Historisch Archief 1877-1940
No. 2486
Zaterdag 31 Januari
Ao. 1926
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. KERN KAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF en G, NOLST TRENIT
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
HET VADERLANDSCH VERBOND
Op de vraag: waarom schrijft men toch altijd Saint Joarme?"
antwoordde Charivarius de vorige week: omdat het verkeerd is".
In eenzelfde goed vertrouwen op de neiging der menschen naar
het averechtsche zou men aan het pas opgerichte Vaderlandsch
Verbond kunnen voorspellen, dat het maar weinig vaderlanders
aaneen zal snoeren, omdat het beginselen voorstaat, die bij velen
hunner hartelijke instemming vinden, en omdat het voor de for
matie der politieke partijen een scheidingslijn wil trekken, die
eigenlijk de meest gewenschte zou zijn.
Die beginselen kan men slechts ten deele leeren kennen uit de
Grondslagen" van de partij.
Daarin toch komen allerlei meeningen voor, die een ieder kan
onderschrijven, en sommige worden zoo geformuleerd, dat er
speling blijft voor de meest verscheiden toepassingen in de practijk.
Dat de vrijheid een kostbaar goed is en slechts mag worden
ingeperkt, indien het algemeen belang het vorderen van dat offer
eischt", deze uitspraak kan worden onderteekend door menschen
die als het Oosten en het Westen uiteenloopen bij de beantwoor
ding van de vraag, wat men onder het algemeen belang" heeft
te verstaan.
Handhaving van den band tusschen het moederland en de
deelen van den Staat buiten Europa, met voorzichtige en daarmee
gepaard gaande geleidelijke invoering van zelfbestuur"
accoord, van Putten ! zegt zoowel hij, die, niet onvoorzichtig en
opeens, maar met verstandig beleid dit zelfbestuur tot ontwikke
ling wil brengen, als hij, die de invoering ervan tot Sint Juttemis
wil uitstellen.
Iets meer houvast heeft men aan wat in de Grondslagen"
wordt gezegd over de taak van den Staat op sociaal gebied: de
grootst mogelijke vrijheid van het particuliere bedrijfsleven en
beperking van de overheidsbemoeiing tot het onvermijdelijke".
Als men dan ook nog eens ziet naar de namen van de oprichters
der partij, en in de toelichting van de Grondslagen" de klacht
leest over het streven om bepaalde groepen naar de oogen te
zien en naar. den mond te praten", dan begrijpt men, dat het
Vaderlandsch Verbond niets anders bedoelt dan een herleving
van wat vroeger de oud-liberale of de vrij-liberale partij heette,
dat het zich schrap wil zetten tegen het regelend optreden van
den Staat in het maatschappelijk Je ven.
Laat weer vrij spel aan de krachten, die uit de maatschappij
zelve opkomen; laat arbeidsduur en arbeidsloon worden geregeld
door werkgevers en werknemers onderling, die beiden zich hebben
vereenigd in organisaties, die elkaar in evenwicht houden, die
misbruik van macht kunnen keeren; laat de overheid geen
financieelen steun meer verleenen aan vereenigingen, die woningen voor
ambtenaren en arbeiders bouwen: dit is een verkapte vorm van
weldadigheid; het particulier initiatief moet en zal voorzien in
veel wat thans van overheidswege wordt gedaan of bevorderd;
de Staat beperke al zijn bemoeiingen in dezen tot het onver
mijdelijke", dat wil zeggen tot wat strikt noodzakelijk is om een
einde te maken aan ten hemel schreiende toestanden ziedaar
de samenvatting van de oud-liberale leer.
Twintig a dertig jaar geleden vierde een andere leer hoogtij en
werd beleden door wie haar nu verzaken. Thans beleven wij een
tijd van toenemende reactie tegen het ingrijpen van den Staat
in het maatschappelijk bestel, een tijd ook van verscherping van
het klassengevoel juist in die kringen van ons volk, waar toen
een welwillende stemming (zij was nog niet op de proef gesteld)
ten opzichte van de arbeiders" heerschte.
De oorzaken van dien omslag liggen niet in het verborgene;
hier zij alleen het naakte feit geconstateerd; ook wie zich er niet
over verheugen, moeten erkennen, dat het Vaderlandsch Verbond
uiting geeft aan een gezindheid, die door zeer velen in den lande
wordt gekoesterd.
Door menschen van allerlei partijen, met uitzondering van de
vrijzinnig- en sociaal-democraten en de communisten.
Onder de partijen van rechts is er geene, die onder hare leden
of onder hen, die bij verkiezingen op haar candidaten plegen te
stemmen, niet een groot aantal overtuigde tegenstanders van
overheidsbemoeiingen met maatschappelijke aangelegenheden
telt.
Het meest is dit het geval bij de Christelijk-historischen, hoewel
zelfs deze partij niet geheel vrij is van democratische" smetten
(?democratisch" hier gebruikt in de verbasterde beteekenis, die
de praktijk van onze politiek eraan heeft gegeven): naast baron
de Vos van Steenwijk neemt ook prof. Slotemaker de Bruine
zitting onder hare vertegenwoordigers.
Bij de anti-revolutionairen kan men evenzeer van een
rechteren een linkervleugel spreken; maar het scherpst komt de verdeeld
heid aan den dag bij de R.K. partij.
Onder de R.K. leden van vertegenwoordigende colleges zijn er
niet weinigen, die herhaaldelijk met de sociaaldemocraten ne
lijn trekken; de verslagen van de zittingen der gemeenteraden
van de groote steden kunnen het getuigen. Uit wrevel over het
te veel toegeven aan democratische" wenschen door de partij
leiding werd eenige jaren geleden de Nieuw-Kath. partij opgericht;
omgekeerd hebben wij pas beleefd, hoe ontstemming over het te
weinig rekening houden met democratische" eischen het aanzijn
gaf aan de beweging van St. Michael.
Ook thans schijnt de uiterlijke eenheid van de R.K. partij
bewaard te zullen worden; maar zoowel bij haar, als bij de overige
partijen van rechts, blijft het groot verschil van inzicht over de
sociale taak van de overheid bestaan, d.w.z. verschil van inzicht
over de vraagstukken, die den eigenlijken inhoud der
hedendaagsche politiek vormen.
Indien de lei onbeschreven ware, indien men morgen ten dage
een nieuwe partijformatie kon scheppen, zonder gebondenheid aan
het verleden, zonder noodzaak om de fictie vol te houden, dat ge
meenschappelijke godsdienstige beginselen een richtlijn bieden
voor practische politiek, hoevelen, die thans tot n der rechtsche
partijen behooren, zouden zich dan niet scharen achter het vaan
del, dat het Vaderlandsch Verbond omhoog heft ! Want de vraag,
die in haar scherpsten vorm luidt: vóór of tegen Staatsbemoei
ing?" wordt door steeds meerderen zonder aarzeling met tegen"
beantwoord.
Maar ook in de politiek is de traditie sterker dan de rede. Een
rationeele basis voor partijformatie, zooals het Vaderlandsch
Verbond er een wenscht te leggen, zal niet spoedig worden aan
vaard, juist omdat zij rationeel is.
De leiders van deze nieuwe partij zullen daarom verstandig
doen, niet de illusie te koesteren van een grooten toeloop van
geestverwanten uit het rechtsche kamp; voorloopig zullen zij het
net moeten uitwerpen in den vijver van den Vrijheidsbond.
In hoeverre zij, die het initiatief namen tot de oprichting van
het Vaderlandsch Verbond, vroeger hebben behoord tot den
Vrijheidsbond en zoo ja, of zij zich dan moeite hebben gegeven,
om daar het stuur in handen te krijgen, is ons onbekend.
Uit de stichting van de nieuwe partij blijkt in elk geval wan
trouwen, hetzij in de leiding van dien Bond, hetzij in de bereid
heid van den Bond in zijn geheel om een weinig naar rechts op
te schuiven en de oud-liberale leer omtrent staatsbemoeiing niet
alleen met de lippen te belijden, maar ook metterdaad strikt toe
te passen.
Ontegenzeggelijk telt de Vrijheidsbond, die zijn ontstaan dankt
aan een fusie van vrijzinnigen van verschillende schakeering, een
aantal leden, die zich aangetrokken zullen gevoelen door het
Vaderlandsch Verbond. De tijd zal leeren, of deze aantrekkings
kracht het wint van hun gehechtheid aan den Vrijheidsbond.
Maar bij de verkiezingen van den a.s. zomer zal de nieuwe partij
vermoedelijk nog niet veel zetels veroveren. Aan geld voor reclame
zal het haar wel niet ontbreken; maar de vier of vijf maanden, die
ons nog van de Kamerverkiezingen scheiden, laten haar te weinig
tijd voor propaganda. Al moge het nieuwste lied bij het volk in
slaan, de nieuwste politieke partij pleegt te ervaren, dat onbekend
onbemind maakt.
K E R N K A M P