De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 24 januari pagina 11

24 januari 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

1VU. 24513 UC, AMS 1 C'KÖAMMCF, VÜK NK17CKLANLJ KLEEDING VAN DE MAAND Teekcnin» voor de Amsterdammer" door S. de Dcsögu WAT DE AANDACHT VERDIENT Het is wellicht wat voorbarig, dit opschrift boven dezen tekst te plaatsen. Want ik wil iets zeggen over een tentoonstelling die, als dit weekblad ver schijnt, geopend is, doch nu, als ik dit schrijf nog in het stadium van de allereerste voorbereiding staat. De duur van de expositie is echter zeer kort, slechts drie dagen 23, 24 en 25 Januari. Ik wil dus hopen dat velen dit. Nr. spoedig in handen krijgen, en daarna gelegenheid vinden om te beoordeelen of de door mij gekozen titel juist is. De tentoonstelling waarop ik het oog heb, is er eene van Kunstnijverheid toegepast op kleeding. Zij wordt gehouden in de Nederlandsche Vrotiwendub, Keizersgracht 580. Zij is niet toegankelijk voor entree, doch ook niet alleen voor de leden, daar belangstellenden en introducées van leden even eens welkom zijn. Een ruim begrip, dat volkomen past in het kader dat onze club omlijnt. Bij deze korte expositie sluit zich de tentoonstelling aan van beeldende kunst van vrouwen, die tot 15 Fe bruari duurt. Kunstnijverheid toegepast op kleeding! Meer dan in vroegere tijdperken vraagt de hcdendaagsche mode daarvoor onze belangstelling. De vormen die Parijs en Weenen creëeren zijn slank, recht, eng van snit. De stoffen voor de dracht van den dag kunnen gepatroneerd zijn, de stoffen voor meer gekleede toiletten zijn effen. Wat markeert deze ntonige glad-omlaag vallende kleeding? Wat geeft er het cachet, de bekoring aan? Het is de in kleuren of metaaldraad beschaafd gekozen versiering, hier in motieven of banden op de juiste plek in den juisten kleurtoon aangebracht, ginds in een pittig kleurblokje en sprekend slipje of kleurlijntje of in een ketting, een hanger, een sierspeld, kortom in die petits riens, die aanvullend werken en toch met stof en vorm koketteeren om den voorrang in het aspect. Op de versiering van onze kleeding komt het dus heden ten dage aan en als ik de lijst lees van de vrouwen, die op de tentoonstelling van de Vrouwenclub werk zullen laten zien, dan kan ik wel vooruit zeggen dat er onder haar zijn met zulke frissche gedachten over kleedingsicr, zoo oorspron kelijk en eigen van vinding, dat wij, vrouwen, ons zullen afvragen: Waarom toch steeds dat navolgen van Parijs en Weenen? Waarom die confectiekleeding, die tot in de laagste klassen der maat schappij tot voor de kleinste beurzen gangbaar is. , Er zijn er immers reeds onder ons die den moed hebben daarmede te breken. Zie het mooie lederen jasje van Mevr. van Loghem?Neumeyer, de ge weven japonnen en mantels van Mies van Os, het kindergoedje van Mevr. Kessler?Stoop, de handgedrukte stoffen van Mej. Kohnstamm, de gebatik te lappen van de dames Eilers, van Mevr. Koelensmid e.a. 't Is alks individueel werk van goeden naam met het ernstig pogen iets nieuws en van beter kunst te scheppen dan de thans gedragen vrouwenkleeding weet te geven. Vrijdagavond 23 Januari zuilen eenige jonge meisjes welwillend haar hulp bij 't demonstreeren der werkstukken verleenen. Ten slotte nog een enkel woordje over het weefwerk op de tentoonstelling. Eindelijk na vele jaren wordt het weven in ons land inheemsch. Er ver schijnen meer en practischer groote weeftoestellen, er komen ook kleine getouwen, ten gebruike op tafel of schraagje voor het weven van genoegelijke, kleine huishoudelijke voorwerpen of kleeding attri buten. Bij een dezer kleine getouwtjes het Vrouw en haar Huis-rekje" is zoo juist in de boeken der Bibliotheek van De Vrouw en haar Huis (uitg. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam) een rijk geïllustreerde handleiding verschenen geheel in gericht, voor zelfonderricht, met tal van afbeel dingen van werkstukken in verschillende tech nieken, die op het toestel kunnen worden geweven. Dit rekje wordt op de tentoonstelling door Mej. Gerda Ritter gedemonstreerd en kan da.nr dus door velen die het boekje reeds in bezit hebben, be zichtigd worden. De weefstoel van Mies van Os, wier arbeid een belangrijker karakter draagt, daar hierop j tpunen mante'stof wordt geweven, was niet voor ver plaatsen vatbaar. Wat de aandacht verdient is echter zeker haar mooi, jong werk. De vorige kunstnijverheid-tentoonstelling van vrouwenarbeid op de Vrouwenclub is een groot succes geweest. Moge de tweede bij de eerste niet achterstaan. t^ ELI s.' M.' R o o G E Japon van amand.'lgrojn fluweel met grijs bont Gesp met een kleurigen steen. UIT DEN VREEMDE Parijs, Januari 1925 Onlangs zijn de Promenades d'art" onder leiding van Mademoiselle Henry Roujon weer begonnen. DJ ze interessante wandelingen gaan uit van de Universitédes Anna les die deel uit maakt van het ook in Holland welbekende week blad Les Annales Politiques 11 Littéraires" van Adolphe Brisson. Deze Universiteit bestaat sedert een dikke vijftien jaar en heeft haar ontstaan te danken aan Yvonne Sarcey, die gevoelde dat er een lacune bestond in het onderwijs voor meisjes. Zij die naar Sèvres, de Sorbonne of het College de France gingen, waren all right, maar niet allen konden en kunnen daarheen gaan en hebben er ook geen lust of aanleg toe. Voor deze groote groep vrouwen en meisjes, die toch ook ontwik kelde metgezellen voor haar echtgenooten moeten zijn, was een aanvullend onderwijs noodig dat op aangename, praktische wijze gegeven werd. Mademoiselle Sarcey heeft toen het denkbeeld gehad dit onderwijs door conférences te doen geven en wel niet door onderwijzers en professoren, maar door dichters, schrijvers, acteurs, musici en andere bekende personen, want men gaat nu eenmaal liever naar een lezing van een beroemd tooneelspeler dan naar een gewone les. Het succes van deze manier van onderwijzen was van het eerste oogenblik af zeer groot en de toeloop van belang stellenden nam zoodanig toe, dat al spoedig het kleine lokaal Place Saint Georges verlaten moest worden voor de grootere zaal van het aardige théatre du Colisée, hetwelk op zijn beurt al haast weer te klein is voor het overgroote aantal leerbegeerigen. Aangemoedigd door dit enorme succes kwam bij Madame Millot Brisson het denkbeeld op om nog iets verder te gaan en de schoonheden van de stad Parijs met haar kunstschatten in museums en kerken, de architectuur van haar oude gebouwen door aanschouwing meer bekend te maken, voornamelijk ook aan de vele vreemde lingen. En zoo werden de Promenades d'art door de schoonste, oudste en meest typische wijken van Parijs georganiseerd. Een soort Cook dus? Neen volstrekt niet. Cook sleept de vreemdelingen als een trojp schapen met groote vaart door de stad en vertelt zeer oppervlakkig van allerlei uiterlijkheden. Mademoiselle Roujon echter geeft een geregelden cursus, hetzij op geschiedkundig gebied, over de schilderkunst,architectuur,hetgeen alles in Frankrijk zoo nauw met elkaar verbonden is. Zij is'een leidster bij uitnemendheid, niet alleen door haar zeer groote kennis die zij met echt Fransche welsprekendheid aan haar hoorsters weet mede te deden, maar vooral ook door haar opge wektheid en het enthousiasme waarmede zij haar onderwerp behandelt. Zij weet. allerlei aardige bijzonderheden en anecdoten in haar voordracht te vlechten, die maken dat het gehoorde gemakke lijk in het geheugen der luisterenden blijft hangen. Het aantal ha re r leerlingen mag niet meer dan een veertiental tegelijk bedragen, maar dit cijfer wordt altijd overschreden, want de belangstellenden zijn zóóvelen, dat de wandelingen ook steeds twee soms drie maal moeten herhaald worden. Het is aardig dat hier in zulk een drukke stad zoo iets mogelijk is, slechts zeer zelden wordt er door het straatpubliek op ons troepje acht gegeven, een enkele gamin mag eens in het voorbijgaan zeggen: Tiens, des suffra gettes, maar dat is al. Ook het steriotiepe: doorloopen alsjeblieft, van den Amsterdamschen politieagent blijft achterwege, soms blijft er een even luisteren en gaat dan zijns weegs. Mademoi selle Roujon vat haar werk op als een nationale taak, om de vreemdelingen in Frankrijk's kunst in te wijden en de vele kunstschatten die het land en vooral ook de stad Parijs bezit onder de aan dacht te brengen en te doen waardeeren. Door haar bemiddeling gaan er deuren voor ons open en krijgen wij toegang tot verscheidene gebouwen en inrichtingen, die voor den gewonen toerist gesloten blijven. Sedert verleden jaar zijn deze promenades ook buiten Parijs uitgestrekt, beroemde cathédrales zooals die van Saint Denis, Chartres, Rheims werden bezocht, terwijl in het voorjaar een tocht naar Ie Midi werd ondernomen, alles onder leiding van Mademoiselle Roujon. In Mei 1.1. arrangeerde de Universitédes Annales een groote reis naar Noord-Afrika en liet daaraan voorafgaan een conférence met projecties door Jéronie en Jean Tharaud als voorbereiding van wat men zou zien. Van deze reis, die een buitengewoon groot succes is geweest en waaraan drie en twintig personen deelnamen, is een belangwekkend verhaal gegeven in het orgaan van de Universiteit, het maand schrift Conférencia; in ditzelfde Journal worden alle conférences afgedrukt en résumés gegeven van de meeste wandelingen. De administratie van al deze diverse werkzaamheden is natuurlijk omvang rijk en wordt grootendeels door vrouwen en meisjes verricht. In het algemeen is de werkzaamheid der Fransche vrouw op sociaal gebied in de laatste jaren zeer toegenomen, veel meer dan men in het buitenland gewoonlijk denkt; wel geeft zij meer gedachten aan haar toikt dan wij Hollandsche meestal doen, zij besteedt daaraan misschien ook wat meer geld, ofschoon de meeste harer genoeg smaak en handig heid hebben om met betrekkelijk kleine hulp middelen iets aardig en zeer chique samen te stellen, maar zij heeft tegelijkertijd een open oog voor sociale nooden en een warm hart en groot doorzettingsvermogen om die te helpen lenigen, maar daarover een volgende keer. M A R i A N N E OVER BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN Een grappig, leerzaam kleuterboekje is A. B. C., een vroolijk alpliabct, met prentjes van Jan Wieg man en rijmpjes van E. Dopheide-W'itte (tante Lize). Uitg. S. L. van Looy, Amsterdam.De pittige zwartjes keren reeds vroeg het geheugen scherpen, door een benaming met den opgegeven beginletter te zoeken. Een kinderboek van geheel ander karakter is Piet's leerjaren, door Ton. Uitg. Buyten & Schipperheyn, Amsterdam, 't Is een caricaturistisch prentenboek op rijm voor groote en kleine kinde ren. De prentjes, hoewel dikwijls raak geteekend, zullen echter naar wij vreezen in onzen tijd niet pakken. Ze zijn evenals de rijmen te veel ingesteld op de oude kinderprenten. De tegenwoordige jeugd vraagt iets anders. J ' E. M. R. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. DRINK WEINIG MELK maar goede melk, van betrouwbaar GEZOND vee. HOFSTEDE OUD-BUSSEM. Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl