De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 7 februari pagina 8

7 februari 1925 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2487 BOUWT IN HET OOSTERPARK TE BILTHOVEN IILICHTIIEEI IERSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 . VAM DER PUTT i Ot VLAM tl N D H O VE M Clichés Van Leer AMSTERDAM TE HUUR. WINKELHUIS met woning en kelder ad f 1500 per jaar. DIVERSE WONINGEN bestaande uit drie kamers met keuken en zolder of vier kamers met keuken en kelder, Huren varieeren van f36 t m. f 42 per maand, gelegen Baarsjesweg hoek Chasseestraat. Nadere ii,lichtingen Jacob van Lennepstraat 8, Telef. 26935, of Amsteilaan £4, Tekf. 29254. EEN GOED INTEGIEUR l/ EEN DAttL'J K/CH GENOT* DRAMT TE OOITERBEEK DE VERZORGING OP. Een van de mooiste Amerikaansche WHITE LUXE OMNIBUSSEN, vindt U op het R.A.I. Tentoonstellingsterrein van 6?15 FEBRUARI 1925. PROEFRIT GRATIS. Alleenvertegenwoordigers dei White Comp. Clevelarid voor Nederland: NV. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Maatschappt) UITSLUITEND: AMSTERDAM,Jacob Obrechtstraat 26, Tel. 22507. UTRECHT, Nachtegaalstraat 55, Tel. 3061. Geen filialen, ook niet in andere plaatsen. BOEKNDE BO KEN E. M, HULL DE SHEIK Prijs ing f l .90 ; geb. f2.40 E. M, HULL De Schaduw van het Oosien Prijs ing. f 1.90; geb. f2.40 NORBERT JACQTJES Dr, Mm, de Speler Prijs ing. f 1.90; geb. f 2.40 Uitgaven EM. QUIiRIDO, A'dam DB AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 3.?per kwartaal of f 10.?per jaar bij vooruitbetalingMotor- en Zeiljachten TB KOOP, In diverse grootten en prijzen. Lijst vin In commissie staande vaaitulgen gratli en franco toegezonden. ft Ll/OT AFD. JACHT AGENTUU* Sleper e v«st 1 Rotterdam BIJKOMSTIGHEDEN CLVII Nee, de Kerstavond is geen succes geweest, ondanks de verlichte vuurtorens en molens, wonderen van koekebakkers-techniek, die bij de baron de boeuf" werden vertoond, en de hoornen van-overvloed vol ijs in diverse kleuren en smaken, waaraan het kleine jongentje, dat in zijn pyama, op bloote voetjes, nog even naar binnen was ge haald, niet uitgekeken kon raken. Het was ook beter geweest maar net te doen, alsof het een avond was als een ander, en dat zou ons een heel stuk gelukt zijn, omdat de hemel zoo zomersch oversterd was en het water zoo zoetjes kabbelde, dat het niet zoo heel moeilijk scheen er onze gedachten van af te houden, dat verleden jaar de straten dik besneeuwd waren, en dat op elk geschikt en ongeschikt plekje van het huis een takje hulst hing, tot aan den gong en het telefoonboekje toe, en een groote bos op het tafeltje van de ziekenkamer. En dan was er ook nog het verschil van tijd, waarom we ons voortdurend konden voorhouden, dat het geen zin had, telkens op ons horloge te kijken en te denken: ,,nu komen de loges uit den trein. Zou het kleine meisje dadelijk om de ,,groote pop Grietje" vragen? Zouden ze samen met ge spannen gezichtjes achter de serredeuren staan te kijken, als grootvader de vogeltjes floot en brood strooide op het steenen straatje? Het was daar in Holland immers misschien nu wel nacht; ze zouden allemaal slapen; maar bij wie zou het jongetje dan den volgenden ochtend in bed kruipen?" Maar toen we 's-avonds de eetkamer binnen kwamen, toen was er geen ontkomen aan, of het was wel.degelijk Kerstmis, Kerstmis in een ban ketbakkerswinkel als u wilt, met slingers van dotjes watten, met roode lampjes en roode klokken en verdroogde hulst, maar het was niet een avond als een ander, daaraan konden de warmte en de zee en de zomersche sterren niets veranderen, <:n we keken elkaar een beetje verschrikt aan, omdat onze comedie van den langen ochtend en den langen middag niets had gebaat en we nu zoo onwezenlijk bleek tegenover elkaar stonden in den oranjegloed, die onze handen gestorven deed lijken en onze japonnen verkleuren deed. En de oude dame met de donkere oogen, die met de heroiek van vrouwen, die lang op een een zame plantage hebben gewoond, tot nu toe alles prettig en belangwekkend had gevonden, liet ineens haar beheerschte masker vallen, en ze was niets dan een vrouw, die pas haar man ver loren heeft en het gemis niet dragen kan. Het Duitsche vrouwtje wist alleen nog, hoe in die Heimat nu alle klokken luidden en hoe haar moeder alleen zou staan onder den Weihnachtsbaum, en de mevrouw van dubieuse reputatie zei botweg, wat allen dachten: Nu moesten we ze even thuis kunnen zien !" Neen, er was geen feeststemming ondanks de kalkoenen en de champagne, en we waren elkaar vreemder dan ooit, al had de kapitein, in een sober en hartelijk preekje, ons juist opgedragen goed voor elkaar te zijn. Ik hield mijn oogen gespannen op het gezicht van den verlaten Franschman met den triesten neus, voor wien het allemaal ontegenzeggelijk veel erger was dan voor ons, maar toen een hofmeester, goed bedoeld, op een tinnen deksel begon te slaan om kerkklokken na te bootsen en een onzichtbaar koortje bij guitaargetokkel gevoelvol Stille nacht" en Noél" trillerde, toen was er even niets anders dan het verlangen naar een wintersene huiskamer, met alle gordijnen dicht, en een stem, die: .,De herdertjes lagen bij nachte" zong. Later zette de kok, die een veelzijdig man is, zich aan de piano en bombardeerde de toetsen met dezelfde kracht en doelbewustheid, waarmee hij eerst de kalkoenen om het leven had gebracht. l-.n het eenige jonge meisje ging van arm tot arm en stepte en stepte, tot de heele mannelijke jeugd aamechtig in de lage stoelen lag gezonken. Maar de linnenjuffrouw zat zwaarmoedig op het achter ste kuildek, en de kapper, die zou zijn gaan trouwen, als dit niet zoo'n onvoordeelige reis was geweest met weinig passagiers, en nog minder klanten, hing beneden over de railing en staarde al maar naar hetzelfde punt. Toen we naar den leegen kant van het dek liepen, vonden we daar den blonden hofmeester, die zijn draai niet had", en piekerde over het dochtertje, dat hij ziek had moeten achterlaten.... Ik dacht aan wat de administrateur had verteld: hoe stil de matrozen altijd zijn, als ze naar Indiëtoe varen, maar hoe, op de thuisreis, er van Marseille af geen houden is aan hun juichend gezang en gefluit; en ik durfde me niet voorstellen, hoe ze nu in het vooronder bij elkaar zouden zitten, met ruwe grappen, met vloeken en gescheld, maar allemaal baloorig en verlangend, precies op dezelfde manier als de douarière en de scheepvaart-directeur en de marconist, eenzaam in zijn hooge kamertje. Nog later zaten de mannen bij elkaar op het dek; de kapitein schonk champagne en vertelde boeiende herinneringen van zijn zeemansleven; de bruine jongens gleden op hun bloote voeten zacht over de planken, de flesch in een handdoek gewikkeld, en schonken de glazen bij; de sterren wemelden en de boot ploegde zeker en sterk door het wijkende water. Maar tenslotte lagen ze toch allemaal ieder in hun afgeschoten hutte-hokje, in hun aparte couchette; en ieder zag achter zijn gesloten oogen zijn aparte wereldje, dat geen met een ander zou willen ruilen: het wereldje, waar hij kind is geweest en w-aar hij bij blijft behooren, al lagen er zeeën en werelden tusschen. A N N I E S A L O M O N S HGOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID PEEK & CLOPPENBURG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl