De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 24 januari pagina 19

24 januari 1925 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2485 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Op den Economischen Uitkijk Ziekenfondsen en g e n e e s li e e r e n. De reeds langen tijd durende strijd tusschen de Haagsche coöperatie ,,De Volharding" en de bij haar ziekenfonds-organisatie aangesloten geneesheeren zal mijnen lezers, in hoofdzaak althans uit de dagbladen bekend zijn; het is niet mijne bedoe ling bij de verschillende fasen van dien strijd hier stil te staan; dit zon ook te veel ruimte vergen. Wel geeft deze botsing mij aanleiding, iets te zeggen over de eigenaardige verhouding, \\aarin de bij een ziekenfonds aangesloten geneesheeren tegenover het bestuur van zoodanige organisatie staan, ever de moeilijkheden, die uit deze bijzondere verhou ding voortspruiten kunnen (en 'metterdaad ook niet zelden daaruit voortvloeien) en over hel geen van de zijde der medici ten aanzien eener oplossing van die moeilijkheden is gedaan. Wat zich thans in den Haag afspeelt, is, gelijk men weet, ook ten onzent niet het eerste geval van dien aard en het zal ook wel het laatste niet wezen. De eigenaardige verhouding, waarop ik hierboven doelde en die veelal een bron van moeilijkheden zijn zal, is hierin gelegen, dat een fondsbestuur geneigd is, zich den werkgever" te gevoelen van de geneesheeren, dus de arbeidsvoorwaarden vast te stellen, waaronder de aan het fonds te verbinden medici zullen te werken hebben, terwijl deze laatsten bezwaar maken tegen zoodanige opvatting, bezwaar ontleend zoowel aan de belangen van den medischen stand als die der fondsleden. Botsingen als die, welke wij nu in de residentie beleven, zijn dan ook reeds herhaaldelijk voorgeko men. Zij vormen voor den in economische en sociale aangelegenheden belangstellende een merkwaar dig onderwijs van overweging en studie, omdat hier een ,,arbeidsconflict" aanwezig is van zeer bijzon dere structuur; reeds de rol van beide partijen trekt de aandacht: de als werkgever" optredende partij bestaat veelal uit lieden die tot den stand der arbeiders behooren of niet ver daarvan af staan, terwijl de wederpartij uit gestudeerden" is samengesteld. Bovendien is wel duidelijk, dat de arbcidspraestatie" die van de medici wordt verlangd, van geheel anderen aard is dan gewoon lijk het geval is, wanneer A en B over de vaststel ling van arbeidsvoorwaarden het oneens zijn. Dui delijk is ook, dat dit ongewone n in den standing" der partijen n in den aard van den arbeid" van bijzondere beteekenis moet zijn voor de verhouding voor de daaruit rijzende botsing en voor de oplos sing van geschillen. Wellicht herinnert men zich maar het feit dagteekent van reeds bijna 13 jaar her dat de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst in 1912 een bindend besluit" heeft genomen, waarin vier hoofdvoorwaarden werden gesteld, die vervuld moesten zijn, zoude het aan een lid dier Maatschappij vrij staan zich te ver binden aan een volgens de Ziektewet" toegelaten ziekenfonds. (Men ziet, aanleiding tot dit bindend besluit was het vooruitzicht, dat minister Talma's toen aan hangige ziektewet weldra aangenomen en ingevoerd zou worden; aangenomen is dit ontwerp in 1913, doch, gelijk men weet, in werking getreden is zij ten huidigen dage nog niet, maar dit feit ontneemt niets aan de beteekenis van bedoeld bindend besluit). De Maatschappij dan overwoog allereerst, dat concentratie van déziekenfonds-praktijk bij enkele medici niet gewenscht is, niet voor de geneeskun digen, omdat, als het aantal verzekerden sterk toe neemt, er voor de niet aan het fonds verbondene artsen niet voldoende patiënten-materiaal over blijft (terwijl het tegenover de medici niet billijk is, dat het fondsbestuur de prakt'jk gunt aan dr. A en onthoudt aan dr. B.); niet gewenscht ook voor de fondsleden, omdat de zieke in zijn genees heer vol vertrouwen moet stellen en men dus den leden, wil men hun niet een (medisch) Vertrauensmann" opdringen door de keus te beperken, vrij moet laten in de aanwijzing van zijn dokter". Uit deze overweging vloeide de eerste hoofdvoorwaarde voort, te formuleeren al? beperkte vrije artsen keuze", d.w.z. alle te goeder naam en faam bekend staande geneesheeren, wier gewone werkkring binnen het fonds-gebied valt, moeten bevoegd zijn zich te laten inschrijven als fonds-dokter" en elk fondslid kan uit alle ingeschreven medici kiezen. Tweede overweging: voor de bij het fonds in geschreven medici is het allerminst onverschillig. hoe dat fi'ii'Js wordt geleid en bestuurd; hun komt naar de mate van hun belang dus invloed daarop toe. Van de drie groepen van belanghebben den: ver/ekerdeti, geneesheeren en apothekers mag dus ook aan geen enkele (ook niet aan 2 van de 3) overwegende invloeit worden toegestaan, wan! miskenning van de belangen der andere gioep (en) zou daarvan het gevolg kunnen zijn. Ten derde: meest'il vind! de fonds-dokter in het voor zijn dien sten bepaald tarief geen passende vergoeding voor wat hij pres teert; hij zal zich dat willen ge troosten voor patiënten, wier welstand blijft beneden zekere grens (in HU'2'bepaald op ? 1200. voor een gezin, /80il. - voor al leenstaande personen), en het fonds behoort dus slechts te be staan uit personen, die deze grens niet overschrijden i). Eindelijk: daar de patiënt ten volle vertrouwen in zijn dokter moet kunnen stellen, moet deze laatste nooit als zijn controleur worden bejegend, wat geschiedt als men verlangt dat hij ziekeribriefies" omtrent 'smans arbeids ongeschiktheid afgeeft, want. zulk een verplichting, den dokter op gelegd, pi lals-t nem in ceue on zuiver j vcrhoiid.'iig tegenover zijn patiënt. Ziedaar de vier hoofdvoorwaar den, in het bindend besluit des tijds vastgesteld. Het scheen mij de moeite waard, daaraan teherinneren, omdat wij hierin te zien hebben de eerste officieele uiteenzetting van het standpunt, dat de georganiseerde geneeskun digen ten onzent ten aanzien van aansluiting van ziekenfondsen meenden te moeten innemen. Tweeërlei teeken ik hierbij aan: Ie dat in de overwegingen, waar uit de voorwaarden werden afgeleid, niet enkel de belangen der medici aan het woord waren maar ook die der verzekerden als wijzende in dezelfde richting. En voorts (wat nie' verwonderlijk is) dat de door bedoelde Maa'schappij toen ten opzichte van fondsen bepaalde positie vrijwel volkomen dezelfde was als de door hun Doitsche vakgenooten reeds vroeger in«enomene. Men moet inderdaad zijn blik naar DniKeliland wenden, wil men zien hoe scherp de strijd kan zon, die tusschen geneesheeron en ziekenfondsen ge voerd wordt en ook, hoe in dien stnjd licel het ar senaal, dat bij botsingen tnsschen patroons en arbeiders aar, partijen ten dienste staat, ook hier felle wapenen levert. Van weerszijden werden de onderhandelingen gevoerd door de organisaties; ek'staking der geneesheeren wordt beantwoord eioor eene uitsluiting, welke het fondsbestuur procla meert ; de georganiseerde medici beschouwen hun collega's, die aan de partutucht zich on'i rekken, als onderkruipers en bejegenen hen dienovereen komstig, indien deze ontrouwe broedeis althans niet de afkoopsom aanvaarden, die men hun biedt opdat zij niet langer genieene zaak met den tegen stander maken; zonden medici, door den nood gedrongen, neiging gevoelen onder het Caudijnsche juk van het fondsbestuur door te gaan, de weerstandskas der medici-organisaiie is daar om hen tijdelijk te ondersteunen. Men ziet: heel het arse naal van (gewone) arbeidsgeschillen kom' eraan te pas. ... De vraagstukken, die in Diiitschlaiid tol zoo verwoeden strijd leidden en de medici bijeendrevcn tot de groote doktrrs-vak-organisatie, welke als ..I.eipziger Verband" werd aangeduid (de offi cieele naam was: Wirtschaftlicher Verband der Aerzte Deutschlands), die vraagstukken vertoonen treffende overeenstemming met de ten onzent rijzende. En ook de overwegingen, die daar ginds de houding bepaalden, stemmen niet de hier naar vorengebrachte overeen. Daar als bij ons be roepen de georganiseerde medici zich op het open baar, het algemeen belang (en op het welbegrepen belang der verzekerden als patiënten) om daarop de juistheid en rechtmatigheid vr.n hun standpunt re gronden. De Kassenarzt" - :-oo zeggen zij kan dan alleen tegen ee:i zeer laag farief werk::!. als hij ,,M;n:sciiarbe:t" ve'Ticht. maar d;11 is zi kt : aan rut belang der hem toevertrouwde zieken nie' bevorderlijk, want zoodanig werk leid; 'ot routineen sleur: bezoldig den geneesheer dus r-'inu-r: lui kaïi d;,n meer zorg aan zijn patiënten geven en tevens wordt daardoor het euvel verholpen, dat de tomlsdoktcr i; DIERSTUDIE: JONGE TIJGER Tcekening voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen Dr .M \N STA.VBOOM vrijwel nionop- i>;'ecit. Vrije artsenkeuze was (dus) ook girds de Ier.:', maar zij was den fondsbesturen niet na;-r den zin, want de/e lubbi n over de vele ingeschreven artsen minder te /eggen dan over er:ki_'en, wier gansch bestaan van de fonds-praktijk afhangt. En juist dit gevoelen de medici als een kwaad. Heeft het fondsbestuur een zoo begeerlijke relatie te vergeve;1, da", zal de medicus, die als de meest gewillige dienaar van dat bestuur zich aan meldt, den prijs wegdragen, maar hij niisi dan ook (egei'ovi'i' die bestuurders alle zelfstandigheid. En heel dit steisel voert t.,t Proietarisierung der Arr/k1", tot daling van hun zedelijk peil Vit de lange, belangwekkende geschiedenis van het ..I.eipziger Virbaiul" meer aan te halen, ver biedt, mijn bestek me. Naar aanleiding der botsing in den Haag wilde ik u slechts doen zien, hoe eigen aardig een strijd als deze is, wat zijn inzet is en welke zijn beteekenis. Niet, dat ik dit althans vol ledig hen kunnen uiteenzetten, maar eenig licht hoop ik toch wel. dat mijn aantcekcning op zulke conflicten heeft doen vallen. S v, i s s A i; R 'i 1) De in I'HO gestelde grenzen zijn, begrijpe lijkerwijze, sindsdien niet onbelangrijk verhoogd. Naar ik verneem, is de bezoldiging van fondsdok ters thans over 't geheel w i bevredigend te achtui: / -!. of meer per lid per jaar, wat aan den genees heer bij b.v. 3000 ingeschrevenen een jaarwedde van / !2.ll()ii.- waarborgt, daar immers het risico van wanbetaling hier niet aanwezig is. En daarbij valt te bedenken, dat de fondspraktijk den medicus minder zware eischen stelt dan de particuliere, l lei fonds-spreekuur wordt meestal des morgens vrij vroeg gehouden; de dokter kan verlangen, dat aanvragen om aan te komen" hem 's morgens vóór '.' uur bereiken; ook zal de fondsdokter de zieke leden eerder dan zijn particuliere patiënten naar een ziekeninrichting of naar een aan het fonds verbonden specialist verwijzi-'i. Neemt men dit in aanmerking, dan schijnt de huidige schaal van be zoldiging niet onvoldoende. Levensverzekering Maatschappij ..11 A A II l, K VI" W i l N o 11 s p l e i u ft DB VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl