Historisch Archief 1877-1940
No. 2487
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
LENIN'S PORTRETTEN
Teekening voor ,,de Amsterdammer" door George van Raemdonck
(Volgens een bericht uit Moskou, heeft de Commissie tot vereeuwiging van de
nagedachtenis van Lenin een album het licht doen zien, dat ^30 portretten van
Lenin bevat.)
Pagina 11)8.
HET ROTTERDAMSCH-HOFSTADTOONEEL.
Wat zich niet scheiden laat, door Carla J.
van Ommen.
Carla J. van Ommen is een pseudoniem, het
heeft er te onzer oriëiteering eerlijk bijgestaan,
en zoowel de titel als de houding van dit tooneelspel
sluiten zich bij dien schuilnaam uit een verleden
letterkundig tijdperk aan. Binnen dit kader mag
men het een stuk van goeden huize noemen,
eenvoudig van structuur en steunend op een
beschaafden dialoog, die, schoon nergens diep
treffend, doorgaans bewogen klinkt. Het gegeven:
het hoogste recht van man en vrouw tegenover het
hoogste recht der kinderen, moet als een der in
grijpendste, en op grond van geen
enkelealgemeengeldende stelling oplosbare, conflicten van onzen
vrijgevochten tijd worden beschouwd. Op de wijze
zooals Carla van Ommen het betrachtte, maken
we er ons echter niet warm over, en onderscheidt
het zich alleen door den tooneelvorm van wat we
in de tijdschriften plegen aan te duiden met:
een novelletje. Bovendien leent zich deze stof
voor het tooneel niet bijzonder goed omdat, al
ligt de scène a faire in de vraag: breken, of terwille
der kinderen bijeenblijven ? het de aan dit besluit
ten grondslag liggende, en zich dikwijls over jaren
strekkende strijd is, die ons meer dan de, altijd
twijfelachtige oplossing, belang doet stellen.
Carla van Ommen liet dien strijd in het verleden,
hetgeen tot heel wat gesouvenir" op het tooneel
leidde, en toonde ons aan de levenslang doorwer
kende consequenties van het gewettigd besluit
tot echtscheiding, hoe problematisch het vermeend
geluk, bij zooveel tegenstrijdigheid der belangen,
ook in het gunstigst geval van wederzijdsche
beschaving en welwillendheid blijft. De twee
kinderen van Constance de Mare, haar door den
echtgenoot beiden om het zusje niet van het
broertje te scheiden gelaten, zijn volwassen
op het tijdstip dat het spel begint. De zoon is
gehuwd en zelf reeds vader, het meisje, Emmy,
is onverwachts, nadat zij op den leeftijd des
onderscheids was gekomen, tot haar vader terug
gekeerd. Zij heeft de liefdevolle voogdij van haar
moeder's tweeden man ,,oom Bernhard" nooit
goed kunnen verdragen, voelde zich, naast de
jonge kinderen uit dit huwelijk van de gezins
moeder vervreemd en aangetrokken tut den
verlaten vader in zijn eenzaam huis. Het blijkt
thans, dat dit meisje, bij Papa, die zijn uithuizige
gewoonten niet prijsgeeft, veel vrijheid genietend,
een liefdesverhouding heeft met een getrouwden
man, vader van een gezin, een verhouding, die
ons van beide zijden als oprecht wordt voorgesteld.
Doch zóó smartelijk aan den lijve heeft Emmy
zelf gevoeld wat het zeggen wil in dezen zin:
geen vader te hebben", dat zij een scheiding om
harentwil stel, dat de man dezen stap voor haar
over zoti hebben niet wenscht. Zij zoekt nog
naar een middenweg ergens gaan wonen waar
hij haar zal kunnen bezoeken als de moeder,
door haar zoon ingelicht in welke impasse het
meisje zich bevindt en wel begrijpend dat Emmy
onder deze omstandigheden niet tot haar zal ko
men, zich naar het huis van haar gewezen echt
genoot begeeft, op een uur dat zij dezen afwezig
weet, om zich als ,.moeder" in haar dochters ver
trouwen min of meer te dringen. Vooral ruim
denkend" wil zij zich toonen, een vrouw die den
moed had",doch het een, of het ander, geen halfheid.
Gedurende dit moeilijk tooneel blijkt haar dan
feitelijk voor het eerst wat zij zelve, al was het
recht aan haar zijde en al ontzagen haar tweede
man en zij geen offer om het geluk der beide
kinderen uit het eerste huwelijk te bevorderen,
aan hen misdeed. Wat Emmy aanvoert zijn
betrekkelijk kleinigheden, onvermijdelijk aan de
scheeve positie verbonden, uiterlijkheden, waar
de moeder, ware zij een sterkere, minder afhan
kelijke persoonlijkheid geweest, deze intelligente
dochter wel boven had kunnen verheffen, doch de
schrijfster heeft ons die moeder ook geenszins
als een voorbeeld willen stellen en ongetwijfeld
stonden en lagen er in een gezin als dit nog heel
wat meer muren" en slagboomcn" tusschen de
ouders en de kinderen dan in een normaal gezin.
Intusschen blijkt de dochter hier de
minst-romantische, de redelijkste. Ietwat tendentieus zal dit
edele meisje wel bedoeld zijn, immers de leus,
welke een ieder het recht toekende het geluk te
griipcn", heeft zijn beste dagen alweer gehad.
Zij stemt toe, dat haar vader daartoe, in een
tamelijk geforceerd, maar sober en kiesch ge
schreven tooneel tusschen de beide ouders door
de moeder aangezocht?met den man harer liefde
zal gaan spreken. En als het op buigen of bersten
aankomt, vindt zij de kracht, terwille van zijn
kinderen, van wie zij immers óók houdt", het
offer te brengen men ziet in de geheel? littera
tuur van dit oogenblik het offer" weder in cere
hersteld om alleen naar het buitenland te gaan.
Wat voor het overige in dit laatste bedrijf gebeurt,
is een tooneelstuk op zichzelf: oom Bernhard heeft
de jaloezie op het verleden nooit in zich kunnen
overwinnen en dit vluchtig contact tusschen de
ouderf, de moederlijke behoefte om het dochtertje
in dit moeilijk uur wat goed te maken, wekt zijn
argwaan. Haar wensen: Emmy voor enkele
maanden naar het buitenland te vergezellen,
wijst hij bot af. Constance kan kiezen : haar dochter
of haar gezin. Deze houding mag menschelijk
heeten, voor dit schetsmatig werk is zij veel te
grof, en de schrijfster loopt er mee vast in het moe
ras der romantiek, waarbij de verheven gedachte
..Jede Schuld racht sich auf Erden" ondergaat
in het laag-bij-dc-grondsch geval". De autocraat
Heebrand, Constance's eerste man, die niet het
offer van zijn persoonlijkheid kon
brengen om aan haar vrouwelijke
illusies omtrent liefde en huwelijk
te voldoen, doch daartegenover
zijn huiselijk geluk grootmoedig
prijsgaf om de moeder, in het bezit
der kinderen, het hare volledig te
gunnen, blijkt hier, meer dan de
schrijfster bedoeld kan hebbin,
ver de meerdere van oom Bern
hard" met zijn alledaagsche
beminnelijkheden, die, nu het erop
aankomt de beminde vrouw te be
grijpen in haar ietwat g., exalteerde
behoefte haar dochter te toonen:
dat zij een moeder heeft", als een
jaloersche knaap haar den pas af
snijdt. Het leven is rechtvaardig",
zegt een jonge vrouwelijke rechts
geleerde, niet in zijn uiterlijke ver
schijnselen maar in zijn kern." Doch
dat Constance hier naast den
blindverkorene thuis moet blijven, en
haar dochter, klaarblijkelijk een
karakter naar vader's aard, haar
eenzamen weg laten gaan, is maar
zeer indirect de schuld van ,,h:t
leven"; direct is het de schuld van
Constance's onbeduidendheid, wel
ke een mensen van waarde als
Heebrand niet wist te onderschei
den van een poveren remplaQint
als Bernhard de Mare. Van deze
dwaling plukt zij de wrange vruch
ten, en dat is alles.
De schaarschheid van onze
tooneellettcrkunde, deed mij op dit
jongj werk, dat gespeeld werd en
speelbaar bleek, een oogenblik
ingaan. Het beweegt zich juist op
het plan, waarop de gemiddelde
mensen de problemen van 1 rouwen en scheiden
beschouwt, en houdt daar de aandacht bezig.
Bij schrijvers van beteekenis ligt achter een
dergelijk schema het eigenlijke stuk, deze
geven feitelijk twee stukken inén: het gebeu
ren, dat wij met onze zintuigen onmiddellijk waar
nemen, en het levens-compiex, dat als tweede
gezicht" daaruit oprijst. Waar dit tweede gezicht"
geheel ontbreekt, durft men van een belofte"
nauwelijks spreken, maar wel mogen wij vast
stellen, dat het de schrijfster gelukt is een geval
levend" op het tooneel te brengen en enkele
boutades, die in de rubriek Bijkomstigheden"
thuis behooren, daargelaten op de stuwkracht
van haar intenties een natuurlijken dialoog te
schrijven. Emants ging in zijn tooneelwerk niet
dieper, het jongst; oeuvre van mevrouw Simons
Mees onderscheidde zich door gelijke kwaliteiten,
en bij het schikken en plooien der stof toont zij
een fijne soepelheid, welke niet ieder, die voor
het tooneel schrijft, van huis uit meebrengt.
De schrijfster mag voor de opvoering erkente
lijk zijn. De vertooning had de rustige distinctie,
die dit karncrspel toekomt, en, dank zij de
zuivere dictie der vertolkers ook er;n verhoogde
gevoeligheid. Alida Tartaud redde de onevenwich
tige, zwakke moederrol met evenveel takt als
beeldend vermogen, Jules Verstraete was oom
Bernhard", Jaap van der Poll Heebrand". Deze
laatste figuur is in haar gecompliceerdheid nauwe
lijks uitgewerkt en miste ook in de vertolking te
veel van wat den zelfbewuster! man-van-de-wereld
kenmerkt, doch de eene kant, dien de speler er
aan af wist te vangen: de mildheid van den ver
grijsden levenskunstenaar, boeide. Waarom offert
een zoo begaafde actrice als Lily Bouwmeester,
Emmy, die alleen tegen heeft dat zij voor rollen,
die een zekere levenshouding vragen, te kinderlijk
van postuur is, haar lieve waardigheid aan de
rokken-mode amper tot de knie? Het schaadde
aan den indruk van gevoeligen ernst, dien zij voor
het overige zoo volkomen handhaafde.
De zoen", het bekende spel in n bedrijf van
mevrouw Ijssel de Schepper Becker, sloot dezen
avond en bracht een voor de debutante niet
voordeelige sfeer van lichten levensernst. tinteling en
bekoring. De reprise bevestigde onze bittere
spijt", dat de schrijfster van zulk, ook naar den
vorm. voortreffelijk satyriek tooneelwerk, het
tooneel afvallig werd vóór het heterogeen publiek
onzer schouwburgen voldoende koppen telde om
haar geest te waardeeren.
T o" p N A. E i- F