Historisch Archief 1877-1940
SCHILDERKUNST-KRONIEK
TENTOONSTELLING MEJ. H. C. TIMMNER, bij
J. F. van Deene, Prinsengracht.
Monumentaliteit en synthese zijn begrippen van
groote bekoring. Mejuffrouw Timmner ,,streeft
naar" beide. Zij is een nog jonge schilderes die in
Blaricum woont. Zij schildert, aquarelleert en
Jithografeert. Zij beoefent stilleven, landschap,
figuur. In al die genres betracht zij behalve de
genoemde deugden, die der vereenvoudiging. Dit
geeft een onmiskenbare eenheid aan haar produc
tie. Toch houd ik haar in den grond voor een stil
levenschilderes. Zij is daarin meesteres over de
compositie en weet, niet zonder geraffineerdheid,
voorwerpen bijeen te brengen waarvan zij de
sterke locale kleuren door een ontwikkeld gevoel
voor harmonie tot een smakelijk mozaiek weet te
binden. Dit is een meer uiterlijke dan innerlijke
verdienste, waarvan het stilleven met de
weerkaatsing-in-den spiegel het zuiverst gewaagt.
Haar natuurverbeeldingen en haar figuurstukken
missen de bewogen sfeer der levende werkelijkheid.
Even houdt ge het genre-arhtige portret van een
dame in 't geel, om de gesloten compositie voor
een gelukkigen greep. Dan vraagt ge u af of iemand
die zóó armen en een hand schildert niet een totaal
gemis verraadt aan zelfcritiek.
Mejuffrouw Timmner reikt wellicht nog te
hoog. Een kleine aquarel . vruchtenstilleven
en een bijzonder goed geslaagde litho (deze vooral)
geven een beter denkbeeld van haar talent. Aan
een synthese is zij vermoedelijk nog niet toe. Tot
de goed begrepen nabootsing der werkelijkheid
moge zij zich voorshands bepalen.
ERNST LEYDEN, bij Buffa.
Eene tentoonstelling van Ernst Leyden kan
een verheugende gebeurtenis zijn. Wie dat beseft
spant zijn verwachtingen en vergroot zijn kans op
eene teleurstelling. Zij wordt hem in dit geval niet
geheel bespaard. Er zijn op deze tentoonstelling
ongetwijfeld schilderijen, waarmede ge voluit vredi
kunt hebben: het madonna beeldje en de kup van
een asceet, beide van vroeger bekend. Dan en
vooral het ten voeten uit geschilderde op een stoel
zittende visschertje". Wat dit verkleinwoord
bedoelt zegt de voorstelling voldoende. Het is
inderdaad een goedig, wat onnoozel visschertje
dat daar zit, met een kinderlijken kijk in blauwe
oogen. Het wezen van dit natuurkind" is uit
nemend begrepen en uitnemend vertolkt. Dit
schilderij is in den goeden zin modern. Het ver
beeldt in n menschenexemplaar de typische
eigenschappen eener soort, het karakteriseert en
vat samen; de teekening is vast en treffend, de
kop het voorhoofd vooral goed gemodelleerd,
de kleur fijn, rijk en doorschijnend; de achtergrond
waaruit schaarsche meubelen met wat rood aan
gegeven opdoemen, duidt ruimte en omgeving
voldoende aan; ge vindt dat waar het op aan komt
tot een harmonische eenheid van lijn en kleur
opgevoerd. Toch mist ge zelfs hier een niet te
versmaden factor. Het geval schijnt met een wel
willende genegenheid min of meer uit de hoogte
bekeken. Het is meer gezien met het oog van een
schilder dan met dat van een mensen. Er zit geen
sterke ontroering achter. Het pakt minder dan het
interesseert. Wie dit eenmaal geconstateerd heeft,
voelt in de meeste dezer schilderijen een gebrek
aan fond. De impressies uit Italiëhier heel wat
beter te zien dan in een Larenschen kunsthandel
waar ze niet lang geleden werden geëxposeerd
treffen door een fijne, rijk genuanceerde en geva
rieerde, toch einheitliche" kleur. Alleen een
coloristisch begaafde, voor subtiele
kleurschakeeringen gevoelig, een speelsche, luchtige, vernuftige
geest daarenboven, kon van een studiereis derge
lijke notities (Nervi, Corleone) mee thuis brengen.
Maar de indruk bleef tot het uiterlijke beperkt.
Naar een dieper inzicht, een sterke innerlijke
impressie zoekt ge tevergeefs. En waar ge die in
thuis geschilderde en verder doorgevoerde stukken
eerder meent te vinden, stuit ge op storende slor
digheden en onvolkomenheden in de schildering:
de visschenln de drie visschertjes, de handen en het
haar in het vrouwenportret, verschillende
onderdeelen in het groote interieur.
Aan de zuivere schilderskwaliteiten van Ernst
Leyden zal geen aandachtig beschouwer dezer
tentoonstelling twijfelen. Een tekort aan concen
tratie, aan diepere aandacht, aan inniger toewijding
ontgaat hen; evenmin. Deze sc.Vlder is meer aan
zijn gaven verplicht dan de te gemakkelijke belang
stelling die hij ze blijkens deze tentoonsteling
gunt.
H F. N N L' S
ONZE SCHILDERS
Teekening voor de Amsterdammer" door
P. P. Koster
H. J. WOLTER
de nieuwe hoogleeraar aan de Rijksacademie
vojr beeldende kunsten te Amsterdam.
TOEGEPASTE KUNST
EERE-TENTOONSTEI.LING E. SIEVVERTSZ VAN
REESEMA.
V/ie het voorrecht had Mej. Siewertsz van
Reesema te zien arbeiden, rustig zittend voor het houten
raam waarop de fijne draden van het z.g. Egyp
tisch vlechtwerk gespannen waren, zal kunnen
medegevoelen dat het vaak was, als was haar in
strument een harp, waarop met teêre handbewe
ging de snaren werden aangetrokken en inderdaad:
als harpspel zoo fijn is al hetgeen zij gaf en aan de
wereld heeft nagelaten ! Wel mogen zij, die haar
geestelijke erfenis aanvaard hebben, verstaan dat
de door haar teruggevonden en tot nieuw leven ge
roepen, over-oude techniek te heilig is, dan dat er
ook maar in het minst met ruwe hand aan kan
worden geraakt. Het is wellicht een ietwat ge
waagde vergelijking maar waarlijk het zou zijn als
of men eene Nocturne van Chopin voor een draai
orgel pasklaar maakte.
Hoe kon men hare nagedachtenis dan ook beter
eeren dan allereerst een overzicht te geven van
haar voorstudies: de reconstructies van de be
kende helm-muts naar een afbeelding op een
schaal uit den z.g. Romeinsch-Qriekschen tijd of
van een langs het gelaat hangende muts volgens een
nu opgegraven schedel gevonden fragment; het
sierlijke taschje naar het Koptische model uit het
Musée de Clerxq of ook de buitengewoon belang
rijke banden in dubbel-vlechtwerk naar de patro
nen van het graf van Hezi (oude Rijk) of het
kam-motief en ingevlochten kruis-motief uit den
tijd van Ptah-Hotep.
Het lijkt alles zoo eenvoudig nu die werkstuk
ken daar zoo liggen, doch welk een geduld en
navorschend vermogen en welk een liefde en toe
wijding is hieraan besteed, welke aan latere werk
stukken zoozeer ten goede kwam. En ook: hoe
nobel en hoe beschaafd is dit alles, waarvan men
niet weet wat mér te bewonderen: de diepe eer
bied voor de materie zelve of we! de volle overgave
aan het zoo uitermate kunstzinnige handwerk.
Naast hetgeen zij gaf zijn ook werkstukken bij
gevoegd van eenige anderen. Daar zijn allereerst
te noemen het mooie kinderjasje in een heel fijn
geel en het zoo aantrekkelijke kinderjurkje in
groen en grijs van E. Nierstrasz en L. van den Berg,
die met Mej. van Reesema jaren lang hebben sa
mengewerkt in volle geestverwantschap.
Van Etty Haak is voorts te vermelden een lang
werpig kussen in bizonder gevoelig, gember-kleurig
grijs en bruin, van C. M. van Es een bronskleurige
jumper, van Ninck Block een allerliefst, wit wollen
baby-cape, terwijl S. N. de Meester met een tweetal
looperfragmenten nieuwe wegen opent. Vooral het
frissche exemplaar in bruine en gele wol, mag ge
zien worden.
Het is juist de groote moeilijkheid om de door
Me', van Reesema tot hoogste volmaking
opgeRESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN
C. B. VAN BOHEMEN DEN HAAG
voerde techniek aan de nieuwere inzichten van
patroon, vormgeving en kleurstellingen dienstbaar
te maken en wie het, ik zou haast zeggen: zeer
moderne werksteek in zwart en wit,"
dubbelvlechtwerk beziet naar Egyptisch voorbeeld ver
vaardigd door haar, die in' den nieuwen tijd het
oude weer steun klank en kleur gaf, zal niet kunnen
ontkennen dat er nog vele mogelijkheden open zijn
tot verdere ontwikkeling. Maar dan alleen met
de overtuiging dat in deze, juist door den eenvoud
zoo uiterst moeilijke werkwijze, elke forceering....
eene verkrachting heelen kan.
Over het batik-werk van Mej. Bertha Bake en de
borduursels van Mej. Christine van Zeegen, welke
aan deze tentoonstelling in het Haagsche Acade
miegebouw zijn toegevoegd,de volgende week meer.
TENTOONSTELLING HAAGSCHE KUNSTKRING.
In de aardige zaal van het Binnenhof is eene
tentoonstelling geopend van architectuur en kunst
nijverheid. Te vermelden zijn:
P. A. H. Hofman met eene kleine teekening voor
een muurschildering en een grooter fragment van
hetzelfde onderwerp, fijn en flitsend van teekening
en mooi van kleur met de manskoppen en het gou
den haar, als wapperend in den wind.
P. Zwart met ontwerpen van weefwerk, uit
gevoerd door Mevr. W. te Veldhuis-Schweitzer in
blokken kleur, rustig en evenwichtig en streng
decoratief gegeven.
Dr. J. R. B. de Roos met een tweetal
tooneelontwerpen: cabaret, zeer levendig en kleurig en
pantomime, fijner en stiller waarin de figuren en
attributen eene silhouet-werking beoogen.
Van Cor Alous zijn voorts een paar schalen en
een zeer eenvoudige inktpot te vermelden, uit
gevoerd door de plateel-bakkerij ,,de Duinvoet"
in grijs-wit en zwart; van C. Mees Hzn. ontwerpen
van linoleum; van Frans ter Gast een goede
reclaniebiljetteekening voor de Roode
!<ruis"-prijsvraag. Twee vaandels door Antoon Molkenboer
werden mede tentoongesteld, waarvan dat met
St. Frangiscus 't best geslaagd is. Op het St.
Thomas-Vaandel zijn de kop en banden der hoofd
figuur niet geborduurd, doch geschilderd, hetgeen
iets tweeslachtigs geeft.
DE SCHOOL-PLATEN VAN DE A.N.W.B.
De sclwol-platen van den A.N.W.B.üoorB.van
Vlijmen ontworpen zijn evenmin aan dit zoete
lijke" ontkomen, doch hij heeft zich eenvoudig en
i uidelijk aan de hem opgedragen taak gehouden:
voor kinderen begrijpelijke prenten te teekenen,
waaarop aangeduid staan de voorbeelden van hoe
deze zich wel en niet te gedragen hebben te midden
van het straat-verkeer met de overstelpende
tramen autogevaren. De A.N.W.B. heeft ongetwijfeld
een goed werk verricht met de uitgave dezer
schoolplaten. Zij zijn gedrukt in zeven kleuren en
bevatten elk twee voorstellingen met duidelijk
leesbare onderschriften; de afmetingen zijn 65 x
100 c.M.
Het doel voor oogen houdend, waartoe de platen
bestemd zijn, is van Vlijmen er wel in geslaagd de
opdracht naar behooren te vervullen in eene opvat
ting welke meer illustratief dan kunstzinnig kan
heeten.
O. VAN T S S E N n R O E K
VERSCHENEN:
De Stille Getuige
DOOR
TOP NAEFF
ZESDE DRUK
Ingenaaid ?3.50 Gebonden / 4.50
Want dit boek is vol van bizondere en
schoone gevoeligheid.
W. G. VAN NOUHUYS in Groot Nederland.
Uitgave van
Van Holkema en Warendorf, Amsterdam.