Historisch Archief 1877-1940
m. 2484
T3E"SMSTERDAMMER",'WËKBLAt) VOOR NEDERLAND
21
VEILIGHEIDSKLEP
Nederland telt een verbijsterend aantal groote
mannen. Daarom gaat er ook geen week voorbij
of een landgenoot wordt gehuldigd.
Gehuldigd worden is natuurlijk heerlijk, maar hul
digen zonder twijfel ook; misschien nog heerlijker.
Want het is zaliger te geven, dan te ontvangen.
Ik benijd altijd den voorzitter van het Comité.
Het is een eer voorzitter van het Comitéte zijn,
want het moet altijd een eer zijn voor den gehul
digde, dat juist de voorzitter de voorzitter is.
De hulde moet immers van boven komen. Niet
alleen de voorzitter, doch het geheele Comit
moet derhalve uit vooraanstaande persoonlijk
heden bestaan. Ik benijd dus, zij het in mindere
mate, ook de leden van het Comité.
Hoe zalig moet het zijn H.M. de Koningin te
huldigen ! Niet door zoo maar Hoera te roepen of
Haar welkom te heeten of Haar innige verknocht
heid te verzekeren of een geschenk aan te bieden
??dat is stellig ook heel prettig en eervol , maar
wat moet er omgaan in het hart van hem, die als
president van het Comitélangs een kathedertrap
boven Hare Majesteit uitklautert om van boven
af een onderscheiding op Haar te doen nederdalen,
Haar een academische ridderorde op de borst te
spelden, Haar tot Doctor Honoris Causa
Wilhelmina te VERHEFFEN! (Of zou H.M. zich liever
Mr. Wilhelmina genoemd hooren?)
Welk een gevoel moet dat zijn tot H.M. te
zeggen. Ik, Hooggeleerde, ik bevorder U, die mij
tot Hooggeleerden Heer benoemd hebt, tot
Zeergeleerde Vrouwe". Ha! wat een gewaar
wording ! Stel het u voor, dit te mogen zeggen in
deftig, historisch, professoraal Leidsch. Wij hooren
het dezen vorstenbevorderaar reeds zeggen:
Doorluchtige afstammeling van den doorluchtigen
Stichter dezer doorluchtige Hoogeschool enz.
enz."
Het is jammer dat Leiden dit buitenkansje
Amsterdam heeft afgesnoept. Of zou de
Amsterdamsche Senaat te rood zijn? Men zou het gaan
gelooven, als men bedenkt dat een man als b.v.
Van Aalst, die zoo ontzettend veel voor Amster
dam gedaan heeft, nog altijd op zijn eere-doctoraat
wacht. De Regeering heeft hem zoo hoog gerid
derd, als met zijn stand is overeen te brengen,
maar wat heeft zijn eigen stad voor hem gedaan?
Ja, hij noemt zich Dr. van Aalst en dat is natuur
lijk in orde, maarjdat Duitschland zoo'n man de
eer moest geven, die zijn vaderland hem tot heden
onthield, is diep treurig. Wat is après tont een
Duitsche doctorstitel hier waard? Wij weten het
allen: in Duitschland is iedere oberkellner Herr
Doctor. Zeker, de titel Herr Doctor is van Aalst
niet voor niets gegeven; tweehonderd millioen
gulden heeft het gekost, niet natuurlijk aan van
Aalst, die geen cent voor een ijdelen titel zou over
hebben (nog kort geleden weigerde hij den
baronnentitel), maar aan zijn vaderland, dat dit sommetje
onder zijn beproefde leiding aan Duitschland ge
leend heeft. Als dit geld terugkomt, zal er voor een
Nederlandsche Universiteit alle aanleiding bestaan
het verzuim goed te maken. Het kan nog wel
eenigen tijd duren, heeft de heer Colijn, die pas
uit Berlijn is teruggekeerd, ons medegedeeld.
Inmiddels valt er nog genoeg te huldigen:
onze kranige, kloeke, koene vliegers, die zoo door
tastend op oud-Hollandschen trant van Philippopel
naar Batavia zijn gevlogen in denzelfden tijd,
waarin een stoomboot van Batavia naar Philippo
pel vaart. Zij hebben onomstootelijk aangetoond,
dat zoo iets mogelijk is, als er geen ongeluk gebeurt.
Dit wisten wij nog niet. Het komt ons voor, dat
aan deze hemeldragonders nog niet voldoende hulde
is bewezen. Waarom is van der Hoop nog geen
doctor motoris causa gemaakt? Officier in de orde
van Oranje-Nassau is goed voor gewone sterve
lingen; zeker, er komen nog eenige standbeelden
bij (op Schiphol, te Batavia en te Philippopel),
behalve een gedenksteen op den Dam, waarom
niet in het Vliegen-bosch? er zijn een dozijn
straten naar van der Hoop of zijn makkers ge
noemd, 't is alles wel aardig, maar is dit genoeg
voor het Vattier-Kranige driemanschap? Ja,
dit is het passende woord voor deze
FokkerZeyensterren, deze Schiphollanders, deze
RollsRuizetypes, deze Bataviateurs, dit
benzinetriumphiraat, deze trias Philippopolitica, voor
deze stoere luchtgeuzen, die het vaderland gered
hebben, gelijk Vattier Kraane het meermalen
gered heeft.
O, er valt nog zooveel te huldigen, niet waar?
MAARTEN VAN R.
OOKTFRED:.IROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets
OPLOSSING VAN DE
DAM
PRIJSVRAAG
(zie ook pag. 20)
De spreekwoorden en gezegden luiden (onder
aan de plaat begonnen):
Op den voorgrond treden.
Het ei loopt de kip vooruit.
Twee honden samen aan n been, komen zelden
overeen.
Paarlen voor de zwijnen werpen.
Iemand een vlieg afvangeu.
Laat n ei in het nest.
De plaat poetsen.
Goede wijn behoeft geen krans.
Spijkers met koppen slaan.
Het mes in den buik.
Iemand het vuur na aan de schenen leggen.
Een blok aan het been.
Eén duit gespaard, goud gegaard.
Zijn beren laten dansen.
Waar militairen zijn zijn, geen ganzen.
De hond in den pot.
Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
Met zijn kop tegen den muur loopen.
Een oog in het zeil houden.
Hij weet niet waar de wind vandaan komt.
De een scheert schapen, de ander varkens.
Hij breekt den muur af, zonder hulp.
Een loopend paard kan men lastig beslaan.
Het hoekje omgaan.
Boven zijn span grijpen.
Met den hoed in de hand komt men door het
gansche land.
De pilaarbijter.
Stille wateren hebben diepe gronden.
In het zand bijten.
Zijn hoofd boven water houden.
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn
streken.
'n Schelvisschje uitgooien om een kabeljauw te
vangen.
De groote visschen eten de kleine.
In troebel water is 't goed visschen.
Spijkers op laag water zoeken.
Zijn geld in het water gooien.
De aal bij den staart vatten.
Aan den weg timmeren.
Zijn kat in de zon vlooien.
Iets door de vingers zien.
Elkaar bij den neus nemen.
Naar den bekenden weg vragen.
Iemand zand in de oogen strooien.
Pronken met andermans veeren.
Op grooten voet leven.
Iemand aanklampen.
Elkaar in de wielen rijden.
Op zijn achterste pooten staan (of: Vast in het
zadel zitten).
Beter alleen dan in kwaad gemeen.
De eerste viool bespelen.
Op zijn stokje paardje rijden.
Iemand met den vinger nawijzen.
Iemand aan de hand leiden.
Het op een loopen zetten.
Den draad kwijt zijn (tram).
De schijven vliegen van het dak.
Hij spant zijn hoog te hoog.
De speelman zit nog op het dak.
Met alle winden waaien.
Op eigen wieken drijven.
Zich op den achtergrond houden.
In de wolken zijn.
Er is te veel dak op het huis.
Onder dak zijn.
CHARIVARIA
DE NOMINATIONS-AC^USATIV'US CONSTRUCTIE
,,Zoo'n hooge vlucht als Amsterdam
Voor 't eerst in vier en twintig natu,
Werd nooit tot dusver ondernomen,
En had zich niemand durven droomen."
(Nieuu'j. \venscli Studtsch.
OP DE GLIBBERIGE PADEN
.,De onderlinge bijeenkomsten zullen mede den heksen
ketel brouwen, waaruit De Vrije Bladen" xijn wapenen
tot den aanval en den opbouw smeden kan."
('Pnisp. De rtislclvink)
Voorbeelden van spreekwoorden en gezegden,
die wel in verband met de teekening zijn te noemen,
doch waarmede geen rekening is gehouden bij het
beoordeelen van de juistheid der oplossing:
Schitteren door afwezigheid.
De breede weg.
Onder den blooten hemel.
Zooveel hoofden zooveel zinnen.
Langs heerenwegen loopen.
Op eigen beenen staan.
Den middenweg kiezen.
Iemand den rug toedraaien.
DE \VüT ONZER DROOM EN
,,Dr. Canoy heeft aan de Koningin gevraagd dit be
sluit te vernietigen wegens strijd met de wet op het
algemeen belang." (Tel.)
ONZE SCHOKHOEK
Er schijnt opnieuw sprake van een café-restaurant
op het nog open Damterrein. Men noemt de Amstel
Brouwerij als gegadigde. Het wordt niet bevestigd, maar
ook niet tegengesproken." (N. K. Ct.)
Nog altijd is een grootelijks ontbloote rug a la mode,
wat echter volstrekt niet wil zeggen, dat men zich met
een minder opzichtig décolletèbehoeft te geneeren."
(N. R. Ct.)
DlENSIJVER.
De rede was welwillend en tegemoetkomend, ook
jegens den Minister. Wel werd diens wijze van bezuini
ging gecritiseerd." (Ilbld.)
De kantoorhouder was reeds geruimen tijd ziek, en
diens plaatsvervanger gaf het stuk." (O. H. C.)
,,De zaal heeft Albert Vogel ter gelegenheid van diens
jubileum gehuldigd." (N. K. C.)
HET SEXUEEI.!-: VRAAGSTUK I:N DE HIENSIJVER
Mevrouw L. Smit zoekt voor Maar dienstmeisje en
diens a. s. man een betrekking." (Adv. Ztitph. Ct.)
CORRESPONDENTIE
L. te H. Wordt het geen tijd, dat Charivaris eens
te velde trekt tegen deze onbenullige kranten-termen:
aldus spreker, aldus de Minister" in plaats van: zegt
of zeide de spreker." enz.?
Antw. J i. Maar gelijk reeds im-ermilcn ge
zegd (hier hoort het bij!) men zende knipsels.
G. ie A. Waarde Charivarius, in een hoofdartikel van
het Handelsblad van 5 dezer (ruim n kolom) las ik !
Een Duitsch economisch stelsel economische poli
tiek economisch korter economische verkeers
wegen economisch geografische omstandigheden -
economische verandering economisch paardenmiddel
economisch leven economische outillage?economisch
geografische ligging economisch kleed economische
politiek." Met economischer! groet, G.
Antw. U beleefd economisch dankend, CH.
Leekenspiegel
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
H. W. te L. Ik heb een Fransclie munt; aan de
voorzijde vertoont ze de beeltenis van Lodewijk
XVI, liet jaartal 1792 A en rondom: Louis XVI,
Roi des Franfois. Aan de aclitcrzij ziet men in 't
midden een zuil met vrij/ieidsmuts; daaromheen
een krans; daaronder: L'an 4 de la libertéen
rondom: La nation, la lal, Ie roi.
Kan deze munt echt zijn? De voorzijde is m.i.
niet te rijmen met de achterzijde.
Deze munt is een twee solsstuk uit L'idewijk
XVI, in 1792 te Parijs gemunt. Deze stukken zijn
geslagen volgens de muntwet van 11 januari en
20 April 1791. 3 Mei 1788 had het parlement
Frankrijk tot een constittitioneele monarchie ver
klaard, en was 1792 het vierde jaar dier monarchie,
vandaar 't Pan 4" en 1792.
Deze munten zijn vervaardigd uit het metaal
van de klokken der opgeheven kerken; ze zijn
volstrekt niet zeldzaam.
Netierl. Munt
Hollands boste t O oents sigaar