De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 24 januari pagina 16

24 januari 1925 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2485 HAAGSCHE SCHOUWBURG. L'invUaiion au voyage, par Jean Jacques Bernard. Zoo zwak als het was, heeft toch het vóór twee jaar te Amsterdam gespeeld Martine" van dezen schrijver een indruk nagelaten, die onafschei delijk van het spel der hoofdpersoon: Marguerite Jamois de belangstelling voor deze novellistische tooneelkunst vasthield, en ik heb mij de gelegenheid nog eens een soortgelijk werkje van zijn hand te zien opvoeren door enkele leden der toenmalige Chimère", thans Studio" geheeten, op uitnoodiging van de Alliance Franc_aise en Nederland-Frankrijk in den Haag niet willen laten ontgaan. Psycho-analysten als J. J. Bernard, Der.ys Amiël (auteur van ,,De glimlachende mevrouw Beudet"), Jean Schlumberger e.a. vormen een groep van tooneelschrijvers die het tooneel juist van den tegenovergestelde!! kant trachten te benaderen dan de meer op den voorgrond tredende moderne dramaturgen als Henri Ghéon, in Duitschland Hellmuth Unger, in Vlaanderen Herman Teirlinck, welke van den vorm uitgaan. In de groote figuur van den Italiaan Pirandello Lenormand is hem wellicht het naast zien wij de beide flanken samenkomen, doch deze, boven allen uitrijzende persoonlijkheid zal voorloopig nog wel op eenzame hoogte blijven. In de lijn der geleidelijke evolutie zijn echter ook de minderen van waarde, die als zijn veelal onbewuste vóórloopers, navolgers en verwanten moeten worden beschouwd. De kleine groep uit het land van Guy de Maupassant is mij daarbij in het bijzonder sympathiek, haar werk voor het tooneel is een eerlijke poging aan het geheime leven der ziel dramatische gestalte te geven, de stilte achter de woorden te doen spreken," en cie beweegkracht van het drama te vinden in het onnaspeurbaar weefsel van gewaarwordingen, gedachten, gevoe lens, heel- of half-bewuste wenschen, waakdroomen",in datgene kortom .waarvoor in onzen tijd voornamelijk Freud de kunstenaars ontvankelijk heeft gemaakt. Meer dan onze bedriegeliike woor den en daden, zijn het onze neigingen en instincten, die drijven en dreigen, en onzen oogenschijnlijk rustigen staat ondergraven, lang vóór wij het vermoeden. Nog te zwak om deze stof van binnen uit dramatisch te volvormen hoe rijk moet het hart zijn eer het zich in zijn diepst-eigen taal volledig zal vermogen uit te drukken ! geven deze schrijvers hun werk schuw en ijl gelijk het is, liever dan het een schijn van kracht bij te brengen met fantasieën van het vernuft. De overmoeidheid van onzen tijd ligt er boven op, de onzekerheid" is er wellicht het beste deel van, doch wij hebben het in zijn onvolkomenheid lief, omdat het een zoo zuivere, naakte" uiting is van wat een meer bewust levend geslacht onbestemd in zichzelf voelt als nieuwe ,of liever nieuw-ontdekte levenswaarden, die gelden tegenover veel wat den fijner-besnaarden mensch in de laatste jaren waardeloos ontviel. L'invitation au voyage" beoogt meer dan Martine", en geeft .ook meer, terwijl de schrijver zijn beginsel van suggereeren, en eliminceren wat aan den buitenkant der verbeelding moet blijven, handhaaft. Vijf korte tafereelen, schraal, maar fijn, en voor hetgeen hij wilde zeggen voldoende, al zou men zich ook dit gegeven" altijd nog liever in novelle-vorm denken, waarbij de auteur zelf zijn atmosfeer schept, onafhankelijk van mise-enscène en vertolkers. Marie-Louise Olivier heeft in haar achtjarig huwelijk, met man en kind, het burgerlijk geluk ruimschoots gevonden. Een voorbijganger, een zakenkennis, op weg naar Argentiniëte gast op het afgelegen buitenverblijf, verstoort dit geluk, ongewild en onbewust. Na zijn vertrek is er iets van hem blijven hangen, aanvankelijk minder van zijn persoon, dan wel van de gedachte aan een ruimer, lichter, avontuurlijker en brillanter leven, welke door hem in dit rustig tehuis, te midden der uitgestrekte pijnbosschen, onwillekeurig werd ge bracht. Het oude refrein: Partir c'cst mourir (in pen", vinden we hier modern vertolkt: partir.... dat is altijd nog een beetje blijven." In de onbelemmerde, genegen verbeelding neemt de herinnering gestalte aan, machtiger vaak dan de werkelijkheid heeft kunnen bieden, en daarbij onaantastbaar. Het is deze, zich in de betrekkelijke ledigheid der dagen met alles met den klank van een vreemd woord: ,,Argentinië!" voedende, en zich in den droom verliezende verbeelding, die den vrede van Marie-Louise in de diepte aanvreet. Gretig speelt zij dit gevaarlijk-onschuldig spel. Zij koestert het droombeeld, dat haar kleine vreug den stil-verinnigt, zij verlieft op Philippe". reeds een vol jaar uit haar gezichtskring verdwenen, zij weet zich in haar extaze wederliefde te schep pen. In woorden verraadt zich niets, zij is alleen moeilijk", voor zichzelf en voor haar man. Deze wordt ons voorgesteld als een man-van-zaken, zonder fantaisie. Dit blijkt hij evenwel niet. Integendeel, wij vinden hem een buitengewoon ontvankelijk en fijn-gevoelig man, met veel hart, verstand en takt in zijn vrees de beminde vrouw niet meer te kunnen bevredigen, nauwelijks meer te kunnen genaken, terwijl zij met beangstigende gedweeheid zich aan zijn liefde onderwerpt. Men stelle er den echtgenoot" van Nju" eens tegen over ! Doch hier gaat het niet om wat wij van hem vinden, slechts om wat Marie-Louise op dat oogenblik in hem zien kan. Chacun sa vérit Intusschen voelen wij toch, dat dank zij hem, zijn toewijding, zijn geduld, het duister conflict wordt beheerscht en, voor zoover wij het leven telkens weer meenen te hebben overwonnen, de overwinning aan zijn zijde zal zijn. Voor MarieLouise was het voldoende, dat Philippe" onver wachts terugkeerde en in de werkelijkheid" zoo volstrekt verschilde van het maagdelijk droom beeld, dat zij in haar ontgoocheling geen veiliger toevlucht had kunnen vinden dan de open armen van haar man, van het huiselijk, maar reccl en trouw geluk. Het droombeeld sterft in haar. Maar sterft daarbij ook de droom? Heeft de schrijver slechts dit kleine conflict-met-goeden afloop willen geven, dat zich voor een kluchtspel beter had geleend? Hier ligt nu juist de kloof tusschen de schrijvers van een vorige generatie en deze jonge ren, die immers naar geen oplossing streven, omdat ze in geen oplossing kunnen gelooven. Door al het uiterlijk gebeuren achter de schermen te houden ook de persoon van Philippe en feitelijk niets anders te geven dan de verandering", dreigend en onzeker als een onuitgesproken vraag, brengen zij iets van wijder strekking en voller atmosfeer dan een zoo eenvoudig en afgezaagd onderwerp op de gewone wijze behandeld" zou kunnen geven. Het drama der bewustwording is niet het vertrek van Philippe niet opgelost, de verzoening der echtgenooten al spreidt de vreug de der positieve toenadering, na zooveel maanden van stilzwijgende vervreemding, daarover een verhoogden glans niet meer betrouwbaar. De verbeeldingsdrift werd in de tevreden vrouw en-moeder gewekt, en geen werkelijkheid zal op den duur daar tegen bestand blijken. Dit is de melancholie van het huis in de pijnbosschen, de romantiek der vrouweziel. ,,Des rêves! toujours des rêves! et plus l'ame est ;mbitieuse et delicate, plus [es lêves l'éloignent du possible." (Baudelaire.) De schrijvers van deze soort gedramatizeerde novellen eischen van de vertolksters meer dan men redelijkerwijs van een medemensen verlangen kan. Uitgelezen talenten ! En deze zoodanig geschoold, dat zij alles kunnen nalaten, wijl zij alles.... kunnen. De besten zijn hier niet goed genoeg. Een voortreffelijk acteur als Julien Lacroix, die den man" speelde, bewijst dit; in een ander stuk zou men zijn natuurlijk, gevoelig spel zonder voorbehoud geprezen hebben, hier vervulde" het nóg te weinig. Marguerite Jamois scheen er in Martine" voor aangewezen, en wat zij met haar ragfijne middelen uit de aanduidingen van den schrijver weet te halen, bleek ook hier bewonderenswaardig, en vaak van hooge aandoenlijkheid. Doch geheel bevredigen deed ook zij niet. Het naar buiten V4NNELLESVARINA* GOUDZEGEL 5O rls.perPakje. moeten brengen van steeds dezelfde innerlijke verschijnselen in hun nauw speurbare schakee ringen, drukt onvermijdelijk de persoonlijkheid. De tijd is gemeten op het tooneel. Geen veradernend oogenblik, waarop Marie-Louise Argentinië" eens even vergeet, wonen wij bij. Uit de stem mingen" moet in enkele uren de inhoud van jaren blijken, het verloop der handeling verklaar baar worden; het is begrijpelijk, dat bij deze opgave de karakterindruk overheerscht: een zenuwlijdende en ongenietbaar gepreoccupeerde vrouw. In hoever een actrice dezen indruk, welken de schrijver niet bedoeld heeft, zou kunnen onder vangen, blijft, nu het Marguerite Jamois met haar uiterst gevoelige gelaatsexpressie, met al de innigheid van haar natuurlijk wezen, niet is mogen gelukken, de vraag. Eene, die, meer nog dan zij, den glimlach" heeft, den glimlach, die verbergt.... Aan Lina Lossen heb ik gedacht. Doch ook wij, publiek, hebben om deze jonge kamerkunst naar den eisch te genieten, nog veel te leeren, veel, waarop onze aandacht zich jaren lang spitste, moeten wij terzijde stellen. En ver moedelijk zullen dan ook de schrijvers weder iets tegemoet komen, zich onderwerpen aan zekere tooneelconventies, die op onomstootelijke wetten berusten, om hun te zwakke tooneelkunst krachti ger op te voeren, zonder dat zij er haar intimiteit en frissche distinctie bij inboet. Een bijzondere avond. T o i' N A F. F F Naschrift. In een dramatische kantteckcning van de vorige week, waarin ik schreef: tooneel voorstellingen door ongevestigde gezelschappen bij voorkeur in dit Weekblad onbesproken te laten, vindt de heer H. de Vries M.zoon, secretaris van Mevrouw de Boer-van Rijk aanleiding mij te herinneren, dat ik desniettemin getracht heb indertijd bij het jubi leum zijner schoonmoeder en bij dat van Heijermans te Rotterdam acte de présence te geven, en daarin toenmaals verhinderd werd doordat de schouwburg voor die avonden dagen te voren was uitverkocht. Ik herinner mij deze gevallen, waar bij ik, uit referentie voor de beide jubilarissen, rnijn bezwaren tegen onder zoo ongunstige omstandig heden uitgebrachte premières heb willen terzijde stellen, als ook, dat ik dezen goeden wil opgaf, nadat de couranten vrijwel unaniem mijn vrees: dat dit ondernemen artistiek niet slagen zou wie Van ouds de Morgenster" leest, zal zich daar over niet verwonderen ! bevestigd hadden. Dit, wat het geval betreft. In het algemeen ge sproken, hoop ik mij aan het beginsel: liever de aandacht te vestigen op de evuloties van het too neel als ensemble-kunst", dan op gelegenheidsvcrtooningen door om een ster" gegroepeerde, ambulfiite toonedspelers, zoo veel mogelijk te houden. Hetgeen natuurlijk niet zeggen wil, dat er ook op dezen regel niet eens een uitzondering zou kunnen voorkomen. TOP N A F. r F DE HEERLIJKE CACAODRANK WORDT GEDRONKEN MET MELK OF SPUITWATER Eenige Fabrikanten F. KORFF & Co., Amsterdam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl