Historisch Archief 1877-1940
20
DE ^AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N o. 2485
KNUT HAMSUN
HOE KNUT HAMSUN SCHRIJVER WERD.
De eenzame figuur, die wij telkens aantreffen
in Hamsun's eerste boeken, de zwerver, die buiten
de maatschappij staat en tol moet betalen omdat
hij anders is dan anderen, dat is Knut Hamsun zelf.
Als men bedenkt, dat hij afstamde van een oud
conservatief boerengeslacht, doet deze
vagebondennatuur eenigszins eigenaardig aan. ^ooral als men
weet, dat hij geboren werd in het uuldbrandsdal,
een van die dalen midden in het land, vol histori
sche traditie.
In die afgelegen streek had zich een
boerenaristocratie gevormd, een flink sterk ras; trotsch
op bezitting en familie. Wie niet gedurende drie
geslachten in het dal gewoond had, werd als een
indringer beschouwd.
Het Noorsche bloed is sterk gehecht aan land,
dat van vader op zoon is overgegaan, een trek,
die als tegenwicht beschouwd kan worden voor
de aangeboren rusteloosheid.
De bewoners hielden zich bezig met een soort
artistieke handwerkskunst, Hamsun's vader was
een beroemd metaalwerker. Maar ze werden niet
rijk van hun kunst en toen Knut geboren werd,
hadden zijn ouders het alles behalve ruim, en toen
hij vier jaar oud was, verhuisden zij naar de
Lofodden om hun omstandigheden te verbeteren.
Twee stroomingen doen nu hun invloed gelden.
Van zijn voorouders had hij geërfd een uitgespro
ken beschaving, gebouwd op jaren van traditie.
De moralist, de prediker, die zijn Hoe het groeide"
schreef, was de zuivere afstammeling van een
hoogstaand nobel boerenras.
Zijn jeugdindrukken kreeg Knut Hamsun van
de visschersbevolking, waar hij nu mee opleefde,
menschen zoo verschillend van de boeren uit het
Oulbrandsdal, alsof zij tot verschillende landen
hoorden. De visschers, die als spelenderwijze
omgaan met den dood en wier heele bestaan afhan
kelijk is van de grillen der natuur, houden zich
niet op met traditie.
Kinderlijk zijn ze en zorgeloos, geestig en senti
menteel, soms verzot op het melodramatische,
eenvoudig van aard en toch slim, bijgeloovig maar
moedig. De Nordlander is anders dan eenig Noorsch
type. Aan den Nordlander heeft Hamsun zijn
Zwerver" ontleend en aan de Nordlandsche
natuur, die samensmelting van liefelijkheid en
kracht, heeft hij zijn dichterlijke inspiratie te
danken.
Toen Knut Hamsun nog een kind was, schreef
Jonas Lie zijn idylle de Zieners" in een tijd, toen
Nordland nog niet eens door een vasten
stoombootdienst met het Zuidelijk deel van het land ver
bonden was (spoorwegen waren nog onbekend).
Het is een klassieke beschrijving van het eenzame
land, waar geen beschaving kon doordringen.
Het verhaal geeft den sleutel tot het geheimzinnige
dat den Nordlander eigen is en werpt een licht
op de bronnen, waaruit Knut Hamsun zijn talent
putte.
Lie schrijft: Dat hooge Noorden hebben de
menschen sinds onheugelijke tijden beschouwd
als een verzamelplaats van booze machten. De
Lap heeft er zich door zijn toovenarijen gevreesd
gemaakt en daar, op de grens van de wereld, staan
de goden, de demonische machten der duisternis,
waar Aesir vergeefs tegen streed, maar die eerst
overwonnen werden toen de Heilige Olaf zijn
zwaard in den vorm van een kruis tegen hen op
hief. De vrees voor de natuur heeft daar een leger
van duivels opgeroepen, de menschen lokken ze
tot zich, geesten van schipbreukelingen, die niet
begraven zijn in gewijde aarde, van bergreuzen,
van den zee-draug 1), die gezeten in zijn halve
boot in den winternacht zijn vreeselijk geschreeuw
laat hooren. Menig zeeman, die in gevaar was, moest
verdrinken, omdat zijn kameraden hun vrees voor
den draug" niet konden overwinnen.
Maar bij die overweldigende macht der natuur,
die haar druk uitoefent op al wat leeft langs die
sombere kust van ijs, waar het negen maanden
schemering is, waar drie maanden zonder een
straal van zon de harten der menschen vervullen
van vrees, bij die overweldigende natuur heeft de
Nordlander toch ook zijn zomer, vol warmen
zonneschijn, met een helderen hemel en heerlijke
geuren en zijn spel van wisselende kleuren. Dan
ziet hij in de verte de bergen zich hullen in een
kleed van groen gras, de slanke berken dansen
op de toppen der heuvels en langs den afgrond als
zestienjarige in het wit gekleede meisjes, terwijl
de geur van aardbeien en frambozen tot hem door
dringt, terwijl hij in zijn hemdsmouwen loopt en het
zoo heet is, dat hij in de warme zonnige zee zou
willen baden, die helder is tot den bodem.
Geleerden zeggen, dat het intense van kleuren en
geuren in het Noorden veroorzaakt wordt door de
kracht van het licht. Daarom vindt men nergens
geuriger vruchten of sappiger berket;ikken.
Als een idylle werkelijk bestaan kan, dan is zij
een zomer in Nordland. Het is alsof de zon de
natuur des te tcederder kust omdat het afscheid
zoo spoedig volgen moet."
Dat is het land, waar Knut Hamsun uren lang
droomerig doorbracht ais hij het vee hoedde voor
zijn oom, den prest, bij wien hij in huis was.
Zoo leerde hij de natuur kennen op de zachte
tecdere manier, die telkens spreekt uit zijn werk.
Zijn ziel was geopend voor indrukken en het
scherpe contrast tusschen die stralende
zomerdagen en de dreigende macht van den winter
maakte Knut Hamsun's natuur als een fijn instru
ment, waarvan elke snaar het geringste geluid
opvangt.
De jaren, die hij bij zijn oom doorbracht, waren
niet gelukkig. Hij werd niet begrepen en het op
voedingssysteem bestond uit hard werken, veel
klappen en weinig vrijen tijd. Toen hij voldoende
geleerd had, werd hij bij een schoenmaker in de
leer gedaan. Zelf was hij echter vast overtuigd,
dat hij dichter zou worden en terwijl hij op liet
schoenmakersbankje zat, schreef hij ai een roman
tisch gedicht en gaf een verhaal uit, dat hij van zijn
zuur verdiende penningen liet drukken en dat door
enkelen gekocht werd. Critici zouden waarschijn
lijk in die eerste pennevruchten reeds talent hebben
ontdekt, maar geen enkele criticus las /e. Het
schoenmakersvak komt in botsing met zijn
onru«tige natuur, hij wordt kolensioiiwer in de haven
van Bodöen begint na korten tijd zijn zwerftoch
ten, die tien jaar zullen duren. Hij geeft les op een
schooltje, is een poos klerk en bikt dan weer
steenen langs den weg. Zijn indrukken ;ut dien tijd
zijn weergegeven in twee novellen; Onder de
herfststerren" en Ken zwerver speelt met ge
dempte tonen."
Met groote liefde worden die jaren geteekend en
later als hij vol bitterheid over zijn
Anicrikaanschen tijd schrijft, ziet hij er met heimwee op terug.
Het zwervende leven oefende zijn bekoring uit,
handenarbeid trok hem aan, maar de o tui e eer
zucht om dichter te worden kwam weer boven.
Hij leed onder zijn gebrekkige ontwikkeling en ten
slofte voelde hij die leemte zoo sterk, dat hij de
universiteit te Christiania wilde bezoeken, wat op
teleurstelling zou uitloopen. De universiteit was
nog vastgeroest in het oude en niet de plaats voor
den vroegeren schoenmaker en steenenbikker,
die behoefte had, luid zijn meening te verkondigen
en die geen eerbied had voor ouderen en wij/eren.
Hij voelde zelf, dat hij een wanklank was in zijn
nieuwe omgeving en keerde tot zijn oude beroep
terug. Maar zijn geest ging hoog uit boven het
handwerk, waarmee hij zijn kost verdiende.
Toen nam hij de vlucht.
In dien tijd had de emigratie naar Amerika haar
hoogtepunt bereikt. Voor velen was de nieuwe
wereld ook op geestelijk gebied het beloofde land.
Björnson, Ibsen, Kielland, Lie, lieten er hun helden
en heldinnen heen trekken. In de oude wereld had
Knut Hamsun schipbreuk geleden, hij twijfelde
niet of in de nieuwe zou zijn talent zich ontplooien.
Toen hij bij zijn landgenooten in het
MiddenWesten aankwam, verklaarde hij de dichter te
willen zijn van de Noren in het Westen. Maar
deze hadden hem niet noodig; ze waren vervuld
van het opbouwen van een nieuw bestaan, ze
wilden liever hun oude liederen zingen en als zij
tijd over hadden, droomden zij van de oude rotsen
en fjorden. Hamsun zou het hier nog moeilijker
hebben dan in Noorwegen ei? zeer merkwaardig
is het, dat de man. die later zijn verheerlijking zou
schrijven van den pionier-boerin Hoe het groeide"
niets voelde voor deze wereld, waar het bewerken
van den grond alle krachten vereischte. Zijn
pogingen om lezingen te houden over
Amerikaansche literatuur leden jammerlijk schipbreuk, zijn
ongunstig oordeel wilde niemand hooren. Om
Emerson gaf hij niet, Whitman, Poe en Hawthorne
kon hij een enkelen keer verdragen, Longfellow
werd voor slaperig uitgemaakt. Toen werd hij
tramconducteiir.
In zijn novelle Strijd om het bestaan," vertelt
hij zijn eigen ondervindingen:
Ik was in Chicago conducteur op de
Halsteadlijn, een paardentram van het midden van de stad
naar de Veemarkt. Als je nachtdienst had was je
je leven niet zeker, onder de passagiers was menig
onguur type. Je handen gebruiken of schieten
mocht ie niet, want dan moest de maatschappij
schadevergoeding geven. Ons wapen was het
handvat van de rem, dat er afgedraaid kon worden
en goede diensten bewees.
Eens met Kerstmis zat mijn tram vol met
leren. Ze waren dronken, zongen luidkeels en
dachten er niet over om te betalen. Ze betaalden
eiken ochtend en eiken avond en nu het Kerstmis
was, vertikten ze het. Ik durfde de zaakniet op haar
beloop laten uit vrees voor de spionnen, die zich
beijverden de tekortkomingen van den conducteur
aan te geven. Er sprong een agent van politie op de
tram, hij reed een eindje mee, zei iets over Kerst
mis en het weer en sprong er toen weer at. l lel zon
hem maar een woord gekost hebber, om de meu
te laten belalcn, maar ik zei niets, F'
Waarom zei je niets tegen dien agent?" riep
een van de mannen.
Ik vond het onnoodig, ik weet, dat ik niet
heeren te doen heb."
Eenigen begonnen te lachen, maar een paar
anderen maakten, dat ik kreeg wat ze mij schuldig
waren."
Later werkt hij op een boerderij en geeft van dien
tijd een levendig beeld in eenige korte verhalen.
In Aan de kust" beschrijft hij in schrille kleuren
het visschersleven. Hij is sterk onder den indruk
van de vijandige, steeds op de loer liggende macht:
natuur. Is dit niet een bewijs, hoe zwaar dit leven
valt aan hem, die steeds haar lof zingt?
In 1888 keert hij terug naar Christiania, vast
hesloten om met schrijven zijn kost te verdienen.
Zijn boek Het intcllectuecle leven in modern
Amerika" is vol vooroordeelen en foute gegevens;
het eenige, wat er van te zeggen valt, is dat het
niet op goedkoope manier het land belachelijk
maakt, dat hem zoo zeer teleurstelde. Het boek
had geen succes in Noorwegen, maar zooals het
met zooveel Noorsche schrijvers gegaan is, zou
ook voor Knut Hamsun Denemarken het land zijn
waar zijn talent erkend zou worden.
Edward Brandes was redacteur van Politikc-n"
toen op een dag een jonge Noor bij hem kwam met
een manuscript. Hij was op het punt te weigeren
liet te lezen - liet was te lang- maar iets in het
voorkomen van den vreemdeling deed hem aar/elen
liet was de sjofelste - de onaanzienlijkste ver
schijning, die ooit zijn drempel overschreden had,
maar er was iels in dat bleeke gelaat, in die (rillende
lippen en in die oogen achter de brilleglazen, dat
hem trof.
Hij nam het manuscript mee naar huis en toen
hij de geschiedenis van een jong hongerlijdend
genie las. bedacht hij met schrik, dat ook de schrij
ver misschien op dit oogenblik in nood verkeerde.
Haastig sloot hij een billet van tien kronen in een
couvert en deed het op de post.
Toen hij het manuscript verder las, zag hij hoe de
held cei1 waardeliritim van vreugde kreeg, toen een
uitgever hem tien kronen zond, een toppunt van
weelde!
Door den invloed van Edward Brandes worden
de eerste hoofdstukken van Honger" geplaatst
in een nieuw radicaal Kopenhaagsch tijdschrift:
Nieuwe bodem."
Het verhaal verscheen anoniem, maar het viel
dadelijk op door den buitengewonen stijl en door
een hevigheid, die tot nog toe in de Noorsche
literatuur onbekend was.
Toen Honger" in 180(1 als boek verscheen, ging
er een trilling door Christiania.
De schrijver was beroemd.
Kr bestaat een klein boekje over Knut Hamsun
van Anna Astrup Larsen, 2) dat mij het liefste is
van alles wat ik ooit over Hamsun gelezen heb.
Zij geeft een volkomen zuiver beeld van hem als
realist, als dichter, als menscheiikenner. Ze heeft
me geholpen om zijn werk te begrijpen, omdat ze
zoo van hem houdt.
.Aan de hand van dat kleine boekje heb ik u de
vóór-geschiedenis van zijn loophaan als schrijver
verteld. Ik zou te uitvoerig worden als ik u verder
in Anna Larsen's boek inleidde, maar als gij het ter
hand neemt, zult ge de boodschap hooren, die
Hamsun verkondigt. In zijn latere werken klinkt
de kreet: Terug, tot de natuur terug tot het land !
In zijn vroegere: Terug naar poëzie! Weg van
problemen en verwikkelingen, terug naar droomen
en visioenen ! Er is geen tegenspraak in deze
beide; ze zijn de uitingen van een persoonlijkheid,
die de rijkdom, de veelzijdigheid en de spontaniteit
van het leven bezit.
Cl. B i i-: N i A i T
1) In het Noorsche volksgeloof is de Draug"
ten deele de spookverschijning van een verdron
kene, ten deele de verpersoonlijking van een schip
breukeling.
Men stelt hem voor als een visscher met een
oliepak aan, maar zonder hoofd. Hij zeilt in een
halve boot en maakt een klagelijk geluid als iemand
in de golven zal omkomen.
2) Knut Hamsun by Anna Astrup Larsen
vldendal London.
Onmisbaar voor eiken Mali Jonggspeler
BABCOCKS SPELREGELS
MAH-JONGG
HET SPEL DER DUIZEND WONDEREN
Voor Nederland vertaald door BIANG MEE
Met talrijke illustraties ? Prijs, gebonden Fl, 2.50
Prospectus op aanvrage bij eiken boekhandelaar
verkrijgbaar
Uitgave van
VAN HOLKKMA A WAKKNDOKT, A'clam