De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 31 januari pagina 22

31 januari 1925 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

22 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2486 RUIZE-RIfMEN MOEDERDAG De Kun. Ned. Mij. Voor Tuinbouw en Planten kunde lieeft een Moederdag ingesteld in Mei. Op dien dag moeten wij bloemen brengen naar liet graf van onze moeder. Ze hebben weer wat nieuws bedacht, Dus hulde ! Hiep hoera ! Het is van buiten hier gebracht, Verse h uit Amerika. Een Tuin- en Platenmaatschappij, Een lichaam van gezag, Bereidt de br,-ve burgerij Een Yar.kce-Moederdag. De dag is mi al vastgesteld, Ik ben den datum kwijl, Maar 't wordt nog in de krar.t vermeld Voor alle zekerheid. Toch kon 't je nog misschien ontgaan, Dus weet je wat je doet? Je streept op je kalender aan Wanneer je weenen moet. De bloemenwinkel krijgt het druk, En maakt er zaken mee; Daar wt-rdt verdiend, da's n geluk, Dus, Moederdag hi.ezee ! De telefoon daar belt en belt. De winkeljuffrou.v/ twoegl, Er word t Yuor honderden besteld I;e baas kijkt vergenoegd. Naar 't kerkhof, Jan-en-alleman, Vol branie en vol bluf! En wie het goed betalen kan, Die gaat er heen per tuf. De rest te voet. En ieder zeurt: Wij hadden moeder lief, Zóó lief.... De liecle bende treurt Treurt coöperatief. Je strooit je bloemen, en je kijkt... En 't woelt je in ie geest, Dat zooveel.... als je 't vergelijkt. Niet noodig was geweest Daar ligger, flarden krantpapier, En eindjes van sigaar, En sinaasappelschillen hier, En eierschalen daar Den dag daarop bevat de krant Een hooggestemd verslag; Wat wilt ge meer, mijn vaderland? DUS vitr den Moederdag ! Ik min mijn beker zoeten \vijns Met menschen om mij heen, Maar als ik over Moeder peins, Dan ben ik liefst alleen R i v A R i L s TELEFOONGESPREKKEN Is Professor thuis? Ah, met u zelf, Professor? Ik ben een tikje laat maar toch nog van harte gefeliciteerd. Begint u nu al te twijfelen? Zoo kort na uw heuglijke benoeming? Stil laten schetteren, Professor. Toen u jong was, heeft u zich ook niet gegeneerd om mee te schetteren en heel wat proffen heeft u voor ouwe pruik uitgescholden. -- Kom, kom, den moed niet zoo gauw ver liezen ! En allicht g'<at m: de een of ander uw gedichten lezen. Dat is het voordeel van yun'n benoeming. Het is een prachtige reclame. Neen, dat begrijp ik. D:>arom heeft u hef niet geambieerd, maar het is, dunkt me, toch wrl prettig voor een dichter als er weer eens een bundeltje gekocht wordt. Dat geeft nieuwe in spiratie. Ja, de jeugd is nu eenmaal ondankbaar en wat de ouderen /.eggen Maar waarom zot: een groot dichter nie* een groot p:u'dag"og kunnen zijn? dichter ;s de opvoeder \;':i zijn vil;. Het opvoeden zit n dus in uw bloed en de eenige critick die ik op uw benoe ming heb, is deze: dat alle professors eigenlijk dichters be hoorden te zijn. Ja, dat is nu eenmaal het noodlot van alle opvoeders. Zelfs naar den beste wordt niet geluis terd. En wat dan nog? Als ze wegblij ven, kunt u niets aan ze bederven en uw college-uren gebrui ken om een of an deren zang te zin gen. Zoo blijft u toch productief, ver dient u uw salaris en het nageslacht heeft er misschien meer aan dan dat u (inwilligen, dommen studenten de schoon heid van onze sch'Mine taal tracht bij te brengen. Juist, Profes sor. Moed verloren <".! verloren. Sinds uw benoeming vragen /.e in de Ou-Manhuispoort een kwartje meer voor uw bun dels. Aan uw[ roem noch aan uw onster felijkheid valt meer te tornen. Professor Albert Verwey. . . . er zit toch klank in, het is al een gedicht op zich zelf. Niet te danken, Professor. Kop op. C K L 2 Leekenspiegel J.N.A. t'.- Z. Kunt i1 nu' cpgevcn ]velke geschriften en (o]) ar tikelen er zijn versche nen over de laatste wicjginge'i in de Groi'dwet met betrek king tot Ned-Indie? Wij vinden hier over alleen een twee tal artikelen van prof. van Vollenhoven in het Kolo niaal Tijdschrift van 1022 onder den titel: De uitsla» van het Koloniale Grondwet s(lebat. K. te (i. Kunt n mij ee/i adres opgeven waar gelegenheid worJt gegeven tot lic' volgen van een schri/telijken cursus in de Ldtijnsrhc taal'* Wij hebben een adre* als bedoeld niet kunnen te we ten komen. F. U. te K. aanu vernam ik van -i al er hier te lande een betrouwbaar en goed heraldiseli-genealngifch bureau bestaat. Wij kennen als zoodanig alleen het Centraal Bureau Genealogie en Henldiek te 's-Graveuhage, l.'iuise de ColignvMraal !.">'_'. UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl