Historisch Archief 1877-1940
No. 2486
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
DANTE'S INFERNO
REMBRANDT-THEATER
n 'n polemiek met Prof.
Casimir in ,,de Telegraaf',
waarschuwde ik reeds bij
voorbaat tegen al te enthou
siaste verwachtingen ten op
zichte van deze film spe
ciaal wat haar beteekenis
voor de Dante-cultmir be
trof. Ook wees ik op de
bedenkelijke omstandigheid,
dat de verfilmde Divina
Commedia" uit
Amerikaansche handen kwam.
Tot deze waarschuwing
had ik 't volste recht: ze
was de eenvoudige consequentie van den strijd,
dien ik reeds langen tijd voer tegen den
remmenden en smaakbedervenden invloed van de
Yankee-rolprent. Mijn analyse van The light
that failed" en de tien Geboden" voerde regel
recht naar deze conclusie.
Minder duidelijk is evenwel 't scherpe veto",
dat verschillende dagbladen erover uitspreken.
Er zijn er zelfs, die wrevelig uitvaren tegen 't
Amerikaansche gemoraliscer" alsof ze jaar
en dag niet anders gepredikt hebben, zonder ooit
de Groene" te lezen, 't Merkwaardige is bovendien,
dat eenigc weken geieden diezelfde dagbladen
opgewonden lofspraken wijdden aan.... De
Tien Geboden". Pas trop de zóle, Messieurs !
Uw bekeering is me natuurlijk hoogst aangenaam
en ik zal ze dankbaar in de rredit-kolommen van
dit weekblad noteeren maar, wat duivel,
maakt 't niet al te bont. Gij, die 't formidabele
prul van den Grootmeester der regisseurs"
Cecil B. de Mille aanbadt, die volkomen over
donderd waart door de cijfers die men u naar
't hoofd smeet, om te tonnen welk een grootsch"
kunstwerk The Ten commandments'' was
gij, vooral, die op 'n andere plaats in uw blad
de oude, suffe welwillendheid toont tegenover
ergerlijke producten als de glorieuze G'oria
Swanson" gij behoordet met uwe hooge
afkeuring, die toch altijd 'n paardelcngte achteraan
komt, 'n beetje gematigder te zijn. Want deze
Inferno-film", ofschoon volgens 't zelfde zwakke
schema gebouwd, is honderdmaal beter dan De
Tien Geboden" en oneindig belangrijker d<°n
't leeghoofdig gedaas van de Schoonste Diva" met
de kleinste voetjes of de fraaiste costuumpjes of
de weekste hersentjes of welk epitheton u 't best
lijkt.
Dit wilde ik vooraf even rechtzetten. Eerlijk
heid, billijkheid en consequentie zijn de grond
slagen van alle ernstige critiek zelfs van
bioscoop-critiek.
En nu de film-zelf.
't Is jammer dat men met de opgave om de
Divina Commedia" te verfilmen niet 'n poosje
gewacht heeft, 't Behoeft immers geen nader
betoog, dat 'n kunst-vorm, die nog wanhopig zoekt
naar middelen en wegen om uit de allerbanaalste
amusements-sfeer te raken, die nog dagelijks
experimenteert en voor nieuwe verrassingen staat,
die tot stijl noch bezonkenheid is gekomen, die
om kort te gaan, zichzelf nog moet vinden de
grootste en rijpste producten van den
menschelijken geest voorloopig met rust behoort te laten.
En nog ongelukkiger treft 't, dat deze
praematnre geboorte uit Amerikaanschen schoot ontspruit.
De diakenachtige mentaliteit van den Yankee
die nooit hooger stijgt dan 't dak van 'n Zondags
school, vond de Inferno" natuurlijk niet voldoen
de. Nee, daar moest weer hij gepreekt en gesticht
worden en dies neemt de film-meneer de vrijheid
in Dante's fonkelende nectar 'n stuk kauwgummi
te werpen ter bevordering van de smakelijkheid:
hij lascht er 'n toepasselijk" stuk uit 't moderne
leven in. Wat daartegen is? Wel alles ! Daar is
nog zooiets als stijl en stemming, moet u weten,
en men stapt niet ongestraft uit de apokalyptische
visioenen v?n 'n (dertiende eeuwsche!) Dante
zoo maar eventjes over in 't feuilleton van 'n
hedendaagsche krant. Daardoor hebben de
Yankee's, deze Pruisen van 't Verre Westen, met hun
vervloekte arrogantie en brute onverschilligheid,
dit product bij voorbaat onmogelijk gemaakt in
landen, die er smaak, piëteït en cultuur^op na
houden.
jes in enorme donkere gaten, zonder 'n
aandachtscentrnm, zonder 'n nist-nunt voor 't oog.
Nog eens: 't is jammer, want opzichzelf is deze
film nog zoo kwaad niet. Afgezien van den opzet:
Dante nader te brengen tot 't publiek, die, gelijk
ik voorspelde, volkomen mislukte valt in de
heele behandeling 'n opvatting te bespeuren
die op kentering wijst. Er is hier 'n begin van 'n
idee, dat veel menschen, veel stars", veel dollars
en veel reclame niet allén 'n kunstwerk maken.
Er is hier 'n aarzelend vermoeden, dat de artistieke
verbeelding van 'n moord duizendmaal indruk
wekkender kan zijn dan de moord-zelf met echt
bloed, echte wonden en 'n echt mes. .Met andere
woorden: men heeft hier, zij 't met de onvastheid
van 'n beginner, gegrepen naar hulpmiddelen
van zuiver artistieken aard: de compositie en
't zwart-wit.
Over 't algemeen is de Amerikaan 'n vijand
van duisterheid.... in de film. Hij heeft 't land
a?n vervloeiende contouren, aan groote zwarten
en grijzen en plaatst overal lampen i>m licht en
tegen-licht te krijgen, want z'n ideaal is de scher
pe" foto, hoe harder hoe liever. Met gevolg, dat
al wat naar stemming, rust en evenwicht zweemt
systematisch vermoord wordt. En zie hier
heeft men getracht de gruwelen van de hel nog op
andere wijze uit te beelden, dan door exacte
weergave. Men heeft zoowaar begrepen, dat de
wriemelende, zich in pijn en smarten wentelende
menschen-menigte do«;r haar samcnvloeing tot
'n duistere, dreigende massa met hier en daar
'n fel, schrijnend licht imposanter is en sterker
werking heeft dan de nauwkeurige fotografie
van de uitgezochtste kwellingen, 't Eenvoudige
principe van alle beeldende kunst, zult u zeggen.
Accoord, maar voor de Amerikaansche regie 'n
ontdekking. Zij toch zou met plezier van
Rembrandt's Nachtwacht" 'n ,,nice picture" willen
maken, door er 'n paar flinke Jupiter-lampen in te
laten schijnen.
Alzoo, de Amerikaansche regisseur, de heer
Henry Otto, heeft inderdaad getracht van deze
film 'n stuk beeldend-dramatische kunst te maken,
op 't voetspoor van de magistrale Nibekmgen".
't Is nu eenmaal niet wei-mogelijk 'n ernstig be
doelde film, die deze richting uit wil, te bespreken
zonder ze te toetsen aan 't eenige gave kunstwerk,
dat de cinematografie tot heden opgeleverd heeft,
de geniale schepping van Fritz Lang. En dan
blijkt allereerst hoe de Amerikaan in fantasie
achterstaat bij den Duitscher. Zijn verbeeldingen
ontkomen niet aan 'n onmiskenbare monotoniteit:
't idee om de onderwereld voor te stellen als 'n
complex van grotten en galerijen, is te vaak en te
gelijkvormig toegepast om te blijven boeien.
Dit heeft mede tot oorzaak z'n gemis aan
tonaliteitsgevoel of beter gezegd, z'n begrensd
tcnaliteitsgevoel waardoor juist Fritz Lang, met iedere nieuwe
scène 'n nieuwe atmosfeer wist te scheppen.
Van de blank-ijle Kriemhilde via de spookachtige
Nibelungen tot de barbaarsch-donkere Hagen
Tronje doorloopt z'n creatie alle schakeeringen
van prachtige grijzen en zwarten. De Amerikaan
schakelt de grijze tusschentonen, die machtige
scheppers van de sombere, troosteloos
smartatmosfeer bijna geheel uit. Alleen in 't Donkere
Woud" worden ze toegepast en niet zonder succes.
Maar overigens gebruikt-ie alleen 't fel-dramatische
wit-zwart, wat, gelijk ik reeds zeide, tot eentonig
heid voert. In de derde plaats schiet de film tekort
in compositie. De titanische opgaaf om groote
menschen-massa's en 'n geweldigen tooneclbotiw
samen te voegen tot 'n evenwichtig, rustig geheel,
is den heer Otto te zwaar gebleken. Z'n compositie
is daardoor flakkerend en blikkerig geworden ?
'n onbehcerscht gekrioel van wriemelende
menschTenslotte kan ik ook met z'n typeering niet
dweepen. Was er voor de Dante-figuur niets
beters te vinden geweest dan deze grove Angel
saksische kop, met den stcvigen neus en de forsche,
beenige onderkaak? 't Verschil met 't fijne, ver
geestelijkte profiel van den dichter is wel heel erg
groot.
En toch en toch lijkt mij deze film 'n be
langrijk verschijnsel in de cinematografie. De
eerlijke poging van 'n Amerikaanschen regisseur
om 'n stuk beeldend-dramatische kunst te scheppen
in plaats van de fotografie van idem zooveel dozijn
smart girls" of van den ondergang van echte
papier-machésteden of van de gedragingen
van 'n nuchter kalf als de roemruchte heer
Valentino zie dit lijkt me 'n gebeurtenis van
groot gewicht. Temeer waar-ie in sommige op
zichten mooie resultaten heeft bereikt. Er zijn in
den rusteloozen stroom van filmbeelden enkele
voortreffelijke composities ('t meergemelde Don
kere Woud" De Groote Rechter"?De Ri
vier des bloeds" e. a.) die 'n stille en bescheiden
hoop wekken, dat de Wijzen niet alleen uit 't
Oosten komen.
Resumeerende zou ik willen zeggen, dat de
Inferno" de onvermijdelijke vergelijking met
de Nibelungen" niet kan doorstaan maar na
de Tien Geboden" 'n groote stap vooruit
beteekent.
Tot slot nog 'n opmerking. De directie van 't
Reinbrandt-theater heeft de eerste voorstelling
laten inleiden door den Dante-kenner Poelhekke.
Zonder de directe vruchten van 'n dergelijke
causerie te hoog aan te slaan, moet 't mij van 't
hart, dat deze gestie me zeer sympathiek lijkt.
De bescheiden poging om, zonder dat het 'n speciale
wetenschappelijke film geldt, van de bioscoop
eens voor 'n oogenblik iets anders te maken dan
'n ordinair tilm-cabaret kan niet genoeg toege
juicht worden. De rolprent heeft 'n te groote
toekomst om haar niet zoo spoedig mogelijk te
onttrekken aan 't gezelschap van zeurende
levensliederaars, misselijke society-dancers en zelf
ingenomen conférenciers.
'n Voorbeeld voor H. H. directeuren !
J o R D A A N
DEN HAAG
LUNCHROOM DE BIJENKORF"
WAGENSTRAAT 45-45a
DAOSCHOTELS Fl 1. , DINERS FI
2.
NIEUWE UITGAVEN
Bij J. B. Wolters te Groningen?den Haag ver
scheen de eerste aflevering van het Niemv Gronin
ger Woordenboek, samengesteld door K. ter Laan,
met kaarten en platen van Johan Dijkstra e.a.
Deze aflevering loopt tot Bekeetjes" en is ver
lucht met eenige illustraties in den *ekst en een
groote kaart van Groningen van 1558. Het woor
denboek zal verschijnen in pi.m. 15 afleveringen,
ieder van 3 a 4 vel.
Van G. Alsbach en Co. te Amsterdam ontvingen
wij het 3e stuk van deel XI van het tijdschrift
der verecniging voor Nederlandsche muziekge
schiedenis, waarin o.a. is opgenomen het verslag
over de jaren 1922/1923.
Aanleg en Beroep is de titel van een nieuw maand
blad voor Beroepskeuze. De redactie wordt ge
vormd door Prof. Dr. Jac. van Ginneken, S. ).,
Prof. Dr. F. Roels, G. Lamers S. J., B. H. de Groot
en G. D. Zegers. Het adres van redactie en admi
nistratie is te Utrecht, Alb. Th'jmstraat Ibis A.
De Tabel der laagste en hoogste koersen in 1924
werd uitgegeven door het Nieuw Algemeen Effec
tenblad te Amsterdam.
V.ROSSEM'S
DE_ BESTE VARINAS
Overal verkrijgbaar a[_80/.'p.half cos pakje