.irten van boeverij van het ontstaan der geregelde staten tegen het begin der nieuwe geschiedenis, om het nu niet te op te halen van de middeleeuwen af. In de zestiende eeuw ontwikkelt zich een lite ratuur van het heillooze gilde, en van vroeger nog is de boevenpreek bekend die men, wanneer mijn geheugen mij niet bedriegt, zoowel onder de Fransche als Engelsche verhalen tegenkomt. Een pastoor of een monnik werd door een rooverbende gevangen. Men dacht er aan hem als onnut lid der samenleving op te knoopen, toen n het voorstel deed hem zijn leven te laten houden voor een kostelijke preek te midden van het eerwaardige gezelschap. De priester schikte zich in het geval en begon met een inleiding: nooit zoo herinnerd te zijn aan het doel van het menschelijk leven dat bestaat in de navolginge Christi", als nu hij rondzag onder zijn gehoor en dacht aan hun levens gang. Gij zijt geboren in niet veel beter dan een stal, zoo was de verklaring van zijn tekst, evenals Christus is geboren tusschen het vee, en zijn kindsheid had met veel bezwaren te kampen voor zijn ouders als voor hem, zoo was het ook voor u. Toen hij tot mannelijken leeftijd was gekomen had hij dikwijls geen dak boven het hoofd en een steen diende' hem tot rustplaats in den nacht, evenals U. Zijn omgang was met tollenaars en vrouwen van licht levensgedrag, zoo is ook uw omgang wanneer gij over de wegen gaat. Hij is voor het gerecht gebracht en gegeeseld en ver oordeeld, zoo ook gij. Hij is tot de galg gebracht en heeft daar gehangen, evenals gij het zult doen. Tusschen dieven en moordenaars zult ge uw laatsten adem uitblazen evenals Christus. En ter helle varen evenals Christus . . Maar Christus is opgestaan en verrezen en heeft zijn plaats ingenomen aan de rechterhand ods, en gij, . . gij zult ter helle blijven en branden tot in eeuwigheid. Zoo besloot de priester zijn preek. Henderson, onze Amerikaan, zou zeker een zelfde conclusie trekken: als hij de opdracht had gekregen om een rede te houden over zijn onder werp. Hij waarschuwt met nadruk tegen den glans die van het rooversbedrijf in 't groot uitgaande, ons soms zou verlokken er meer achter te zoeken dan er werkelijk in zit; het zijn geen bijzondere menschen, leert hij, die. het vak aanvatten, bijna altijd is het een zwakheid van hun karakter of een onweerstaanbare neiging tot drank en verdoover.de middelen, die de misdadigers drijft, en hen, een maal op het pad gebracht, meêdoogenloos daarop houdt. Maar dan herinnert hij zich hoe hij met zakken rollers en kasbestelers en valse hèmunters en allerlei gespuis dag in dag uit op de baan is geweest, hoe hij hun bestaan heeft gedeeld en hun manier van spreken heeft gesproken en hoe dat leven in een andere huid en in een andere moraliteit toch wel zijn bekoring had voor de in formules ingeba kerde memchheid ! Hij kan zich echter zelf bij den kraag van zijn jas grijpen en tegenover de in hun soort gezellige boeven de honderd millioen Ameri kanen stellen die jaarlijks een tol van veel meer dan honderd millioenen dollars moeten betalen aan de heillooze broederschap die er op uit is hun medemenschen van de vrucht van hun arbeid te berooven. Ik neem die cijfers over in hun ruwheid en onbe paaldheid. De berekening naar het aantal in de gevangenissen jaarlijks opgeslotenen, 567.000 over het jaar 1919 is voor mijn gevoel ver van over tuigend, omdat men er bij moet aannemen dat slechts de helft van de gestrafte misdaden be kend zijn geworden, zonder dat ik zou durven beweren dat een andere verhouding verkieselijk is. De sterkte van het crimineele element in Amerika laat zich, dunkt mij, het best overzien wanneer men voor bepaalde gebieden zuiver omschreven categoriën van misdaden in rekening brengt, b.v. de auto-diefstallen in groote steden; dan eerst krijgt men een begrip van de insluiting der bezittenden door een kring of ring van belegerenden. Aan het hoofd van degenen die zich den strijd tegen de misdaad met humane middelen ten doel hebben gesteld staat, wat Amerika betreft, ongetwijfeld August Vollmer, die de beroemde school voor politiebeambten heeft georganiseerd en als politiehoofd fungeert in Californié. Toen Vollmer het hoofd Werd van het politLdepartement te Los-Angeles, de uitgebreidste stad van den Staat Californië, was hij weinig op de hoogte van den toestand aldaar. Hij ging dien gezet bestudeeren naarde statistieken over de misdaden. Daaruit zag hij de misdaden van jaar tot jaar toe nemen (met het aantal der bevolking) en ernstiger worden. In '916 waren jaarlijks 45.000 personen garresteerd, in 1922 en 1923 was dat aantal ge groeid tot 87000 en 100.000 en het aantal inbraken van 3,800 tot 8,500; 5000 auto's werden jaarlijks gestolen. Hij liet toen groote kaarten maken ; op de plaats waar een misdaad was begaan werd een speld ingestoken met een kop gekleurd naar gelang van het begane misdrijf; roode spelden duidden de inbraken aan, blauwe diefstallen, gele auto-ont vreemding. Uit de 1600 man tot zijn beschikking als politieregiment koos hij daarop 350 uit, welke hij als geheime agenten voor speciaal werk bestem de. Zij droegen geen uniform en kregen een bepaal de taak. Mijn plan is niet," zeide Vollmer, om te wachten tot een misdadiger zijn misdaad begaat; ik ga tot het offensief over en ga voor." De beambten zonder uniform werkten in paren, door de wacht te houden bij garages en op de groote wegen die buiten de stad leidden, maar zij waren ook te vinden in de bars en salons en bij de speel holen en verdachte huizen, en observeerden daar nauwkeurig de menschen zonder bekende middelen van bestaan. Kwam er dan een rapport waarbij een bende werd gesignaleerd, dan mobiliseerde Vollmer onmiddellijk zijn geheele macht hij voerde een nieuw signaleerstelsel in ? trok een cordon om het geheele kwartier en arresteerde bij twintigtallen. Hij paste wel op dat iemand ont snapte. Al gedurende de manoeuvres van de eerste week verminderde het getal auto-diefstallen van 25 tot zes per dag. Daarna kwamen de inbrekers aan de beurt. Dezelfde methode moest strekken om hen in de val te lokken en ook hier gelukte het Vollmer een groote bende te bemeestercn. Wat hem hielp in het onderzoek, was dat het meestal reeds vroeger veroordeelden waren, die zich aan nieuwe daden waagden. Daardoor was het gebied waarop men had te werken, dadelijk beter omschreven. De hoofdzaak voor een goed politie-beambte is het camera-oog te hebben, waardoor hij een bekende van vroeger als gefotografeerd bij zich draagt. Daar de schavuiten niet de gewoonte hebben lang op n plaats te blijven en dus dikwijls de omtoer maken door het geheel van de Vereenig de Staten, heeft de expert politie-officL-r na ten aantal jaren dienst portretten van duizenden en duizenden in zijn geheugen die hij dikwijls bij name kent. Het is de dagelijksche oefening in zijn vak die zijn kennis scherpt. Maar die gereedheid van oordeelen en handelen is in een land van groote steden met onmetelijk verkeer als Amerika een allereerst noodite vereischte. Dat is het beste wapen om zich te verdedi gen tegen de misdaad die op hem loert voor d ui handelsman als hij zijn waren te koop aanbiedt. Hoe zal de juwelier zich redden voor de aanvallui Rippers Kersen* Pralines r Bijzonder- frisschei .aangename smaal W O -^?L :;:?#? ?föS&Sv, ! Ki- ^? van dieven, wanneer hij niet steeds op alle omstan digheden L't om de boosdoeners te betrappen? Henderson opent de reeks van zijn gevallen van boeven met de diefstallen, zoo als ze in het dagelijksch verkeer voorkomen. Hij vertelt: In een groote juwelierszaak komt een mooi meisje binnen en vraagt ongesiepen diamanten te zien van twee karaten ongeveer die zij in een mansring wil laten passen. Zij keek aandachtig naar de steenen die de bediende in een bak voor haar plaatste, maar kon er naar haar keus geen vinden, eindelijk bepaalde zij zich tot een ruw klein steentje van honderd gulden, zij zou terug komen omdat zij het geld niet bij zich had en wilde heengaan, toen de bediende haar terughield en zeide: In de bak mankeert een twee karaats dia mant, hij is aan uw goed blijven hangen of op den grond gevallen. Beide zochten, maar vonden niets. Ondertusschen waren detectives gehaald, liet mooie meisje werd in arrest gebracht, daar werd zij van top tot teen onderzocht; tot zelfs de hielen van haar schoentjes moesten er aan gelooven. Ondertusschen waren haar vingerafdrukken onderzocht en vergeleken op het bureau van den chef nut die van bekende diamantdieveggen. Er was geen twijfel aan, zij moest Diamond Lil zijn een befaamd ontvreemdster van edelgesteenten, maar de twee karaats diamant werd niet bij haar gevonden. Ten einde raad, beval de officier van politie een revue te houden van de voornaamste boeven, waarvan hij vermoedde dat zij in het geval betrok ken konden zijn; hij liet hen r.aar de juwelierszaak brengen. Een hunner was Googs, dat is in de dieventaal: de brilleman. Die kerel was hier een paar minuten voordat wij den diefstal ontdekten, --- zeide de bediende. Dat vat ik wel dat hij hier was, voerde hem de politieman kortaf tegemoet, en het meisje heeft hem den steen overgegeven, voordat ge den diamant miste of zelfs haar txgon te verdenken. Waarom hebt ge niet dadelijk verteld dat nog een ander persoon aanwezig was in den winkel? was zijn ban-che vraag. W. . C. B Y V A N C K NIEUWE DRUKKEN EN VERTALINGEN FÏ<AN£ )is MAURÏAC, De K;/s aan den Melaatsche. Roman uit het Fransch vertaald door Martin J. Premsela. Amsterdam, S. L. van Looy. H. BAKELS, Herschreven kouquetje dogmatiek (geïllustreerd),, waarin zoo overtuigen d a Is mogelijk was, volgens het beginsel der vrije gedachte, wordt aangetoond de waarachtigheid van God, deugd en onsterfelijkheid." Vijfde druk. Enkhuizen, W. Over de Linden. L. F. VAN MEEUWEN, Methodisch leerboek der handclscorrespondentie, met woordenlijst in drie moderne talen. Zesde druk. Wassenaar, N.V. Uitgevers mij. v/n. . Delwel. F. X. M. SCHIPHORST, Hoe maak ik rn'n eigen radio-tclefoon-ontvangstation'? Serie: Weten en Kunnen. Tweede druk. Uitgevers Mij. Kosmos" te Amsterdam. BATENBURG & FOLMER (O. W. FOLMER) DEN H AAG, HUYGENSPARK 22 SPECIALITEIT: BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE.INRICHTING. VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl