De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 januari pagina 14

31 januari 1925 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

Concertgebouw Met onze herinnering aan de uitvoering van Mozart's D-dur symphonie verleden jaar viel thans Bruno Walter's directie van de Jnpiter"symphonie wat tegen. Het scheen dat of Walter niet gedisponeerd was of dat er niet genoeg gerepeteerd is geworden voor de verwezenlijking van Walter's intenties. Alles klonk los, zonder leidende band", te veel detailwerk en afbakening der phrasen. die nu vaak los schenen te staan in het geheel. Het adagio Vooral traineerde, deed mat aan en vol luft-" pauzen en inzinkingen. De fnga van de finale klonk niet duidelijk. Alleen het menuctto had de statige zwier, die men er van verwachtte. Neen, alles bij elkaar was het een beetje een teleur stelling. Ook met het oog op de wijze, waarop Walter Mahler's 5de symphonie vertolkte zou ik geneigd zijn aan te nemen, dat de dirigent dien Donderdag avond minder gedisponeerd was. De spanning wilde ook bij Mahler niet komen. Het eerste deel was heftig, vol geraas en verwarring. Of bedoelde Walter het zóó, zoo troebel, draaicrig en amcchtig makend? Ook het scherzo bleef nerveus aandoen, zoodat het korte adagietto een ware verademing werd en hier eerst scheen ook Walter zich hersteld te hebben: het klonk als een bloeiend rustpunt, waaruit fijn en teeder het scherzando van de finale te voorschijn trad. Meesterlijk gedirigeerd werd trouwens deze finale. En misschien had Walter dan toch alles wel zoo bedoeld als wij het te hooren kregen? En zijn wij langzamerhand door Mengeiberg in een Olympische Manier-traditie geschoven, die niet die van Mahler en zijn leer ling is? Het Zondagmiddag-concert bracht speciaal Philipp Emantiel Bach naar voren, dank zij de goede zorgen van Marix Loevensohn, die zijn manuscripten bezig is op te dienen uit het Brus selsen Conservatorium. Loevensohn deed dikwijls een aardige vondst, doch dit cello-concert kon slechts interesseeren, niet boeien. Mozart schreef zoo'n finale toch beter, en Bach Senior de andere deelen. Walter dirigeerde na de pauze de 7de symphonie van Beethoven. Walter is geen man van traditioneele opvattingen, wij wezen er reeds op dat hij ook intellectualiteit uit de muziek wil weren, en zijn Beethoven klonk romantischer, minder Dionysisch dan wij gewend zijn. Mia Peltenbiirg De zangeres Mia Peltenbiirg heeftin den loop der jaren aan hnar vroegere zwak: willekeurige, niet psychisch geregelde dynamiek, onduidelijke uit spraak en zegging der teksten, gewerkt. Óp haar concert Maandagavond in de Kleine Zaal Concert gebouw kon men dit inderdaad met vreugde constateeren. Er haperde nog wel wat, niet alles klonk helder, de stem was nog niet altijd vast van intonatie, en speciaal bij de liederen van Schubert, waarmede de avond opende, wilde de rechte beweging" er nog niet inkomen. Ook is mej. Peltenburg voor sommige muzikale details wat achte loos, vooral bij de liederen van Hugo Wolf, een componist, waarvoor zij overigens een zwak heeft: zij zong er op haar concert elf van, en zij debu teerde indertijd in Amsterdam met een Wolfmatinee. Maar alles is toch vaster, meer tot n heid bij haar geworden en vooral haar liederen van Roussel, waarmede zij dien avond besloot klonken zeer geslaagd en verrassend beheerscht zoowel van voordracht als techniek. Deze liederen gaven een mooie belofte voor een volgend maal, dunkt mij. Hendrik Andriessen begeleidde aan de piano. Naar mate het zingen van mej. Peltenbiirg vitaler wordt, wordt ook zijn begeleiden levendiger, blijft minder kriebel-de-krabbel op den achter grond. Een enkele maal trad zijn spel wat al te levendig naar voren, en in Wolf ontstond wel eens iets al te pathetisch, dat aan deze muziek vreemd is. Evenals bij de zangeres was zijn voordracht in de liederen van Roussel het best. Alles bij elkaar genomen dan valt er een ver heugende vooruitgang te constateeren bij dit ensemble, dat reeds zoovele jaren trouw samen werkt: de eenige manier ook waardoor een ensem ble waarlijk goed kan samensmelten. Het kunste naarspaar] Seroen-Cornelis is er het voorbeeld van. Concertgebouw- sextet Het tweede concert van het Conrcrtgebouw-sextct bracht een avond vol novi teiten. Het is altijd ver heugend te constateeren hoe dit ensemble voortgaat het anders waarlijk niet zoo gemakkelijk pionierswerk te verrichten, waaraan hier nog steeds behoefte blijft bestaan vooral ten opzichte van de kamermuziek. Niet gemakkelijk, zeg ik, omdat de literatuur voor kamermuziek-ensemble langza merhand zeer uitgebreid is geworden en er ook hier veel kaf onder het koren zit. Een keuze ook met het otg op het publiek kosr v;el hoofdbrekens, en zoo heett het Concertgebouw sextet zich thans voor twee we 'ken van tijdgenooten en voor een uit vroeger tijden pionier gesteld. De moderne werken waren een voorspel voor Teirlinck's ,,Vertraagde Film" van Leo Smit, en een Marchcn" van Nico Jung: het oude werk een Divertimento van den beproefden componist Mozart. Het voorspel van Leo Smit is een compositie gerealiseerd voor een theater-voorstelling. Het geraas van een stad, een foxtrot uit een cafézijn beter uit de verte" te hooren dan zoo dicht bij en in de halsbrekend"scherpe acoustiek van de Kleine zaal Concertgebouw. De partituur is met veel vernuft voor kamer-orkest geschreven, de componist, die nog zeer jong is, heeft veel in Parijs geleerd, dunkt me, behalve helderheid misschien. Doch zijn dwaal tochten kunnen ongetwij feld op iets goeds uitloopen. Wij kunnen van deze mu ziek zelf nog niet veel zeggen. Klopte alles wel onder de niet zeer vaste leiding van den componist? Het Marenen" van Jung doet wat hoogdravend aan. In het Duitsch-romantische woud staan vele boomen en in de partituren van Strauss en Wagner vele bloemen, die geplukt kun nen worden. Stelt men met een en ander wel een overtuigend werk samen? Schrikken wij tegenwoordig niet een beetje als we lezen van een muzikaal weergeven van een strijd tusschen goed en kwaad? Een luchtorkest van strij kers zetelde op het balkon, de blazers met de piano op aarde op het podium. Het werk is knap geïnstru menteerd en het klinkt goed zooals te verwachten van een componist als de heer Jung, die zelf in een uitstekend orkest als dat van het Concert gebouw den hoorn meespeelt. Maar Widersachcrviolen Helderleben-blazers, Lohengrin- en Verklanng"-klanken.... Ook dissoneeren de disso nanten hier echt: strijd tusschen goed en kwaad? Het Diverterrnento van Mozart zal het publiek het meest bevredigd hebben. Toch komt het Sextet ware erkentelijkheid toe voor wat het ons ge bracht heeft. Vergeten wij niet nog de mooie uitvoering van het piano-kwartet van Ingenhoven te relevceren, waarmede het concert opende. CONSTANT VAN W E s s E M. ONZE KOLONIËN: Z.W. CELEBES Teckcning voor de Amsterdammer" door J. G. Sinia BERCSTRCOM Het land van Soppeng is wel waterrijk! Dat bemerkten wij maar al te vaak op onze patrouille-tochten, wanneer wij, nauwelijks opgedroogd van een vorig bad, weer voor de zooveelste maal op n dag aan den oever van een bergstroom stonden, waarvan het water zich met woest geweld tusschen de rotsen doorwrong. Dan was er vaak een oogenblik van aarzeling; slechts kort, want wij moesten immers voorwaarts? En vier aan vier, elkaar stevig bij den koppel vasthoudend, gingen wij dan te water, om slechts met zeer veel moeite den overkant te bereiken. O, het water was in den regel niet diep en kwam ons nauwelijks tot den middel, maar het stroomde dan met zulk een duizeling wekkende snelheid, het trok en rukte met zulk een woest geweld aan alles wat zijn kracht trachtte te trotseeren, dat het de grootste moeite kostte om op de been te blijven. En wij wisten het maar al te goed: wie viel en losliet was reddeloos verloren Maar wij kenden het spelletje, wij kenden de kracht en de nukken van het water, zoodat, mocht er soms vóór het te water gaan nog eenige aarzeling, ja zelfs eenige angst geweest zijn, deze onmiddellijk verdween, zoodra wij den machtigen greep van het water voelden en de overtocht altijd zonder ongelukken afliep. Gelukkig waren niet alle wateren zoo. Daar waren er ook nog wel, zooals ons plaatje aangeeft, die, vredig en kalm, zacht murme lend hun weg zochten tusschen de rotsen en grillig gevormde wortels der woudreuzen, welke hun oevers bekroonden. Ook zij hadden hun stroomversnellingen en watervallen, doch het was alles in miniatuur en gevaar leverden het overtrkken van deze stroompjes niet op, aan wier oevers wij, na vermoeiende d.iling met nog ver moeiender klouterpartij voor den boeg, zoo vaak van een korte doch welverdiende rust genoten hebben. J. G. SINIA GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General! JABER BERLINBS, Haifltm VERTAALDE BOEKEN Wonderen der oudheid, aflevering 2, naar de Engelsche uitgaaf, uitgegeven onder leiding van J. A. Hammerton, voor Nederland bewerkt door W. J. Ankersmit, onder leiding van Dr. P. A. A. Boeser. Uitgevers Mij. Elsevier" Amsterdam. Deze aflevering bevat de hoofdstukken Koninklijke paleizen I en Merkwaardige Steden II. Evenals afl. I is zij goed geïllustreerd. JAC URLUS HAVANA 12 CENTS SIGAAR Vraagt monster met ,idres v;m Uw winkelier bij FLEVO UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl