Historisch Archief 1877-1940
No. 2485
Zaterdag 24 Januari
Ao. 1925
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K AM P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.
bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25
Redactie en Administratie :
Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel
Dispositiekosten 20 cent
DE NIEUWE REGEERING IN DUITSGHLAND
Op Zondag 7 December werden de verkiezingen voor den
Duitschen Rijksdag gehouden; eerst op Maandag 19 Januari heeft de
nieuwe rijkskanselier Dr. Luther het door hem gevormde kabinet
aan den Rijksdag kunnen voorstellen en de verklaring voorgelezen,
die de gedragslijn van de nieuwe regeering aangeeft.
Sinds de November-revolutie zijn er zoo dikwijls veranderingen
in de Duitsche regeering gekomen en heeft het vaak zooveel moeite
gekost, een rijksministerie bijeen te brengen, dat ook de jongste
crisis als geen wereldschokkende gebeurtenis is beschouwd. Toch
verdient zij wel eenige aandacht, omdat er, duidelijker dan bij
vroegere gelegenheden, uit blijkt, welk proces zich in Duitschland
voltrekt.
Vóór de laatste Rijksdagverkiezingen bestond de regeering uit
vertegenwoordigers van de drie partijen, die men dikwijls de
middelpartijen noemt: het Centrum (de Katholieke partij), de volks
partij (de vroegere nationaal-liberalen) en de democraten. Vroeger,
bij de zoogenaamde groote coalitie, hadden ook de sociaaldemocra
ten deel aan de regeering; dit was echter sedert eenigen tijd niet
meer het geval; in het kabinet-Marx waren zij niet vertegenwoor
digd; dit kabinet kon echter op hun steun rekenen.
Tegenover de regeering stonden de conservatieven
(Duitschnationale partij is hun officieele naam) en de uiterste vleugel van
deze partij, de ,,völkischen"; ook de communisten natuurlijk, want
zij maken front tegen elke regeering, die niet communistisch-gezind
is.
De uitslag nu van de verkiezingen in December 1.1. liet de moge
lijkheid open, dat het bestaande regeeringsblok werd gehandhaafd.
De meest in het oog vallende resultaten daarvan waren immers een
verzwakking van de beide uiterste partijen, zoowel van rechts als
van links; de völkischen" en de communisten leden gevoelige
verliezen; de sociaaldemocraten gingen aanmerkelijk vooruit.
Over het algemeen kon men zeggen, dat er een kleine verschuiving
naar links kwam, vergeleken althans bij den uitslag van de ver
kiezingen, die, nog kort geleden, in het voorjaar van 1924 waren
gehouden. De conservatieven trokken echter voordeel uit het feit,
dat de völkischen" door hun rumoerig optreden velen van zicli
hadden vervreemd; een groot aantal van de kiezers, die vroeger
op deze laatste partij hadden gestemd, ging nu tot hen over.
Reeds vóór de verkiezingen had de volkspartij te kennen ge
geven, dat zij niet te vinden was voor een bestendiging van de
regeering in haar toenmalige samenstelling. Zij verlangde, dat ook
de conservatieven erin zouden worden opgenomen; zij was niet
afkeerig van de vorming van een zoogenaamd burgerlijk" blok,
dat alle partijen zou omvatten, behalve de sociaaldemocraten en
de communisten.
Tegen de opneming van de conservatieven in de regeering werd
echter bezwaar gemaakt door de democraten en een groot deel
van het Centrum. Omgekeerd weigerde de volkspartij haar mede
werking tot een regeering, die ook op de linkerpartijen zou moeten
steunen. Ten slotte bleek het onmogelijk, een kabinet te formeeren
op parlementairen grondslag. Toen volgde een reeks van pogingen
om tot een extra-parlementair of supra-parlementair kabinet te
geraken, een soort van zaken-kabinet. Ook hierbij vielen vele mis
lukkingen te boeken, omdat, ondanks den naam, dien men er aan
gaf, zulk een kabinet toch op een meerderheid in den Rijksdag
moest kunnen rekenen en zich dus van den steun van bepaalde
partijen moest verzekeren. Ten slotte, omdat er toch een uitweg
uit de moeilijkheid moest worden gevonden, kreeg Dr. Luther
zijn kabinet bijeen.
In werkelijkheid steunt deze regeering op de partijen van rechts:
op de conservatieven, de Beiersche volkspartij (dit is feitelijk: de
conservatieve partij in Beieren) en op de vroegere
naionaalliberalen, de volkspartij. Deze laatste partij is eigenlijk nooit
behalve vlak na de November-revolutie, toen ook zij democrati
sche allures aannam iets anders geweest dan een conservatieve
partij; terwijl echter de eigenlijk conservatieve partij grootendeels
de groot-grondbezitters vertegenwoordigt, vindt zij haar aanhan
gers hoofdzakelijk in de kringen van industrieelen eri groothande
laars. Principieel verschil tusschen volkspartij (nationaal-liberalen)
en conservatieven (Duitsch-nationalen) valt nauwelijks op te
merken; alleen in economische aangelegenheden, wanneer de be
langen van de agrariërs in botsing kwamen met die van industrie
of groothandel, hebben zij elkaar dikwijls bestreden.
De genoemde partijen kunnen echter aan de nieuwe regeering
nog geen meerderheid in den Rijksdag verzekeren; om daarvan
gewis te zijn, behoeft zij nog den steun van het Centrum. Deze is
haar ten slotte beloofd; niet van harte gaarne: de redevoering,
waarmede het Rijksdagslid, dat namens het Centrum sprak, het
kabinet-Luther heeft verwelkomd, getuigt van een zeer Platonische
liefde.
Dit was ook kwalijk anders te verwachten. Evenals bij ons, heeft
ook de Katholieke partij in Duitschland een sterk democratischen
inslag. Bovendien werkt, in Pruisen, het Centrum nog altijd samen
met de partijen van links.
Van de houding, die het Centrum op den duur zal aannemen
tegenover de nieuwe regeering van Duitschland, hangt h-jt dus in
niet geringe mate af, of deze eenige kracht zal kunnen ontwikkelen.
De beginselen van de Katholieke partij maken, op bepaalde punten,
zoowel een samenwerking met rechts als met links mogelijk; wan
neer het kabinet-Luther zich wat intoomt en den overgang naar
het conservatieve régime geleidelijk weet te voltrekken, is het
volstrekt niet uitgesloten, dat het Centrum aan deze regeering een
vriendelijker gelaat toont dan thans nog het geval is.
De rijkskanselier zelf zal die toenadering niet bemoeilijken. Uit
de regeeringsverklaring, die hij Maandag 1.1. voorlas, blijkt geen
agressieve neiging; noch in de binnen-, noch in de buiteniandsche
politiek schijnt hij andere wegen te willen inslaan; hem bleef dan
ook de opmerking niet bespaard, dat de noodzakelijkheid om het
kabinet-Marx door een kabinet-Luther te vervangen, niet was
aangetoond.
Maar hoe gematigd Dr. Luther zelf ook moge zijn, het ministerie,
aan het hoofd waarvan hij is geplaatst, dankt zijn bestaan aan de
conservatieven van allerlei gading; al moge het zich een regeering
boven de partijen" noemen, in het wezen der zaak is deze regeering
conservatief en zal zij bij de genade der conservatieven het Rijk
moeten besturen. Of ook dezen zich gematigd zullen toonen, nu zij,
behalve den invloed, dien zij reeds lang uitoefenden omdat zij onder
het ambtenaren- en officierenkorps zooveel geestverwanten tellen,
ook weer zich kunnen laten gelden bij het bepalen van de gedrags
lijn der regeering?
Uit dit laatste blijkt de verandering, die in Duitschland zich
bezig is te voltrekken, waarvan wij in het begin van dit artikel
gewaagden. Om die te constateeren, moet men niet den uitslag
der verkiezingen van December 1.1. vergelijken met dien van het
voorjaar van 1924, maar het verschil in het oog vatten tusschen de
toestanden in het Duitschland van 1919 en die van thans. De soci
aaldemocraten zaten toen in de regeering, zijn er later uitgetreden,
maar bleven haar steunen, vormen thans weer de oppositie. De
Duitsch-nationalen en de volkspartij, die in de Nat. Vergadering
van 1919 tezamen slechts over 63 van de 421 zetels beschikten,
vormen thans weer zulk een macht in het land,
datzijhetrcgeeringskasteel door hun zaakwaarnemers kunnen laten bezetten. Evenals
in het oude Duitsche Rijk, geven de conservatieven de lakens weer
uit op n voorwaarde: mits zij liet Centrum te vriend houden.
Dat het Centrum, in zulk een positie geplaatst, ook eigen
partijwenschen zal willen bevredigen, laat zich denken; gelukkig mag
men tevens verwachten dat het, dank zij de regeeringservaring,
die het in de laatste jaren heeft verkregen, zijn invloed zal aanwen
den om het kabinet-Luther te bewaren voor misstappen op het
gebied der buiteniandsche politiek.
K E R x K A M P