De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 24 januari pagina 15

24 januari 1925 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2485 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Bnmo Walter dirigent in het Concertgebouw Laten wij hem eerst voorstellen: Bruno Walter werd te Berlijn geboren, waar hij ook zijn muziekstudié'n voltooide. Hij is thans 48 jaar oud en heeft reeds een lange en afwisselende loopbaan als dirigent van koren, orkesten en opera's achter zich. Als 18-jarige jongeman kwam hij te Hamburg onder Mahler's hoede als koor-dirigent, vervolgens ging hij naar Breslau, Riga, naar Ber lijn, waar hij opera's dirigeerde, totdat hij zijn eerste vaste positie in Weenen kreeg, waar hij elf jaar bleef, tot 1912. Zijn volgende vaste post was te München, van welke functie hij een paar jaar geleden door anti-semitische stroomingen werd ont heven. Sinds dien heeft Walter het zwervend be staan van gast-dirigent weer opgenomen, dirigeerend in Amerika, thans in ons land. Er loopen ge ruchten, dat Walter nu opnieuw te Weenen, aan de Staatsopera, zal benoemd worden in de plaats van Richard Strauss, die om een gerezen con flict zijn ontslag nam. Bruno Walter heeft Donderdagavond en Zondagmiddag de eer ste concerten in het Concertgebouw gediri geerd, waar hij nu ge durende een maand de leiding zal hebben. De goede herinneringen die wij van hem hadden, van verleden jaar, heb ben ons niet in den steek gelaten. Wanneer een nieuwe dirigent optreedt is er altijd de spanning: hoe zal hij dit nemen, hoe zal hij dat doen? Men hoort dan meestal dade lijk aan den klank van een akkoord, aan de duur van een noot bij den inzet, bij de eerste tempo-regeling wat het worden gaat. De geheele geste,de geheele leiding van Bruno Walter verraadt den dirigent van muziek, den man, die zich over geen enkel program ma" bezorgd maakt, die meent dat iedere interpretatie van welke muziek ook, gegrond vest moet blijven op de zelfkrachten van deze muziek. Reeds in brie ven aan Mahler, blij kens een antwoord van dezen, dat gepubliceerd staat in den onlangs uitgegeven bundel brieven, heeft Walter zich positief uitgelaten tegen programma-muziek". Het is de muziek, die kleur", atmosfeer", hartstocht aan wat zij uitdrukt geeft, geen enkele nadrukkelijke bedoeling kan die er in brengen als zij niet reeds in de noten zit. Merkwaardig was het aldus Berlioz' symphonie fantastique" als symphonie, niet als drama ge dirigeerd te hooreh. Dat het werk toch niets van zijn betoovering verloor en even penetrant en exalteerend bleef, pleit slechts voor de onverwoestbare muzikale kracht van dit werk dat de geschiedenis, die Berlioz er bij schreef, ontberen kon. Maar van deze muziek laat Walter dan ook geen detail verloren gaan, geen nuance, geen klank, geen accent. Men hoorde het laatste deel b.v. de z.g. Heksensabbath wel zelden zoo helder, zoo duidelijk, en toch gruwelijk en meesleepend. Het is een prestatie om hier niet tot bombast te ver vallen, zooals te veel dirigenten doen, die zich door het geval" laten meesleepen, en meenen dat het nu eens extra helsch moet klinken. Dat er in het gedirigeerde door Walter ook wel een enkele keer iets was, dat ons muzikaal genomen zelfs anders toescheen, ligt aan de persoonlijke interpretatie, waaraan zelfs een dirigent van mu ziek niet ontkomt. Zoo heeft Walter ons b.v. niet door zijn vertolking van Weber's Freisch tzouverture kunnen overtuigen, dat zijn tempi de juiste zijn, waarin men dit werk nemen moet. Voor al bij définale leek ons de langzaamheid van het tempo in strijd met het los-bruisend jubel-karakter van deze passages. Ook de Schotsche Symphonie van Mendelssolin Zondagmiddag leek oiis iets te gerekt, voor onze smaak dan. Maar bewonderenswaardig haalde Walter de reeds verbleekte kleur" van dit werk op. Wij wezen reeds eerder op dit fort van Walter, iedere muziek in haar eigen licht te zetten. Dit is wel een der suggestiefste krachten van de/.e diri gent, waardoor de weldaad weer muziek te hooren en te genieten over ons komt. Hen symphonie van Haydn leidde Walter ook betooverend: pittig, ge moedelijk en waar noodig vriendelijk capricieus. Op het Zondagmiddagconcert was de violist Joseph Szigeti solist met een concert van Mozart en een concert van den hier, in 't Concertgebouw voor 't eerst geïntroduceerde!! Rus Serge Prokofieff. In het concert van Mozart was het het orkest onder Walter's vertolking, dat ons meer boeide dan de voordracht van den violist, die met een wat schrielen piependen toon speelde, die niet de indruk van licht kon maken. Meer trof ons Szigeti met het concert van Pro kofieff. Serge Prokofieff, 33 jaar oud, is een moderne Rus, die in de algemeene waardeering op Strawinsky volgt. Doch zijn werk is dat van een geheel andere persoonlijkheid. Prokofieff is lyrisch, waar Strawinsky contrapuntisch is. Prokofieff's muziek vond in Amerika de eerste erkenning, daarna te Professor Dr. Paul Weingarten speelde in de KI. z. Concertgebouw. Hij is op het klavier een formidabel technicus. Dit zijn er zoovden. De echte klavierleeuwen zijn vrijwel uitgestorven. Die ver woede geweldenaars, die in cyclonen over de toet sen voortholden en op het instrument sloegen of het eeuwig verdoemd moest wezen ! Dit was nog de moeite waard. Missciiien zou het de moeite waard gaan worden nu een pianist te hooren, die niet zoo erg knap technisch speelde, doch die muziek wist te maken, welke ons verfrischte, vrij maakte, aan ons zelf ontrukte, anders dan door de geweldige vaart waarmede hij zijn stukken weet af te draaien of door als op een wipplank in zijn sentiments-uitdrnkking tusschen hard gebonk en senti menteel getokkel omhoog en omlaag te gaan. Paul Weingarten speelde den gansenen avond met deze sentiments-uitdrukking van twee typen. Schuddend pathos en nachtegalen-teederheid gelooven wij niet, als zij niet weten te overtuigen, zij werken dan meer geacteerd dan actief op ons in, en wij kunnen niet ontkomen aan de gewaar wording, dat de speler zich zijn gevoel maar ver beeldt, het niet waarlijk voelt en daarom ons te heftiger er van zoekt te overtuigen. In Brahms' c-dnr sonate, die zelf niet zoo heel ver staat van een dergelijk geforceerdheid heeft men trouwens ooit kunnen omschrijven wat Brahms eigenlijk voelt? -- was het min der hinderlijk, dan in de stukken, waar de nuance zelf al ver raadde ofde uitvoerende in deze muziek was doorgedrongen of niet. Debussy werd dik van kleur en lijn, de kleine stukken van Schafer (Prelude), van Sch nberg vlogen ons voorbij, voordat men zelfs maar kon raden wat er aan de hand was. De een voudige speelsch-phantastische variaties van Beethoven op zijn Eroica-melodie" wer den donderend ge speeld, neer gerotsblokt als even zoovele Beet hoven-standbeelden. Toen Liszt's Dantesonate kwam, zijn wij, dit werk en thans ook den pianist kennende, maar.... heen gegaan. CONSTANT v A N W E s s E M BRUNO WALTER en JOSEPH SZIGETI, te midden'van'musici van het Concertgebouw-orkest Van linksnaar rechts: Louis Zimmerman, Joseph Szigeti, Ferd. Heiman, Bruno Walter, Gerard Hekking Marix Loevensohn, Cornelis Dopper. Parijs en Londen met zijn piano-concerten en zijn ballet Chout". Het gespeelde vioolconcert dateert van 1917. De vioolstem is lyrisch, in zelf-gesprek gehouden. De mekkende, brommende, tollende geluiden, die het orkest rondom de star in continuo-rythme voortspelende solo-viool voortbrengt, schiepen inderdaad de sfeer van melancholieke brooddronkenheid, verwant aan Pierrot", wiens figuur in verband met dit werk genoemd wordt. Voor eigenaardige kleur-werking der instrumenten voelt Prokofieff blijkbaar veel. Het concert had ondanks een streven naar klassieke gebondenheid een in de virtuosen-literatuur voor de viool nog vrijwel ongehoord accent en het is begrijpelijk dat het werk het eene deel van het publiek verschrikte, het andere verrukte. Szigeti gaf hier in ieder geval een prestatie, welke die van zijn Mozart-voordracht verre overtrof en Walter was hier zijn en thousiaste begeleider. Tot slot dirigeerde Walter Strauss' Till Eulenspiegel", een muziek, die helaas de afwezigheid van potsierlijke accenten, grappige versnellingen en andere koorddansers-heerlijkheden, niet zoo goed verdraagt, en, hoewel tot de muzikaalste programma-werken van Strauss behoorend, zich toch niet heelemaal alleen door de muziek voor onze belangstelling kan redden. Waarmee het stuk dus veroordeeld is? Mooi gedirigeerd door Waker gaf het toch nog veel appreciabels. TOONEELUITGAVEN tap. Nr. XXV van de serie Dilettantentooneel on der redactie van G. Nolst Trenité: Voor heen (of nog?) en thans (of nog niet?), eind- examenspel in n be drijf door J. H. Pfersich, E. W. Venema, J. S. Bartstra en Charivarius. Uitgave H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem. Nr. I van de Nieuwe tooneelbibliotheek onder leiding van Jean Stapelveld: Hel Raadsel, spel in n bedrijf door Jeanne Reyneke van Stuwe. Shakespeare's Hamlet, vertaald door Dr. B. A. P. van Dam. Uitgegeven bij Boosten en Stols te Maastricht. William Shakespeare, Hamlet prince of Den mark, with an introduction and notes by Dr. H. de Groot. Uitgave J. B. Wolters' uitgevers Mij. te Groningen. Zijn revanche, door J. van Randwijk. Tooneeispel in drie bedrijven. Antwerpen, L. J. Janssens en Zonen. HERMAN HEIJERMANS De Vliegende Hollander . f l .90 Van ouds de Morgenster, f l .90 Uitgaven van VAN HOLKEMA EN WARENDORF

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl